• No results found

De samenhang tussen mobiel telefoongebruik en de slaapkwaliteit van amsterdamse studenten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De samenhang tussen mobiel telefoongebruik en de slaapkwaliteit van amsterdamse studenten"

Copied!
21
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

BACHELORPROJECT KLINISCHE PSYCHOLOGIE

SEMESTER 1 – 2017/2018

De Samenhang tussen Mobiel Telefoongebruik en de

Slaapkwaliteit van Amsterdamse Studenten.

Mandy E.S. Vellekoop Universiteit van Amsterdam

6067107 22 december 2017

ABSTRACT

In deze studie wordt de samenhang tussen mobiel telefoongebruik en de slaapkwaliteit van Amsterdamse studenten onderzocht. In dit onderzoek participeerden 96 studenten (25% mannen; 75% vrouwen), tussen de 18 en 28 jaar oud (M = 21.48; SD = 2.43), van de Hogeschool van Amsterdam en de Universiteit van Amsterdam. Deelnemers werden verworven via het digitale lab van de Universiteit van Amsterdam, een aantal ontvingen een link met de vragenlijsten. Er is voor dit onderzoek een vragenlijst ontwikkeld om het mediagebruik voor het slapen gaan te meten. Hiernaast zijn de Pittsburgh Sleep Quality Index (PSQI; Buysse, Reynolds, Monk, Berman & Kupfer, 1989) en de Night-time Mobile Phone Use Questionnaire (Van den Bulck, 2007) afgenomen. De vragenlijsten werden op bovenstaande volgorde afgenomen en het onderzoek duurde ongeveer 30 minuten. Het blijkt dat er een verband is tussen een lagere opleiding en een lagere subjectieve slaapkwaliteit. Hoe frequenter de mobiele telefoon per week in bed gebruikt wordt hangt samen met hoe frequenter de subjectieve

slaapkwaliteit vermindert. Er blijken geen verbanden te zijn tussen de duur van het telefoongebruik, de

subjectieve slaapkwaliteit en de overige slaapcomponenten van de PSQI. Hiernaast is er geen verband tussen de aard van het telefoongebruik en de subjectieve slaapkwaliteit. Ook al is er geen verband gevonden tussen de duur en de aard van het telefoongebruik en de slaapkwaliteit, is er met dit onderzoek aangetoond dat er een

samenhang is tussen mobiel telefoongebruik en de slaapkwaliteit van Amsterdamse studenten, waarbij het verband ligt bij de frequentie van het telefoongebruik en de (subjectieve) slaapkwaliteit.

(2)

2 1. Inleiding

In deze studie wordt de samenhang tussen mobiel telefoongebruik en de slaapkwaliteit van Amsterdamse studenten onderzocht. De eenentwintigste eeuw wordt gekenmerkt als een informatietijdperk, waarin praktisch de gehele wereldbevolking toegang heeft tot een vorm van technologie en elektronische media, zoals televisie, computers en internet, gaming

consoles, mp3-spelers, tablets en de mobiele telefoon. De mobiele telefoon heeft gezorgd voor een revolutie in het gebruik van elektronische media in afgelopen decennium (Van Wijk, 2011; Hysing et al., 2015). Door de multifunctionaliteit van de mobiele telefoon kunnen bijna alle soorten elektronische media op dit apparaat worden gebruikt. Naast het gebruik voor telefoongesprekken, kan je er ook muziek op luisteren, e-mails versturen, spellen spelen en op het internet surfen. In 2011 waren er zes miljard mobiele abonnementen bekend, genoeg voor 87% van de wereldbevolking (Gradisar et al., 2013).

Het gebruik van de mobiele telefoon speelt een grote rol in de sociale levens van studenten. Door de draagbaarheid van de mobiele telefoon is het mogelijk om deze overal mee naar toe te nemen, zoals ook naar de slaapkamer. Parallel met de stijging van het gebruik van elektronische media, is er een stijging gerapporteerd van slaapproblemen onder

adolescenten (Hysing et al., 2015; Brunborg et al., 2011). Wat betreft deze steeds groter wordende bezorgdheid over de slaapkwaliteit gaat het niet zozeer om de aanwezigheid van de mobiele telefoon in de slaapkamer, maar gaat het om wanneer en in hoeverre de mobiele telefoon gebruikt wordt in de uren voor het slapen gaan (Gradisar et al., 2013). Eerdere studies hebben zich voornamelijk gericht op kinderen, adolescenten of volwassenen. Jongvolwassen studenten zijn weinig onderzocht. Eerder onderzoek keek vooral naar de verschillende soorten elektronische media en de invloed hiervan op de gezondheid. Door de multifunctionaliteit van de mobiele telefoon is het belangrijk om ook alleen naar deze vorm van elektronische media te kijken.

(3)

3 Hiernaast keken veel van de eerdere onderzoeken die zijn gevonden naar gezondheid in het algemeen, waarvan verslechterde slaapkwaliteit een onderdeel is. Het is belangrijk om de mogelijke verbanden te onderzoeken tussen het gebruik van de mobiele telefoon en de kwaliteit van slaap.

Uit het onderzoek van Gradisar et al. (2013) en Johansson, Petrisko en Chasens (2016) blijkt dat 97% van de Amerikaanse adolescenten tenminste één elektronisch medium in zijn slaapkamer heeft, waarvan 42% een mobiele telefoon. Van Den Bulck (2007) vond in zijn onderzoek dat 10-20% van de adolescenten zijn mobiele telefoon gebruikt in de slaapkamer voor het slapen gaan of wakker wordt van binnenkomende gesprekken of berichten. Uit onderzoek van Calamaro et al. (2009, aangehaald in Owens, 2014) bleek dat 90% van de onderzochte adolescenten zijn mobiele telefoon in de slaapkamer heeft voor het slapen gaan. Hiervan heeft 34% na 21:00 uur de mobiele telefoon in gebruik om te sms’en, 44% voert telefonische gesprekken en 55% zat op sociale media en het internet. De hoge mate van het gebruik van de mobiele telefoon kan een factor zijn die gerelateerd is aan slaapproblemen. Hysing et al. vonden ook dat adolescenten steeds meer tijd spenderen aan hun mobiele telefoon, en de stijging van slaapproblemen die hiermee gepaard gaan zorgt voor een steeds groter wordende algemene bezorgdheid. Vanwege het grote gebruik en de snelle ontwikkeling van de mobiele telefoon is het belangrijk om de mogelijke negatieve effecten van de mobiele telefoon op de gezondheid te onderzoeken. Wat belangrijk is om te vermelden dat termen als chronisch slaapgebrek, vermoeidheid, onvoldoende slaap en verstoorde slaap, allen vallen onder de algemene slechtere slaapkwaliteit, wat betekent dat er minder slaap wordt behaald dan nodig (Owens, 2014).

Uit onderzoek van Saling en Haire (2016) blijkt dat de helft van de 397 deelnemers (leeftijdsrange 18-80 jaar) ’s nachts wakker wordt van binnenkomende gesprekken of berichten. Fossum, Nordnes, Storemark, Bjorvatn en Pallesen (2014) vonden in hun

(4)

4 onderzoek onder 532 studenten (leeftijdsrange 18-39 jaar) een positief verband tussen het gebruik van de mobiele telefoon en insomnia, en een negatief verband tussen mobiel

telefoongebruik en vroeg opstaan. Ook bleek uit onderzoek van Exelmans en Van den Bulck (2016) dat er van de 844 deelnemers (leeftijdsrange 18-94 jaar) bij de jongere deelnemers (<41,5 jaar) een positief verband is gevonden tussen mobiel telefoongebruik en vermoeidheid. Bij de oudere deelnemer (>60 jaar) is er een negatief verband gevonden tussen het gebruik van de mobiele telefoon en de slaapkwaliteit.

Romanzini, Dos Santos en Lahorgue Nunes (2017) bespreken in hun onderzoek dat het gebruik van elektronische media, waaronder de mobiele telefoon, een ongunstig effect heeft op de slaapkwaliteit, waarin het gebruik van de mobiele telefoon een grote factor is. Bij 70% van de 127 deelnemers (leeftijdsrange 18-25 jaar) is een negatief verband gevonden tussen slaapkwaliteit en het gebruik van de mobiele telefoon voor het slapen gaan. Het

gebruik van de mobiele telefoon kan ook een verslavend effect hebben volgens het onderzoek van Demerci, Akgönül en Akpnar (2015). Het verslavende en daarmee overdadig gebruik van de mobiele telefoon kan leiden tot slaapproblemen. Dit wordt bevestigd door het onderzoek van Thomée, Härenstam en Hagberg (2011) en Orzech, Grandner, Roane en Carskadon (2016), waarin hoog frequent mobiele telefoongebruik geassocieerd is met een verstoorde slaap, slechtere slaapkwaliteit en vermoeidheid.

In dit onderzoek wordt het gebruik van de mobiele telefoon en de slaapkwaliteit onderzocht bij Amsterdamse studenten. Ten eerste zal de frequentie van het telefoongebruik en de kwaliteit van slaap in kaart worden gebracht. Studenten vullen online vragenlijsten in; het betreft zelfrapportage. Vervolgens zal het verband worden onderzocht tussen de duur van het mobiele telefoongebruik en de slaapkwaliteit. Als laatste wordt er gekeken naar het verband tussen de aard van het mobiele telefoongebruik en de slaapkwaliteit. Verwacht wordt dat er een positief verband wordt gevonden tussen de frequentie, de duur en aard van het

(5)

5 mobiele telefoon gebruik en de slaapkwaliteit. Er is nog weinig bekend over de specifieke doelgroep studenten, terwijl de relevantie evident is. Chronisch slaapgebrek en vermoeidheid zijn een bedreiging voor het academische succes en veiligheid van de jeugd en zijn een belangrijk publiek gezondheidsprobleem.

2. Methode

2.1. Proefpersonen

Aan de hand van een a priori poweranalyse met een power van .9, α = .05 en effectgrootte van .3 zijn er minimaal 88 deelnemers nodig. Inclusiecriteria zijn dat aan het onderzoek zowel studenten (leeftijdsrange 18-28 jaar) van de Universiteit, als van de Hogeschool mee konden doen, dat de studenten moeten studeren in Amsterdam en de

Nederlandse en Engelse taal moeten kunnen spreken en lezen. Exclusiecriteria zijn het hebben van een van tevoren al vastgestelde slaapstoornis of een gediagnosticeerd middelen misbruik. Studenten aan de Universiteit van Amsterdam kunnen als beloning een halve proefpersoon punt verdienen. Studenten aan overige universiteiten of hogescholen krijgen geen beloning.

2.2. Materialen

2.2.1. Mediagebruik

In dit onderzoek worden drie vragenlijsten afgenomen bij de deelnemers. Er is

gekozen om een vragenlijst (zie Appendix A) te ontwikkelen, waarmee het algemene gebruik van elektronische media in de slaapkamer wordt gemeten. Er is gekozen voor zes

verschillende soorten elektronische media, namelijk sociale media, televisie, videogames, muziek, laptop en mobiele telefoon. Voor dit onderzoek wordt er specifiek naar de vragen over de frequentie en de duur van het mobiele telefoongebruik in bed gekeken. Voorbeelden

(6)

6 van de vragen zijn “Hoeveel avonden schat je in dat je gemiddeld per week je telefoon

gebruikt?” en “Hoe lang schat je in dat je gemiddeld per avond je telefoon gebruikt?” De antwoorden zijn gekwantificeerd naar een score van 1 tot en met 5: respectievelijk 1= nooit of minder dan 15 minuten, 5=7 avonden of langer dan 2 uur. De SOM score van alle items is de totale score op het mediagebruik. De minimale score die te behalen is zijn 12 punten en de maximale score zijn 60 punten. Deze normering betekent hoe hoger de SOM score op de mediagebruik vragenlijst hoe frequenter en langduriger het mediagebruik in de avond van de deelnemers is.

2.2.2. Pittsburgh Sleep Quality Index (PSQI)

Hiernaast wordt de Nederlandse versie van de Pittsburgh Slaapkwaliteit Index (PSQI; Buysse, Reynolds, Monk, Berman & Kupfer, 1989) afgenomen bij de deelnemers om de kwaliteit van slaap te onderzoeken. Dit omdat de PSQI een betrouwbare, gevalideerde en gestandaardiseerde meting van de slaapkwaliteit biedt. Het is een subjectieve meting, door middel van een vragenlijst. De PSQI score is in 7 componenten onderverdeeld (subjectieve slaapkwaliteit, slaaplatentietijd, slaapduur, habituele slaapefficiëntie, slaap gerelateerde problemen, slaapmedicatie en (dis)functioneren overdag), waarbij elk component wordt gescoord van 0 (geen probleem) tot 3 (groot probleem). De SOM scores van de componenten zorgen voor een totaalscore van 0 tot 21. Deze normering betekent hoe hoger de SOM score, hoe slechter de slaapkwaliteit. De PSQI is een van de meest gebruikte instrumenten om slaapkwaliteit te meten. De vragenlijst heeft een hoge interne betrouwbaarheid (Cronbach’s α = .83) (Buysse et al., 1989; Buysse et al., 1991).

(7)

7

2.2.3. Night-time mobile phone use (Van den Bulck, 2007)

Als laatste werd de Engelse versie van de Night-time mobile phone use questionnaire van Van den Bulck (2007) afgenomen (zie Appendix B). Deze vragenlijst heeft 12 items, verdeeld in 3 onderdelen. Deze meten de frequentie, tijdstip en aantal van binnenkomende en uitgaande tekst- en telefoongesprekken. Onder tekstgesprekken worden ook WhatsApp- en Facebookberichten verstaan. De vragen onder frequentie konden gescoord worden tussen 1 = nooit tot 5 = elke dag. De vragen onder tijdstip konden gescoord worden tussen 1 = direct voor het slapen tot 5 = de hele nacht door. Onder aantal gaven de deelnemers het aantal berichten/gesprekken dat ze ontvingen aan. De betrouwbaarheid van deze vragenlijst is α = .79, wat een redelijke betrouwbaarheid vaststelt (Van den Bulck, 2007).

2.3. Procedure

2.3.1. Procedure

Dit onderzoek is een correlationeel onderzoek met een within-subject procedure, er wordt gekeken naar de samenhang tussen mobiel telefoongebruik voor het slapen gaan en de slaapkwaliteit bij Amsterdamse studenten. Deelnemers werden verworven via het digitale lab van de Universiteit van Amsterdam. Hiernaast konden studenten die niet aan de Universiteit van Amsterdam studeerden een link ontvangen van Qualtrics, waardoor ze konden

deelnemen. In de online vragenlijst werden de deelnemers eerst een informatieblad en de toestemmingsverklaring getoond, na akkoord op de toestemmingsverklaring werden de vragenlijsten afgenomen. De deelnemers kregen eerst twaalf vragen over het algemene mediagebruik te zien. Hierna werd de PSQI afgenomen. Vervolgens de vragenlijst over de frequentie en duur van het mobiele telefoongebruik in bed van Van den Bulck (2007). Het onderzoek duurt in totaal ongeveer dertig minuten. De vragen werden in bovenstaande volgorde aangeboden en zijn niet gerandomiseerd. Deelnemers die studeren aan de

(8)

8 Universiteit van Amsterdam kunnen voor hun deelname een halve proefpersoon punt

verdienen.

2.3.2. Statistische bewerkingen

Alle analyses zijn uitgevoerd in het statistische computerprogramma IBM SPSS voor Windows (Versie 24). Correlatie analyse tussen slaapvariabelen, mobiele telefoongebruik en controle variabelen werden uitgevoerd via een Kendall’s tau (non-parametrische) toets, aangezien alle data niet aan de assumpties van normaliteit voldeed en er met kleine waardes werd gewerkt. De missende data is verwijderd en niet meegenomen in de resultaten. Voor elke slaapvariabele is er gekeken naar geslacht en opleiding.

2.3.3. Commissie voor Ethiek

Dit onderzoek is goedgekeurd door de commissie Ethiek van de Universiteit van Amsterdam (06-12-2017).

https://www.lab.uva.nl/lab/ethics/projects/project_to_html/8352/d141dbb8b61420882c8049fa 29c3132f3b10935b7ba558059ff41ddcc7c3c35c

3. Resultaten

3.1. Demografische gegevens

In totaal hebben er 133 deelnemers meegedaan aan dit onderzoek. Eén hiervan ging niet akkoord met de voorwaarden en 36 deelnemers hebben de vragen niet beantwoord na de eerste pagina, deze data is niet meegenomen. Het responspercentage was 72,18%, er bleven er uiteindelijk 96 deelnemers over (mannen n = 24, vrouwen n = 72). De deelnemers waren

(9)

9 tussen de 18 en 28 jaar oud, met een gemiddelde van 21.48 jaar oud (SD = 2.43). Van de deelnemers studeerden er 18,8% aan de Hogeschool en 81,2% aan de Universiteit.

3.2. Slaapkwaliteit

Er blijkt een significant negatief verband te zijn tussen studenten die aan de Hogeschool van Amsterdam studeren, vergeleken met de studenten die aan de Universiteit van Amsterdam studeren en hun subjectieve slaapkwaliteit (rτ = -.201, p = .04). Er is een significant negatief

verband gevonden tussen de latentietijd tot slaap en geslacht (rτ = -.193, p = .042). Er blijkt

een significant negatief verband tussen de slaapduur en de opleiding (rτ = -.356, p < .01). Er is

geen significant verband gevonden tussen geslacht en subjectieve slaapkwaliteit.

3.3. Frequentie van het telefoongebruik en slaapkwaliteit.

Eén van de doelen van dit onderzoek is of de frequentie van het telefoongebruik

samenhangt met de slaapkwaliteit. Uit de resultaten blijkt dat er een positief verband is tussen de hoeveelheid avonden die een deelnemer gemiddeld per week zijn telefoon in bed gebruikt en de subjectieve slaapkwaliteit (rτ = .184, p = .05). Er blijkt ook een positief verband te zijn

tussen geslacht en het aantal avonden per week dat de deelnemer gemiddeld zijn telefoon in bed gebruikt (rτ = .198, p < .05). Het blijkt dat 77,1% van alle deelnemers elke avond van de

week hun telefoon gebruikt voor het slapen gaan. Dit percentage bestaat voor 79,7% uit vrouwen, wat 61,5% van het totaalpercentage is. In tabel 1 zijn de percentages deelnemers, onderverdeeld in mannen en vrouwen, en de frequentie mobiel telefoongebruik opgenomen. Er is een significant positief verband gevonden tussen de frequentie van het telefoongebruik en het dagelijks (dis)functioneren (rτ = .185, p = .047).

(10)

10 Tabel 1

Percentage deelnemers, onderverdeeld in mannen & vrouwen (n = 72) en de frequentie mobiele telefoongebruik.

Geslacht

Frequentie mobiele telefoongebruik

Nooit 1 à 2 avonden 3 à 4 avonden 5 à 6 avonden 7 avonden Totaal Man (n = 24) Vrouw (n = 72) 2,1% 1% 0,0% 2,1% 3,1% 3,1% 4,2% 7,3% 15,6% 61,5% 25% 75% Totaal (n = 96) 3,1% 2,1% 6,3% 11,5% 77,1% 100%

3.4. Duur van het telefoongebruik en (subjectieve) slaapkwaliteit.

Het tweede doel van dit onderzoek is of de duur van het telefoongebruik samenhangt met de slaapkwaliteit. Er is geen significant verband gevonden tussen duur van het

telefoongebruik en zowel de subjectieve slaapkwaliteit, als de overige componenten van de PSQI. In tabel 2 zijn de correlatie coëfficiënten en de significantie opgenomen van de duur telefoongebruik en de PSQI componenten. Er is geen significant verband gevonden tussen zowel geslacht (rτ = .012, p = .901) als opleiding (rτ = -.088, p = .354) en duur van het

telefoongebruik. Uit deze resultaten blijkt dat de duur van het telefoongebruik geen verband heeft met de slaapkwaliteit.

Tabel 2

Correlatie coëfficiënten en significantie duur telefoongebruik en PSQI componenten

Duur telefoongebruik

PSQI componenten p

Subjectieve Slaapkwaliteit .101 .263

Latentietijd tot slaap -.052 .551

Slaapduur .042 .646

Echte slaap .019 .832

Slaapverstoring .038 .683

Slaapmiddel -.037 .697

(Dis)functioneren .096 .280

Noot: Correlatie is significant op p < .05 level (2-tailed).

3.5. Aard van het telefoongebruik en (subjectieve) slaapkwaliteit.

Het derde doel van dit onderzoek is of de aard van het telefoongebruik samenhangt met de slaapkwaliteit. Onder de aard van het telefoongebruik wordt verstaan het versturen en ontvangen van sms- en telefoongesprekken tijdens de slaap. Uit de resultaten blijkt dat er geen

(11)

11 significant verband is gevonden onder zowel versturen en ontvangen van tekst gesprekken, en het versturen en ontvangen van telefoongesprekken en de subjectieve slaapkwaliteit. In tabel 3 zijn de correlatie coëfficiënten en de significantie van de aard telefoongebruik en subjectieve slaapkwaliteit opgenomen. Er is geen significant verband gevonden tussen zowel geslacht als opleiding en de aard van het telefoongebruik.

Tabel 3

Correlatie coëfficiënten en significantie aard telefoongebruik en subjectieve slaapkwaliteit

Subjectieve slaapkwaliteit Aard telefoongebruik rτ p Tekst Ontvangen .060 .507 Versturen .029 .748 Telefoon Ontvangen .026 .775 Versturen .049 .605

Noot: Correlatie is significant op p < .05 level (2-tailed).

3.6. Voorspellend verband tussen mobiel telefoongebruik, opleiding en slaapkwaliteit Uit de voorgaande resultaten bleek dat er een significant verband is tussen frequentie van het mobiele telefoongebruik, opleiding en de slaapkwaliteit. Om te controleren of er ook eventueel sprake is van een voorspellend verband is er een regressie analyse uitgevoerd. Een multiple lineaire regressie analyse is uitgevoerd om de slaapkwaliteit te voorspellen,

gebaseerd op frequentie telefoongebruik en opleiding. Er is geen significant verband

gevonden tussen deze variabelen, echter neigt het wel naar significantie (F(2,93) = 3.082, p = .051), met een R² = .062. Zowel opleiding als frequentie lijken geen significante voorspellers van slaapkwaliteit.

(12)

12 4. DISCUSSIE

Eén van de doelen van dit onderzoek is of de frequentie van het telefoongebruik samenhangt met de slaapkwaliteit. Er blijkt dat hoe frequenter de telefoon per week in bed gebruikt wordt, hoe frequenter de subjectieve slaapkwaliteit vermindert. Vrouwen geven aan gemiddeld vaker hun telefoon in bed te gebruiken, vergeleken met mannen. Uit dit onderzoek blijkt dat hoe frequenter de telefoon in bed wordt gebruikt, hoe frequenter het dagelijks functioneren vermindert.

Het tweede doel van dit onderzoek is of de duur van het telefoongebruik samenhangt met de slaapkwaliteit. Er blijken geen verbanden te zijn tussen de duur van het

telefoongebruik, de subjectieve slaapkwaliteit en de overige slaapcomponenten van de PSQI. Het derde doel van dit onderzoek is of de aard van het telefoongebruik samenhangt met de slaapkwaliteit. Het blijkt dat er geen verbanden zijn tussen de aard van het telefoongebruik (ontvangen en versturen van sms- en telefoongesprekken) en de subjectieve slaapkwaliteit. Hoewel er in dit onderzoek steun werd gevonden voor de samenhang tussen mobiel

telefoongebruik en de slaapkwaliteit van Amsterdamse studenten, bleek dat er een verschil zat in de frequentie, de duur en de aard van het mobiele telefoongebruik. Er is in dit onderzoek steun gevonden voor het verband tussen de frequentie van het mobiel telefoongebruik, maar er kon geen steun worden gevonden voor het verband tussen de duur en de aard van het mobiele telefoongebruik. Daardoor moeten de resultaten voorzichtig worden geïnterpreteerd.

Volgens het onderzoek van Gradisar et al. (2013) gaat de groter wordende bezorgdheid over de slaapkwaliteit niet om de aanwezigheid van de mobiele telefoon in de slaapkamer, maar om wanneer (frequentie) en in hoeverre (duur en aard) de mobiele telefoon wordt gebruikt in de uren voor het slapen gaan. Dit onderzoek spreekt deze uitspraak tegen,

aangezien er geen verband is gevonden tussen de duur en de aard van het telefoongebruik en de (subjectieve) slaapkwaliteit. Een reden waarom dit onderzoek het onderzoek van Gradisar

(13)

13 et al. tegenspreekt is dat er in de vraagstelling niet duidelijk onderscheid is gemaakt tussen de multifunctionaliteit van de telefoon in binnenkomende tekstberichten. In de vraagstelling gaat het om een sms-bericht, terwijl Gradisar et al. er vanuit gingen dat je op een mobiele telefoon ook e-mails kan versturen, spelletjes spelen, internet surfen, Facebook, WhatsApp en nog veel meer vormen van sociale media waar berichten op kunnen komen. Voor vervolgonderzoek zou beter onderscheid moeten worden gemaakt in wat er precies bedoeld wordt met ‘tekst’ berichten.

De onderzoeken van Hysing et al., (2015) en Brunborg et al. (2011) gaven aan dat parallel met de stijging van het gebruik van elektronische media er een stijging is gerapporteerd van slaapproblemen. Dit wordt bevestigd in het huidige onderzoek, waarbij de vermindering van de slaapkwaliteit samenhangt met hoe frequenter de telefoon wordt gebruikt (in de

avonduren). Fossum et al. (2014) bevestigen dit ook in hun onderzoek. Een verklaring voor het verband tussen frequentie van het telefoongebruik en de slaapkwaliteit is gevonden in eerder neuroklinisch onderzoek (Heo et al., 2016; Heath et al., 2014; Hale & Guan, 2014; Chellappa et al., 2012). Hieruit blijkt dat het niet uitmaakt hoe lang en op welke manier de telefoon gebruikt wordt, maar dat het blauwe licht wat het LED scherm uitstraalt van invloed kan zijn op de aanmaak van melatonine en circadiaanse ritme, wat invloed heeft op de (subjectieve) slaapkwaliteit.

Wat opvalt, is dat uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat een lagere opleiding samen gaat met een lagere waarde op de subjectieve slaapkwaliteit en een verkorte slaapduur.

Volgens het onderzoek van het Zilveren Kruis (2016) hebben hoger opgeleiden minder last van stress en psychische klachten. Het gebruik van de mobiele telefoon in de avond zou voor ontspanning kunnen zorgen bij lager opgeleiden, echter de hogere stress kan er voor zorgen dat de slaapkwaliteit verslechtert. Hier zou meer onderzoek naar moeten worden gedaan om te verklaren waarom hier een verband tussen zit. Hiernaast geven vrouwen aan langer de tijd

(14)

14 nodig te hebben om in slaap te komen, vergeleken met mannen, ook al is er geen verband gevonden tussen geslacht en subjectieve slaapkwaliteit. Vrouwen slapen volgens dit onderzoek gemiddeld net zo goed als mannen.

In de toekomst zou mobiel telefoongebruik voor het slapen gaan op een andere manier kunnen worden onderzocht. Er kan veel dieper op de aspecten worden ingegaan van de multifunctionaliteit van de mobiele telefoon. Ook zou onderzoek bij een bredere

studentenpopulatie kunnen worden uitgevoerd, waarbij meerdere opleidingsniveaus worden meegenomen. Ten slotte zou in een vervolgonderzoek kunnen worden bepaald of er niet alleen een verband is tussen mobiel telefoongebruik en de slaapkwaliteit, maar of het gebruik van de mobiele telefoon voor het slapen gaan een effect heeft op de verslechtering van de slaapkwaliteit. Zo kan een vollediger beeld van niet alleen de samenhang, maar eventueel ook van de invloed van het gebruik van de mobiele telefoon op de slaapkwaliteit worden

verkregen.

Ook al is er geen verband gevonden tussen de duur en de aard van het telefoongebruik en de slaapkwaliteit, is er met dit onderzoek aangetoond dat er een samenhang is tussen mobiel telefoongebruik en de slaapkwaliteit van Amsterdamse studenten, waarbij het verband ligt bij de frequentie van het telefoongebruik en de (subjectieve) slaapkwaliteit.

(15)

15 LITERATUURLIJST

Brunborg, G. S., Mentzoni, R. A., Molde, H., Myrseth, H., SkouverdØe, K. J. M., Bjorvatn, B. & Pallesen, S. (2011). The relationship between media use in the bedroom sleep habits and symptoms of insomnia. European Sleep Research Society, 20, 569-575.

Buysse, D. J., Reynolds, C. F., Monk, T. H., Berman, S. R. & Kupfer, D. J. (1989). The Pittsburgh Sleep Quality Index (PSQI): A new instrument for Psychiatric research and practice. Psychiatric Research, 28, 193-213.

Buysse, D.J., Reynolds, C.F., Monk, T.H., Hoch, C.C., Yeager, A.L., & Kupfer, D.J. (1991). Quantification of subjective sleep quality in healthy elderly men and women using the Pittsburgh Sleep Quality Index (PSQI). Journal of Sleep Research & Sleep Medicine, 14(4), 331-338.

Chellapa, S. L., Steiner, R., Oelhafen, P., Lang, D., Götz, T., Krebs, J. & Cajochen, C. (2013),

Journal of Sleep Research, 22, 573-580.

Cras, C. (2016, januari 8). Stress in cijfers. Zilveren Kruis, artikel 138. Opgehaald op December 15, van http://www.actify.nl/stress-in-cijfers/artikel/138

Demirci, K., Akgönül, M. & Akpnar, A. (2015). Relationship of smartphone use severity with sleep quality, depression, and anxiety in university students. Journal of Behavioral

Addictions, 4(2), 85-92.

Exelmans, L. & Van den Bulck, J. (2016). Bedtime mobile phone use and sleep in adults.

Social Science & Medicine, 148, 93-101.

Fossum, I. N., Nordnes, L. T., Storemark, S. S., Bjorvatn, B. & Pallesen, S. (2014). The association between use of electronic media in bed before going to sleep and insomnia symptoms, daytime sleepiness, morningness and chronotype. Behavioral Sleep Medicine,

(16)

16 Gradisar, M., Wolfson, A. R., Harvey., A. G., Hale, L., Rosenberg, R. & Czeisler, C. A.

(2013). The sleep and technology use of Americans: Findings from the National Sleep Foundation’s 2011 Sleep in America Poll. Journal of Clinical Sleep Medicine, 9(12),

1291-1299.

Hale, L. & Guan, S. (2015). Screen time and sleep among school-aged children and adolescents: A systematic literature review. Sleep Medicine Reviews, 21, 50-58.

Heath, M., Sutherland, C., Bartel, K., Gradisar, M., Williamson, P., Lovato, N. & Micic, G. (2014). Does one hour of bright or short-wavelength filtered tablet screenlight have a meaningful effect on adolescents’ pre-bedtime alertness, sleep, and daytime functioning?

Chronobiology International, 31(4), 496-505.

Heo, J.Y., Kim, K., Fava, M., Mischoulon, D., Papakostas, G. I., Kim, M. J., Kim, D. J., Chang, K. A. J., Oh, Y., Yu, B. H. & Jeon, H. J. (2016). Effects of smartphone use with and without blue light at night in healthy adults: A randomized, double-blind, cross-over, placebo-controlled comparison. Journal of Psychiatric Research, 87, 61-70.

Hysing, M., Pallesen, S., Stormark, K. M., Jakobsen, R., Lundervolgd. A. J. & Sivertsen, B. (2015). Sleep and use of electronic devices in adolescence: results from a large population-based study. BMJ Open, 5, 1-7.

Johansson, A. E. E., Petrisko, M. A. & Chasens, E. R. (2016). Adolescent Sleep and the Impact of Technology Use before sleep on daytime function. Journal of Pediatric Nursing,

31, 498-504.

Orzech, K. M., Grandner, M. A., Roane, B. M. & Carskadon, M. A. (2016). Digital media use in the 2 h before bedtime is associated with sleep variables in university students.

Computers in Human Behavior, 55, 43-50.

Owens, J. (2014). Insufficient sleep in adolescents and yound adults: An update on causes and consequences. PEDIATRICS, 134(3), e921-e932.

(17)

17 Romanzini, L. P., dos Santos, A. Á. & Lahorgue Nunes, M. (2017). Characteristics of sleep in

socially vulnerable adolescents. European Journal of Paediatric Neurology, 21, 627-634. Saling, L. L. & Haire, M. (2016). Are you awake? Mobile phone use after lights out.

Computers in Human Behavior, 64, 932-937.

Thomée, S., Härenstam, A. & Hagberg, M. (2011). Mobile phone use and stress, sleep disturbances, and symptoms of depression among young adults – a prospective cohort study. BMC Public Health, 11(66), 1-11.

Van den Bulck, J. (2007). Adolescent use of mobile phones for calling and for sending text messages after lights out: Results from a prospective cohort study with a one-year follow-up. SLEEP, 20(9), 1220-1223.

Van Wijk, K. (2011). De media-explosie. Trends en issues in massacommunicatie. Academic Service.

(18)

18 APPENDIX A.

Beste deelnemer,

Hieronder volgen een paar vragen die gaan over uw gebruik van verschillende soorten elektronische media ’s avonds in bed. Bij de vragen kunt u de afgelopen drie maanden in uw achterhoofd houden als referentiepunt. Bij elke vorm van media staat beschreven wat eronder wordt verstaan, zodat het duidelijk is wat er wel en niet onder valt.

1. Social media (Facebook, Instagram, Snapchat en Twitter) 2. Televisie (film, serie en tv-kijken)

3. Videogames (computer, telefoon, console en handheld) 4. Muziek (rustgevende muziek en reguliere muziek) 5. Laptop (internet, film, serie)

6. Telefoon (apps, WhatsApp, bellen en sms)

1. Hoeveel avonden schat u in dat u gemiddeld per week in bed social media gebruikt?

nooit 1 à 2 avonden 3 à 4 avonden 5 à 6 Avonden 7 avonden 1 2 3 4 5

2. Hoeveel avonden schat u in dat u gemiddeld per week in bed televisie kijkt?

nooit 1 à 2 avonden 3 à 4 avonden 5 à 6 Avonden 7 avonden 1 2 3 4 5

3. Hoeveel avonden schat u in dat u gemiddeld per week in bed videogames speelt?

nooit 1 à 2 avonden 3 à 4 avonden 5 à 6 Avonden 7 avonden 1 2 3 4 5

4. Hoeveel avonden schat u in dat u gemiddeld per week in bed naar muziek luistert?

nooit 1 à 2 avonden 3 à 4 avonden 5 à 6 Avonden 7 avonden 1 2 3 4 5

5. Hoeveel avonden schat u in dat u gemiddeld per week in bed uw laptop gebruikt?

nooit 1 à 2 avonden 3 à 4 avonden 5 à 6 Avonden 7 avonden 1 2 3 4 5

(19)

19 6. Hoeveel avonden schat u in dat u gemiddeld per week in bed uw telefoon gebruikt?

nooit 1 à 2 avonden 3 à 4 avonden 5 à 6 Avonden 7 avonden 1 2 3 4 5

7. Hoe lang schat u in dat u gemiddeld per week in bed social media gebruikt?

Minder dan 15 minuten Tussen 15 en 30 minuten Tussen 30 minuten en 1 uur Tussen 1 en 2 uur Langer dan 2 uur 1 2 3 4 5

8. Hoe lang schat u in dat u gemiddeld per week in bed televisie kijkt?

Minder dan 15 minuten Tussen 15 en 30 minuten Tussen 30 minuten en 1 uur Tussen 1 en 2 uur Langer dan 2 uur 1 2 3 4 5

9. Hoe lang schat u in dat u gemiddeld per week in bed videogames speelt?

Minder dan 15 minuten Tussen 15 en 30 minuten Tussen 30 minuten en 1 uur Tussen 1 en 2 uur Langer dan 2 uur 1 2 3 4 5

10. Hoe lang schat u in dat u gemiddeld per week in bed naar muziek luistert?

Minder dan 15 minuten Tussen 15 en 30 minuten Tussen 30 minuten en 1 uur Tussen 1 en 2 uur Langer dan 2 uur 1 2 3 4 5

11. Hoe lang schat u in dat u gemiddeld per week in bed uw laptop gebruikt?

Minder dan 15 minuten Tussen 15 en 30 minuten Tussen 30 minuten en 1 uur Tussen 1 en 2 uur Langer dan 2 uur 1 2 3 4 5

(20)

20 12. Hoe lang schat u in dat u gemiddeld per week in bed uw telefoon gebruikt?

Minder dan 15 minuten Tussen 15 en 30 minuten Tussen 30 minuten en 1 uur Tussen 1 en 2 uur Langer dan 2 uur 1 2 3 4 5 Normering

We hebben de antwoorden gekwantificeerd naar een score van 1 t/m 5. De normering staat aangegeven in het grijsgekleurde vlak. De somscore van alle tien de items is de totale score op mediagebruik.

Deze normering betekent hoe hoger de somscore op de mediagebruik vragenlijst hoe groter het mediagebruik in de avond van de deelnemers is.

De minimale score die te behalen is: 12 De maximale score die te behalen is: 60

(21)

21 APPENDIX B.

Van den Bulck, J. (2007). Night-time mobile phone use questionnaire: Do you own/have use of a mobile phone? Yes/No

On average how frequently do you: 1. Receive text messages after lights out? 2. Send text messages after lights out? 3. Receive calls after lights out? 4. Make calls after lights out?

a) never b) one to 3 times a month c) once a week d) several times a week e) every day On nights when it happened at least once please indicate the number of times you 1. Received text after lights out

2. Received calls after lights out 3. Sent text after lights out 4. Made calls after lights out

At what time of night do you usually 1. Send text

2. Receive text 3. Make calls 4. Receive calls

a) immediately after lights out b) between midnight and 3a.m. c) 3e6 a.m. d) after 6 a.m. e) any time

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Veel onderzoek naar de invloed van narratieven op transportatie en de daarmee gepaard gaande veranderingen in attitude en gedrag van het publiek heeft zich echter enkel

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

How South African smes Can Mitigate Export Finance Risks Financial institutions conduct thorough investigations into the risk pro- file of potential candidates for structured trade

Different boundary conditions for the temperature at the outside walls are tested and their influence on the tempera- ture distribution inside of the combustion chamber is explored..

To experimentally verify the existence of an intrinsic magnonic crystal resulting in quantized helimagnons in the conical and helical phases of Cu 2 OSeO 3 , we performed

For the reasons described above (time needed by library staff for classification of journals, difficulty of classification of journals because of fixed list and

The procedures implemented in MOtoNMS include: (i) computation of centers of pressure and torques for the most commonly available force platforms (types 1 to 4, including Bertec,

A combined intervention is more effective than a single intervention in home healthcare When combining interventions – a home healthcare intervention with a community-based