• No results found

Meisjes en jongens schrijven over techniek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Meisjes en jongens schrijven over techniek"

Copied!
50
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Meisjes en jongens schrijven over techniek

Citation for published version (APA):

Vries, de, M. J. (1986). Meisjes en jongens schrijven over techniek. (Natuurkunde en techniek; Vol. 8515). Technische Hogeschool Eindhoven.

Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1986

Document Version:

Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record

Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.

• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.

• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.

Link to publication

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:

www.tue.nl/taverne

Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us at:

openaccess@tue.nl

providing details and we will investigate your claim.

(2)

MEl S J ESE N JON G ENS

S C H R I J V E NOV E R

TEe H N I E K

M.J. de Vries

Project Natuurkunde en Techniek Vakgroep Didaktiek Natuurkunde Afdeling der Technische Natuurkunde Technische Hogeschool Eindhoven

(3)

ME I S J ESE N JON G E N"S S C H R I J V E NOV E R

TEe H N I E K

(4)

~EISJES EN JONGENS SCHRIJVEN OVERTECHNIEK

INHOUD Voorwoord 1. InleidIng

1.1 Het project Natuurkunde en Techniek 1.2 Attitude-onderzoek in het project N&T 1.3 Onderzoeksvragenbij het,deelonderzoek BIz. 2 2 3 5

2. Verwerking van de opstellen en lijst met onderwerpen en beroepen 8

2.1 Opzet van de verwerking 8

2_1.1 opstellen 8

2.1.2 lijst met onderwerpen en beroepen 2.2 Resultaten

2.2.1 opstellen

2.2.2 lijst met onderwerpen en beroepen

2.3 Validiteit en betrouwbaarheid van de resultaten

2.3. 1 val i d i te it

2.3.2 betrouwbaarheid

3. Verwerk i ng van de operlvr'aqen-l tj st 3.1 Opzet van de verwerking

3.1.1 meisjeS en techniek 3.1.2 natuurkunde en techniek 3.2 Resultaten 3.2.1 meisjes en techniek 3.2.2 natuQrkunde en techniek 3.3 Validiteit en betrouwbaarheid 3.3.1 validiteit 3.3.2 betrouwbaarheid 4. Conclusies

4.1 8egrippen. die leerlingen associeren met techniek 4.2 ~eisjes in de techniek ?

4.3 De relatie tussen natuurkunde en techniek Summary Samenvatting 8 9 9 10 12 12 12 13 13 13 13 14 ,14 14 15 15 15 16 16 17 18 19 20

(5)

Bijiagen

1. Samenvatting van IWat vind je van techniek ?I

2. Openvragenlijst

·3. Lijst metopderwerpen en beroepen

4. Opdrachten voar opstellen

5. Trefwoorden. groepen en clusters

6. Scores van de leerlingen op de groepen trefwoorden 7. Scores bij de lijst met onderwerpen en beroepen 8. Antwoorden op de vraag naar meisjes en techniek 9. Antwoorden op de vraag naar natuurkunde en techniek

BIz. 21 22 25 29 34 38 39 41 . 43 44

(6)

1

-VOORWOORD

Dit rapport is een vervolg op het rapport 'Wat vind je van techniek ?' (N&T 85-01; vereenvoudigde versie: 'Wat vinden meisjes en jongens van techniek ?', N&T 85-02).

In dat rapport wordt verslag gedaan van de resultaten van het attitude-onderzoek, dat in het kader van het project Natuurkunde en Techniek (N&T)

is gedaan om te bepalen wat het beeld van en de houding tegenover techniek van tweede klas leerlingen in het avo en vwo is. Daarbij is gebruik gemaakt van een vragenlijst met 78 items van het type Likert en aanvullende,

openvragen-lijsten en opstellen.

In het rapport 'Wat vind je van techniek' worden de openvragen-lijsten enopstellen gebruikt: (1) als illustratief materiaalbij de resultaten van de Likert-vragenlijst en (2) als een middel om de validiteit en betrouwbaarheid te bepalen.

De openvragen-lijsten en opstellen bevatten echter meer informatie. In dit rapport wordt daar een overzicht van gegeven.

Bij het samenstellen van dit rapport is gebruik gemaakt van het werk van J.H.J. van Wersch, die in het kader van zijn studie aan de NLO-Eindhoven (Afdeling .Wis- en Natuurkunde) een stage bij het project N&T heeft gedaan. Hij heeft zich daarbij in het bijzonder bezig gehouden met de

openvragen-lijsten en opstellen.

Bovendien was een vragenlijst afgenomen, waarbij leerlingen van een aantal onderwerpen en beroepen moesten aangeven inhoeverre ze vonden, dat die bij de techniek behoorden. Van de analyse van deze vragenlijst werd nog niet eerder verslag gedaan.

Tevens worden de resultaten van de lijst met onderwerpen en beroepen weergegeven.

Evenals bij de verwerking van de Likert-vragenlijst is bij de verwerking van de lijst met on~erwerpen en beroepen het toepassen van de computer-programma's verzorgd door R. Kieft van de Groep Onderwijsresearch van de Afdeling Wijsbegeerte en Maatschappijwetenschappen.

(7)

:2

-1. INLEIDIl'lG

In dit hoofdstuk geven we een overzicht van aktivlteiten binnen het project Natuurkunde en Techniek (N&T) en in het bijzonder van de attitude-meting die binnen het project is en wordt gedaan.

Vervolgens geven we de probleemstelling weer van het deelonderzoek. waarvan dit rapport het verslag varmt.

1.1 Het project ~atuurkunde en Techniek

Oe techniek speelt in onze samenleving een grote role De mani'er waarop wij wonen, werken, reizen, onze vrije tijd doorbrengen, onze economie, de politiek, de sociale verhoudingen zijn aIle sterk belnvloed door de techniek.

Van die grote invloed is in het onderwijs, in het bijzonder in het algemeen voortgezet en voorbereidend.wetenschappelijk onderwijs (avo en vwo) weinig terug te vinden. Dat is geen goede situatie.

Het onderwijs bereidt de leerlingen voor op hun latere functioneren in de samenleving. De techniek neemt in die sa.msr.leving een belangrijke plaats in. Daarom moeten al:-e i~etlingen in het onder,!ijs met de techniek worden geconfronteerd.

Er is een tweede expliciete reden om meer techniek in het onderwijs op te nemen. Veel beroepen zijn technisch van aard. Leerlingen maken al in een vroeg stadium van hun studie belangrijke keuzen, die mede bepalen of ze al dan niet een technische opleiding en een technisch beroep kunnen kiezen. Om die keuze verantwoord te laten verlopen zouden ze in het onderwijs met de techniek kennis moeten maken.

Het zou wenselijk zijn als er in het leerplan voor avo en vwo een apart yak techniek opgenomen zou worden. Over de invulling daarvan is echter nag weinig bekend. Op korte termijn is de invoering van zotn yak dus proble-matisch. WeI is het mogeIijk om op korte termijn meer aandacht te besteden aan de techniek in een bestaand vak. Gezien de aard van de techniek ligt het voor de hand om daarvoor het yak natuurkunde te kiezen. Techniek en natuurkunde zijn nauw met elkaar verweven.

Ervaringen bij techniek in de natuurkunde-lessen zijn bruibaar bij het bepalen van de invulling van een afzonderlijk yak ltechniekl

(8)

3

-In het project N&T is en wordt lesmateriaal ontwikkeld voor het yak natuurkunde. waarin de techniek een belangrijke plaats inneemt.

Oit lesmateriaal bestaat tot nu toe uit 4 Iespakketten met ais thema's:

Muziekinstrumenten maken (N&T 85-03). Electrische apparaten in huis (N&T 85-04), Communicatie (N&T 85-05) en Water in huis (N&T 85-06).

Bij het samenstellen van de lespakketten zijn twee vragen van belang:

1. wat is hetbeeld dat leerlingen van techniek hebben en wat is hun houding ertegenover. wanneer blijkt, dat dit beeld op sommige punten vertekend

is of hiaten vertoond, moet het lesmateriaal daar rekening mee houden; 2. wat houdt het begrip 'techniek' in. In het lesmateriaal moet een juist

beeld gegeven worden van de techniek.

Het antwoord op de eerste vraag is en wordt gezocht door een attitude-meting onder tweede klas leerlingen in het avo en vwo. In paragraaf 1.2 gaan we daar verder op in.

Het antwoord opJ de tweede vraag wordt gezocht door het laten beoordelen van een rapport over de inhoud en betekenis van het begrip 'technieki. dat na een uitgebreide literatuurstudie is samengesteld. door een aantal deskundigen op het gebied van de techniek en het technisch onderwijs. De lespakketten worden in de cursus '85/'86 op scholen gebruikt en daarna geevalueerd.

Na revisie van het lesmateriaal zal onderzocht worden inhoeverre ze oijdragen tot een beter beeld van de techniek bij leerlingen.

1.2 Attitude-onderzoek in het project N&T

In het project Natuurkunde en Techniek (N&T) wordt onderzoek gedaan naar de plaats van de techniek in het onderwijs, in het bijzonder in het natuur-kunde-onderwijs in het avo en vwo.

In het ka~er van dit project wordt onderzoek gedaan naar het beeld van en de houding tegenover techniek van tweede klas leerlingen in het avo en vwo. Van een belangrijk deel van dat onderzoek is verslag gedaan in het rapport

tWat vind je van techniek ?' Een samenvatting daarvan is opgenomen in 8 ij lage 1.

(9)

4

-Uit het onderzoek blijkt, dat leerlingen een onduidelijk en op sommige punten vertekend beeld van techniek hebben. V~~r meisjes geldt dit in nog sterkere mate dan voor jongens.

Het onderzoek is uitgevoerd met als voornaamste instrument een vragen-lijst met 78 items van het type Likert. Leerlingen moeten daarbij kiezen uit reeds geformuleerde antwoorden.

Een andere manier om de attitude te onderzoeken is het voorleggen van open vragen aan de leerlingen, waarbij zij zelf een antwoord moeten formuleren. Het voordeel van die opzet ais aanvulling op de gesloten vragenlijst is, dat dan te zien is welke zaken door leerlingen zelf worden aangedragen ais het gaat om het begrip 'techniek ' .

Een lijst met open vragen is gebruikt in het vooronderzoek van het atti tude-onderzoek met de Likert-vr'agenl ij st. Di t is gedaan om uitspraken van leerlingen te verzamelen, die de basis vormen van de items van deze vragenlijst.

Na het afnemen van de Likert-vragenIijst zijn enkele aanvullende vragenlijsten opgesteld en afgenomen:

- een lijst met 4 open vragen over het begrip 'techniek', meisjes en techniek. techniek en creativiteit en techniek en natuurkunde (zie bij lage 2),

- een lijst met 36 onderwerpen en 26 beroepen. waarbij de leerlingen moesten aangeven inhoeverre zij vonden dat die bij de techniek horen

(zie bijlage 3). Daarbijwerd ook gevraagd om voorbeelden te geven. die de keuze verduidelijken,

- 4 opdrachten voor Korte opstellen (zie bijlage 4).

Deze aanvullende vragenlijsten zijn gebruikt (1) als illustratief materiaal bij het onderzoek met de Likert-vragenlijst en (2) ais een middel om de validiteit en betrouwbaarheid van de resultaten van dit onderzoek vast te stellen.

Oaarmee is de informatie, die deze lijsten bleden echter nlet uitgeput. In de volgende paragraaf wordt beschreven hoe in een aanvullend

(10)

5

-1.3 Onderzoeksvragen bij het deelonderzoek

Bij het deelonderzoek, dat hier verslagen wordt. gaat het om drie vragen. In deze paragraaf bespreken we de achergrond van die vragen en de

formulering ervan. Tevens wordt aangegeven met welk onderzoeks-instrument de beantwoording van de vragen gezocht wordt.

1. Reeds bij de interviews, die gehouden werden in de pilot-fase van het onderzoek kregen we de indruk, dat leerlingen, wanneer hen gevraagd wordt wat ze denken bij het woord 'techniek' vrijwel uitsluitend

den ken aan machines en apparaten. Ook bij de in de pilot-fase afgenomen openvragen-lijst bleek dit.

Omdat het hier echter slechts om Kleine aantallen leerlingen gaat {12 leerlingen, die zijn gernt~rviewd en 48 leerlingen. die de open-vragenlijst invulden)kunnen hieruit geen verantwoorde conclusies getrokken worden.

riet is van belang voor de vraag naar het beeld van techniek bij leerlingen om nader te onderzoeken of de veronderstelling, dat de meeste leerlingen het begrip 'techniek' allereerst associeren met machines en apparaten juist is. Oat zou immers de conclusie, die in het hoofdonderzoek

(zie bijlage 1) is getrokken, dat leerlingen een smal en vertekend beeld van techniek hebben, in belangrijke mate versterken.

We stellen dus als onderzoeksvraag:

welke woorden associeren leerlingen met het begrip 'techniek' ?

Om dit na te gaan wordt in de opstellen bekeken welke woorden en begrippen het meest voorkomen als de leerlingen gevraagd wordt am iets over de

techniek te schrijven. Als tweede onderzoeksinstrument dient de Iijst met onderwerpen en beroepen. Daaruit is op te maken welke begrippen door de leerlingen in meer of mindere mate met techniek geassocieerd worden.

(11)

6

-2. Uit het hoofdonderzoek (zie bijiage 1) is gebleken, dat zowel meisjes ais jongens meisjes geschikt achten voor techniek. Dat geldt voor meisjes sterker dan voor jongens. Nu kiezen in de praktijk toch zeer weinig meisjes voor een technische opleiding. Er spelen bij die keuze uiteraard meer

factoren dan aIleen het al of niet geschikt zijn voor techniek. Die andere factoren kunnen verklaren waaromzo weinig meisjes voor een technische opleiding kiezen.

Toch ,wordt de vraag of meisjes geschikt zijn voor techniek weI zeer nadrukkelijk door de leeriingen met Ijal beantwoord. Men kan zich

afvragen inhoeverre dit antwoord doordacht is of slechts oppervlakkig gegeven.

Onze tweede vraag is:

om welke redenen vinden leerlingen meisjes geschikt voor techniek ? In de openvragen-lijst is een vraag opgenomen. waarin gevraagd wordt of, en zo ja, waarom, ~e lerlingen vinden dat meisjes geschikt zijn voor techniek (zie bijlage 2). Uit de antwoorden op deze vraag kan opgemaakt worden om welke redenen leerlingen meisjes geschikt vinden voor techniek, zo zij die redenen al aan kunnen geven.

3. In de Likert-vragenlijst, diebij het hoofdonderzoek is gebruikt, komt een item voor over de relatie tussen natuurkunde en techniek. Het luidt: 'Technie:< is niets (lnders dantoegepaste natuurkunde. '

Uit de antwoorden van de leerlingen bleek, dat ze met deze vraag moeite hadden. De spreiding in de antwoorden is erg groat en veel leerlingen kozen voor de mogelijkheid Iweet niet'. Dat wijst erop, dat de relatie tussen natuurkunde en techniek voor hen niet duidelijk is.

Daarom stellen we ais derde onderzoeksvraag:

hoe zien leerlingen de reiatie tussen natuurkunde en techniek ?

Om dat na te gaan onderzoeken we de antwoorden van de leerlingen op vraag 4 van de openvragen-lijst (zie bijlage 2).

(12)

7

-We vatten het bovenstaande samen en komen tot de formulering van drie onderzoeksvragen (zietabel 1):

Tabel 1. Onderzoeksvragen in -instrumenten

Vraag Instrument

1. Welke woorden associ~ren opstellen. Iijst met onderwerpen en leerlingen met techniek ? beroepen

2. Om welke redenen vinden leerlingen openvragen-lijst, vraag 3 meisjes geschikt voor techniek ?

3. Hoe zien leerlingen de relatie openvragen-lijst, vraag 4 natuurkunde-techniek ?

(13)

8

-2. VERWERKING VAN DE OPSTELLEN EN LIJST MET ONDERWERPEN EN BEROEPEN

2.1 Opzet van de verwerking

De onderzoeksvraag, die bij de verwerking van de opstellen en lijst met onderwerpen en beroepen centraal staat is:

welke woorden associeren leerlingen met het begrip 'techniek' ?

We splitsen de beschrijving van de verwerking in tweede delen: de verwerking van de opstellen (par. 2.1.1) en die van de lijst met onderwerpen en be-roepen ( 2. 1 .2) .

~:l:L~e~~~!!~Q

Oe opstellen zlJn als voIgt verwerkt:

- eerst zijn aIle 88 opstellen globaal doorgelezen am een algemene indruk. te krijgen van de inhoud;

- daarna zijn de opstellen opnieuw doorgenomen, maar nu zijn bij elk opstel trefwoorden genoteerd, die de inhoud weergeven,

- vervolgens zijn aIle genoteerde trefwoorden gegroepeerd,

- de opstellen worden opnieuw doorgenomen, waarbij geturfd wordt op het voor-komen van trefwoorden van elke groep,

- van elke leerling worden aIle turfjes per groep opgeteld.

Oaarna kan voor een bepaalde groep leerlingen (bijvoorbeeld: aIle meisjes) het totale aantal turfjes bij een groep bepaald worden,

tenslotte worden i.v.m. de interpretatie van de scores de groepen in enkele clusters van groepen ingedeeld.

Een overzicht van de trefwoorden, groepen en clusters van groepen staat in bij lage 5.

De scores van de leerlingen per groep staan in bijlage 6.

~:!:~_!il~~_~~~_~Qg~r~~re~Q_~Q_~~r~~e~Q

De lijst met onderwerpen en beroepen is als voIgt verwerkt:

- allereerst is van de totale groep leerlingen (421 leerlingen) de verdeling

over de 5 keuze-mogelijkheden berekend met bestaande SPSS-programma's (programma FKEQUENTIESm2t aIle STATISTICS),

(14)

2.2 Resultaten

~=.~=.!_2eg~l!~~

De scores van de leeriingen kunnen per groep opgeteld worden. In bijlage 7 is het resuitaat van deze optelling te zien. Er wordt apart opgeteld voor meisjes en jongens en voor mavo- en havo/vwo-leerlingen.

Op grond van de resulaten concluderen we het volgende:

- van aIle leerlingen associeert ongeveer 60 % techniek met iets electrisch; - van aile leerlingen associeert ongeveer 50 % techniek met vervoer;

- van aIle Ieerlingen associeert ongeveer 40 % techniek met apparaten; - van aIle leerlingen associeert ongeveer 30 % techniek met repareren; - van aIle leerlingen associeert ongeveer 30 % techniek met de computer; - van aIle leerlingen wil 30 % meer techniek op school krijgen;

- van aIle leerlingen ziet ongeveer 20 % positieve gevolgen van techniek; - ongeveer 20 % van de leerlingen vindt techniek leuk of interessant. Wat de verschillen tussen meisjes en jongens betreft zien we het volgende:

jongens associeren techniek vaker met electriciteit dan meisjes; - meer jongens dan meisjes vinden techniek belangrijk;

- minder meisjes dan jongens vinden techniek interessant; - meer meisjes dan jongens associeren techniek met apparaten; - meer meisjes dan jongens associeren techniek met.repareren;

- ongeveer een derde van de meisjes vindt techniek saai, en geen enkele jongen vindt dat;

- meer meisjes dan jongens zeggen dat techniek moeilijk is;

- ongeveer 13

&

van de meisjes zegt niet te weten wat techniek inhoudt. geen enkele jongen beweert dat.

Over de verschillen mavo-havo/vwo het volgende:

- meer mavo- dan havo/vwo-Ieeriingen associeren techniek met electriciteit; - meer mavo- dan havo-vwo-leerlingen associeren techniek met de computer; - meer havo/vwo- dan mavo-Ieerlingen associeren techniek met vervoer;

- meer mavo- dan havoivwo-leerlingen willen meer techniek ap school krijgen; - meer mavo- dan havo/vwo-leerlingen vinden techniek belangrijk;

- meer mavo- dan havo/vwo-leerlingen zien positieve gevolgen van techniek; - meer mavo- dan havo/vwo-leerlingen associeren techniek met apparaten; - meer mayo-dan havo-vwo-leerlingen associeren techniek met repareren.

(15)

I 10

-~:.g:.f_h!.i§~_I!:~L~~2~r~~re~Q_~~_Q~r~~e~Q

Van de items van de lijst met onderwerpen en beroepen .zijn de scores van aIle leerlingen berekend. revens is per item het gerniddelde en de standaarddeviatie berekend. De resultaten van deze berekeningen zijn te vinden in bijlage 7.

Uit de resultaten blijkt. dat vooral onderwerpen, die met electriciteit

.

. te maken hebben (electriciteitscentrale, TV, electrische schakeling, radio, koeikast, diaprojector, digitaal horlnge) door leerlingen sterk met techniek worden geassocieerd, en ook de computer.

Opvallend is, hoe weinig praktisch-technische vaardigheden als timmeren, figuurzagen en een fletsband reparerenvoor het besef vah leerlingen

'technischl zijn. Ook eenvoudige technische producten ais een plastic bekertje en een pollepel horen nauwelijks bij techniek volgensde

(16)

11

-!Q~!~~~~!Qg~Q_~!l_~~_~Q~~QQ~~~Q

In de lijst met onderwerpen en beroepen is ruimte gegeverr voor de Ieeriingen om hun keuzen toe te lichten.

De opmerkingen. die de leerlingen daar hebben geschreven leveren weinig nieuwe informatie op.

Enkele opmerkingen hiefover:

-de meeste toelichtingen bevatten aIleen een apparaat of machine dat bij het beroep betrokkenis. Opnieuw bIijkt dat de leerlingen techniek sterk koppelen aan apparaten en machines,

, '

- de genoemde apparaten en machines zijn in de meeste gevallen electrisch, - dooreen aantal Ieertingen wordt I repareren I al s toe.I i chti ng genoemd,

- ook de computer wordt herhaaldelijk genoemd:

- een aantal leerlingen hanteert een onbedoeid begrip 'techniek'. namelijk Ide manier waarop je iets doet'. Oit blijkt uit toelichtingen als:

;je moet er een bepaaide techniek voor hebben' en: Ije moet er veel van weten I .

- aIleen bij het beroep van architekt wordt een enkele maal als toelichting het woord ~ontwerpenl gebruikt. Verder komt het niet v~~r. Hieruit blijkt weer. dat de rol van het ontwerpen vrijwel ontbreekt in het beeld. dat de

leerlingen van techniek hebben,

- soms wordt techniek 'modern ' , 'moeilijk ' of 'ingewikkeld ' genoemd.

- Bij het beroep van natuurkunde-leraar wordt vaak als toelichting gegeven, dat hij les geeftin detechniek. De relatie tussen natuurkunde en techniek

is biijkbaar niet duidelijk. zoals ook te zien is bij vraag 4 van de open-vragenIijst (zie 3.2.2).

(17)

·12

-2.3 Validiteit en betrouwbaarheid van de resultaten

In deze paragraaf wordt besproken inhoeverre de resultaten voldoen aan de eisen van validiteiten betrouwbaarheld.

2.3.1 validiteit

Over de validiteit van de verwerking van de opstellen is statistisch gezien geen informatie.omdat het hier slechts am geringe aantal1en gaat.

Omdat de opstellen tamelijk. uitputtend zijn ~erwerkt-(van elk opstel zijn zo veel mogelijk trefwoorden genoteerd) nemen we aan. dat de

resultaten de inhoud goed weergeven. De resultaten worden inhoudsvalide verondersteld.

2.3;2 betrouwbaarheid

De betrouwbaarheid van de resultaten bij de opstellen blijkt uit de overeenkomst van veel resultaten met het eerder gehouden onderzoek met de Likert-vragenlijst.

(18)

13

-3. VERWERKING VAN DE OPENVRAGEN-LIJST 3.1 Opzet van de verwerking

De onderzoeksvragen. diebij de verwerking van de openvragen-lijst beantwoord worden zijn:

am welke redenen vinden leerlingen meisjes geschikt voor techniek en

hoe zien leerlingen de relatie tussen natuurkunde en techniek ? We splitsen de bespreking van de verwerking in twee delen: de

beantwoording van de eerste vraag (meisjes en techniek) en de beantwoording van de tweede vraag (natuurkunde en techniek).

~~l~!_~~!~l~~_~~_!~S~~!~~

De verwerking van vraag 3 van de openvragen-lijst, die gaat over de mogelijkheden voor meisjes in de techniek, is ais voIgt verlopen: - eerst zijn aIle antwoorden (in totaal 250 antwoorden) globaal

door-gelezen am een indruk van de inhoud te krijgen;

vervolgens zijn de' antwoorden opnieuw doorgenomen, maar nu zijn de antwoorden met enkele trefwoorden genoteerd;

antwoorden, die veel gelijkenis met elkaar vertoonden zijn bij elkaar gevoegd. Dit is zowel gedaan voor antwoorden, die aangeven, dat meisjes wei ais niet voor techniek geschikt zijn.

3.1.2 natuurkunde en techniek

De verwerking van vraag 4 van de openvragen-lijst, die gaat over de relatie tussen natuurkunde en techniek, is ais voigt verlopen:

- eerst zijn aIle antwoorden (in totaal 250) globaal doorgelezen am een indruk van de inhoud te krijgen;

vervolgens zijn de opstellen opnieuw doorgenomen, maar nu zijn de antwoorden met enkele trefwoorden genoteerd;

- de antwoorden zijn ingedeeld in 8 categorieen van antwoorden: 1. natuurkunde heeft te maken met proeven doen en techniek niet, 2. natuurkunde heeft te maken met theorie en techniek met praktijk, 3. natuurkunde heeft te maken met de natuur en techniek met apparaten, 4. waardeoordelen (natuurkunde is niets aan, techniek is wei aardig), 5. techniek is toegepaste natuurkunde,

6. weI verschil, maar geen motivering van het antwoord, 7. er is geen verschil tussen natuurkunde en techniek, 8. geen uitspraak.

(19)

14

-3.2 Resultaten

3.2.1 meisjes en techniek.

---~---In bijlage 9 zijn de resultaten in tatelvorm weergegeven.

De eerste tabel geeft de aantallen leerlingen. diegeantwoord nab ben , dat meisjes weI, resp. niet geschikt zijn voor techniek.

Tevens i.s vermeld hoeveel van die leerlingen een voorbeeld hebben gegeven am hun antwoord toe te lichten (wat in de vragenlijst ook werd gevraagd).

In de tweede tabel zijn de toelichtingen van de leerlingen bij hun antwoord.genoteerd met enkele trefwoorden en in groepen ingedeeld, gezet.

Er vallen enkele zaken op:

- slechts weinig leerlingen hebben bij hun antwoord een toelichting gegeven;

- van de gegeven toelichtingen zijn er veel eerdei eenbeklemtoning van het antwoord dan een echte toelichting of een voorbeeld. 3.2.2 natuurkunde en techniek

In bijlage 10 zijn de resultaten in tabelvorrn weergegeven.

Tabel 1 geeft een overzicht van de aantallen leerlingen, die in de 8 categorleen zijn ingedeeld.

In tabel 2 tim 5 zijn van de categorleen 1 tim 4 antwoorden van de leerlingen, genoteerd in enkele trefwoorden. als voorbeeld opgenomen. Opvallend aan de antwoorden is, dat:

- de categorieen 1 tim 3 een onjuist verschil aangeven;

- categorie 4 eigenIijk niet de relatie tussen natuurkunde en techniek aangeeft, maar aIleen het verschil in beleving van die beide door de leerlingen;

- categorie 5 slechts een kant van de relatie natuurkunde-techniek aangeeft;

- uit de categorieen 6 tim 8 nauwelijks valt af te Ieiden hoe de leerling de relatie natuurkunde-techniek ziet.

(20)

-

15-3.3 Validiteit en betrouwbaarheid

In deze paragraaf gaan we kort na inhoeverre de tesultaten valide en betrouwbaar geacht mogen worden.

3.3.1 validiteit

De validiteit van de resultaten bij vraag 3 en 4 van de openvragen-lijst (de vragen 1 en 2 waren hier niet d.an de orde) mag worden verondersteld op grond vanhetfeit, d.at zeer weinig leerl ingen bij vraag 1 een

verkeerd begrip techniek hanteerden (Ide manierwaarop je iets doet ' ). Oe leerlihgen hebben dus over het bedoelde begrip techniek geschreven. 3.3.2 betrouwbaarheld

Vanwege de bvereenkomst van de resulaten met de resultaten bij de Likert-vragenlij st nemen we aan dat de resulaten voldoende betrouwbaar zijn. Er zijn bij de indeling van de antwoorden in categorieen zo·

veel categorieen gekozen, dat elk antwoord eenduidig kon worden ingedeeld in een categorie. Herhaling van de meting zou dus hoogstwaarschijnlijk dezelfde·resultaten geven.

(21)

16

-4. CONCLUSIES

In dit hoofdstuk worden de conclusies m~b.t. de drie gestelde vragen (zie par. 1.3) getrokken. Oaarbij wordt telkens betrokken wat al in een eerder stadium van het onderzoek (zie het rapport 'Wat vind je van techniek ?I) gevonden was. Veel van de daar getrokken conclusies worden versterkt door de resultaten van de opstellen, openvragen-lijst en lijst met onderwerpen en beroepen.

4.1 Begrippen, die leerlingen associeren met techniek

Uit de resultaten blijkt. dat de meeste leerlingen een zeer beperkt beeld hebben van de techniek. Techniek wordt vrijwel altijd gerelateerd aan apparaten en machines, terwijl het ontwerpen en construeren daarvan zelden of nooit in de reacties van de leerlingen voorkomen. Tevens blijkt, dat veel leerlingen bij techniek voornamelijk aan electrische apparaten denken. Eenvoudige voorwerpen ais een plastic bekertje of een pol1epel, technische producten, worden nauwelijks met techniek verbonden door de leerlingen.

Oit bevestigt eerdere conclusies n.a.v. het onderzoek met de Likert-vragenlijst. Op page 42 van het rapport 'Wat vind je van techniek ?'

lezen we:

Ileerlingen zijn zich niet bewust van het belang van creativiteit in de techniek en van het feit, dat het ontwerpen van een apparaat een wezenlijk deel van de techniek is. 1

Een opmerkelijk verschil met eerdere conclusies is, dat in het rapport 'Wat vind je van techniek ?' bleek, dat leerlingen zeggen, dat techniek niet beperkt is tot electriciteit of computers, terwijl uit de opstellen blijkt, dat ze vrijwel aIleen deze onderwerpen noemen als hen gevraagd wordt iets over techniek te schrijven. Oit heeft te maken met de manier, waarop de leerlingen moeten antwQorden: bij de Likert-vragenlijst worden ze gedwongen zich rekenschap af te leggen van het al of niet beperkt zijn van techniek tot electriciteit of computers; bij de opstel1en hoeven ze die rekenschap niet zo bewust af te leggen. Blijkbaar realiseren de

leerlingen zich de verscheidenheid van de techniek pas, wanneer ze daar (direct of indirect) op gewezen worden.

Van de meeste beroepen weten de leerlingen niet goed inhoeverre ze met techniek te maken hebben. Bij de Likert-vragenlijst bleek, dat de leerlingen niet goed weten of ze weI of ni"et een technisch beroep willen kiezen (IWat vind je van techniek ?I, page 42). Nu blijkt, dat ze ook niet goed weten inhoeverre een bepaald beroep technisch is.

(22)

17

-Evenals bij de Likert-vragenlijst is oak hier gekeken naar de eventuele verschillen tussen meisjes en jongens en tussen mavo- en

havo/vwo-leer-lingen.

Oak nu blijken er belangrijke verschillen tussen jongens en meisjes te zijn. In par. 2.2 gaven we daarvan een opsomming.

Opnieuw blijkt, dat meisjes techniek minder interes~ant vinden dan jongens en er minder het belang van inzien. Meisjes zijn eerder geneigd am techniek ais moeilijk te beoordelen.

Tussen mavo- en havo/vwo-leerlingen zIJn eveneen£ verschillen. Enkele conclusies bij de Likert-vragenlijst (zie IWat vind je van techniek ?I, page 45) worden bevestigd:

- mavo-leerlingen hebben een beperkter beeld van techniek (beperkt tot electriciteit of computers),

- mavo-leerlingen ziet meer het belang van de techniek.

Op grand van de resultaten, te vlnden in par. 2.2 concluderen we, dat mavo-leerlingen een minder breed beeld van techniek hebben, maar meer het belang ervan inzlen.

4.2 Meisjes in de techniek ?

8ij de Likert-vragenlijst bleek, dat zowel meisjes ais jongens vlnden, dat meisjes oak geschikt van zljn voor techniek, evenals jongens (zie

IWat vind je van techniek ?I, page 41). Oit wordt bevestigd door de openvragen-lijst.

Op zich is deze conclusie een nadere beschouwing waard, want slechts weinig meisjes kiezen voor een technische opleiding. Het is de vraag of in de positieve reactie van leerlingen op de vraag naar geschiktheid van melsjes voor techniek niet iets van sociale wenselijkheld zit. Uit de antwoorden bij de openvragen-lijst blijkt. dat de leerlingen nauwelijks in staat zljn am hun positieve reactie te verduidelijken of te beargumenteren. Oit wekt de indruk, dat leerlingen zich min of meer verplicht vo~len te antwoorden, dat meisjes geschlkt zljn voor

techniek. ~aar vanwege het niet geheel spontane karakter van hun antwoord zijn ze niet in staat het te beargumenteren.

(23)

18

-4.3 De relatie tussen natuurkunde en techniek

Uit de resultaten blijkt. dat de relatie tussen natuurkunde en techniek voor de Ieerlingen onduidelijk is. De verschillen. die ze aangeven zijn" maar zeer ten dele correct. Voor een groat aantal leerlingen is natuurkunde en techniek hetzelfde. Er is daarbij weinig verschil tussen meisjes en jongens en tussen mavo-en havo/vwo-leerlingen.

In de Likert-vragenlijst is een item opgenomen over de relatie natuurkunde en techniek. Het luidt: 'Techniek is niets anders dan toegepaste natuurkunde'. Uit de grate spreiding in de antwoorden en het grote aantal leerlingen.

dat koos voor het alternatlef 'weet niet' bleek dat de leerlingen met dit item niet goed raad wisten. De resultaten van de openvragen-lijst bevestigen dat.

(24)

19

-SUi.,MARY

In the project Physics and Technology research and development-work is done with respect to the position of technology in education. and particularly physics education in general secondary and pre-university education (ages 12-18) •

In the scope of this project the concept of and the attitude towards technology of pupils in the second year of general secondary and pre-university education is investigated. This investigation has been reported in 'What do you think of technology?'

In addition to this investigation pupils were asked to answer a list with several open-ended questions, others were asked to write a brief essay on technology and of several subjects and professions was asked to what extent pupils thought these were part of technology.

The essays have been processed by taking down a number of catchwords of each essay and arranging the catchwords of all essays in groups.

Subsequently for each group it has been contemplated how often pupils mentioned something of this group in their essays.

The list of subjects and professions has been processed with the SPSS computer programs. Means and standard deviations of the items have been calculated.

The open questions have been processed by arranging the answers in a number of categories. Then it has been determined how many pupils gave an answer that comes into one of the categories.

The results are:

- technology is closely related to pieces of equipment and machines. And

what is. more, it often concerns even only electrical equipment and machines. - of many professions pupils do not know whether they do or do nat involve

technology,

- pupils think that girls are able to deal with technology, but they cannot provide arguments and exampl.es to support their:opinion,

- the relationship between physics and technology is not clear to the pupils. If they are able to indicate a difference it is usually wrong,

- girls are less interested in technology than boys and they often consider technology to be more difficult.

Some of the conclusions of earlier research (reported in N&T 85-01) were confirmed. Some of the earlier conclusions were addioned and explicated.

(25)

20

-SA~E~VATTING

In het project Natuurkunde en Techniek wordt onderzoeks- en ontwikkelings-werk gedaan m.b.t. de plaats van de techniek in het onderwijs. en in het bijzonder in het natuurkunde-onderwijs in het algemeen voortgezet en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (avo en vwo).

In het Kader van dit project is het beeld en de houding van tweede klas leerlingen in het avo en vwo t.a.v. techniek onderzocht. Van dit onderzoek is verslag gedaan in het rapport 'Wat vind je van techniek ?'

. In aanvulling op dit onderzoek zijn enige openvragen-lijsten afgenomen, is aan een aantal leerlingen gevraagd een kort opstel over techniek te schrijven en is van enige onderwerpen en beroepen gevraagd inhoeverre

leerlingen vonden. dat die bij de techniek behoorden.

De opstellen zijn verwerkt door van elk opstel een aantal trefwoorden te noteren en de trefwoorden van aIle opstellen in te delen in groepen. Per groep is vervolgens bekeken hoe vaak leerlingen in hun opstel iets uit die groep noemden.

De lijst met onderwerpen en beroepen is met de computer-programma's van het S?SS ve~erkt. Gemiddelden en standaard-deviaties bij de items zijn berekend.

Oe open vragen zijn verwerkt door de antwoorden in te delen in enkele categorieen. Vervolgens is bepaald hoeveel leerlingen een antwoord gaven. dat in een categorie valt.

De resultaten zijn:

- techniek wordt sterk gerelateerd aan apparaten en machines. Vaak gaat het bovendien nog om electrische apparaten en machines,

- van veel beroepen weten leerlingen niet of ze weI of niet met techniek te maken hebben,

!eerlingen vinden dat meisjes geschikt zijn voor techniek, maar kunnen hiervoor geen argumenten en voorbeeldengeven.

- de relatie tussennatuurkunde en techniek is voor de leerlingen niet

duidelijk. Als ze een verschil kunnen aangeven is dit meestal nlet juist~

- meisjes zijn minder geInteresseerd in techniek dan jongens en vinden techniek vaak moeilijker,

- mavo-leerlingen hebben een beperkter beeld van techniek dan havo/vwo-leerlingen, maar zien meer het belang van techniek.

(26)

- 21- .

LITERATUUR

Het rapport 'jvjeisjes en jongens schrijven over techniek I is een aanvu.llend rapport bij IWat vind je van techniek ? I . Voor literatuur verwijzen we

naar de aIdaar gegeven Iiteratuuropgave. In aanvulling daarop vermeiden we nag:

Wersch, J.H.J. van, Wat verstaan meisjes en jongens onder techniek ? ten onderzoek onder tweede klas leerlingen AVO/VWO met behulp van open vragenlijsten en opstellen~ Eindhoven 1985.

(27)

·22

-BIJLAGE 1. Samenvatting van 'Wat vind je van techniek ?'

Samenvatting

Deze publicat.ie bevat het verslag vaneen attitudeonderzoek dat ver-ri cht is in het kader van het project Natuurkunde . en Techniek. In dit project wordt aandacht besteed aan de ~laatsvan de techniek in het . (natuurkunde-) onderwijs.

Het doel van hetattitude-onderzoek was het beantwoorden van de vraag: .

Wel.k bedd hebben :t.we.ede.kl.(1I.J £.eeJLt.i.ngen ht het a.vo en vwo \1M .tec.hni.ek

. en wa.t i.A hu.n. hou.di.ng eJr;tegenove/l..

In een vooronderzoek zijn interviews en open-vragenlijsten afgenomen

am kennis te maken met het denken en spreken van leerlingen over techniek. Opgrond van de uitspraken van de ]eerlingenin dit vooronderzoek zijn 82 items over techniek geformuleerd, die samen een attitudelijst van het type Likert vormen. Dele proefversie is afgenomen aan248 leerlingen en vervolgens statistisch geanalyseerd. Uitde analyse bleek dat de items in een 'aantal goed, te identificeren factoren in te delen waren . . Door een aantalminder goede items te schrappen en een aantal nieuwe

items teformuleren is een (vo0r:-lopig) definitieve versievan de attitude-.1ijst opgesteld. Deze versieis door ruim 2.600 mavo-, havo- en

vwo-leerlingen ingevuld.

Van alle items zijn de gemiddelde scores van de totale groep leerlingen met de standaarddeviatie berekend.

(28)

De factor-analyse leverde 20 factoren op waarvan 14 goed te iden-tificeren zijn. Met de eerste.7 factoren kan ruim 75 % van de

variantie worden verklaard. De homogeniteit van clusters items, die bij elk van de factoren horen is redelijk.

Van elke leerling zijn de scores op .e1.k van de factQren berekend. Vervolgens zijn de gemiddelden van meisjes en jongens, van mavo- en havo-vwo-leerlingen en van leerlingen met technische enniet-technische ouders met elkaar vergeleken. De verschil1en zijn getoetst op signi-ficantie (t-test, 2-zijdig, overschrijdingskans 5 %).

Uit de ne6ultaten zijn de volgende conclusies getrokken:

- jongens zijn tamelijk geinteresseerd in techniek, meisjes minder, -.meisjes en jongens vinden dat meisjes geschikt zijn voor techniek;

meisjes vinden dat meer dan jongens,

- leerlingen beseffen dat er een verscheidenheid aan onderwerpen bij techniek hoort; jongens beseffen dat meer dan meisjes en havo-vwo-leerlingen meer dan mavo-havo-vwo-leerlingen,

- leerlingen vinden techniek een belangrijk onderwerp;

jongens vinden dat meer dan meisjes en mavo-leerlingen meer dan havo-vwo-leer1ingen, leerlingen met een technische vader en/of moeder vinden datmeer dan andere leerlingen,

- leerlingen zijn niet zo bekend met tecnnische apparaten;

meisjes minder dan jongens en havo-vwo-leerlingen mintier dan mavo-leerlingen; leerlingen met een technische vader en/of moeder zijn er meer bekend mee dan andere leerlingen,

- leerlingen zien over het algemeen nauwelijks het facet van creati-viteiten en van ontwerpen in de techniek,

- leerlingen vinden, dat ze op school weinig over techniek horen, - leerlingen vinden het moeilijk am te zeggen of ze een technisch

beroep zouden willen hebben,

- leerlingen vinden techniek niet erg moeilijk; leerlingen met een technische vader en/of moeder vinden dat sterker dan andere leer-1 i ngen,

- het ;s voor leerl;ngen moeilijk am een omschrijving te geven van wat techniek inhoudt; de relatie tussen de natuurkunde en de techniek is voor!leerlingen nlet duidelijk.

(29)

...

24

-Het lijkt zinvol dit cm.deJtZ.oek uU:. te bJtudeY/. tot alle 13-jarigen, dus ook in het beroepsonderwijs, en tot hogere leerjaren.

Voor het kunn~n doen van -<itteJtna.tiana1..e veJtgeiJ.jkJ..Y/.gen zi5n reeds contacten gelegd .

Uit de conclusies vo]gen enkele a.a.Y/.beveiJ.ngen:

- geef aan alle leerlingenin het avo en vwo enig onde""/ijs in techniek; op. korte tennijn kan dit in het kader van de natuurkunde-lessen, op langere tennijn istechniek als apart yak gewenst,·

- geef daarbij speciale aandacht aan de aantrekkelijkheid van dit onderwijsvoor meisjes,

- maak de relatienatuurkunde-techniek Yoorleerlingen duideli3k, - laat de plaats van creatief ontwerpen in de techniek nadrukke'lijk

zien,

- maak de leerlingen meer bekend met eenvoudige technische (huishoude-lijke) apparaten,

- geef leerlingen infonnatie over technisthe beroepen,

- zorg bij het vak techniek voor voldoende differentiatiemogelijkheden, - de voorlichting yanuit het technisch onderwijs dient aandacht te

geven aan: de mogelijkheid voor meisjes in dat onderwijs, de relatie natuurkunde (natuurwetenschappen)-techniek, en aan techniek als proces van creatief ontwerpen,

- binnen lerareooplejdingen nat~rkunde (natuurwetensch~ppen) moet aan techniek aandacht besteed worden,

(30)

0, 25 -BIJLAGE 2. Openvragen-lijst LEE R LI N G E N -V RAG E N l I J S T over TEe H N I E K

Projekt IINatuurkunde en Technieku en MENT-projekt

Technische Hogeschool Eindhoven

Afdeling Technische Natuurkunde, vakgroep Didaktiek Natuurkunde december 1984/januari 1985.

(31)

26

-In de krant lees ,je vaak over techniek en technologie. Ook on de T.V. wordt er aandacht aan besteed.

Het woord techniek heeft een aantal betekenissen. Een daarvan is: !Ide manier waarop je iets doet", bijvoorbeel d: de techniek van het pianospelen, ~f: een goede voetbaltechniek. Die betekenis bedoelen we in deze vragenlijst niet.

In onze orojekten doen we onderzoek naar wat leerlinQen vinden van techniek. Daarom vragen we jou deze lijst in te vu11en.

Het gaat bij elke vraag am wat jij vindt van techniek. Geef dus tel kens . .

-jouw mening als antwoord.

Beantwoord nooit een vraaq met alleen maar "jail of "nee". Geef er a1 tijd een paar voorbeel den bij of zet er bij waarom je met "jall

of IInee" antwoordt.

~ou je vooraf de volgende vragen willen beantwoorden ?

Je naam hoef je niet in te vullen, want deresultaten worden anoniem verwerkt. Het is wel belangrijk dat je alle vragen, die hieronder staan, beantwoordt.

Geslacht (jongen of meisje) Je leeftijd

Je klas (2 mayo, 2 havo, 2 ¥wo of combinatie 2 havo/vwo)

Naam van je school

Gesteld, dat je vader (of verzorger) werkt, kun je dan zo goed mogelijk omschrijven wat hij doet en waar hij werkt (in andere geval1en kun je een streepje zetten)

Doe hetzelfde ook voor je moeder (of verzorgster}

op de volgende bladzijde beginnen de vraqen.

(32)

27

-1. Geefeen omschrijving van wat volgens jou het woord IItechniekll (of HtechnoloQiell

) inhoudt.

I

2. Sommige mensen zeggent dat je in de techniek erg creatief bezig kunt zijn. Volgens anderen ;s dat juist niet zoo

Wat denk jij daarvan 1,

Geef in je antwoord ook wat voorbeelden.

(33)

28

-. ·3-. Sommige mens en zeggen,dat meisjes niet geschikt zijn voor techniek-. Anderen den ken daar anders over.

Wat vindjij ervan ?

Geef in je antwoord ookwat voorbeelden (misschien ken je wel een meisje of vrouw, die in de techniek werkt of een technische ooleiding . volgt).

4. Wat is volgens jou het verschil tussen natuurkunde,en techniek ?

Geef in je antwoord oak wat voorbeelden am het verschi1 te laten zien.

(34)

29

-BIJLAGE 3. Lijst met onderwerpen en beroepen

LEE R LIN G E N

-V RAGE N L I J S T

over

TEe H N I E K

Projekt IlNatuurkunde en Techniekll.en MENT-projekt Technische Hogeschool Eindhoven

(

Afdeling Technische Nat~urkunde, vakgroep Didaktiek Natuurkunde december 1984/januari 1985.

(35)

- ..JV

-In de krant lees jevaak over techniek en technologie. Ook on de T.V. wordt er aandachtaan besteed.

Het woord "techniek" heeft een aantal betekenissen. Een daarvanis: IIde manier waarop je iets doetll, bijvoorbeeld: de techniek van het pianospelen, of: een goede voetbaltechniek. Die betekenis bedoelen we in deze vragenlijst niet.

In onze projekten doen weonderzoek. naar wat leerlinoen vinden van techniek. Daarom vragen we jou deze vragenlijst "in te vul1en.

Het gaat bij el ke vraag om jouw mening.

Bij de beide lijsten Aen B moet je van e.l!!n aantal ondf!rweroen aanqeven of ze wel of niet bij techniek horen vol gens jou.

Een voorbeeld: helemaal

Bij vraag A.I. gaat het er om of de computer wel of niet bij techniek hoort.

helemaal erbij 1 erbij 2 weet niet niet erbij 3 4

Als je vindt dat een computer heel veel met tecFtniek te maken heeft, zet dan een rondje am antwoord 1 (

(1) ).

. .

Als je vindt dat een computer wel een beetje met techniek te maken heeft, zet dan een rondje om antwoord 2(

G[)

1.

Als je niet kunt zeggenof eencomouterwel of niet bij techniek hoort, zet dan eenrondje om antwoord 3 (

CD ).

\

Als je vindt dat een computer niet zo erg bij techniek hoart, zet dan een

rondje om antwoord 4 (

CD }.

.

Als je vindt dat een computer helemaal niets met techniek te maken heeft, zet dan een rondje am antwoord 5 ( (]) ).

GEEF ZO GOED MOGELIJK JE EIGEN MENING DENK NIET TE LANG NA OVER EEN ONDERWERP

HET IS BELANGRIJK OAT JE ALLEVRAGEN VAN BLADZIJDE 2 INVULT

niet erbij

(36)

- ..,J I

Zou je vaoraf de onderstaande vragen willen beantwoorden ?

Je hoeft je naam niet in te vullen, want de resultaten It/orden anoniem verwerkt. Het is wel belangrijk dat jealle vragen die hieronder staan beantwoordt.

Geslacht (jongen of meisje) Je leeftijd

Je klas (2 mayo, 2 hava, 2 vwo of combinatie 2 hava/vwo)

Naam van je school

Gesteld, datje vader (of verzorger) werkt, kun je dan zo goed mogel ijk omschrijvenwat hij doet en waar hij 'werkt (i n andere geva 11 en kun je een

stree~je zetten)

Doe ~etzelfde voar je moeder (of

verzargster)

;'CO t

(37)

--- 3~

-A. ·Geef van de volgende onderweroen aan of jij,vindt dat ze wel of niet

bij techniek horen: helemaal

helemaal weet niet niet erbij erbij niet erbij erbi j .

1. computer 1 2 3 4 5

2. stoommachine . 1 2 3 4 5

3. schroevendraaier 1 ? 3 4 5

4. een huis ontwer~en 1 2 3 4 5

5. een fietsbandrepareren 1 2 3 4 5

6. een brug 1 2 3 4 5

7. een elektrische schakelinq 1 2 3 4 5

8. een j urk maken 1 2 3 4 5

9. een radio 1 2 3 4 5

10. w;'ndmolens 1 2 3 4 5

11. bier brouwen 1 2 3 4 5

I2~ een stekker aan een snoer zetten 1 2 3 4 5

13:. een taart bakken 1 2 3 4 5

14. een auto uit 1900 1 2 3 4 5

15. een auto uit 1984 1 2 3 4 5

16. een zeilboot 1 2 3 4 5

I7. een stoomschip 1 2 3- 4 5

18: •. een elektriciteitscentrale 1 2 3 4 5

19. kleding ontwerpen 1 2 3 4 5

20. een horloge met wijzers 1 2 3 4 5

21. een digitaal horloge 1 2 3 4 5

22. koffiezetapparaat 1 2 3 4 5

23. fabriek van huishoudelijke gebruiksvoorwerpen 1 2 3 4 5

24. atoombom 1 2 3 4 5 25. plastic bekertje 1 2 3 4 5 26;, figuurzagen 1 2 3 4 5 21'. een pollepel 1 2 3 4 5 28. een stofzuiger 1 2 3 4 5 29. solderen 1 2 3- 4 5

30. kraan (waar water uitkomtl 1 2 3 4 5

31. porceleinen bard 1 2 3 4 5

32. di aprojektor 1 2 3 4 5

33. een T.V. 1 2 3 4 5

34. koelkast 1 2 3 4 5

35. tuinieren 1 2 3 4 5

(38)

B. Geef van de volgende beroepen aan of jij vindtdat ze veel of weinig met techniek te maken hebben. Geef ookeen voorbeeld waaruit blijkt wat ze met techniek te maken hebben.

heel een hel emaal weet

veel veel beetje niets niet voor~eeld(en)

l. automonteur 1 2 3 4 5 2. architekt 1 2 3 4 5 3. lerares natuurkunde 1 2 3 4 5 4. postbode 1 2 3 4 5 5 • . kok 1 2 3 4 .5 6. secretaresse 1 2 3 4 5 7. ~eraar biologie 1 2 3 4 5 8. elektricien 1 2 3 4 5 9. kapster 1 2 3· 4 5 10. buschauffeuse 1 2 3 4 5 II. tandarts 1 2 3 4 5

12. 1 erares neder 1 ands 1 2 3 4 5

13. stuurman op een schip 1 2 3 4 5

14. verpleger (in ziekenhuis) 1 2 3 4 5

15. politie-agente 1 2 3 4 5

16. bankbediende 1 2 3 4 5

17. klompenmaakster 1 2 3 4 S

18. concierge (op school) 1 , ·2 3 4 5

19. kruidenier 1 2 3 4 5 20. boerin 1 2 3 4 5 21. timmerman 1 2 3 4 5 22. pilote 1 2 3 4 5 23. soldaat 1 2 3 4 5 24. huisvrouw 1 2 3 4 5 25. trambestuurder 1 2 3 4 5 26. loodgieter 1 2 3 4 5

(39)

34

-BIJLAGE 4. Opdrachten veer. epstellen

LEE R tIN G E N

-V RAG E N L I J S T

over """.

TEe H N I E K

Projekt "Natuurkunde en Techniek" en MENT-projekt Technische Hogeschool Eindhoven

Afdeling Technische Natuurkunde, vakgroep Didaktiek Natuurkunde december 1984/januari 1985.

(40)

35

-In de krant lees je vaak over techniek en technolooie. Ook on de T.V. wordt er aandacht aan besteed.

Het woord "techniek" heeft een aantal betekenissen. EAn daarvan is: ude manier waarOD je iets doet", bijvoorbeeld: dentechniek van het pianospelen., of: "eengoede voetbaltechnieR'. Die betekenis bedoelen we hier niet.·

In onze projekten doen we onderzoek naar wat leerlingen vinden van techniek. Daarom vragen jau om eraan meete doen.

Het gaat erom dat je steeds opschrijft wat jij vindt van techniek.

We vragen jou om een kort oostel van onqeveer 3 kantjes of minde.r te schrijven over Wa;t)Jz op -6 c.hool ovelL :tec.hniek. zou. willen lelLen •.

Probeer daar.; n te verwerken welke onderwerpen 'ui tde techni ek jou . interesseren en welke je belangrijk lijken omiets meer over te leren

00 school. Vet-der kunje er natuurl;jk alles in verwerken wat je

zelf belangrijk vindt om te noemen. Schrijf duidelijk leesbaar.

Zou j e voora f de vol gende vragen wi 11 en beantwoorden ?

Je naam hoef jeniet in te vullen, want de resultaten worden anoniem verwerkt. Het is weI belangrijk dat je alle vragen, die hieronder staan, beantwoordt.

---~---Geslacht (jongen of meisje) Je leeftijd

Je klas (2 mayo, 2havo, 2 vwo of combinatie 2havo/vwo)

Naam van je school

Gesteld, dat je vader (of verzorger) werkt, kun je dan zo goed mogelijk

"

omschrijven wat hij doet en waar hij werkt (in andere qeval1en kun je een streepje zetten)

D.o.e het7~lfde ook voor je moeder (of verzorgster)

op de volgende bladzijden kun je je o~stel schrijven. alvast heel erg bedankt voor je medewerking !

(41)

36

-In de kr~nt rees je vaak over techniek en technologle. Ook op de T.V. wordt er aandacht aan besteed.

Het woord "techniek" heeft een aantal betekenissen. EAn daarvan is: ude. manier waarop je iets doet ll , bijvoorbeeld:"de techniek van het

pianospelen~of:lleen goede voetbaltechniek~ Die betekenis bedoelen we

indeze vragenlijst niet.

In onze projekten doen we onderzoek naar wat leerlingen vinden van techniek. Daarom vragen we jou omeraan mee te doen.

Het gaat erom dat je steeds ooschrijft watjij vindt van techniek.

We vragen jou om een kort opstel te schrijven (ongeveer 3 kantjes of minder) over

Tec.hMek .in mi.jn da.ge,Ujfu!even.

Vertel daarin voor een willekeuriqe dag van deze week wat je zoal aan techniek tegenkomt vanaf dat je onstaat totdat je weer naar bed gaat. Schrijf duidelijk leesbaar.

Zbu je vooraf de volgende vragen willen beanb~oorden ?

Je naam hoef je niet in te vullen, want de resultaten worden anoniem verwerkt. Het is wel belangrijk, dat je alle hieronder beantt'loordt.

---~---

---Geslacht (jongen of meisje) Je leeftijd

.Je klas (2 mayo, 2 havo, 2 vwo of combinatie 2 havo/vwo)

Naam v~n je school

Gesteld qat je vader (of verzorger) werkt, k~n je dan zo goed mogelijk . omschrijven wat hij doet en waar hij werkt (in andere gevallen kun je een streepje zetten)

Doehetzelfde ook voor je moeder (of verzorgster}

00 de volgende bladzijden kun je je oostel schrijven.

(42)

..

- ; j /

-In dekrantlees je vaak over techniek en. technolo~ie. Ook op de T.V. wordt er aandacht aan besteed.

Het woord "techn;ek" heeft een aantal betekenissen. Eendaarvan is: . "de manier waaro!'> je iets doet",bijvoorbeeld: del'techniek van het

oianospele~, of: ~en goede voetbaltechnie~~ Die betekenis ~edoelen we

in deze vragenlijst niet.

,

--In onze projekten doen we onderzoek njdr Wdt leerlingen vinden van

techniek. Daarom vragen we jouom eraan mee te doen.

Het gaaterom dat je steeds oDschrijft wat jij vindt van techniek. .

---.

We vragen j ou om een kort ODS te 1 van ongeveer 3 kantj es of mi nder te scllrij vep i"\)/CI·r

Wat ,[12. van. -te.c.hni..e.k . v,[ndt.

Probeer daarin te verwerken wat volgens jou techniek eigenlijk is, of techniek belangrijk is of nlet {geef ook wat voorbeelden} en of je techniek een goede of een slechte zaak vind (en waarom}.

Verder kun je er natuurlijk alles in ven~erken wat je zelf belangrijk vindt om erin te zetten.

Schri j f dui de 1 i jk 1 eesbaar.

Zou je vooraf de onderstaande vra~en willen beantwoorden ? .

Je naam hoef je niet in te v'ullen, \'/ant de resultaten \'1orden anoniem verwerkt. Het is wel belangrijk dat jealle vragen, die hi.eronder ·staan, beantwoordt~

---Geslacht (jongen of meisje} Je leeftijd

Je klas (2 mayo, 2 h'avo, 2 vwo of combinatie 2 havo/vwo)

Naam van je school

Gesteld dat je vader (of verzorger} werkt, kun je dan zo goed mogelijk omschrijven wat hij.doet en waar h.ij werkt (in andere gevallen kun je een streepje zetten}

Doe hetzelfde ookvoor je moeder (of verzorgsterl

op de volgende bladzijden kun je je opstel schrijven alvast heel erg bedanktvoor je medewerking.

(43)

- 38 -.

BIJLAGE 5. Trefwoorden, groepen en cluster.s

c tlectrici ten Computer Verl/oer Apparaten en machines Electriciteit Audio/video . Licht Hu i shoude I ij ke apparaten. Andere electrische apparaten Computer Verl/oer . Apparaten Niet-electrische huishoude 1 ij ke apparaten Industriele machines Oiversiteit 011/ersiteit Pasitieve gevolgen Positleve gevolgen

Negatieve gevolgen Uitl/inde

Belangrijk Meer yoor jongens Oak voor melsjes Meer op school Niet op school Opbouw van een apparaat Repareren leuk Saai i~oei lijk Weet niet Fout begrip Rest Negat.ieve geyolgen Uitl/lnden 8elangrijk Meer voor jongens Ook voor meisjes Meer op school Niet op school Opbouw van een apparaat Repareren leuk Saai Moeilijk Weet niet Fout begrip Rest Trefwoorden Electricitelt·

8andr.ecorder, vi deo, TV, radio, stereo Licht, lamp

Wekker, Yrieskast. koeikast, koffiezetapparaat. stofzuiger. broodrooster. wasmachine

Schoolbel. klok, horloge. telefoon·. alann Computer

Fiets, auto, fietspomp. snelheidsmeter. "lotten, schepen, brommers, motoren. trein. vliegtulgen

Apparaten. wapens. afstandsbediening. kassa, ·schoolbord. fototoestel Fornuis. geiser, kachel. sanitair. kraan. wasknijper. I/eiligheidsspeld

Weefmachine. spinmachine, robot. tandwielen, pomp

Vee I 500 rten

Techniek .komt ol/ereen met welvaart. met ontwikkeling. je kunt later iets met techniek

Techniek is niet goed, werkeloosheid Onderzoek. uitvinden

Belangrijk. noodzaak

Techniek is maer voor jongens Techniek is ook voar meisjes

Techniek moet meer op school gegel/en worden Techniek moetniet op school komen

Hoe iets werkt. hoe lets in elkaar zit. hoe iets is opgebouwd

Repareren

leuk, interessant, niet saai Saai, niet interessant Moe! iij k

Weet nlet wat techniek is

Voetbaltechniek, techniek is hetzelfde als natuurkunde

Landbouw. industrie, gemeeskunde. ruimtevaart. brandpreventie. natuur. glas. communicatie. automatisering. solderen, bouwen

(44)

- 39

BIJLAGE 6. Scores van de leerlingen op de groepen trefwootden

Leerlingnummer: £1ectriciteit

~udioNideo

Licht

HuishouoeJijke app3raten ':'ndere e 1 ectr; sene apP<3raten

1:0::1putel'"

'Iervoer

:liet-ell!ctrische apparaten :liet-electr. huishoudel ijke aDl'.

:~achin~s

[ndustriele !!lachines

Bouwsels

0; \fers i teit · Posit;ev!! ~evolgen

IIp.qdt i eve _ gavo I gen

tli tvinden Selangr;jk :1eer. vaal' jongens

Oak'voorme;sjes Fout begr; p

I-leer 01' school

r.iet 01' school

Opoouw van een apparaat Repareren

~eet niet wat techn;ek is Leui(. ;nteressant Saai t oninteressant , I~oei lijk - Rest leerl i ngnummer: Electriciteit Audio/video Licht

Huishoudel ijke apparaten Andere e 1 ec~ri sche apparaten Computer

Vervoer

· Niet-electrische apparaten Hiet-electr. hilishoudelijke app.

Machjnes .

fndustrl\ile machines

80uwsels

01 vel"S iteit

Positieve geveigen

Mega t i eve gevo I gen

Uitvinden

Belangr'ijk

Meer voor j ongens

Oak veer meisJes Fout b~gri p . Meer op school Niet op school Opbouw van een apparaat Repareren

Weet nlet wat techn;ek is Leui<. i nteressant Saa I, oninteressant Moei lfjk Rest LeerHngnummer: El ectri e itei t Audio/video Licht

Hui sheudelljke apparaten Andere electrische apparaten · Computer

Vervoer

Hiet-e leetr! sehe apparaten N;et-electr. huishoudelijke apl'.

"ach; nes

[ndustri!!le machines Souwse I s

0; vers Heit Pas i t i eve gevo 1 gen Negatieve gevolgen Uitv;nden 8elang!'\jk - Meer voor jongens

Ook voor mei sjes

Fout begri p Meer op school

Niet op school Opbouw van een apparaat

Repareren

Weet nlet wat techniek is

Leuk. interessant Saa;, oninteressant Moei lij k Rest 1 Z 3 4 5 6 8" 10 11 12 13 14 15 16 11 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 Z<t 30 31 32 33 34 .. .. - ... ... +_.+ .. .. .. .. -+ ... - .. + • + -

..

.. - ... + .. + ... -+_ ... + .. -

...

.. -... -.. - .. +

..

...

..

... - + - 4-..

-..

. .. .. + .. ... .. + ..

..

..

-....

..

..

..

..

-..

.. .. + ... + ...

..

.. ,...

-

.. .. .. -..

-.. +

..

-...

-..

... ... ... ....

..

-.. ...

-

.'

-

..

..

..

-

-

..

.. - - ... ... ... ..

-

..

.. ...

..

..

-

..

- ... ... ... ...

-

..

-

..

..

.. 35 36 31 38 39 40 4\ 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 S3 54 55 5~ 57 58 59 60 61 62 63 64 65 6E

..

....

.. + + + + +++

..

.. .. ... .. ,. ...

..

..

...

.. ...

-

..

..

..

..

..

..

... + ... ... .. ... + " " + - + +

..

..

--

..

.. .. - ... +

..

-. .

..

..

-

...

..

... ... + ..

..

..

- ...

..

-

..

..

..

.

..

.

..

-

..

. .. + ... ...

-..

.. .. . -,"

..

-. .. -

..

... .... ... - ... . .. .. ..

-

..

-

..

..

-... +- .. + +

-..

.

..

..

.;. ... .. ... '" ... .. - ... + . . . . + - ... + ...

-

.. ... + - + - + + - + + + ... ... ... .. .. -

...

...

..

..

... .. ... .

..

.. ..

-

- ...

-

... 67 68 69 70 71' 72 73 74 75 76 77 18 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88

..

..

-..

-..

..

..

-

... . ...

..

... ... ... ... ... ... ... ... -+ ..

.

... -- . .. ..

..

..

..

.. +

..

..

...

-

- + .. ... ..

-- +

-

...

-

..

..

-... ... ... "" ...

-

... . . . . + -w

-

..

--

..

-

-

..

-

..

-

- ... ...

..

- - .. ... . .

--

... .... ... - ...

-.. ..

..

- + - ' + + + - + + ... ... ..

..

-

..

.. ..

.. ... + ... - ... ... ... .. + .. ... + ... ... ... ... + ... + + ... .. ... ... ..

..

.. .. . ... + - ... .

..

-+ ...

..

..

-

.. .-.. .

..

..

--.

-

..

-

..

Leerling 1-18 jongens. HAVO-WO Leerling 19-42 meisjes. HAVO-VWO Leerling 43-64 jongens. M.~VO

Leerl ing 65-88 rneisjes. MAVO een leerling noemt dit element in zijn

beschrijving van teehniek. eem leer1ing noemt dit element niet in zijn beschdjv;ng van techniek.

(45)

Totaal: Meisjes: Jongens: ~1AVO : HAVO-VWO:

aantal percentage aantal percentage aanta 1 percentage aantal percentage aantal percentage

E1 ectri ci tei t 52 59 23 48 29 73 35 76 17 40 Computer 28 32 15 ·31 13 33 19 41 9 21 Vervoer 45 51 23 48 22 55 20 43 25 60 Apparaten en machines 31 35 17 35 14 35 14 30 17 40 Di vers i tei t 2 2. 2 4 2 5 Positieve gevolgen 20 23 10 21 10 25 15 33 5 12 Negatieve gevolgen 12 14 7 15 5 13 7 15 5 12 Uitvinden 7 8 4· 8 3 8 3 7 4 10 Belangrijk 14 16 5 10 9 23 10 22 4 10

Meer voor jongens 4 5 4 8 1 2 3 7

Ook voor meisjes 4 5 3 . 6 1 3 4 9

.1 Fout begrip 1 1 1 2 1 2

0 Meer op school 26 30 14 29 12 30 24

52 2 5

-.::)-Niet opschool 4 5 4 8 4 10

Opbouw van een apparaat 34 39

22

46 12 30 23 50 11 26

Repareren 31 35 20 42 11 28 ·23 50 8 19

Weet niet wat techniek is 6 7 6 13 6 14

Leuk, interessant 19 22 8 17 11 28

12

26 7 17

Saai, oninteressant 15 17 15 31 5 . 11 10 24

filIaeflijk 11 13 10 21 1 3 5 11 6 14

Rest 25 28 12 25 13 ·33 15 33 10 24

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daarbij de eerste kraal aan het linker uiteinde van de draad nemen en met het rechter draadeinde in de tegenoverge- stelde richting nog een keer door de kraal rijgen. Rijg 3 kralen

Dat kan door de tegenstander niet meer van dichtbij aan te grijpen maar vanaf een zodanige afstand dat de risico’s voor de eigen partij worden geminimaliseerd.. Kortom, we creëren

Waar meisjes en jongens evenveel belang hechten aan Natuur en Techniek, hebben jongens er iets meer plezier in en zien zij er ook meer toekomst voor zichzelf. Jongens en

Figuur 13.11 Sector Techniek: percentage studenten dat een baan in verwante richting en een baan op niveau heeft gevonden (als percentage van diegenen die binnen achttien maanden een

Daarom hebben onderwijsinstellingen, werkgevers, de overheid en andere actoren (in totaal ruim 60 partijen) actielijnen geformuleerd in het zogenaamde Techniekpact 2020. Met

• De school biedt de leerinhouden voor Natuur &amp; techniek, Ruimte en Tijd overwegend geïntegreerd aan?. Mate van

Figuur 3.7 – Attitude van leerlingen ten aanzien van Natuur en Techniek (N&amp;T belang, N&amp;T plezier, N&amp;T moeilijk, N&amp;T toekomst; gemiddelde op schaal 1-4)

Tegen de verwachting in zijn er ook geen verschillen gevonden tussen voorhoedescholen en representatieve scholen; leerlingen van voorhoedescholen scoren niet beter op Natuur