• No results found

Framing van de Europese Parlementsverkiezingen : een onderzoek naar het gebruik van frames tijdens de verkiezingen van 2009 en 2014

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Framing van de Europese Parlementsverkiezingen : een onderzoek naar het gebruik van frames tijdens de verkiezingen van 2009 en 2014"

Copied!
38
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Framing van de Europese Parlementsverkiezingen:

een onderzoek naar het gebruik van frames tijdens de

verkiezingen van 2009 en 2014

Wouter Böttcher 10274448

Begeleider: Dr. J. Lefevere

Bachelor afstudeerproject Politieke Communicatie & Journalistiek Communicatiewetenschap UvA

6 juni 2016 Woorden: 7407

(2)

Samenvatting

In dit onderzoek wordt onderzocht in hoeverre het frame gebruik verschilt tussen het

Verenigd Koninkrijk en Nederland over de Europese parlementsverkiezing van 2009 en 2014. Met behulp van kwantitatieve inhoudsanalyse worden krantenberichten in Nederland en het Verenigd Koninkrijk onderzocht. De drie frames die worden onderzocht zijn het conflict frame, het strategie frame en horse race frame. Geen significante verschillen worden

gevonden in het gebruik van het conflict frame. Het strategie frame wordt significant vaker in het Verenigd Koninkrijk gebruikt dan in Nederland. Ook het horse race frame wordt

significant vaker in het Verenigd Koninkrijk gebruikt dan in Nederland. Bij het horse race frame wordt een opvallend interactie-effect gevonden tussen land van publicatie en het aantal weken voor de verkiezingen. In Nederland neemt het gebruik van horse race frame af

naarmate de verkiezingen dichterbij komen terwijl in het Verenigd Koninkrijk het gebruik van het horse race frame zoals verwacht toeneemt naarmate de verkiezingen dichterbij komen.

(3)

INHOUDSOPGAVE

INLEIDING ... 5

THEORETISCH KADER ... 8

FRAMING ... 8

GENERIEKE EN ISSUE-SPECIFIEKE FRAMES ... 10

CONFLICT FRAME ... 10

STRATEGIE FRAME ... 11

HORSE RACE FRAME ... 12

MEDIASYSTEMEN ... 12 METHODE ... 13 DATASELECTIE ... 13 AFHANKELIJKE VARIABELEN ... 14 CONTROLE VARIABELEN ... 15 BETROUWBAARHEID ... 15 RESULTATEN. ... 16 CONFLICT FRAME ... 17 STRATEGIE FRAME ... 18

HORSE RACE FRAME ... 19

CONCLUSIE ... 19

CONFLICT FRAME ... 20

STRATEGIE FRAME ... 20

HORSE RACE FRAME ... 21

DISCUSSIE ... 21

LITERATUURLIJST ... 23

APPENDIX A ... 28

ZOEKTERMEN VOOR LEXISNEXIS ... 28

(4)

CODEBOEK FRAMING EUROPESE VERKIEZINGEN ... 29

APPENDIX C ... 36

MOKKENSCHAAL ANALYSE CONFLICT FRAME ... 36

APPENDIX D ... 37

MOKKENSCHAAL ANALYSE STRATEGIE FRAME ... 37

APPENDIX E ... 38

(5)

Inleiding

“Europa maakt een existentiële crisis door.” (Hest & Dekkers, 2016), “Langzaam valt de EU uit elkaar en burgers vinden het prima.” (Wijk, 2015). Dit is een kleine selectie uit een paar recente nieuwsberichten over de Europese Unie (EU). Wat begon in de zomer van 2007 als een bankencrisis in de Verenigde Staten, sloeg snel over naar Europa in de vorm van de Eurocrisis (Schwartz, 2009). Griekenland moest gered worden met miljarden Euro’s en Europese leiders werden het niet eens met elkaar en met Griekenland eens hoe dit opgelost moest worden. Deze crisis werd deels via de media uitgevochten, onder andere door een open brief van Griekse minister van financiën Varoufakis in de New York Times. Of de

verkiezingsbelofte van Rutte dat er geen cent meer naar Griekenland ging. Na Grexit werd Brexit de populaire term in de mediaberichtgeving over de EU. Brexit is de term die verwijst naar een eventueel vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU. Naast de discussie op het institutionele niveau van de EU, is er ook veel discussie over EU in de lidstaten zelf. Denk maar aan de opkomst de afgelopen jaren van anti-Europese partijen zoals de PVV in Nederland, UKIP in het Verenigd Koninkrijk en Front National in Frankrijk. Het gevoel heerst dat het anti-Europese sentiment groeit in de lidstaten van de EU.

Een van de factoren die een rol kunnen spelen bij de vorming van de publieke opinie over de EU zijn de nieuwsmedia. Nieuwsmedia zijn één van de belangrijkste bronnen van informatie over de politiek voor burgers (Jebril, de Vreese, Dalen, & Albæk, 2013), en zij bepalen de parameters waarbinnen de maatschappelijke discussie wordt gevoerd (Semetko & Valkenburg, 2000). De media hebben dus invloed op de opvattingen van het publiek. Dit gebeurt onder andere via het proces van framing. De gedachte achter de framing theorie is dat een onderwerp vanuit verschillende perspectieven kan worden belicht. Dit kan gevolgen hebben op verschillende normatieve overtuigingen en beslissingen van het publiek (Chong & Druckman, 2007). Met andere woorden, [nieuws] framing wijst naar de observatie dat de media hetzelfde onderwerp op totaal verschillende manieren kunnen presenteren, door verschillende aspecten en of evaluaties te benadrukken, ten koste van andere aspecten over het onderwerp (Schuck & Feinholdt, 2015). De media kunnen worden gezien als een spiegel van de realiteit en geven het publiek toegang tot evenementen die zij fysiek niet kunnen bijwonen (Schulz, 2004). De metafoor van spiegel van de realiteit gaat niet helemaal op omdat de informatie in een nieuwsbericht altijd de perceptie van realiteit van de media is. Nieuwsmedia berichten zijn daarmee sociale constructen die per medium verschillen en van invloed zijn op het publieke debat en daarom interessant zijn om te onderzoeken.

Nieuws frames zijn onder te verdelen in twee hoofdcategorieën: issue-specifieke frames en generieke frames. Issue-specifieke frames zijn relevant voor specifieke

(6)

thema zoals angst, conflict of consequentie en zijn daardoor toepasbaar op meerdere onderwerpen of gebeurtenissen (de Vreese, 2005). Met behulp van issue-specifieke frames kan framing van specifieke gebeurtenissen in groot detail worden onderzocht (de Vreese, Semetko, & Peter, 2001). Doordat specifieke gebeurtenissen worden onderzocht is het echter moeilijk om te generaliseren naar algemene hypothesen, daarom is gekozen om generieke frames in dit onderzoek te bestuderen. Generieke frames hebben minder de eigenschap om framing van een gebeurtenis tot in detail te bestuderen, maar zij bieden wel de mogelijkheid tot vergelijkingen tussen frames, onderwerpen of verschillen in frames in verschillende landen (de Vreese et al., 2001).

Onderzoek naar nieuws frames is relevant voor de wetenschap door het proces van mediatization. Dit is een proces dat bestaat uit vier fases waarbij politici zich steeds meer aanpassen aan de media logica (Strömbäck, 2008). Een belangrijke these van mediatization is dat de media de belangrijkste bron van informatie zijn over de politiek voor het publiek. Aan de andere kant hebben de media ook politici nodig voor informatie om nieuwsberichten te produceren. Hänggli (2011) noemt dit concurrerende symbiose, journalisten en politici hebben elkaar nodig voor de uitoefening van hun beroep waarbij zij elkaar proberen uit te melken zonder zelf veel moeite te doen. Als politici zich aan de media logica aanpassen en de media de belangrijkste bron van informatie zijn voor het publiek is relevant om onderzoek te doen naar de frames die worden gebruikt en hoe frames voorkomen in media. Ook is het belangrijk om inzicht te krijgen in hoe frames de publieke opinie en de opinie van politici en andere politieke sleutelfiguren over Europa beïnvloeden De Europese verkiezingen lenen zich hier goed voor omdat hetzelfde parlement in de verschillende lidstaten van EU wordt

gekozen. Hierdoor zijn er goed vergelijkingen te maken in het gebruik van frames in de media. In dit onderzoek worden frames in de media van Nederland en het Verenigd Koninkrijk over dezelfde Europese verkiezingen onderzocht. Mazzoleni & Schulz (1999) brengen daar tegenin dat de media systemen en politieke systemen in lidstaten van de EU zo met elkaar samenwerken, dat wordt voorkomen dat zij bovenmatig invloed op elkaar hebben. Dit onderzoek is echter vrij oud en kan het meespelen dat door de opkomst van het internet het medialandschap in EU veranderd of in ieder geval een grote nieuwe bron van informatie bijgekomen.

Ook vanuit maatschappelijk oogpunt is onderzoek naar nieuws frames relevant. De media hebben door hun agenda-settende vermogen invloed op de publieke agenda. Ook zijn de media de belangrijkste bron van informatie over de politiek voor het publiek. Frames hebben hierdoor invloed op attitudes van het publiek. Het is belangrijk het publiek goed voor te lichten over de invloed van nieuws frames op hun keuzes, zodat het publiek in staat is weloverwogen keuzes te maken op basis van mediaberichtgeving. Het proces van voorlichten over het gebruik en de invloed van frames wordt ook wel inoculatie genoemd (Banas &

(7)

Miller, 2013). In een tijd dat informatie steeds makkelijker en talrijker beschikbaar is door, onder andere de opkomst van internet. Het is daarom belangrijk dat het publiek zich bewust is dat de inhoud van een nieuwsbericht maar een selectie van de waarheid is. Zodat het publiek deze informatie op een juiste manier kan verwerken.

In dit onderzoek worden de verschillen in frames over de Europese

Parlementsverkiezingen onderzocht. De onderzoeksvraag die hierbij centraal staat is: in

hoeverre verschillen frames in krantenberichten over de Europese Parlementsverkiezingen tussen het Verenigd Koninkrijk en Nederland in 2009 en 2014? De nieuws frames die worden

onderzocht zijn drie generieke frames: het conflict frame, het strategie frame en het horse race frame. Voor deze drie generieke frames is gekozen omdat zij een mobiliserend (Schuck, Vliegenthart, & De Vreese, 2016) effect kunnen hebben en daardoor van invloed kunnen zijn op het publieke debat. Omdat de nieuwsmedia de grootste bron van informatie zijn van het publiek is het interessant om te onderzoeken in welke mate deze frames voorkomen in de media en hoe deze frames verschillen tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Onderzoek naar frames over de EU is al gedaan (bijv.: Schuck et al., 2013). Hier worden uitspraken gedaan op het macro niveau over de EU, hierbij worden alle lidstaten van EU op een grote hoop gegooid en worden uitspraken gedaan over het frame gebruik in de gehele Europese Unie. Onderzoek op micro niveau is vooral gedaan naar nationale verkiezingen, terwijl lokale, regionale en transnationale verkiezingen voor een groot deel genegeerd zijn (Strömbäck, Maier, & Kaid, 2011). In dit onderzoek wordt ook gekeken naar de verschillen in frame gebruik tussen zogenaamde kwaliteitskranten en populaire kranten hierdoor kan op micro niveau onderzoek worden gedaan naar het gebruik van frames in de nieuwsmedia.

Gekozen is om Nederland met het Verenigd Koninkrijk te vergelijken op basis van het most different system design. Door twee verschillende systemen met elkaar te vergelijken kunnen er uitspraken worden gedaan over de invloed van de verschillen op de afhankelijke variabele. Nederland en het Verenigd Koninkrijk verschillen van elkaar op enkele factoren. Ten eerste kan Nederland worden gezien als een eurofiel land en het Verenigd Koninkrijk als een eurofoob land. In 2009 had 60% van de inwoners van Nederland vertrouwen in het Europees Parlement (EP) tegenover 25% in het Verenigd Koninkrijk (Eurobarometer, 2016). Vijf jaar later in 2014 had 53% van de inwoners van Nederland vertrouwen in het EP

tegenover 27% in het Verenigd Koninkrijk. Het gemiddelde van alle EU-landen was 42%. Als de media invloed hebben op de publieke, dan is het waarschijnlijk dat de frames in de nieuwsmedia verschillen. De tweede reden is dat beide landen verschillende mediasystemen hebben. Het Verenigd Koninkrijk heeft een Anglo-Amerikaans mediasysteem terwijl Nederland een democratisch-corporatistisch mediasysteem heeft (Esser & Umbricht, 2013). Dit wordt verder uitgewerkt in het theoretisch kader. Reden drie is dat het Verenigd

(8)

proportioneel kiessysteem en het Verenigd Koninkrijk een meerderheid kiessysteem. Uit het onderzoek van Schuck et al. (2013) blijkt in landen met een proportioneel systeem vaker een conflict frame voorkomt. In dit onderzoek worden krantenberichten geanalyseerd, omdat deze voor beide landen en de Europese Parlementsverkiezingen van 2009 en 2014 goed en

makkelijk verkrijgbaar zijn. Daarnaast is de geschreven pers is met 42% na televisie de meest gebruikte bron van informatie over de EU (Eurobarometer 82, 2014).

De krantenberichten in dit onderzoek worden via een aselecte gestratificeerde steekproef getrokken uit de online-database van LexisNexis. Alleen nationale dagbladen uit Nederland en het Verenigd Koninkrijk maken kans om te worden geselecteerd. Gekozen is om krantenberichten te analyseren omdat deze de eigenschap hebben dieper op een

onderwerp in te gaan, hierdoor is het makkelijker een frame te detecteren. Om de

krantenberichten te analyseren wordt er gebruik gemaakt van kwantitatieve inhoudsanalyse. Dit onderzoek gaat als volgt verder: eerst wordt een theoretisch kader gegeven voor belangrijke begrippen binnen het onderwerp framing. Daarna wordt de methodologie en het codeboek van het onderzoek uitgelegd. Hierna worden de resultaten gegeven en deze worden nader toegelicht in de conclusie. Tot slot zal er worden afgesloten met een discussie over de implicaties van dit onderzoek.

Theoretisch kader

Hieronder wordt het theoretisch kader geschetst. Eerst wordt framing behandeld, daarin zal ingegaan worden op generieke en issue-specifieke frames. Vervolgens zullen de generieke frames: conflict frame, strategie frame en horse race frame worden gedefinieerd. Na framing wordt het verschil in agenda-setting en agenda-building kort toegelicht. Tot slot wordt het verschil in mediasystemen in Nederland en het Verenigd Koninkrijk uitgelegd.

Framing

Het concept framing vindt zijn oorsprong in veel verschillende wetenschappelijke disciplines, onder andere in de psychologie, sociologie, communicatie en politicologie (Borah, 2011). Volgens de Vreese (2005) zit potentie van het proces van framing in de focus op het communicatieve aspect; communicatie is een dynamisch proces waarin frames ontstaan en een effect hebben op publieke onderwerpen. Framing is de laatste vijftien jaar veel

onderzocht (Chong & Druckman, 2007; Jebril et al., 2013; Schuck & de Vreese, 2006; Semetko & Valkenburg, 2000). Doordat framing vaak onderzocht is, zijn er veel

verschillende definities over framing. Wanneer de media een onderwerp framen, wordt een bepaald probleem gedefinieerd, een causale interpretatie, een morele evaluatie en of een behandeling voor het onderwerp beschreven (Entman, 1993). Frames kunnen ook gebruik maken van symbolen, frames doen een uitspraak over oorzaken en gevolgen of een

(9)

aantrekkingskracht tot een morele bewering (Gusmano & Allin, 2014).Semetko & Valkenburg (2000) stellen dat frames er zijn om het publiek te helpen met het lokaliseren, waar te nemen, te identificeren en het labelen van de stroom van informatie rond het onderwerp en andere politieke alternatieven te vernauwen. Schuck et al. (2013) beschrijven een nieuws frame eenvoudiger, als de nadruk die wordt gelegd op enkele saillante aspecten van het onderwerp. In dit onderzoek wordt framing gezien als het benadrukken van enkele aspecten van een onderwerp om het publieke debat te beïnvloeden. Hiervoor is gekozen omdat deze definitie makkelijk werkt bij het coderen van de data doordat er met generieke steekwoorden kan worden gewerkt die duidelijk richting geven of een krantenbericht wel of niet moet worden gecodeerd.

Factoren die de productie van frames beïnvloeden zijn tot op heden grotendeels genegeerd (Hänggli, 2011, p. 2). Om frames beter te begrijpen is van belang onderzoek te doen naar factoren die van invloed zijn op het ontstaan van frames. Dit proces wordt frame

building genoemd. Volgens Scheufele (2000) beïnvloeden de elite, belangenorganisaties,

bedrijven et cetera de productie van nieuws frames te beïnvloeden door strategische

informatie te publiceren. Onder invloed van veel verschillende factoren zoals het niveau van opleiding van de journalist, ideologie van het medium of routines op de werkvloer

interpreteren journalisten deze strategische informatie (Reese, 2001). Dit leidt tot de productie van nieuws frames en zijn in verschillende varianten terug te vinden in de media. Nieuws frames hebben invloed op publieke frames, dit zijn mentaal opgeslagen clusters van

informatie die individuen helpen bij het verwerken van informatie (Scheufele, 2000). Nieuws frames kunnen dus in zekere mate bepalen welke argumenten of standpunten het publieke debat domineren. De invloed die nieuws frames hebben op de publieke frames wordt frame

setting genoemd. Met andere woorden frame building gaat over de structurele factoren die

kwaliteit van frames beïnvloeden en frame setting gaat over de interactie tussen nieuws frames en de voorgaande kennis en standpunten van individuen (de Vreese, 2005).

Veel onderzoek is gedaan naar de invloed van nieuws frames op informatie

verwerking en navolgend hoe besluiten door het publiek worden genomen (Borah, 2011, p. 248). In het onderzoek van Borah (2011) wordt onderscheid gemaakt tussen twee

verschillende categorieën frames, equivalentie frames en benadrukking frames. Equivalentie frames zijn frames waar dezelfde informatie op een andere manier wordt gepresenteerd maar logisch gezien hetzelfde wordt bedoeld1. Bij benadrukking frames wordt een bepaald gedeelte van de relevante informatie gepresenteerd (Borah, 2011). Nieuws frames zijn over het

algemeen samenhangende pakketten van informatie met een centraal idee of plot die

1

Voorbeeld equivalentie frame: Nederland telt 90% werkenden of Nederland telt 10% werklozen. Deze twee frames lijken op het eerste gezicht andere informatie terwijl logisch gezien de informatie exact hetzelfde is.

(10)

betekenis geven aan situaties (Schuck & de Vreese, 2006). Nieuws frames bespreken dus maar een deel van relevante informatie die aanwezig is. Om deze reden wordt in dit onderzoek benadrukking nieuws frames onderzocht. Binnen benadrukking framing wordt door onderzoekers onderscheid gemaakt in verschillende subcategorieën zoals episodisch versus thematisch, generiek versus issue-specifiek et cetera (Borah, 2011).

Nieuws frames worden in dit onderzoek opgedeeld in twee categorieën: issue-specifieke frames en generieke frames. In de volgende alinea wordt het theoretische verschil tussen issue-specifieke en nieuws frames uitgelegd en daarna worden de generieke frames die gebruikt gaan worden nader toegelicht.

Generieke en issue-specifieke frames

Nieuws frames kunnen worden opgedeeld in generieke frames en issue-specifieke frames (de Vreese, 2005). Issue-specifieke frames behoren tot een specifiek onderwerp en zijn daardoor toepasbaar op één specifiek onderwerp. Generieke frames hebben een overkoepelend thema hebben waardoor generieke frames toepasbaar zijn op verschillende onderwerpen. Doordat generieke frames toepasbaar zijn op meerdere onderwerpen is het makkelijker vergelijkingen te maken van framing op verschillende onderwerpen (Lecheler, Schuck, & de Vreese, 2013). Generieke frames kenmerken zich doordat ze de inhoud van de boodschap thematisch

overstijgen en kunnen worden geïdentificeerd op verschillende thema’s (Rinke, Wessler, Löb, & Weinmann, 2013). Volgens de Vreese (2005) zijn er twee stromingen in de wetenschap. Eén stroming richt zich op de berichtgeving van de politiek, met name de berichtgeving tijdens verkiezingen. De andere stroming richt zich op generieke frames die gelieerd worden aan de gebruiken binnen de journalistiek. Dit onderzoek richt zich op de generieke frames uit de eerste groep, de generieke frames die worden onderzocht zijn het conflict frame, het strategie frame en het horse race frame.

Conflict frame

Politiek nieuws, zowel binnenlands als Europees, wordt gewoonlijk geframed in termen van conflict (Schuck et al., 2013, p. 9). Conflict is inherent aan politieke processen en een belangrijk aspect van democratische besluitvorming (de Vreese & Tobiasen, 2007). Conflict ontstaat wanneer twee of meer partijen tegenover elkaar staan met verschillende standpunten (Schuck, Xezonakis, Elenbaas, Banducci, & de Vreese, 2011). Doordat een onderwerp in conflict frames vanuit verschillende hoeken wordt belicht kan het een mobiliserend effect hebben op het publiek (Schuck, Vliegenthart, & de Vreese, 2016; Schuck et al., 2011; de Vreese & Tobiasen, 2007). Nieuws over conflict laat het publiek zien dat er verschillende keuzes zijn wat kan leiden tot een hogere opkomst bij verkiezingen, doordat het publiek het

(11)

gevoel heeft dat zij invloed hebben. In landen met een proportioneel kiessysteem zijn er meer partijen die kans maken op een parlementszetel dan in landen met een districtenstelsel2. Doordat er veel partijen zijn die kans maken op een zetel is het logisch om te verwachten dat krantenberichten gaan over conflict van partijen onderling. Of dat partijen elkaar op voorhand al sluiten om na de verkiezingen een coalitie te vormen. Omdat Nederland een proportioneel kiessysteem heeft en het Verenigd Koninkrijk een districten kiessysteem heeft wordt de volgende hypothese opgesteld:

H1: Het conflict frame komt vaker voor in Nederlandse krantenberichten over de Europese

verkiezingen dan in krantenberichten over de Europese verkiezingen uit het Verenigd Koninkrijk.

Strategie frame

Nieuws frames die gebruik maken van het strategie frame benadrukken de overwegingen waarom politici een onderwerp presenteert of de stijl waarmee politieke actoren een

onderwerp presenteren (Schuck et al., 2013). Met andere woorden strategisch nieuws zijn de strategieën, uitvoering, stijlen en tactieken die noodzakelijk zijn voor een kandidaat of partij om campagne te voeren en het verkrijgen of blijven in een gunstige positie (Esser &

D’Angelo, 2006). Kranten benadrukken vaker strategie frames omdat zij meer ruimte hebben om onderwerpen uitgebreider te bespreken (Schuck et al., 2013). Volgens Rhee (1997) focust een strategie frame zich op de strategie van een kandidaat, win en verlies aspecten van de politieke campagne en de persoonlijke belangen van een politicus. Aalberg, Strömbäck, & de Vreese (2011) halen in hun onderzoek aan dat het strategie frame dominant is in het Verenigd Koninkrijk. Daarnaast kent het Verenigd Koninkrijk door hun kiessysteem minder partijen die kans maken om verkozen te worden. Hierdoor heeft het Verenigd Koninkrijk bijna altijd een regering die bestaat uit één partij die zich niet hoeft te houden aan compromissen. Waardoor er meer ruimte is om de strategieën van verschillende [grote] partijen tegen elkaar af te zetten. Daarom wordt de volgende hypothese opgesteld:

H2: Het strategie frame komt vaker voor in krantenberichten over de Europese verkiezingen

in het Verenigd Koninkrijk dan in krantenberichten over de Europese verkiezingen in Nederland.

2

In een proportioneel kiessysteem worden zetels verdeeld aan de hand van het percentage gehaalde stemmen. In een districten kiessysteem worden de zetels verdeeld over de winnaars van de

(12)

Horse race frame

Het horse race frame presenteert verkiezingen als een wedstrijd of met andere woorden in termen van winnen of verliezen (Strömbäck & Dimitrova, 2006). Vaak wordt in dit frame gebruik gemaakt van opiniepeilingen om duidelijk te maken wie de winnaars en verliezers zijn. Het horse race frame wordt vaak ondergebracht bij het strategie frame, in dit onderzoek volgen wij de lijn van Schuck et al. (2013) die stellen dat de aanwezigheid van

opiniepeilingen in een nieuwsbericht zorgt voor een nieuwe categorie, omdat peilingen niet per se verwijzen naar tactiek van politieke actoren. Dunaway & Lawrence (2015), vinden in hun onderzoek dat niveau van competitie in een verkiezingsperiode van invloed is op het gebruik van het horse race frame. Wanneer het een nek aan nek strijd zullen veel kranten het horse race frame gebruiken. Naarmate de verkiezing dichterbij komt zal het gebruik van het horse race frame intensiveren. Het is te verwachten dat in landen met een districten

kiessysteem het gebruik van het horse race frame vaker voorkomt dan in landen met een proportioneel kiessysteem. Dit komt doordat de verkiezing tussen twee [grote] partijen gaat waarvan één de nieuwe regering vormt. In een proportioneel systeem met meer dan twee [grote] partijen zal het horse race frame ook voorkomen, maar minder intensief omdat de regering uit twee of meer partijen wordt gevormd en daardoor geen absolute winnaar is. Om deze reden is de volgende hypothese opgesteld:

H3: Het gebruik van het horse race frame komt vaker voor in krantenberichten over de

Europese verkiezingen in het Verenigd Koninkrijk dan in krantenberichten over de Europese verkiezingen in Nederland.

Omdat Dunaway & Lawrence (2015) stellen hoe dichter de berichtgeving zit op de

verkiezingsdatum hoe meer er gebruik wordt gemaakt van het horse race frame is de volgende onderzoeksvraag opgesteld:

RQ1: Wordt het horse race frame vaker gebruikt naarmate de verkiezingsdatum dichterbij

komt?

Mediasystemen

Zoals beschreven in de inleiding is gekozen om frames in Nederland en het Verenigd Koninkrijk te onderzoeken op basis van het most different systeem. In het tweede punt in de inleiding wordt het verschil in mediasystemen aangestipt. Nederland en het Verenigd Koninkrijk hebben verschillende mediasystemen, dit kan een invloed hebben op het gebruik van frames en de productie van frames. Nederland kent het democratisch-corporatistisch systeem (Esser & Umbricht, 2013), dit systeem kenmerkt zich door de consensus democratie

(13)

waar de nadruk ligt op compromissen en gedeelde macht. Daarnaast kenmerkt dit zich systeem door veel verschillende politieke partijen en belangenorganisaties die hun verschillen onderhandelen in het zogenaamde poldermodel. De invloed van dit wijde landschap van politieke partijen en belangenorganisaties is terug te zien in de media van Nederland, waar politieke partijen sterke banden hadden met hun eigen media. Tegenwoordig zijn deze banden verzwakt maar deze band is nog wel terug te zien in ideologie van de verschillende media3. Het Verenigd Koninkrijk kent het Anglo-Amerikaanse systeem ook wel het liberale systeem genoemd. Dit systeem kenmerkt zichzelf als objectief, afstandelijk en neutraal in

verslaggeving van het nieuws (Esser & Umbricht, 2013). Vooral feiten worden gepubliceerd omdat door commercialisering van nieuws, kranten hun product aan verschillende politieke segmenten moeten worden verkopen.

Methode

Om de hypothesen en onderzoeksvragen empirisch te onderzoeken wordt in dit onderzoek gebruik gemaakt van kwantitatieve inhoudsanalyse. Frames komen voor in de manifeste inhoud van communicatie, inhoudsanalyse is een onderzoeksmethode om objectief, systematisch en kwantitatief de manifeste inhoud van communicatie te beschrijven

(Kassarjian, 1977, p. 8). Hierdoor is kwantitatieve inhoudsanalyse een geschikte methode om frames te onderzoeken. Berichten worden aselect geselecteerd uit de populatie en

geanalyseerd aan de hand van een vooraf opgesteld codeboek. Volgens Riffe, Aust, & Lacy (1993) is het aselect selecteren van krantenberichten een goede manier om een betrouwbaar beeld van de populatie te vertegenwoordigen, mits de selectie van krantenberichten groot genoeg is.

Dataselectie

De inhoudsanalyse is uitgevoerd over een selectie van nationale dagbladen in Nederland en het Verenigd Koninkrijk. In Nederland is gekozen om de Telegraaf en de Volkskrant te analyseren omdat deze twee kranten het grootste marktaandeel hebben. De Telegraaf is de heeft het grootste marktaandeel van de populaire kranten in Nederland en de Volkskrant heeft het grootste marktaandeel van de kwaliteitskranten (Mediamonitor, 2014). In het Verenigd Koninkrijk is gekozen om the Times en the Daily Mail te analyseren vanwege hun grote marktaandeel. De cijfers zijn wat minder duidelijk dan bij de Nederlandse kranten maar het

3

Denk hierbij aan de Volkskrant voor socialisten, Trouw voor de katholieken en het NRC voor de liberalen. Ook bij de omroepen op de publieke omroep zijn de ideologische banden nog terug te zien in bijvoorbeeld de VPRO voor de (vrijzinnige) protestanten en de EO voor de evangelisten et cetera.

(14)

lijkt erop dat de the Times de kwaliteitskrant met het grootste marktaandeel en the Daily Mail de populaire krant met het grootste marktaandeel (Audit Bureau Circulation, z.j.).

Krantenberichten uit de periode 2009 en 2014 worden geselecteerd om een actueel beeld te krijgen over het gebruik van frames bij de laatste twee Europese

parlementsverkiezingen. Met behulp van de onlinedatabase LexisNexis zijn in totaal zijn 160 krantenberichten geselecteerd per periode, 80 berichten per land en 40 berichten per krant per land. De zoektermen zijn terug te vinden in appendix A. Omdat te verwachten valt dat in periode kort voor de verkiezingen meer berichten over de Europese verkiezingen worden gepubliceerd is gekozen voor een gestratificeerde steekproef verdeeld over vier weken voor de verkiezingsdata in 2009 en 2014, hiermee wordt de lijn van Schuck et al. (2013) die in hun onderzoek mediaberichten drie weken voor verkiezingen analyseerden. Omdat een kleiner aantal mediabronnen worden geanalyseerd is één extra week toegevoegd. In totaal worden 400 krantenberichten geanalyseerd door drie onderzoekers van de Universiteit van

Amsterdam (de Telegraaf n = 80; de Volkskrant n = 80; the Times n = 80; the Daily Mail n = 80). Een krantenbericht wordt geselecteerd wanneer deze geen onderdeel was van de Tv-gids en of recensiekatern van de krant. Na de eerste selectie wordt de titel en de eerste twee alinea’s gelezen. Wanneer in de titel of eerste twee alinea’s naar de Europese verkiezingen van 2009 of 2014 wordt verwezen of wordt genoemd wordt het krantenartikel geselecteerd. Wanneer naar nationale, internationale en of Europese politici in verband worden gebracht met de Europese parlementsverkiezingen van 2009 of 2014 in de titel en of de eerste twee alinea’s wordt het artikel ook meegenomen in de analyse. Na deze eerste selectie worden de krantenberichten in hun totaliteit gelezen.

Afhankelijke variabelen

In dit onderzoek worden drie afhankelijke variabele gemeten met behulp van een codeboek (zie appendix B). De afhankelijke variabele conflict frame meet het voorkomen van een conflict frame in een krantenbericht op een schaal van 0 (volledig afwezig) tot en met 1 (volledig aanwezig). De schaal bestaat uit vier items die zijn gebaseerd op eerder onderzoek van Schuck et al. (2013) en Semetko & Valkenburg (2000). Voor elk van de vier items kunnen de onderzoekers aangeven of deze wel (1) of niet (0) voorkomt, samen vormen deze vier items de latente variabele conflict frame. De Mokkenschaal methode wordt gebruikt om de schaalverdeling aan te geven in onderzoeksresultaten. Na de Mokkenschaal analyse bleek dat drie van vier items een valide schaal vormden (appendix C). Item C3 (zie appendix B) werd niet meegenomen in de schaal.

De afhankelijke variabele strategie frame meet het voorkomen van een strategie frame in een krantenbericht op een schaal van 0 (volledig afwezig) tot en met 1 (volledig aanwezig). De schaal bestaat uit vier items die zijn gebaseerd op eerder onderzoek van

(15)

Aalberg et al. (2011), Schuck et al. (2013) en Semetko & Valkenburg, (2000). Voor elk van deze vier items kunnen de onderzoekers aangeven of deze wel (1) of niet (0) voorkomt, samen vormen deze vier items de latente variabele strategie frame. Uit de Mokkenschaal analyse bleek dat twee van de vier items een valide schaal vormden (appendix D). Echter was de Loevinger H coëfficiënt niet groter dan .50 twee items D2 en D4 hadden samen wel een significantie van p = .006 en zijn daarom als schaalscore items gebruikt. Items D1 en D3 (zie appendix B) werden niet meegenomen in de schaal.

De afhankelijke variabele horse race frame meet het voorkomen van het horse race frame in een krantenbericht op een schaal van 0 (volledig afwezig) tot en met 1 (volledig aanwezig). Voor elk van deze vijf items kunnen de onderzoekers aangeven of deze wel (1) of niet (0) voorkomt, samen vormen deze vijf items de latente variabele horse race frame. Na controle voor de schaalverdeling met de Mokkenschaal analyse bleek dat vier van de vijf items een valide schaal vormden (appendix E). Item E22 (zie appendix B) werd uitgesloten voor de schaalscore van de afhankelijke variabele horse race frame.

Controle variabelen

Om te onderzoeken of het conflict frame gebruik is toegenomen is de variabele jaartaal toegevoegd, dit is een nominale variabele met een schaal van 1 tot en met 3; waarbij 1 = 2009, 2 = 2014 en 3 = 2009 & 2014. Om te onderzoeken of soort krant een rol speelt in frame gebruik moet item B3 gehercodeerd worden, the Daily Mail en de Telegraaf worden

samengevoegd en de the Times en de Volkskrant moeten worden samengevoegd. Voor onderzoeksvraag 1 is item B5 meegenomen, deze moet door onderzoeker worden

gehercodeerd in een periode van vier weken. Om hypothesen 1,2 en 3 te toetsen is de controle variabele nieuwsbron (B3) toegevoegd. Om de hypothesen te toetsen moeten the Times en the Daily Mail worden samengevoegd en de Telegraaf en de Volkskrant moeten worden

samengevoegd.

Betrouwbaarheid

Om de betrouwbaarheid van het codeboek te meten is gebruik gemaakt van Krippendorff’s alfa. Voor elk item in de schaal is een aparte Krippendorff’s alfa berekend, de schaal is betrouwbaar wanneer alfa groter is dan 0.70. De gemiddelde alfa van conflict frame was 0.92, voor strategie frame was de gemiddelde alfa 0.88, voor het horse race frame was de

gemiddelde alfa 0.92. Van de schaal van de afhankelijke variabele strategie frame scoorde alleen item D1 (zie appendix B) lager dan 0.70 namelijk: 0.66. Dit item is echter wel

(16)

Zoals hierboven aangegeven is item D1 wel meegenomen in het dataverzamelingsproces, maar na de Mokkenschaal analyse uitgesloten voor de schaalscore.

Resultaten.

De hypothesen uit het theoretisch kader worden in deze paragraaf nader uitgewerkt. Als eerste zullen de globale uitkomsten van de inhoudsanalyse worden besproken waarna er dieper wordt ingegaan op de verkregen data.

In grafiek 1.0 zijn gemiddelde scores van het voorkomen van het conflict-, strategie- en horse frame in 2009 en 2014 te zien. Het conflict frame kwam in 2009 gemiddeld het meest voor (M = .57, SD = .40) gevolgd door het strategie frame (M = .57, SD = .37). Het horse race frame kwam gemiddeld het minst vaak voor in 2009 (M = .33, SD = .36). In 2014 kwam ook het gebruik van het conflict frame gemiddeld het meest voor (M = .58, SD = .40) wederom gevolgd door het strategie frame (M = .53, SD = .39) en het horse race frame (M = .17, SD = .27).

Grafiek 1.0: gemiddelde score per frame per tijdsperiode.

In tegenstelling tot de verwachtingen verschillende gemiddelden per frame niet zoveel over tijd voor het conflict frame en strategie frame. Het gemiddelde verschil tussen het conflict frame in 2009 en 2014 is zeer klein. Ook het verschil in gemiddelde scores van het strategie frame in 2009 en 2014 is klein (MD = .04). Het gemiddelde verschil in het gebruik van horse race frame in 2009 en 2014 is wel groot (MD = .16). De data doet vermoeden dat het frame gebruik in de periode 2009 – 2014 voor het horse race frame is afgenomen en voor het strategie frame en conflict frame constant is gebleven.

In dit onderzoek wordt ook onderzocht in welke mate het frame gebruik verschilt tussen het Verenigd Koninkrijk en Nederland. Grafiek 1.1 geeft een overzicht van de gemiddelde scores per frame uitgesplitst per land. Het conflict frame komt gemiddeld vaker voor in het Verenigd Koninkrijk (M = .60, SD = .38) dan in Nederland (M = .55, SD = .42).

0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 2009 2014 Conflict frame Strategie frame Horse race frame

(17)

Het gemiddelde gebruik van het strategie frame kom in Verenigd Koninkrijk ook vaker voor (M = .61, SD = .36) dan in Nederland (M = .49, SD = .38). Ook het gebruik van het horse race frame komt in het Verenigd Koninkrijk gemiddeld vaker voor (M = .29, SD = .33) dan in Nederland (M = .21, SD = .33). Belangrijk is dat de voor de gemiddeldes geen onderscheid is gemaakt in jaartal, het zijn gemiddelde framescores in 2009 en 2014. Deze gemiddeldes doen vermoeden dat in het Verenigd Koninkrijk wordt gemiddeld vaker het conflict frame, het strategie frame en het horse race frame gemiddeld vaker voorkomen dan in Nederland.

Grafiek 1.1: gemiddelde score per frame per land.

Conflict frame

Om antwoord te geven op hypothese 1 (conflict frame komt vaker in Nederlandse kranten

voor dan in kranten in het Verenigd Koninkrijk) wordt een t-test uitgevoerd. De

onafhankelijke t-toets wordt uitgevoerd om de conflict frame scores te vergelijken voor Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Er is geen significant verschil gevonden op de scores voor Nederland (M = .55, SD =.42) en het Verenigd Konikrijk (M = .60, SD = .38; t (201.62) = -.84, p = .405, tweezijdig). Hierdoor wordt hypothese 1 verworpen, het conflict frame komt gemiddeld niet vaker in Nederlandse kranten voor dan in kranten in het Verenigd Koninkrijk in 2009 en 2014. Wanneer wordt gekeken naar het gemiddeld verschil in de conflict frame scores tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk per verkiezingsjaar wordt ook geen significant verschil gevonden op de scores in 2009 voor Nederland (M = .52, SD = .41) en het Verenigd Koninkrijk (M = .65, SD = .38; t (101) = -1.62, p = .109, tweezijdig). Het conflict frame komt gemiddeld niet vaker voor in Nederlandse kranten in 2009 dan in kranten in het Verenigd Koninkrijk. In het verkiezingsjaar 2014 wordt ook geen significant verschil

gevonden op de scores voor Nederland (M = .60, SD = .42) en het Verenigd Koninkrijk (M = .56, SD = .37; t (98) = .59, p = .555, tweezijdig). Het conflict frame komt gemiddeld niet

0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7

Nederland Verenigd Koninkrijk

Conflict frame Strategie frame Horse race frame

(18)

vaker voor in Nederlandse kranten dan in kranten in het Verenigd Koninkrijk in 2014. Anders dan hypothese 1 komen conflict frames in Nederlandse kranten gemiddeld niet vaker voor dan in kranten uit Verenigd Koninkrijk, over de twee verkiezingsperiodes hebben Britse kranten zelfs een iets hoger gemiddelde op conflict frame score.

Om te onderzoeken of het conflict frame is toegenomen wordt gebruik gemaakt van een onafhankelijke t-test. Het gebruik van conflict frame is over de periode 2009 – 2014 niet toegenomen t (201) = -.07, p = .944. Het was te verwachten dat wanneer hypothese 1 werd verworpen dat er geen verschil is in het gemiddeld gebruik van conflict frames over de periode 2009 – 2014.

Een meerwegs-variantie analyse wordt toegepast om de invloed van meerdere

categorische onafhankelijke variabelen op de afhankelijke variabele conflict frame te bepalen. Twee hoofdeffecten worden gevonden. Een klein, significant hoofdeffect werd gevonden op soort krant F (1, 179) = 4.50, p = .035, 2 = .02. Kwaliteitskranten gebruiken gemiddeld minder vaak een conflict frame dan populaire kranten. Voor de variabele lengte artikel werd een klein, significant hoofdeffect gevonden F (2, 179) = 5.44, p = .005, 2 = .05. Korte kwaliteitskrantenberichten gebruiken significant minder vaak (Mverschil = -.27, p = .045) dan lange kwaliteitskrantenberichten.

Strategie frame

Voor het antwoord op hypothese 2 (het strategie frame komt vaker voor in kranten in het

Verenigd Koninkrijk dan in Nederland) wordt een onafhankelijk t-test uitgevoerd om de

scores op strategie frame tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk te vergelijken. Met de t-test wordt een significant verschil gevonden, kranten in het Verenigd Koninkrijk scoren gemiddeld hoger op de strategie frame score (M = .61, SD = .36) dan kranten in Nederland (M = .49, SD = .38; t (202) = -2.29, p = .023, tweezijdig). De grootte van het verschil in de gemiddelden is (Mverschil = .12, 95%CI = -.22 tot -.17) dit is volgens de richtlijnen van Cohen een klein tot middelmatig effect (d = .32). Kranten uit het Verenigd Koninkrijk gebruiken gemiddeld vaker een strategie frame dan kranten uit Nederland.

Om de invloed van meerdere onafhankelijke variabelen op de afhankelijke variabele strategie frame te onderzoeken wordt gebruik gemaakt van een meerwegs-variantieanalyse. Levene’s toets op homogene variantie is niet significant F (11, 192) = 1.18, p = .304, we mogen uitgaan van dezelfde variantie binnen de groepen in de populatie. Geen significant hoofdeffect werd gevonden. Een klein, significant interactie-effect tussen soort krant en lengte van het krantenbericht werd wel gevonden F (2, 192) = 3.25, p = .041, 2 = .03. Korte populaire krantenberichten gebruiken gemiddeld minder vaak (Mverschil = -.27, p = .017) een strategie frame dan lange populaire krantenberichten.

(19)

Horse race frame

Hypothese 3 (het horse race frame komt vaker voor in kranten in het Verenigd Koninkrijk dan

in Nederland) wordt beantwoord met behulp van een onafhankelijke t-test. Er werd een

significant verschil gevonden, kranten in het Verenigd Koninkrijk gebruiken gemiddeld vaker het horse race frame (M = .29, SD = .33) dan kranten in Nederland (M = .21, SD = .33; t (202) = -1.88, p = .031, eenzijdig). Het verschil in de grootte van de gemiddelden is (Mverschil = .09, 95%CI = -.18 tot .00) dit is volgens de richtlijnen van Cohen een klein effect (d = .26). Kranten in het Verenigd Koninkrijk gebruiken vaker het horse race frame dan kranten in Nederland.

Met behulp van een tweewegs-variantie analyse werd een interactie-effect gevonden tussen de onafhankelijke variabelen land en week voor de verkiezing. Levene’s toets op homogene is echter significant F (7, 194) = 3.67, p = .001, omdat de groepen ongeveer even groot zijn wordt toch de tweewegs-variantie analyse gebruikt. Een middelmatig, significant interactie-effect F (3, 201) = 6.96, p < .001, 2 = .10, wordt gevonden voor de afhankelijke variabelen land van publicatie en week voor de verkiezingen op de horse race frame score. Vier weken voor de verkiezingen komen horse race frames gemiddeld vaker voor in Nederlandse kranten (Mverschil = .24, p = .010) dan in Britse kranten. Wanneer de campagne twee weken voor de verkiezing is komen horse race frames gemiddeld vaker voor in Britse kranten (Mverschil = .24, p = .009) dan in Nederlandse kranten. Ook in de laatste week voor de verkiezingen komen horse race frames gemiddeld vaker voor in Britse kranten (Mverschil = .28,

p = .001) dan in Nederlandse kranten.

Conclusie

Het doel van dit onderzoek was om het verschil in framegebruik tussen Nederlandse en Britse krantenberichten over de Europese Parlementsverkiezingen in 2009 en 2014 te onderzoeken. De frames die zijn onderzocht in dit onderzoek zijn het conflict frame, het strategie frame en het horse race frame. Het is van groot belang hier onderzoek naar te doe omdat de media invloed heeft op de publieke opinie. In tijden dat de EU onder druk staat door verschillende crisissen en opkomend nationalisme is het belangrijk onderzoek te doen naar hoe het publiek wordt beïnvloed door de nieuwsmedia. Niet alleen het publiek maar ook politici en andere sleutelfiguren in de politiek worden beïnvloed door de nieuwsmedia. Door globalisering wordt de wereld om ons heen steeds kleiner, het is daarom belangrijk om een beeld te krijgen hoe de media in andere landen in wereld onderwerpen framen.

De belangrijkste conclusie van dit onderzoek is dat Britse en Nederlandse kranten verschillen qua frame gebruik. Britse kranten gebruiken vaker een strategie frame dan Nederlandse kranten in hun berichtgeving over de Europese verkiezingen. Ook maken Britse

(20)

kranten vaker gebruik van een horse race frame in berichtgeving over de Europese

verkiezingen. Echter ondanks dat voor hypothesen 2 en 3 significante effecten zijn gevonden is de effectgrootte van klein tot middelmatig. Andere variabelen zoals tijd voor de

verkiezingen en soort krant hebben ook een effect op het type frame dat wordt gebruikt.

Conflict frame

Anders dan werd verwacht in hypothese 1 maken Nederlandse kranten gemiddeld niet vaker gebruik van een conflict frame dan Britse kranten. Sterker uit de bivariate vergelijkingen blijkt dat Britste kranten een hogere gemiddelde conflict score hebben dan Nederlandse kranten. Dit kan te maken hebben met dat de Europese Unie de laatste jaren een terugkerend onderwerp is. Dit onderwerp wordt breed uitgemeten in de internationale pers waardoor het gemiddeld gebruik van het conflict frame in beide landen niet significant anders is. Ook won minister-president Cameron de Britste parlementsverkiezingen met de belofte dat hij een referendum zou houden over de toekomst van het Verenigd Koninkrijk in de EU. Wel werd gevonden dat kwaliteitskranten gemiddeld minder vaak het conflict frame gebruiken dan populaire kranten. Wellicht heeft dit te maken met dat kwaliteitskranten eerder naar verdieping in het nieuws zoeken dan naar een conflict. Korte krantenberichten maken ook minder vaak gebruik van conflict frames dan lange krantenberichten. De oorzaak hiervan ligt waarschijnlijk in het praktische probleem dat in korte krantenberichten niet genoeg ruimte is voor conflict is en dat men kiest voor een korte opsomming van de feiten.

Het gebruik van conflict frame tussen 2009 en 2014 niet significant is toegenomen. Dit is opvallend aangezien tussen 2009 en 2014 veel conflict is geweest binnen de EU onder andere: de bankencrisis, de eurocrisis en de vluchtelingenproblematiek.

Strategie frame

In lijn met hypothese 2 werd gevonden dat kranten uit het Verenigd Koninkrijk vaker een strategie frame gebruiken dan kranten in Nederland. Dit is in lijn met bevinding van Rhee (1997) die stelde dat een strategie frame draait om win en verlies aspecten en de strategie van de kandidaat en zijn persoonlijke belangen. In het Verenigd Koninkrijk kent men feitelijk maar twee partijen die de macht verdelen. Hierdoor zal de focus van de kranten waarschijnlijk voor het grootste deel op de politieke koers en –beslissingen van deze twee partijen liggen. Het strategie frame is het dominante frame binnen het Verenigd Koninkrijk (Aalberg et al., 2011), echter doordat niet bekend is welk frame in de Nederlandse media dominant is kunnen hier niet al te stellige uitspraken aan worden verbonden.

Uit de post hoc analyses bleek verder nog dat korte berichten in populaire kranten minder vaak een strategie frame gebruiken dan lange berichten in populaire kranten. Dit heeft

(21)

waarschijnlijk net zoals bij het conflict frame te maken met het praktische probleem van niet genoeg ruimte.

Horse race frame

Kranten in het Verenigd Koninkrijk gebruiken gemiddeld vaker een horse race frame dan kranten in Nederland. Dit is in lijn met Dunaway & Lawrence (2015), die stellen dat het niveau van competitie in verkiezingsperiode van invloed is op het horse race frame. Wat zeer opmerkelijk is het tegenovergestelde volgorde van gemiddelde scores op het horse race frame. In Nederland is het horse race frame vier weken voor de verkiezingen op het hoogste gemiddelde en daalt steeds meer naarmate de verkiezing dichterbij komt. Dit komt niet overeen met de stelling van Dunaway & Lawrence (2015). In het Verenigd Koninkrijk is het precies andersom. Vier weken voor de verkiezingen is de gemiddelde score op het horse race frame het laagst en wordt naarmate de verkiezingen dichterbij komt steeds hoger zoals Dunaway & Lawrence (2015) verwachten. Een verklaring is misschien te vinden het relatief lage (26) aantal zetels dat Nederland mag verdelen ten opzichte van het Verenigd Koninkrijk (73). Deze zetels moeten in Nederland verdeeld worden over tien partijen4 waardoor een extreme spreiding bemoeilijkt wordt en het gebruik van een horse race frame minder relevant is.

Discussie

Dit onderzoek ging over het frame gebruik bij de Europese verkiezingen in 2009 en 2014. Aan de externe validiteit van dit onderzoek kan worden getwijfeld omdat het aantal onderzochte krantenberichten erg laag is (N=284) en het aantal relevante krantenberichten nog lager (N=204) dit heeft twee oorzaken. Ten eerste was het aantal onderzochten nieuwsbronnen erg laag twee per land, waarvan één populaire- en één kwaliteitskrant.

Daardoor was het moeilijk om aan genoeg krantenberichten te komen, voor vervolgonderzoek wordt aangeraden om minimaal twee populaire kranten en twee kwaliteitskranten per land te selecteren. De tweede oorzaak is dat in de geselecteerde data redelijk wat dubbele artikelen zaten die maar één keer gecodeerd zijn. De artikelen zijn wel geselecteerd op basis van een randomizer, maar alleen als er genoeg artikelen waren om überhaupt aselect te kunnen trekken. Vooral de periode vier weken voor de verkiezingen was het lastig om genoeg onderzoekseenheden te selecteren voor vervolgonderzoek wordt dus aangeraden om deze periode te verkorten of om genoeg kranten te selecteren voor onderzoek. Ondanks dat kranten nog steeds een belangrijke informatiebron zijn voor het publiek voor hun informatie

(Eurobarometer, 2016), wordt de rol van het internet in dit onderzoek vergeten. Alleen in

4

De drie grootste Nederlandse EP partijen CDA, PVV en D66 hebben gezamenlijk 13 zetels (50%) Waar de grootste drie Britse partijen 63 (86%) zetels hebben.

(22)

Nederland zijn tal van internetblogs/sites die uitsluitend op het internet publiceren

(bijvoorbeeld: geenstijl, the post online, de correspondent). Door deze niet mee te nemen in het onderzoek zijn de conclusies maar in beperkte mate te generaliseren naar de populatie.

Om daadwerkelijk goed het verschil in het gebruik frames over de Europese

parlementsverkiezingen te onderzoeken zou de periode die onderzocht wordt groter worden. De periode die nu onderzocht is 2009 – 2014 had relatief veel Europees brede crisissen waardoor de belangrijke onderwerpen over de twee landen relatief hetzelfde waren. Wanneer een langere periode wordt onderzocht is de kans groter dat men onderlinge verschillen vindt omdat dan ook nationale thema’s mee gaan spelen in het publieke debat.

Het wordt ook aangeraden het aantal items dat in codeboek werd gebruikt per frameschaal uit te breiden. Het strategie frame bevatte nu maar twee items waardoor het relatief eenvoudiger wordt om hier een hoge score op te halen en het bemoeilijkt

vergelijkingen. Ondanks dat de variabele op intervalniveau is gemeten waren er toch maar drie scores mogelijk 0, 0.5 of 1 hierdoor komt de betrouwbaarheid van de schaal in gevaar. Aangeraden wordt om in de controle variabelen ook variabelen op te nemen die op

intervalniveau zijn gemeten zodat een regressie kan worden uitgevoerd om een specifieke samenhang te kunnen verklaren.

(23)

Literatuurlijst

Aalberg, T., Strömbäck, J., & Vreese, C. H. de. (2011). The framing of politics as strategy

and game: A review of concepts, operationalizations and key findings. Journalism,

1464884911427799. http://doi.org/10.1177/1464884911427799

Banas, J. A., & Miller, G. (2013). Inducing Resistance to Conspiracy Theory Propaganda:

Testing Inoculation and Metainoculation Strategies. Human Communication

Research, 39(2), 184–207. http://doi.org/10.1111/hcre.12000

Borah, P. (2011). Conceptual Issues in Framing Theory: A Systematic Examination of a Decade’s Literature. Journal of Communication, 61(2), 246–263.

http://doi.org/10.1111/j.1460-2466.2011.01539.x

Chong, D., & Druckman, J. N. (2007). Framing Theory. Annual Review of Political Science,

10(1), 103–126. http://doi.org/10.1146/annurev.polisci.10.072805.103054

Dunaway, J., & Lawrence, R. G. (2015). What Predicts the Game Frame? Media Ownership,

Electoral Context, and Campaign News. Political Communication, 32(1), 43–60.

http://doi.org/10.1080/10584609.2014.880975

Entman, R. M. (1993). Framing: Toward Clarification of a Fractured Paradigm. Journal of

Communication, 43(4), 51–58. http://doi.org/10.1111/j.1460-2466.1993.tb01304.x

Esser, F., & D’Angelo, P. (2006). Framing the Press and Publicity Process in U.S., British, and German General Election Campaigns A Comparative Study of Metacoverage.

The Harvard International Journal of Press/Politics, 11(3), 44–66.

http://doi.org/10.1177/1081180X06289188

Esser, F., & Umbricht, A. (2013). Competing models of journalism? Political affairs coverage

in US, British, German, Swiss, French and Italian newspapers. Journalism, 0(0), 1–

19. http://doi.org/10.1177/1464884913482551

Eurobarometer. (2016). Level of citizens’ confidence in EU institutions. Europese

(24)

http://ec.europa.eu/eurostat/tgm/table.do?tab=table&init=1&language=en&pcode=tsd

go510&plugin=1

Gusmano, M. K., & Allin, S. (2014). Framing the issue of ageing and health care spending in

Canada, the United Kingdom and the United States. Health Economics, Policy and

Law, 9(03), 313–328. http://doi.org/10.1017/S1744133114000115

Hänggli, R. (2011). Key Factors in Frame Building: How Strategic Political Actors Shape

News Media Coverage. American Behavioral Scientist, 0002764211426327.

http://doi.org/10.1177/0002764211426327

Hest, R. van., & Dekkers, S. (2016). ‘De Europese Unie maakt een existentiële crisis door’. Retrieved 24 February 2016, from

http://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2078396-de-europese-unie-maakt-een-existentiele-crisis-door.html

Jebril, N., Vreese, C. H. de., Dalen, A. van., & Albæk, E. (2013). The Effects of Human

Interest and Conflict News Frames on the Dynamics of Political Knowledge Gains:

Evidence from a Cross-national Study. Scandinavian Political Studies, 36(3), 201–

226. http://doi.org/10.1111/1467-9477.12003

Kassarjian, H. H. (1977). Content Analysis in Consumer Research. Journal of Consumer

Research, 4(1), 8–18.

Lecheler, S., Schuck, A. R. T., & de Vreese, C. H. (2013). Dealing with feelings: Positive and

negative discrete emotions as mediators of news framing effects. Communications -

The European Journal of Communication Research, 38(2), 189–209.

http://doi.org/10.1515/commun-2013-0011

Mazzoleni, G., & Schulz, W. (1999). ‘Mediatization’ of Politics: A Challenge for

Democracy? Political Communication, 16(3), 247–261.

http://doi.org/10.1080/105846099198613

Mediamonitor: Dagbladen in 2014. geraadpleegd op 19 maart

http://www.mediamonitor.nl/mediamarkten/dagbladen/dagbladen-in-2014/.

Reese, S. D. (2001). Understanding the Global Journalist: a hierarchy-of-influences approach.

(25)

Rhee, J. (1997). Strategy and issue frames in election campaign coverage: a social cognitive

account of framing effects. Journal of Communication, 47(3), 26–48.

http://doi.org/10.1111/j.1460-2466.1997.tb02715.x

Riffe, D., Aust, C. F., & Lacy, S. R. (1993). The effectiveness of random, consectutive day

and constructed week sampling in newspaper content analysis. Journalism Quarterly,

70(1), 133 – 139.

Rinke, E. M., Wessler, H., Löb, C., & Weinmann, C. (2013). Deliberative Qualities of

Generic News Frames: Assessing the Democratic Value of Strategic Game and

Contestation Framing in Election Campaign Coverage. Political Communication,

30(3), 474–494. http://doi.org/10.1080/10584609.2012.737432

Scheufele, D. A. (2000). Agenda-Setting, Priming, and Framing Revisited: Another Look at

Cognitive Effects of Political Communication. Mass Communication and Society,

3(2-3), 297–316. http://doi.org/10.1207/S15327825MCS0323_07

Schuck, A. R. T., & Feinholdt, A. (2015). News Framing Effects and Emotions. In R. Scott &

S. Kosslyn (Eds.), Emerging Trends in the Social and Behavioral Sciences. Hoboken,

NJ: John Wiley & Sons.

Schuck, A. R. T., Vliegenthart, R., Boomgaarden, H. G., Elenbaas, M., Azrout, R., Spanje, J.

van, & Vreese, C. H. de. (2013). Explaining Campaign News Coverage: How

Medium, Time, and Context Explain Variation in the Media Framing of the 2009

European Parliamentary Elections. Journal of Political Marketing, 12(1), 8–28.

http://doi.org/10.1080/15377857.2013.752192

Schuck, A. R. T., Vliegenthart, R., & De Vreese, C. H. (2016). Who’s Afraid of Conflict?

The Mobilizing Effect of Conflict Framing in Campaign News. British Journal of

Political Science, 46(01), 177–194. http://doi.org/10.1017/S0007123413000525

Schuck, A. R. T., & Vreese, C. H. de. (2006). Between Risk and Opportunity News Framing

and its Effects on Public Support for EU Enlargement. European Journal of

(26)

Schuck, A. R. T., Xezonakis, G., Elenbaas, M., Banducci, S. A., & de Vreese, C. H. (2011).

Party contestation and Europe on the news agenda: The 2009 European Parliamentary

Elections. Electoral Studies, 30(1), 41–52.

http://doi.org/10.1016/j.electstud.2010.09.021

Schulz, W. (2004). Reconstructing Mediatization as an Analytical Concept. European

Journal of Communication, 19(1), 87–101.

http://doi.org/10.1177/0267323104040696

Schwartz, H. M. (2009). States Versus Markets: The Emergence of a Global Economy (3rd

ed.). Londen: Palgrave MacMillan.

Semetko, H., & Valkenburg, P. (2000a). Framing European politics: a content analysis of

press and television news. Journal of Communication, 50(2), 93–109.

http://doi.org/10.1111/j.1460-2466.2000.tb02843.x

Semetko, H., & Valkenburg, P. (2000b). Framing European politics: a content analysis of

press and television news. Journal of Communication, 50(2), 93–109.

http://doi.org/10.1111/j.1460-2466.2000.tb02843.x

Strömbäck, J. (2008). Four Phases of Mediatization: An Analysis of the Mediatization of

Politics. The International Journal of Press/Politics, 13(3), 228–246.

http://doi.org/10.1177/1940161208319097

Strömbäck, J., & Dimitrova, D. V. (2006). Political and Media Systems Matter A Comparison

of Election News Coverage in Sweden and the United States. The Harvard

International Journal of Press/Politics, 11(4), 131–147.

http://doi.org/10.1177/1081180X06293549

Strömbäck, J., Maier, M., & Kaid, L. L. (2011). Political Communication in European

Parliamentary Elections. Ashgate Publishing, Ltd.

Vreese, C. H. de. (2005). News Framing: Theory and Typology. Information Design Journal,

(27)

Vreese, C. H. de., Semetko, H. A., & Peter, J. (2001). Framing Politics at the Launch of the

Euro: A Cross-National Comparative Study of Frames in the News. Political

Communication, 18(2), 107–122. http://doi.org/10.1080/105846001750322934

Vreese, C. H. de., & Tobiasen, M. (2007). Conflict and Identity: Explaining Turnout and

Anti-integrationist Voting in the Danish 2004 Elections for the European Parliament.

Scandinavian Political Studies, 30(1), 87–114.

http://doi.org/10.1111/j.1467-9477.2007.00174.x

Wijk, R. de. (2015). Langzaam valt de EU uit elkaar, en burgers vinden het prima. Retrieved

24 February 2016, from

http://www.trouw.nl/tr/nl/6844/Rob-de-

(28)

Appendix A

Zoektermen voor LexisNexis

Zoekterm Nederlandse kranten:

((Europ! AND verkiezing!) AND (vvd OR pvda OR d66 OR cda OR pvv OR groenlinks OR sgp OR christenunie OR pvdd OR sp))

Zoekterm Britse kranten:

((Europ! AND Election!) AND (ukip OR labour OR conservative OR green party OR scottish national party OR liberal democrats OR sinn féin OR plaid cymru OR ulster unionist party OR democratic unionist party))

(29)

Appendix B

Codeboek Framing Europese verkiezingen

Inleiding

In dit codeboek worden artikelen omtrent de Europese verkiezingen van 2009 en 2014 besproken. Drie frames worden onderzocht met behulp van dit codeboek: conflict frame, strategie frame en horse race frame. De variabelen om filters te coderen zijn gebaseerd op literatuur van (Aalberg et al., 2011; Schuck et al., 2013; Semetko & Valkenburg, 2000a). De eenheid van analyse is het individuele krantenbericht. Het codeboek is in het Nederlands opgesteld er is geen Engelse variant van het codeboek beschikbaar. Berichten uit Britse kranten worden gecodeerd aan de hand van het Nederlandstalige codeboek.

Begrippen

Actor: onder actor wordt verstaan een invloedrijk persoon in een proces. Door zijn functie is hij actief betrokken bij een sociaal of politiek proces. Over het algemeen zullen dit politici of ambtenaren zijn. Journalisten, lobbyisten of georganiseerde groepen (bijv: NGO, INGO, TNC) kunnen tot actoren worden gerekend wanneer zei uitspraken doen over de Europese verkiezingen en zij invloed proberen uit te oefenen op het proces van verkiezingen.

Individuele kiezers of niet georganiseerde groepen kiezers worden niet tot actoren gerekend omdat hun invloed op het proces te beperkt is.

Instructie: lees de titel en de eerste twee alinea’s. Een alinea is wanneer tussen twee tekstdelen een ruimte gelaten is [ENTER] of de eerste regel ingesprongen [TAB] is.

A.

Selectiecriteria

A1. Het artikel is afkomstig uit de Tv-gids en of de recensiekatern over televisieprogramma’s

Nee (0)

Ja (1) stop met coderen

Instructie: wanneer bij A1 ja (1) is ingevuld stop met coderen en ga door naar het volgende krantenbericht

(30)

A2. Een artikel wordt in de selectie opgenomen als het onderwerp van het artikel de Europese verkiezingen van 2009 of 2014 is. Het artikel moet tenminste voldoen aan van onderstaande voorwaarden:

- De Europese verkiezingen van 2009 of 2014 wordt genoemd of naar verwezen in de titel

- De Europese verkiezingen van 2009 of 2014 wordt genoemd of naar verwezen in de eerste en tweede alinea

- Nationale, internationale en of Europese politici worden in verband gebracht met de Europese parlementsverkiezingen van 2009 of 2014 in de titel en of de eerste twee alinea’s.

Bevat het artikel geen van deze criteria dan wordt het niet opgenomen (0) stop met coderen Bevat het artikel één of meer criteria dan wordt het opgenomen (1)

B.

Algemene informatie

B1. Itemnummer: #### B2. Wie is de codeur? Remo (1) Wouter (2) Stijn (3) B3. Wat is de nieuwsbron: The Daily Mail (1) The Times (2) Telegraaf (3) Volkskrant (4)

B4. Aantal woorden ####

Neem het aantal woorden over dat wordt gegeven door LexisNexis in het krantenbericht

B5. Datum van publicatie: DD-MM-JJJJ

(31)

B6. Wat is de titel?

Neem de titel over zoals boven het krantenbericht staat. Wanneer de titel uit meerdere delen bestaat wordt deze overgenomen met de gegeven leestekens.

Instructie: Lees het hele artikel

B7. Over welk verkiezingsjaar gaat het krantenbericht:

2009 (1)

2014 (2)

2009 & 2014 (3)

Filter voor frames

Conflict frame, strategie frame en horse race frame worden gemeten op meerdere dimensies, die op verschillende manier in beeldspraak en metaforen zijn geoperationaliseerd. De volgende vragen hebben betrekking op een score van deze afzonderlijke aspecten. De genoemde voorbeeld-termen zijn context-afhankelijk; dus louter de aanwezigheid van een term kan op zichzelf niet leiden tot een positieve score. Een toepasbare term in de beschreven context uiteraard wel, dus de termen zijn derhalve voornamelijk genoemd als hulpmiddel.

C.

Conflict frame

C1. Wordt de nadruk gelegd op conflict tussen individuen, groepen en of instituties?

Met nadruk wordt bedoeld tenminste twee zinnen over het conflict. Een conflict is een meningsverschil of een verschil in opvattingen tussen twee of meer actoren. In het conflict moet tenminste 1 actor een relatie hebben met de Europese

parlementsverkiezingen. Beide actoren moeten ook in het krantenbericht worden genoemd: A vindt dat B…

Nee (0) Ja (1)

(32)

C2. Wordt er een verwijt gemaakt door een actor over een andere partij, groep en of individu?

Het verwijt moet een relatie hebben op een actor van de Europese verkiezingen of de Europese verkiezingen als instituut. Een verwijt heeft altijd een negatieve lading het is een aantijging, berisping of vermaning. Termen aan waarbij gedacht kan worden zijn: is de schuld van, de puinhoop is veroorzaakt door, door partij X is dit gebeurt etc..

Nee (0) Ja (1)

C3. Verwijst het artikel naar winnaars of verliezers?

De verwijzing moet expliciet aanwezig zijn in het krantenbericht. De winnaars en of verliezers moeten een directe relatie hebben met de Europese verkiezingen. Termen die in verband kunnen worden gebracht zijn kampioen, veroveren, zegevieren, geklopt worden, verslagen worden, afgaan, politieke zelfmoord, een debacle voor partij/persoon X etc..

Nee (0) Ja (1)

C4 Worden twee of meer kanten van een probleem gepresenteerd?

Komen in het krantenbericht pro en contra argumenten voor het probleem/onderwerp voor? Het argument moet inhoudelijk van aard zijn en tenminste twee zinnen moeten voorkomen met pro en of contra argumenten. Het probleem/onderwerp moet wel betrekking hebben met de Europese parlementsverkiezingen en of met de Europese Unie.

Nee (0) Ja (1)

D.

Strategie frame

D1. Wordt de manier van presenteren of de stijl van presenteren van de actor benoemd?

Stijl zijn kenmerken waarmee een boodschap wordt overgebracht, termen die hiermee te maken hebben zijn: houterig, krachtig, overtuigend etc.. De actor moet een relatie hebben met de Europese verkiezingen. Wordt een verwijzing gemaakt naar de manier hoe de actor presenteert.

Nee (0) Ja (1)

(33)

D2. Wordt de politieke motivatie van de actor benoemd?

De motivatie heeft een ideologische en of normatieve grond Wordt benoemd waarom bepaalde uitspraken worden gedaan? Denk hierbij aan partijideologie, links versus rechts etc..

Nee (0) Ja (1)

D3. Wordt er gebruik gemaakt van oorlogstaal of sportjargon

De oorlogstaal en of sportjargon moet betrekking hebben op de Europese verkiezingen of een actor binnen de Europese verkiezingen. Termen die hierbij in verband kunnen worden gebracht zijn, het staat 1-0 voor partij X, kiest de aanval, een frontale aanval, speelt het rustig uit etc..

Nee (0) Ja (1)

D4. Gaat het over strategieën van politici of partijen om verkiezingen of debatten te winnen?

Wordt verklaring gegeven waarom bepaalde uitspraken worden gedaan door een actor; deze moet theoretisch van aard zijn. Denk hierbij aan campagnetactiek, proefballonnetjes, initiatief wetsvoorstellen etc..

Nee (0) Ja (1)

E.

Horse race-frame

E1. Bevat het artikel over de verkiezing taalgebruik of beeldspraak waarin “spel” en “strijd” een rol in spelen? In de berichtgeving moet het wedstrijdelement van de verkiezing benoemd worden.

Termen die daarbij gebruikt kunnen worden zijn o.a.: wedstrijd, spel, strategie, krachtmeting, duel, finish, etc..

Voor de Britse kranten: match, game, strategy, showdown, duel, finish, etc..

Nee (0) Ja (1)

E2. Bevat het artikel over de verkiezing taalgebruik of beeldspraak waarin “winnaars” en “verliezers” een rol spelen? In de berichtgeving moeten de concepten winnen en

(34)

verliezen met betrekking tot de verkiezingen benoemd worden; bijvoorbeeld de rangorde tussen politici en/of partijen wordt daarbij kenbaar gemaakt. Uit de tekst moet naar voren komen dat er sprake is van een krachtmeting tussen politieke actoren en dat daaruit winnaars of verliezers voortkomen. Dit kunnen partijen en/of politici zijn. Maar ook maatschappelijke organisaties en zelfs politieke standpunten die genoemd worden kunnen een verkiezing “winnen” of “verliezen”. Een voorbeeld daarvan is bijvoorbeeld Veilig Verkeer Nederland (VVN) die gedurende een verkiezingscampagne in een artikel pleit voor een verlaging van de

maximumsnelheid. VVN en haar standpunt “verliezen” dus een verkiezing, wanneer een politieke partij wint, die verhoging van de maximumsnelheid als programmapunt heeft. Dit “winnen” en/of “verliezen” van politici, partijen, organisaties en/of standpunten gedurende een verkiezing moet dus uit de tekst nar voren komen.

Termen die daarbij gebruikt kunnen worden zijn o.a.: winnen, winst, verliezen, verlies, succes, falen, koploper, aan top staan, onderaan bungelen, favoriet, underdog, bovenliggende partij, zwakkere, etc..

Britse kranten: win, to win, lose, loss, success, failure, trendsetter, standing at top, bottom dangling, favorite, underdog, upper party, weaker, etc..

Nee (0) Ja (1)

E3. Bevat het artikel over de verkiezing taalgebruik of beeldspraak waarin opinie-peilingen of -metingen een rol spelen? In de berichtgeving moet het op een of andere manier meten van voorkeuren onder potentiele kiezers benoemd worden in relatie tot de Europese verkiezingen. Het kan voorkomen dat de peiling ook overdrachtelijk benoemd is, bijvoorbeeld in de zin “Het CDA beschouwt de Europese-Verkiezingen als graadmeter voor de stemming in het land.” Ook in dat geval wordt er iets

“gemeten” (alleen dan in een daadwerkelijke verkiezing), en dient deze vraag met “ja” beantwoord te worden. Algemene regel is dat de aanwezigheid van onderstaande termen al meteen een “ja” scoren. De lijst i echter volledig, in een artikel kan dus ook nog op andere manieren aan een peiling of meting gerefereerd worden.

Termen die daarbij gebruikt kunnen worden zijn o.a.: peiling(en), kiezersonderzoek, opinie, algemene opinie, graadmeter, stemming, voorspellingen, etc..

Britse kranten: survey, voter research, opinion, public opinion, measure, voting, forecasts, etc..

0. nee 1. ja

(35)

E4. Bevat het artikel over de verkiezing taalgebruik of beeldspraak waarin veranderingen in de publieke opinie een rol spelen? In de berichtgeving moet het veranderen van de voorkeuren onder potentiele kiezers benoemd worden. Dit zal in de regel in het kader van een peiling zijn maar dit is niet noodzakelijk. Als bijvoorbeeld in een zin staat: “De afgelopen weke n is de publieke opinie omgeslagen”, zonder verwijzing naar een peiling, dan scoort deze vraag toch “ja”, omdat er een verandering in een publieke opvatting beschreven staat.

Termen die daarbij gebruikt kunnen worden zijn o.a.: stijging, daling, toegenomen voorsprong/achterstand, weerslag in peilingen, achteruitgang, vooruitgang, etc. Britse kranten: rise, fall, increasing the lead / lag, reflected in polls, decline, progress, etc..

Nee (0) Ja (1)

E5. Bevat het artikel over de verkiezing taalgebruik of beeldspraak waarin de individuele (karakter-) eigenschappen en/of kenmerken van een politicus een rol spelen? Het gaat hierbij om individuele kenmerken die genoemd worden omdat ze een eventuele rol zouden kunnen spelen in de verkiezingen.

Termen die daarbij gebruikt kunnen worden zijn o.a.: persoonlijkheid, krachtig debater, domineren, eigenzinnig, scherpzinnig, karakteristiek, strateeg, behendig, manoeuvreren, etc..

Britse kranten: personality, forceful debater, dominate, quirky, clever, character, quarterback, agile, maneuvering, etc..

Nee (0) Ja (1)

(36)

Appendix C

(37)

Appendix D

(38)

Appendix E

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

door Paul Jansen en Wouter de Winther DEN HAAG, woensdag Mariko Peters sloeg uitdrukkelijke waarschuwingen van het ministerie van Buitenlandse Zaken in de wind om zich als diplomate

So, the stranger the prediction that a theory offers (as opposed to a most likely explanation) the greater the degree of confirmation that will be afforded by the evidence

Hypothesis 7: Firm size moderates the relationship between the presence of laws and regulations that promote higher levels of shareholder protection, and SMEs’ adoption

Therefore, higher human capital efficiency results in a stronger financial performance in those industries where employees have a greater capacity for deriving

The specific aims of this study were as follows: a to collect problem fermentation samples from commercial cellars during the 2005 and 2006 harvest season; b to establish a data

Concentration of radioactivity in the environment is being monitored to maintain the As Low As Reasonably Acceptable (A LARA) principle of environmental and human

This approach works when no segment routing header is present, but the Linux IPv6 routing header handling function has an explicit check that differentiates between traffic directed

To reconstruct the structure of a multilayer mirror reliably a combination of X-ray reflectivity and angular dependent X-ray fluorescence data is easy to use, especially because