Paasexcursie
Loiregebied,
van
9
tot
en
met
13
april
2009
meteen
interpretatie
van deafzettingen
bij Pauvrelay
enFerrière-Larçon
Tonvan
Eijden
*
Hoewel het veel moeite kostte is Eener
opnieuw
inge-slaagd
om het hek van de bekende groevetePauvrelay
voor onsopente laten gaan. Ook op de
zandhoop
bij
Le Petit Glosbij
Manthelanenin de kuil in het weilandbij
Le Louroux mochtweerworden gegraven.Jammerwaswel dat La Placette
bij Ferrière-Lanjon
voor onsgesloten
bleef. Naeen slechteervaring
meteengroepdieeen wareravage
achterliet,
laat de boer hier geengroe-penmeertoe.
Hetgeen
welweeraantoonthoebelangrijk
het is omdeeigenaren
vanvindplaatsen
tevriendtehouden. Enhoe enkelenhetvoor veleanderen kunnenverpesten.
Gelukkig
kon nog wel worden gegravenbij
hetbosje
aande andere kant vande weg,tegenoverLa Placette.
Ondanks deze
gunstige
vooruitzichten hadden zich niet veel leden opgegeven, dedeelnemerslijst
telde 16 namen, minder nog danermeegingen
naarhet BekkenvanParijs
vorig jaar. Vrijwel
iedereen kooservoor omde‘Camping
Municipal’
in LeGrand-Pressigny
als uitvalsbasistegebrui-ken,
alleen HenkenWil Mulderprefereerden
een‘cham-bre d’hóte’ in de buurt.
Schrijver
dezes beschikt nietovereigen
vervoer,maarkongelukkig meerijden
metEddy Spijkerman. Eddy’s
doelwasvooralomhaaientandenenbetrestenteverzamelen. Zeer
gunstig
voormij;
erbleefzo meerruimte in deautoover voormijn
zakkenmetfossielgruis.
We arriveerdenna een
probleemloze
reisaanhet eindevan demiddag
in LeGrand-Pressigny. Gemakkelijk
optijd
om ons op de ‘Mairie’inteschrijven
voordecamping,
en eensleutelmee te
krijgen
die deslagboom
inwerking
stelt.Op
decamping
kekenwij
verbaasd in het rond. Hetter-rein leek ertotaal verlaten
bij
teliggen.
Pasbij goed
kij-ken ontwaardenwij
achterineenkampeerwagen.
Het bleek de wagenvanBenenJoke Nielandtezijn,
dieblij
warendatzeniet
langer
deenigen
op decamping
waren.De be-heerstervandecamping
kwam nogevenlangs
omtezien of alles in ordewas.Zij
verzekerdeonsdat deverlichting
vanhet terrein
ingeschakeld
zouworden, hetgeen
nietzougebeuren.
Deprullenbakken
warenooknogniet opgehan-gen,wemoestenonsafvalkwijt
in de kleinebakjes
in hettoiletgebouwtje.
Maarwatwas er in vredesnaamaan de hand? Waar wa-renalle anderen? We hadden toch echt wel de
negende
af-gesproken?
Dringende
vragen, waaropechter geenantwoord kwam. En ermoesten anderedingen gebeuren,
zoals het opzet-tenvandetenten.Korte
tijd
later kwamengelukkig
devolgende
deelnemersopdagen;
Michiel BakkerenDory
Roes. Wat later kwamernogeenheel
belangrijk
iemandaan; onzeonvermoei-bare excursieleider Stef
Mermuys.
Een andereStef,
name-lijk
StefKeulen,
arriveerde nog iets later.Eddy, Michiel, Dory
enik hebbenmoeten constaterendat het helaasmogelijk
is om ineenop culinair terreingoed
bekend staand land als
Frankrijk
zéérmatig
eten voorge-zet tekrijgen.
In LeGrand-Pressigny zijn
slechtstweeres-taurants. Het eerste, ineen
hotelletje, oogde
wel ergsjo-felen
leeg,
wegingen
naarhetandere,
‘Grand Ma’. Datwasdus geendoorslaandsucces, maar
ach,
we haddenik elkgeval
eten.Na hetetenpraattenwe na
bij
de campervandeNielands,
onder hetgenotvan een
drankje (of
twee...ofdrie...).
Entot onzeverbazing
kwamertegenelfuurtoch nogeenauto het terrein op
rijden.
Het bleken JanenMark Boeste
zijn,
vermoeidna eenlange dag
reizen. Waarvoor onsgewone
stervelingen
de afstandnaarPressigny
ongeveer 800kilometeris,
haddenzij
ruim 1400kilometerafgelegd
om erte
komen,
enhierdoorwarenze‘iets’langer
onder-weggeweest.
Hoeze’m dat
geflikt
hadden? Zósimpel
dat hetaangeniali-teitgrenst.Hoewel Jan al vele malen eerder in het
Loirege-biedwasgeweesthaddenze
bij
vertrek hunnieuwespeeltje
ingeschakeld,
eenrouteplanner,
enGrandPressigny
inge-toetst.
Triomfantelijk gaf
hetapparaataande wegteweten,en ze
volgden
deaanwijzingen
trouwop. Dat hunroute nietover
Antwerpen richting Parijs ging
deed in debovenkamersvande heren geen alarm
afgaan.
In blindvertrouwen op detechnologie
namenze aan dat diteen snellerewegomdegrote steden heenzou
zijn,
enbleven hundigitale
wegwij-zervolgen.
Pas in OostFrankrijk,
toen zealbijna
terhoogte
vanBaselwaren,
drong
degruwelijke
waarheidlangzaam
door:er
klopte
iets niet. Derouteplanner
leiddehen welnaar Deafgelopen
decennia is er met de traditionele WTKGpaasexcursie vrijwel
steedsgezocht
in het BekkenvanPa-rijs.
Helaas wordt het echter steedsmoeilijker
omtoegangte
krijgen
totgoede
verzamel-locaties. Bovendien kennen veel WTKG-ers de bekendeplaatsen
inmiddelsvanhaver totgort.Hetgeen
nietwegneemtdaterelke keerweer vol-doende deelnemerszijn.
Sindseenaantal
jaren
wonenEenenRieja
Vaessenbij
LePetit-Pressigny
in hetLoire-gebied. Jarenlang
warenhier geenWTKG-excursiesgeorganiseerd,
voornamelijk
om-dat het
moeilijk
is omtoestemming
voor verzamelentekrijgen
op deweinige
nogbestaandegoede vindplaatsen.
Maar Een kent inmiddelseenaantal
belangrijke
mensen, envia dezecontactenlukte het hemtoegangte
krijgen
toteenpaarhistorische locaties. Een hele
prestatie,
wantdatwasietswat zelfs Franse
verenigingen
nietvoorelkaar haddengekregen.
In 2007 werd hierdooreeninteressante paasex-cursiemogelijk,
waaraanveel WTKG-ersdeelnamen,
enwaarbij
veel leuk materiaal werdgevonden.
Hetlag
dan ookvoorde handomopherhaling
tegaan.Foto
Jan
Boes.
een
Pressigny,
maar naar een heel anderPressigny!
Afijn,
na uren en urende maximum snelheidtehebben
overschre-denwashet laatopde avondeer zeaankwamen in het
juis-te
Pressigny.
Hunenige
troostwasdatzede drukke wegenrond
Parijs
hadden vermeden. En dat hun verhaal in geurenenkleuren de annalenvande WTKG
ingaat.
Hiermee ontbraken nog drie deelnemers. Yvonne
Butaye
zou op
zaterdag aankomen,
HenkenSinnie Bol kwamenuiteindelijk
helemaalnietopdagen.
Voor deeerste
excursiedag, vrijdag
10april,
werdbegon-nenmetde befaamde groevenetbuiten het
gehucht
Pau-vrelay (foto onder).
Deze groeve is nietgroot,enop het eerstegezicht
ziet het materiaalerniet veelbelovend uit: heel veelgebroken
en/ofgerolde fossielen, vermengd
met kiezels. Ikgeef grif
toedat iknogal teleurgesteld
wastoen ik hetvoorheteerstzag.Gelukkig
isdit zo’ngeval
waarin de eersteindruk niet dejuiste is,
het materiaal bevat weldegelijk
eengevarieerde fauna,
enniet alles isgerold
ofgebroken.
Het eerder
genoemde
‘openen
van de hekken’moet niet alteletterlijk
wordengenomen,hetwasnogsteedsnood-zakelijk
omvia eengatin deomheining
de groevetebe-treden. Al snel wasmen
gemoedelijk
aanhet zoekenenzeven, enkwamen deeersteleuke vondsten. Net alstwee
jaar geleden
washet Jan Boes die als eersteeenCypraea
uit
zijn
zeefkon vissen. Een anderesoortdezekeer,
omdevreugde
nogtevergroten.Hoewel wolken
geleidelijk
dezon aanhetoogontrokkenwashet bestwarm, enuitstekend zoekweer. De één vulde
zakkenmet
gruis
om thuis uittezoeken,
de anderepikte
terplekke
de krenten uit depap. Enna een
tijdje
mocht ik zelfook hetgenoegenhebbeneen
Cypraea
tevinden. Zelfs de haaientandenverzamelaarsgingen
nietmetlege
handenweg, hoewel dit materiaalniet erg
rijk
isaanvisresten. Na de lunch scheidden zich de wegen.Eddy
wilde in deomgeving
vanSavigné
naarhaaientanden gaanzoeken,
envertrokmet
zijn
auto.Waarinmijn
emmersenzakken noglagen.
Niet heel slimvanme, want ik wildenaarFerrière-Larfon,
enkonmetStefmeerijden. Gelukkig
had Stefeenpaar zakkenover,en emmers waren erook voldoende. Een aantal anderen bleef nogwat
langer
inPauvrelay.
Aangekomen bij
Ferrièrezagenwedat dekuilen in debos-jes,
dietweejaar geleden
al slechttoegankelijk
enweinig
productief
bleken,nuzeerovergroeid
enopgevuld
waren.Het leekonsteveel moeitevoor eenonzeker resultaatom
... de befaamde groevenet
Foto
Stef
Keulen.
hierte
gaan graven.Hetgatin het weiland
lag
erechter nog netzobij
alstoen,enhier lekenons de kansen beter. Wegingen
voortvarendtewerk. Deopgevulde
kuildiein 2007eenaantal
Cypraea'
shadopgeleverd
werdleeggeschept
envergroot
(foto hieronder).
Vooral Marklegde hierbij
eentomeloze
energie
aan dedag
zodat uit eensteeds indruk-wekkenderafmetingen
aannemende kuil al snelemmer naemmer
gruis omhoog kwam,
omverdeeldtewordenoverde diverse zeven. Met zoveel
productiewerk
kwamen de eersteleuke vondsten snel: verschillende kleineCypraea
’s, kleineConus,
endiverseMurex-achtigen.
Hetwasintussen drukkendwarm
geworden,
ende insec-ten werden uitermate vervelend. Ze blevenhardnekkig
proberen
zelfmoordteplegen
inonzeogen,neuzen,
mon-den,
enalle anderelichaamsopeningen
die ze maarkon-den bereiken. Geen ideewat hiervan het evolutionairenut
zoukunnen
zijn.
Maar desondanks vulden de zakken zich metgruis,
dedoosjes
metvondsten,
enwerd hetgatdieper
en
dieper.
Zódiep,
datMark,
enlaterJan, hulp nodig
had-denomerineneruittekomen. Deemmers
gruis
moesten zelfsaan eentouwwordenopgehesen.
Maar dediepere
la-gen,grijzig
witvankleur,
leverden mindergoed
materiaalop dan de licht
geelbruine lagen
erboven. We verbreedden dus de kuil inplaats
vanteblijven
pogen de mesozoischeondergrond
teontsluiten.Stefwasintussenaan een
eigen ontgrondingsactie
begon-nen, ineengatdat ook al snelgroterendieper
werd(foto
rechteroagina onder).
Ondanks het feit dat dekuilenopslechts enkelemetersvanelkaar
lagen,
verschilde hetma-teriaal
duidelijk,
in Stef’s kuil washet mindergerold
enleekwat meergavefossielentebevatten.
Uiteindelijk
waren we moegestreden,
beslotenwedatwevoldoendemateriaal
hadden,
enkeerdenterugnaardecam-ping
voor eenverfrissendedouche,
schone klerenen eenvloeibare
versnapering.
Welnodig,
naal het vermoeiende werk. Omdateenaantalvan onsnogmeerwildenverza-melen lietenwedegatenopen.
Tijdens
hetnapratenarriveerdetotiedersverrassing
onzeBelgische
deelneemsterYvonne,
haartaalgebruik
verle-vendigde
de discussiesaardig.
Bij gebrek
aanalternatiefatenwedie avondweerbij
‘GrandMa’,
enhetetenwaswarempel
watlekkerder dan de vori-ge keer. Helaasbegon
het intussen welteregenen,endat zette flink door. Jammervan
mijn handdoek,
die ikbui-ten te
drogen
hadgehangen.
Maarmijn
zeerkrappe
tent-je
hield hetwatergelukkig
wel buiten. In deloop
vandenacht werd het
gelukkig droog.
Op zaterdag
11april ging
eengrootdeelvandegroepnaar
ManthelanenLe
Louroux,
enkelengingen
naar Ferrière-Lar-9on. Ikging
metEddy,
MichielenDory,
enYvonne,
naardeomgeving
vanSavigné,
omdaar inafzettingen
van eenwatmeeropen zee naarhaaientandenenbetrestentezoeken. Datwasnogeenflinkeafstandoverkleine
binnenweggetjes,
maarmetslechts één foute
afslag (mijn fout)
lukte dat. Ditmateriaal,
eenpakket
vanenkelemetersverkitteInterpretatie
vande
afzettingen bij Pauvrelay
enFerrière-Larçon
De ‘faluns’ die
bij Pauvrelay
enFerrière-Largon
voorko-menvertonen eenpaarduidelijkeovereenkomsten.
Op
beideplaatsen
is het materiaalgrof,
slechtgesorteerd,
bevat(vrijwel)
geen klei of silt, maarwel kiezels. Door het ontbrekenvanfijnmateriaal is deafzetting
zeerpo-reus. Hoofdbestanddeelzijn geroldeengebroken
fos-sielen. Metnamein de wandvande groevebij
Pauvre-layisgoedtezien datergrovereenfijnere lagen
voor-komen,en dat delagennietparallel zijn.
Bij
Pauvrelaykomen fossielen(sponzenen brachiopo-den), brokjeskalkenvuursteenuit de mesozoischeon-dergrond
voor,deze ontbrekenbij Ferrière-Largon.
Het materiaal is hier ookduidelijk
grover danbij
Ferrière.Bij
hetbekijken
vande fossielinhoud valt op datnaastzeerveel onherkenbaar
gebroken
enafgerolde
fragmen-tenookperfectgave, breekbare fossielen voorkomen -het isonsjuist
omdezetedoen.Bij
verderkijken
valternogmeerop. Het velegerolde
fos-sielgruis
moetafkomstig
zijnvan eenlossebodem,waargetijdenstromingen
engolven
in deondiepefalunzeevrij spelhadden. Maarvermengd
hiermeekomenstukjes ko-ralenenbryozoën voor, dieeenvasteondergrondno-dighebben. Ookmollusken zoalsNerita, Patella,
Diodo-ra,
zeepokken
enoesters hebbeneenvasteondergrond
nodig.
Daarnaast komen ookalgen grazende
soortenals Cerithiumvoor, enook deze kunnen niet opeensteedsbewegende gruisbodem
hebbengeleefd.
Ook heel
opvallend
is datbij
het thuis uitzoekenvanhetfossielgruis
metenige regelmaat
meestjuveniele
bival-venals
‘doosje’ gevonden
worden. De beide schelphelf-tenlatenzeergemakkelijk
vanelkaarlos,endat bete-kent dateroorspronkelijk
nog veelmeerin het materi-aal moeten hebbengezeten.En daar bivalvennahun dood door hetverslappenvandesluitspierenopengaanendeschelpen
spoedig
vanelkaarlosraken, vraagtditom een
verklaring.
Die verklaring ligt, naarmijn idee,in de manier
waar-op het materiaal is afgezet, namelijkdooreen
bijzon-der
krachtige
storm. Eenstorm uit hetwestenof zuid-westen kon hetwater in de falunzeehoog
opstuwen,enzeer
krachtige stromingen
enhoge golven
veroor-zaken. Materiaalvanstranden,zandbankenen
rotsige
kusten kon dan worden
vermengd
metafgerold gruis
enlevende dieren uit het
diepere
water,enin kortetijd
in grotemassa’s
bijeen
wordengespoeld.
Dit verklaart hetbijelkaar voorkomenvanfossielen die
oorspronkelijk op verschillendeplaatsen moeten heb-ben geleefd,de verschillenin preservatie,en het
voor-komenvan ‘doosjes’.Deze bivalvenzijnlevend zódiep begravendatzezich nietmeer naardeoppervlakte kon-den werken. Na hun doodwas de druk van het sedi-mentgrootgenoegomteverhinderen dat deschelpen
zich
openden,
en vanelkaar konden losraken.Bij Pauvrelay
moetdeondergrond
in de directeomge-ving
een eiland hebbengevormd.
Hiervandaankwa-men de
brokjes
zachtekalk, ende mesozoische fos-sielen als sponzenenbrachiopoden.
Deze kunnen nietver
getransporteerd zijn.
In de
afzetting
bijFerrière-Largon
komen deze nietvoor, deze zalzijngevormd
alseenzandbank,verder wegvande kust. Bijhet graven hier bleek datertweepakketten voorkomen,op eengrijzig-witte laag met minder fos-sielenligt een
gelig-bruine laag
waarinmeergave fos-sielen voorkomen.Mogelijk
liggenhierafzettingenvantweestormen
op elkaar.
Tonvan Eijden), De
Sparren
39, 1402 KD Bussum,tel. 035-692 2477, email:
[email protected]
Foto
Stef
Keulen.
denmetveel
bryozoën (de
‘faciesSavignien’)
wordtvrij
grootschalig
ontgonnen(foto rechts).
Slechtsweinig
kal-kige
fossielenzijn
bewaardgebleven,
maarenkelelagen
bevatten wel vistandenenbetresten. Hetbekijken
vande steile wandenendehopen
zandengruis
leverdeweinig
op,voornamelijk
kleinepectens.Na eenpoosje
vond ik éénzeergrote pecten.Later bleek dat MichielenDory
mevoor warengeweest:
zij
haddenereenstuk ofzes.Uiteindelijk
vond ik eenniveaumet donkergekleurde
steentjes,
waarin al eerdermensenhadden zitten hakken. Dit bleek degezochte laag
tezijn,
en wegingen
deze uit-bikkenen zeven.Lastig werk,
hetspul
is besthard,
endelaag
isvrij
dun. Maarwezatengoed,
vooralEddy
haal-de erenkeleredelijk goed
bewaardeenzeer fraairood-bruin
gekleurde
tanden uit.Mijn
grootstevondst deed ik toenikeenstukje
wand wildeweghalen
ommijn
zeefte kunnenplaatsen:
eenbijna
tien centimetergrotesteen-kemvan een Conus. Daarnaast vond ik nog enkele
huid-plaatjes
vankrokodillenenMichiel vondeendeelvan eenMastodon-tand.
Op
deterugweg
stoptenwe nogeven inSavigné
omhetmuseumte
bekijken.
Hier bezitmenhet resultaatvanvelejaren
werkvanlokale verzamelaars. Naast velehaaientan-den
(met
veel kleineMegalodon
’s enhelezakjes
vol metHemipristis,
dat isnou eens eensoortdie ik wel had willenvinden)
ook bottenentandenvanzoogdieren
enreptielen.
Hetgeen
welduidelijk
maakt dat diteenomgeving
iswaarje
vaakmoetgaan zoekenendansomsgeluk
hebt. In deloop
vandedag
was debewolking
toegenomenenhelaas
begon
hettoenwebijna
terugwarenopnieuw
tere-genen.
Op
decamping spraken
wede anderen. Diehad-den hetgrootstedeelvan de
dag doorgebracht
in het wei-landvlakbij
Le Louroux(foto hieronder).
Hier iseenheel andereafzetting
tebemonsteren,
ineenroodbruinezandig-lemige
matrix zittengroteGlycymeris, Conus,
Terebraen anderesoorten. Het iszwaarwerk,maarhet leverde mooiezaken op. Stef KeulenenJan Boes hadden elkeenmooie
Ficus,
enStefMermuys
twee groteMurex(foto’s
rechter-pagina bovenaan).
Welwas aanhet eindvandemiddag
eenoverhangende
wandingestort, gelukkig
washetenige
dat Zoeken in de ‘faciesSavignien’.
Foto
Stef
Keulen.
bedolven werd Stefs houweel. Daarnaastwaser
gezeefd
inde
zandhoop bij Manthelan,
en warenenkelennaarFerriè-re-Lar9on
gegaan.Die avond
gingen Stef, Eddy, Yvonne, Michiel, Dory,
en iknaarPaulmy,
waar wemetLen ineenblues-café aten,met
begeleiding
dooreenblues-band(foto rechts).
Ik hebweinig ervaring
metditsoortmuziek,
maarhet triospeel-de
volgens mij
zeerverdienstelijk.
Demaaltijd
wassim-pel,
maarsmakelijk,
alleen daarom al de moeite waard.Sommigen besproeiden
heteten wel zeerrijkelijk,
ennathuiskomst zakte
Dory
door éénvanhunzojuist gekochte
stoeltjes,
omdat dit scheef stond.De
volgende
dag (zondag
12april)
was alles weliswaardoorweekt,
maardetentenhadden detestopnieuw
door-staan,enhet
regende
nietmeer.Eddy
enik vertrokkennaarFerrière-Larpon,
enbegonnen
degatenvan dedagen
er-vooruittediepen.
Om ongeveer kwartovertien arriveerde Henk Mulder.Hooguit
15 seconden later vond ikeenCy-praea,
liggend
op het‘trappetje’dat
ik hadgemaakt
omde kuil inenuittekunnen komen. Ennogeenpaarseconden later haaldeEddy
eenbeschadigde Cypraea
uitzijn
zeef.Henkkon hier niet
bij: gisteren
hadhij,
ondanksfanatiekgraaf-
enzeefwerk,
geenCypraea gevonden,
enhij
wasnuteruggekomen
omdathij
diegraagwilde hebben. Metons drieën werkten we
door,
de kuilen steeds verderuitdiepend.
Na deCypraea
en eenaantal leuke kleinemu-ricidenhield hetmetde vondsten wel op. Maartoenkwam
Stef,
die inmiddelszijn
houweelweerhaduitgegraven.
En die lietonsevenzien hoeje
tekeer kunt gaan. Emmernaemmervulde
hij
met versuitgehakt materiaal,
en haaldedaar binneneenhalfuur niet minder dan
vijf Cypraea'
suit!
Goed,
onzegeologisch
secretaris werkt sneller dan drie anderen samen,maarhij
heeft hetgeluk
vanminstens tien.Het issomswat
ontmoedigend.
Maar daarom niet
getreurd,
ik heb ook voldoende mate-riaalomthuis eenheletijd bezig
tezijn,
endeCypraea'
sdie ik vond
zijn (denk ik)
anderesoortendan die ik al had. Welbegon ik,
luisterendnaar degesprekken
achtermijn
rugom,na een
poosje
het ideetekrijgen
datEddy
enHenkwilden suggereren dat ik weleens een
goede geologisch
secretariszoukunnen
zijn.
Geen ideewaarom zedatzou-den kunnen zou-denken...
Voor die avond had Len iedereen
uitgenodigd
voor eenhapje
en eendrankje,
enomdatEddy
enik al de heledag
gegraven haddengingen
webijtijds
weg.Hetgeen
welbe-tekendedatwe het
dichtgooien
vande kuilenaandean-derenmoesten
overlaten,
ikhoop
datmen ons dat niet al tezeerkwalijk
heeftgenomen.Naeendoucheenomkleden vertrokkenwe naarLe
Petit-Pressigny. Bij
degrotesilo’smoestenwezijn,
dustoenwedie zagen
gingen
wezoeken. Telaat,
bleekhet,
we waren dejuiste zijweg
toen alvoorbij.
We vroegen de wegaaneenFranse boer. Die konons niet
helpen,
maarEddy
had het heldereideeom naardetelefoongids
tevragen,endatleverde denaam vanhet huis op. Die werdweerherkend
door de Franse
boer,
dieonsduidelijk
konuitleggen
waar wemoestenzijn.
Lenen
Rieja
hebbenduidelijk
al veel werk in hetopknap-penvanhunmooieoudehuis
gestoken,
hetzieterallemaalleuken
gezellig
uit. Meteenkeuraanspullen
die zó ineenvolkenkundig
museumkunnen. Primavoorelkaar. Datgold
ookvoor de
hapjes,
er wasruim voldoendeenergsmake-lijk. Applaus
voor de Vaessen’s! Eneenprima afsluiting
van een
geslaagde paasexcursie,
ondanks eenwatbeperkt
aantal deelnemers.
*Tonvan
Eijden,
DeSparren
39, 1402 KD Bussum,tel. 035-692 2477, email:
[email protected]
Foto’s links-enrechtsboven: het leverde mooie zaken op....