Nierbiopsie
H .2 8 7 2 4 5 .101 4Inleiding
Binnenkort krijgt u een nierbiopsie. Voor de nierbiopsie wordt u in het ziekenhuis opgenomen. Uw behandelend arts heeft al enkele zaken met u besproken. Het is belangrijk dat u zich realiseert dat de situatie voor u anders kan zijn dan is beschreven.
Doel van het onderzoek
Bij dit onderzoek wordt met een lange, holle naald, een soort injectienaald, een stukje weefsel uit een van de nieren genomen. Het wegnemen van een stukje weefsel heet een biopsie. Dit stukje weefsel wordt in een laboratorium onderzocht.
Voorbereiding thuis
Uw arts wil vóór de biopsie weten of uw bloedstolling in orde is, zodat de kans op een (na)bloeding zo klein mogelijk is.
Let op: gebruikt u antistolling (tabletjes tegen trombose), Ascal, Plavix of aspirine meldt dit dan aan uw behandelend arts. Deze
antistollingsmiddelen moeten tijdig gestopt te worden. Uw arts vertelt u precies wanneer u met deze middelen moet stoppen en wanneer u het gebruik hiervan weer kan hervatten.
Voorafgaand aan de biopsie wordt bij u bloed afgenomen om te kijken naar de stolbaarheid van uw bloed.
Het wordt afgeraden na het onderzoek zelf te rijden. Neem dus een taxi of laat u rijden.
Opname
Op de ochtend van de biopsie wordt u opgenomen op de
verpleegafdeling B (begane grond). Twee uur voor het onderzoek mag u niets meer eten en drinken. Uw medicijnen mag u met een slokje water innemen.
Op de afdeling krijgt u een infuusnaaldje en krijgt u een uur voor het onderzoek twee kalmeringstabletjes.
De ingreep
De radioloog voert de ingreep uit op de echokamer van de radiologieafdeling.
De radioloog vraagt u om op uw buik te gaan liggen met uw handen boven uw hoofd en een kussentje onder uw buik. Hierna wordt op de huid wat gel aangebracht, dit kan wat koud aanvoelen. De radioloog strijkt daarna met het echo apparaat over de huid. Door middel van echografie wordt de plaats van de punctie bepaald. Nadat de huid is ontsmet, krijgt u op de punctieplaats, een verdovende injectie. Nadat de verdoving is ingewerkt zal de radioloog een klein sneetje in de huid maken, zodat de holle biopsie naald makkelijker kan worden ingebracht. De biopsie naald wordt onder geleide van het
echoapparaat ingebracht. Doordat alleen de huid verdoofd kan worden en de nier niet, kan de biopsie een wat vervelend gevoel geven. Hevige pijn wordt eigenlijk niet gevoeld.
Om voldoende weefsel te verkrijgen voor het stellen van een
diagnose worden meestal via het insteekgaatje twee of drie biopsies verricht. De stukjes weggenomen weefsel worden in het
laboratorium onderzocht. Het wondje wordt verbonden met een steriel gaasje, waarna u terugdraait op uw rug. Hierdoor wordt het wondje dichtgedrukt. Soms wordt er van een zandzakje gebruik gemaakt om het wondje dicht te drukken. Hierna wordt u naar de afdeling teruggebracht.
De ingreep duurt ongeveer 30 minuten.
Na de ingreep
Na de ingreep is het belangrijk dat u tot nog tot 6 uur bedrust houdt. Dit om de kans op een eventuele nabloeding te verminderen. U kunt na het onderzoek, als de verdoving is uitgewerkt, wat pijn krijgen op de biopsie plaats. Dit is een normaal verschijnsel. Zo nodig kunt u in overleg met de dienstdoende arts iets tegen de pijn krijgen. Als de klachten toenemen of niet verminderen moet u dit melden aan de verpleegkundige of aan uw arts.
De eerste drie uur na de ingreep moet u plat op uw rug blijven liggen, eventueel met een zandzakje in de rug. U mag direct na het onderzoek weer drinken, mits u plat kan blijven liggen. Na drie uur, als het hoofdeind van het bed weer wat omhoog kan, mag u weer eten. na 6 uur bedrust mag u rustig weer uit bed komen.
Regelmatig zal op de afdeling uw bloeddruk gemeten worden en bloed- en urine onderzoek plaatsvinden om een eventuele complicatie zoals een nabloeding uit te sluiten.
De volgende ochtend mag u met ontslag als de uitslagen van bloed en urine goed zijn.
Wij adviseren u in de week na de ingreep geen zware dingen te tillen en niet te sporten. Dit om de nier tijd te geven te herstellen van de nierbiopsie. Na die week kunt u alles weer doen wat u gewend bent.
Complicaties
Complicaties zijn gelukkig zeldzaam, maar nooit uit te sluiten. Voorbeelden zijn nabloeding en wondinfectie.
Na de ingreep kan de huid rondom het biopsiegebied (tijdelijk) gevoelloos zijn. Vaak herstelt zich dit.
De uitslag
Bij het ontslag krijgt u een afspraak mee voor één à twee weken na de biopsie bij uw behandelend arts.
Vragen
Als u vragen heeft kunt u deze stellen aan uw behandelend arts of verpleegkundige van de afdeling.
Als u weer thuis bent kunt u bellen met poli interne geneeskunde van
maandag tot en met vrijdag
09.00 uur tot 12.00 uur en 14.00 uur tot 16.00 uur (0523) 276330