• No results found

Verslag Paasexcursie, 25-28 maart 2005

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Verslag Paasexcursie, 25-28 maart 2005"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

AFZETTINGEN WTKG27(1), 2006 8

Verslag Paasexcursie,

25-28

maart 2005

Ton van

Eijden

*

Dit

jaar

waser

gekozen

voor een

gebied

tennoordwesten van

Parijs,

waarvooral het befaamdeLutetien opeenaantal

plaatsen

ontsloten

is,

of op

zijn

minstmet

enig graafwerk

ontsloten kan worden. Stef hadals uitvalsbasiseen

geschik-te

camping

in St. Leu d’Esserent

geregeld. ‘Campix’

is

toe-passelijk gelegen

ineen

voormalige

groevevan nummu-lieten-houdende

Lutetien-kalken,

enbeschikt ook over een aantal kleine

huisjes,

voorhen die geen zin hebbenomin eenklam

tentje

te

slapen.

Een anderpuntvóór deze

camping

is de

aanwezigheid

van eengroteruimtemetopen

haard,

waarhet ‘s avonds

goed

toeven isen de

ervaringen (en

drankjes) uitgewisseld

kunnen worden.

Henk-JanvanVlietenik vertrokken op

donderdag

de 24-ste, omdatweeerstnog

langs

Te

Guépelle’

wilden gaanom daar

(nog meer)

vande

rijke

Bartonien-faunateverzamelen.

Onderweg regende

hetflink, maar aan het eindevande

middag

werd het

gelukkig

weer

droog.

De groeve bleek in het

afgelopen jaar vrijwel

niet veranderd. En de

enige

ver-andering

die

wij

konden zien betrof het

verdwijnen

vande beste

zandhoop

dieer was.Het terreinwas

duidelijk

flink

‘afgegraasd’,

endoor de

onlangs gevallen

regenwaszeven niet

mogelijk.

Desondanks kwamen we ertoch weermet een

aardig doosje

vondsten vandaan.

fn St. Leumoestenwenogeven

goed

zoekennaarde

cam-ping.

Zoals in de

excursiegids

vermeld stondenerinderdaad

wegwijzers,

maardiewarenniet allemaaleven

goed

te

zien,

noch

duidelijk. Op

de

camping

troffenwedemeeste ande-renalaan.Naasteenaantal bekende ‘ouderotten’,zoals Jan

Boesende familie

Mulder,

waren erook eenaantal nieu-we

gezichten.

De

volgende dag

stond alseerstede locatie

bij

Barisseuse op het programma. Door dichte mist redenwe erineen lan-ge colonne heen. Het

bosje

waarverzameldkan worden zag erflink doorwoeld

uit,

en om de fossielhoudende

laag

te ontsluitenmoesterflinkwat

graafwerk

verzetworden. Na ongeveereen uur was dit optwee

plaatsen gebeurd,

envol

optimisme

werder

begonnen

metzeven.Het materiaal hier is

zandig,

metdaarin

verspreide

lenzenvan

schelpgruis.

De

fossielen

zijn duidelijk gerold,

en

dikwijls beschadigd,

maar de faunamoettoch divers

zijn.

Lang

mocht depretnietduren,wanterverscheeneen Fran-soosdie zich identificeerdeals de

terreinopzichter

-endie

washe-le-maal nietzo

blij

metonzeactiviteiten. Enom

zijn

argumentenkracht

bij

te zettenhad

hij

erookmaarmeteen drie

gendarmes bijgehaald. Pogingen

omter

plekke

via de mobiele telefoon

alsnog toestemming

vande

eigenaar

te

krijgen faalden,

en erzatniets anders op dan de

zojuist

met veel moeite

gemaakte ontsluitingen

weerdichtte

gooien,

en methet

weinige

materiaal datwehadden de aftochtte blazen. Eén schraletroost wasdat dezon intussenwas

doorgekomen

enhet stralendweerwas

geworden.

Maar daarom niet

getreurd,

en naarde

volgende

locatie

ver-trokken, Ully-St-Georges.

De

plek

om tegraven

ligt

een flink stuk het bos

in,

enhet

hobbelige

en

glibberige

wegge-tje

erheenwasnietvooralle auto’seven

goed

tenemen.Ben enJoke Nielandwarenmeteengrote

kampeerwagen

geko-men,enzagen

(waarschijnlijk terecht)

afvan een

poging

om deze als

terreinwagen

inte zetten.

Op

eenaantal

plekken

in het bos

zijn

oudegaten,enhiervan

diepten

we ertweeuit.

Tevoorschijn

kwamen witte

kalkzanden,

metdaarin

opval-lende veelgrote

Turritella’s,

door

sommigen oneerbiedig

trutje

tella

genoemd.

En daarnaast

natuurlijk

ook nogvele anderesoorten

(Diodora, Emarginulla,Xenophora,

en

Hip-ponyx,om er maar eenpaarte

noemen),

en een

fijne

fraktie die pasna

spoelen

en

drogen

zichtbaarwordt. Om beurten

haktenwemateriaal

los, schepten

dit inemmers,engaven het dooromtezeven. Enzo

vlogen

deurenom,en washet

tijd

om moe maarvoldaanmetde zakken

gruis

naarde

cam-ping

terugtekeren

De

volgende dag, zaterdag, splitsten

we onsop, één groep vertroknaar

Blaincourt,

de anderenaarFercourt.

Bij

Fer-court moestook weerflink wordengegraven. De te

be-machtigen rijke

fauna heeft al heel

lang

verzamelaars

ge-trokken,

en dat istezien. En temerken, wantom

bij

het fossielhoudende witte kalkzandtekomenmoestweerveel werk wordenverzet.Een al bestaande kuilvan1

bij

2 meter, enongeveeranderhalvemeter

diep,

moestworden

leegge-schept

toteen

diepte

vanruimtwee meter.Honderden em-merswerden

doorgegeven

en

leeggestort,

tot

eindelijk

de onverstoorde

laag

werd bereikt. Die activiteiten werden niet

gewaardeerd

dooreenof ander

knaagdier,

dat volkomen pa-nisch door de kuil heenen weerrendeensprong,maardoor de verticale wanden niet zonder

hulp

weg kon komen. In het

uitgegraven

materiaal vond ik ook nogeen

pad

entwee

sala-manders,

die het

graafwerk warempel ongedeerd

hadden doorstaan. De

lange,

smallevorm vanhetgat,

gecombi-neerdmetde

diepe

kuil

eronder, gaf aanleiding

toteenwat

vunzige vergelijking

die ik hier niet zal

reproduceren.

Ik volstamet tezeggen dater een

rijke

fauna doorwerd herbo-ren. Net als in

Ully-St-Georges

is deware

rijkdom

vande

fauna in de zeef niet

goed

te

zien,

dat kwam pas

thuis,

na

spoelen

en

drogen.

Toch werdeneral snel fraaie vondsten

gedaan. Trutje

Tellawashier minder

algemeen. Hipponyx,

Xenophora, Conus, Trochus,

enteredoublettenvan Phacoi-Zoals de traditievande WTKG vereist werd ook dit

jaar

door de onovertroffenen

(bijna)

onvermoeibare Stef Mer-muyseenPaasexcursie

georganiseerd

naarhet Bekkenvan

Parijs.

Al vele

jaren

is dit

gebied

het doelwitvande

overzadigbare

honger

naarEocene molluskenvan onze

jagers.

En ondanks het feit dateral

bijna

tweeeeuwen

lang

enormeaantallen fraaie fossielen

geborgen zijn,

endat het aantal

goede

en ook nog

toegankelijke vindplaatsen

toch

langzaam afheemt,

isernog steeds veelmooisteverzamelen.

(2)

9 AFZETTINGEN WTKG27 (1),2006

des kwamen welvoorde

dag.

Stef kendevan deze

plek

(maar

eenander

gat)

ook

Cypraeidae,

doch die werden niet

gevonden.

Na het vele werkwas deoogst zó

goed

dat niemand zin hadom’s

middags

naarBlaincourttegaan. Het

gat was inmiddels zó

diep

dat het

omhoog

reikenvande volleemmers erg vermoeiendwas,en eentouw

plus hulp

nodig

waren omhetgatweeruittekomen. Hetweer was

voorbeeldig:

droog, zonnig

enaangenaam, pas in de avond ennacht

ging

het regenen.

Zondag gingen

Henk-Janeniknaarhet zo’n 50 kilometer verder

liggende

Ferme de

1’Orme,

vooral omdat ik

nog geen materiaalvandeze befaamde

plaats

heb. Maar daar aange-komen kondenwede

plek aanvankelijk

metgeen

mogelijk-heid

terugvinden.

Henk-Jan vond

uiteindelijk

wel de

akker,

waar we na

enig

zoeken enkele Muricidaevonden,maarde kleine

groevein de akker

lijkt

verdwenente

zijn.

Ik baalde daar welvan,wantik had

erg graagdie uiterst

rijke

en

goed

bewaarde kleinesoorten

gemonsterd.

We

zijn

toen

teruggereden

en naarBlaincourt gegaan. Deze

vindplaats ligt

heelapart:al vanaf de weg iseensteilwand vanNummulietenkalkente

zien,

met

daarbovenop

zachtere

afzettingen.

Deze bestaan uit

schelpkalken

enkalkzanden. Pas

uitgehakt

is het materiaaltehardom te zeven, maar wanneerhetverweertkomen de mollusken

goed vrij.

Het beste materiaal

lijkt

onderaante

zitten, onmiddellijk

boven de steilwand. Dat betekent echter wel daterveel materiaal overheengestort

is,

endat

enige voorzichtigheid geboden

is. Net als de

ploeg

dieer

zaterdag

aanhet werkwas geweest

kwamen

wij

totde conclusie dateenpaaruurwel genoeg is.

Maandag

beslotenweom,vóórdatwe naarhuis

gingen,

nog eenpaaruur

bij

Fercourttegaanzeven,maardan dichter

bij

de weg. Dit omdat het erop leek dat de faunadaar

rijker

is. We bleken niet de

enige

te

zijn,

enmet

Stef,

Henk Mulder enHenkenSinnie Bol werd hetnogbest

gezellig. Opnieuw

was in de stralendezon eenbestaandgatmet vereende krachten

uitgediept,

waar

uiteindelijk

enkele

Cypraea’s

werden

gevonden.

Het

lijkt

erdus inderdaadop dat degaten

dicht

bij

de weg een iets andere fauna

opleveren.

Een

Cypraea

vonden Henk-Janenik echter

niet,

wel haalde Stef er eenfraaie

Harpa

uit. Het is hem

gegund

- maarwelmet

enige jaloezie.

Naeenpaaruurhieldenwehetvoor

gezien,

laadden de

spullen

in de overvolleenoverbelaste auto,en

gingen

moe entevredennaarhuis. Al metal kan ik zonder meerzeggen datook dePaasexcursievan2005een succes

isgeweest.

Naschrift

Uiteraard ben iknathuiskomstzosnel

mogelijk

methet ma-teriaalaande

slag

gegaan,d.w.z,

naspoelen,

zevenen dro-gen.Dit leverdeeen zeerfraaie

Cypraea

op, tóch

afkom-stig

uit het achterstegatvan

Fercourt,

enuit Barisseuseeen aantal

Muricidae,

een

Patella,

en eenConus. En dat

terwijl

het echte werk nogmoet

beginnen...

*Ton

van

Eijden,

De

Sparren

39, 1402 KDBussum, email:

eijdent@hetnet.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Spoorwegaanleg kan gezien worden als een oorzaak van het modern imperialisme, omdat voor de aanleg van spoorwegen de beheersing van / de controle over een groot grondgebied

De manier waarop Philip Morrison praat over wapenontwikkeling in de Tweede Wereldoorlog verschilt van zijn mening over wapenontwikkeling in de Koude Oorlog.. 3p 21 Licht dit

Uit het antwoord moet blijken dat deze conclusie niet getrokken mag worden, omdat munten ook door handelscontacten buiten de grenzen van het Romeinse Rijk verspreid worden. 6

4p 23 Noem de twee manieren waarop dit in de bron naar voren komt en leg uit waarom de Duitse autoriteiten voor deze aanpak kiezen.. Gebruik

Uit het antwoord moet blijken dat de tekenaar suggereert dat de jonge generatie de verwijzing naar de Tweede Wereldoorlog door de oude generatie geen reden vindt om enthousiast

• De jaarlijkse wisseling zorgde ervoor dat archonten niet voor langere tijd hun functie uitoefenden en dus niet te machtig konden worden / en dus niet de democratie konden

Teutbert met zijn vrouw en kinderen, Dominic met zijn vrouw en kinderen, Nadalis met haar kinderen, Johannes met zijn vrouw en kinderen, Benedictus met zijn vrouw en kinderen,

 een structurele verandering in de tijd van De Geer te noemen en aan te geven op welke wijze deze verandering in de levensloop van De Geer naar voren komt. “Sapere aude” (durf