• No results found

Nieuw proefbedrijf in Lelystad: de stal voor guste en drachtige zeugen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Nieuw proefbedrijf in Lelystad: de stal voor guste en drachtige zeugen"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Nieuw proefbedrijf in Lelystad: de stal voor guste

en drachtige zeugen

Nico Verdoes, PV

In “Praktijkonderzoek Varkenshouderij” van april 1999 is een artikel verschenen over de bouw van het nieuwe proefbedrijf in Lelystad. In dat algemene artikel is beloofd dat in de volgende afleveringen steeds van één van de stallen de technische uitvoering zou worden gegeven. Deze aflevering gaat over de stal voor guste en drachtige zeugen, waarin het onderzoek naar systeemvergelijking met en zonder stro in stabiele en wisselgroepen cen-traal staat.

Elk van de stallen op de nieuwe onderzoeksaccom-modatie is 30,20 m breed. In het midden van de stal ligt een centrale gang van 3 m breed. De afdelingen aan weerszijden van deze gang zijn alle I3,20 m diep. Deze unifomering is doorgevoerd om later binnen bestaande muren gemakkelijk te kunnen verbouwen. De flexibiliteit wordt ook bevorderd door alle wanden tussen de afdelingen van kunststof te maken. De stal voor guste en dragende zeugen

(inclusief voerruimte, zeugendouche et cetera) wordt totaal 58,6 I m lang. Er zijn drie afdelingen voor opfokzeugen (42 plaatsen per afdeling), drie dekafdelingen voor guste zeugen (34 plaatsen per afdeling) en drie afdelingen voor drachtige zeugen (60 plaatsen per afdeling).

Vergelijking bedrijfssystemen

Op het nieuwe proefbedrijf is de mogelijkheid aan-wezig om bedrijfssystemen te vergelijken. Er komen drie units voor 100 zeugen. In figuur I is getekend hoe de guste- en drachtige-zeugenstal van één unit eruit ziet. Er wordt gedacht aan een vergelijking van de volgende systemen:

- stabiele groep zonder stro (controle) - stabiele groep met stro

- niet stabiele (grote) groep met stro.

Aan een stabiele groep worden vanaf het insemine-ren tot inleg in het kraamhok geen nieuwe zeugen toegevoegd. De drie units zijn zodanig uitgevoerd dat elk van de drie groepen hierin gehuisvest kan worden. De guste en drachtige zeugen worden alle-maal gehuisvest in groepen met een voerstation.

Drieweeks systeem

Er wordt een drieweeks productiesysteem gehan-teerd. Eénmaal in de drie weken worden per be-drijfssysteem 14 zeugen uit de kraamstal gespeend. Een paar van deze zeugen zullen worden uitgese-lecteerd. De groep wordt in de dekafdeling aange-vuld met opfokzeugen, tot ongeveer 17 dieren. On-geveer 15 drachtig geteste dieren gaan naar de afde-ling voor drachtige zeugen.

Afdeling voor opfokzeugen

Deze afdeling (4,IO m breed) bevat zeven hokken met een bolle dichte vloer. Het emissie-arme systeem met water- en mestkanaal en hellende wanden in de mestput (IC-V) wordt hier geinstalleerd. Boven het waterkanaal komen metalen driekantroosters en bo-ven het mestkanaal betonroosters. In deze afdeling kunnen de opfolaeugen (vanaf 25 kg tot dekrijpheid) zowel via een trog als via een btijbak worden gevoerd.

Afdeling voor te dekken zeugen

In de dekafdeling (I3,85 m breed) is plaats voor een groepje dekrijpe opfokzeugen. Verder zijn er voer-ligboxen aangebracht om berige zeugen enkele dagen te kunnen fixeren. De groep van ongeveer 17 zeugen heeft de beschikking over het gedeelte van de afdeling waar de voerligboxen staan (volledi-ge diepte van de afdeling) én over één ligruimte, met de benodigde I ,3 m2 dichte vloer per zeug (halve diepte van de afdeling). De dichte ligplaats is

(2)

iuchtinlaat-kanaal drachtig Controlegang rondom de hokken in de afdeling eugen

guste, en dr; htige zeugen

Figuur 1: De guste- en drachtige-zeugenstal van één unit

(3)

uitgevoerd in een U-von-n. Tussen de beide poten van de ‘U’ is een gaatjesrooster (met 5% doorlaat) aangebracht, dat formeel geldt als dichte vloer. De zoekbeer is in het midden gestationeerd. De groep wordt gevoerd via een voerstation. Als alle dieren uit de groep geinsemineerd zijn, gaat het hek tussen het berenhok en het voerstation dicht en krijgt een nieu-we groep de beschikking over het andere gedeelte dichte vloer en de ruimte achter de voerligboxen. Alle roosters zijn van beton. Over de controlegang kan men rondlopen door de gehele afdeling.

Afdeling voor drachtige zeugen

De vorm van de ligplaats is in de afdeling voor drachtige zeugen vergelijkbaar uitgevoerd als in de dekafdeling. In deze afdeling (I5,70 m breed) staan twee voerstations opgesteld. De mogelijkheid be-staat om hier één groep van 60 zeugen te huisves-ten, of twee groepen van 30 zeugen of vier groepen van 15 zeugen. In het laatste geval moeten twee groepen gebruik maken van één voerstation met separatiemogelijkheid. Ook in deze afdeling kan men over de controlegang rondlopen door de hele afdeling en zijn alle roosters van beton.

Ventilatie

De ventilatielucht wordt aangevoerd aan de lengte- Inmiddels is het bestek van de stallen gereed. De zijde van het gebouw. In de tekening is het lucht- aanbesteding zal nog dit jaar worden afgerond. In aanvoerkanaal buiten de buitenmuur ook te zien. een volgend artikel zal de stal voor kraamzeugen De ruimte onder de dichte vloeren wordt benut als besproken worden. H

luchtkanaal. De lucht komt niet onder de centrale gang. In het laatste hok van een afdeling wordt de lucht naar de ruimte onder de voergang geleid. Dit betekent dat de lucht per afdeling wordt binnenge-bracht, wat voordelen biedt op hygiënisch vlak Op de voergang is een rooster aangebracht waardoor de lucht in de afdeling kan komen. Via een centraal afzuigkanaal wordt de lucht weer afgevoerd.

Mestafvoer

Alle mestputten zijn 0,90 m diep. Onder de gehele stal ligt standaard een rioleringssysteem. In de afde-lingen waar stro of strooisel wordt verstrekt zal ech-ter een ander afvoersysteem moeten worden geÏn-stalleerd. Daarbij valt te denken aan mestschuiven, mestvijzels of mestbanden. De keuze zal gemaakt worden als een (nu lopend) oriënterend onderzoek naar mestafvoersystemen met stro is afgesloten. Voor de toekomst ziet het Praktijkonderzoek Varkenshouderij het als een uitdaging om Groen Label-systemen met stro te ontwikkelen. Alle mest wordt afgevoerd via gesloten systemen in de be-loopbare ruimte onder de centrale gang, die 2,20 m diep is uitgevoerd.

Planning

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The use of grade 2 water gave good results in the Tygerberg Hospital human IVF programme, with a pregnancy rate of 23% per embryo transfer over a period of 1 year.. 3 At times

We hypothesise that if pe/ppe proteins are involved in immune evasion and antigenic variation their genes will have undergone rapid evolutionary change, as demonstrated by high

Because of the inability of the local authorities to take action against the black petty producers, the sale of milk (and dairy farming) on the border of Dobsonville

Host plant resistance and natural chemical (neem) pest control in large scale farming systems, or integrated with cultural and biological control in low-input subsistence

In another study conducted by N e h r and LaMeres (2000) it is stated that considering the energy storage capability of water heaters, they may not have to heat water

The control systems that were simulated includes nuclear power control, average coolant temperature control, pressuriser pressure control, pressuriser water level

Lack of health education for patients using DOTS Lack of knowledge of TB treatment phases and side effects Need for relevant health talks with patients having TB.. Lack of

Cane dieback of Dawn Seedless table grapevines (Vitis vinifera) in Western Australia caused by Botryosphaeria rhodina.. Map of South Africa showing the major table