• No results found

Winteronderzoek op ROC De Vlierd

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Winteronderzoek op ROC De Vlierd"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Winteronderzoek op ROC De

Vlierd

Mw. KA. Termeer (regionaal onderzoeker ROC De Werd)

Het melk- en jongveeonderzoek van de komende winter bestaat voor een groot deel uit het toetsen van computermodellen aan de praktijk. Daarnaast wordt meerjarig onderzoek met kruislingvaarzen voortgezet. Bij de vleesstieren staan voeding en huisvesting centraal.

Testen koemodel

In de afgelopen jaren is op het PR een computer-model ontwikkeld, waarmee een koe qua voerop-name, energieverzorging en melkproduktie gesi-muleerd kan worden, het zogenaamde koemodel. Bij normaal gebruik van dit programma is melk-produktie de sluitpost; dat wil zeggen dat de ge-gevens van de koe en het voer worden ingevoerd, waarna de melkproduktie wordt berekend. Het is echter ook mogelijk om het programma om te bouwen en de voeropname en met name de be-nodigde hoeveelheid krachtvoer te berekenen. De gang van zaken is dan als volgt. De ruwvoer-kwaliteit is ingebracht, evenals de koegegevens, zoals kalfdatum en leeftijd. Uit de wekelijkse pro-duktiegegevens berekent de computer de ver-wachte jaarproduktie.

Wanneer we al deze gegevens koppelen, kan met het koemodel de ruwvoeropname voorspeld wor-den en de benodigde hoeveelheid krachtvoer be-rekend worden.

Dit programma zou, gekoppeld aan de voerauto-maat, een volledige automatisering van het voe-ren betekenen, met dien verstande dat de boer moet zorgen dat er steeds onbeperkt ruwvoer wordt gegeven. De praktische waarde van zo’n programma en de nauwkeurigheid van het koe-model worden deze winter op De Vlierd beproefd.

Ontwikkeling jongveemodel

Op het PR wordt tevens gewerkt aan de ontwik-keling van een simulatiemodel voor jongvee, dat de voeropname en de groei van jongvee nabootst. Eén van de kardinale punten van dit model is dat het de invloed van de kwaliteit van het voer op de ruwvoeropname moet kunnen berekenen. Daar-naast wordt bekeken of berekend kan worden welke invloed de krachtvoergift heeft op de ruw-voeropname.

Om op deze vragen een antwoord te geven wordt op De Vlierd met 54 Piemontese kruislingpinken

--.---.._ _/

een proef uitgevoerd. Aan deze dieren worden 3 verschillende ruwvoeders (stro, hooi en kuilgras) gevoerd met bij ieder ruwvoer 3 krachtvoerni-veaus.

Gebruikswaarde managementsystemen

In 1987 is een personal computer aangeschaft. Op deze computer draaien momenteel 2 mana-gementinformatiesystemen, namelijk het VAMPP en het BMS. Het VAMPP is ontwikkeld op de Fa-culteit voor Diergeneeskunde en richt zich met name op de gezondheidszorg en de vruchtbaar-heid, naast voeding en produktie. Het BMS (Be-39

(2)

drijfs Management Systeem) is op het PR ontwik-keld en richt zich wat meer op de gehele bedrijfs-voering inclusief het graslandbeheer.

Het doel van deze proef is het beoordelen van de gebruikswaarde van deze managementinforma-tiesystemen. Dit gebeurt aan de hand van de er-varingen met het inbrengen van gegevens en met het vaststellen van de kengetallen en aan de hand van de mogelijkheid om relaties te leggen met andere managementfaktoren, zoals bijvoorbeeld de relatie tussen diergezondheid en melkproduk-tie.

Huisvesting vleesstieren

In de opfokstal voor stieren van 0-3 maanden wordt het gebruik van speenemmer en babybox bij groepshuisvesting onderzocht. De helft van de kalveren wordt gedurende de eerste twee weken in een zogenaamde babybox geplaatst. Daar-naast wordt alle kunstmelk in een speenemmer verstrekt. Bij deze proef wordt gekeken naar groei, voeropname, gezondheid en gedrag (navelzui-gen).

In de overgangstal voor stieren van 3-6 maanden worden betonroosters vergeleken met houten lat-tenroosters, om te kijken of een andere vloer beengebreken bij vleesstieren kan voorkomen.

Snijmais en bijprodukten voor vleesstieren

Snijmais kan een grote variatie in droge-stofge-halte vertonen. In een proef op De Vlierd wordt nagegaan wat de invloed is van het droge-stofge-halte van de snijmais op het krachtvoerniveau. De proef wordt uitgevoerd met droge (32 %) en natte mais (24 Oh) en met drie krachtvoerniveaus. Op deze manier kan bijvoorbeeld bepaald worden hoeveel krachtvoer er extra bij natte mais gevoerd moet worden.

Bij de voeding van vleesstieren wordt steeds meer gebruik gemaakt van industriéle bijproduk-ten. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat het voeren van grote hoeveelheden van deze (vrijwel) struktuurloze produkten goede perspectieven biedt. Bij dit onderzoek was aanvullend een standaardgift stierenbrok verstrekt, terwijl bij een optimaal rantsoen de eiwitgift eigenlijk moet wor-den aangepast naarmate er meer bijprodukt ge-voerd wordt. Op De Vlierd wordt nu de geschikt-heid als voer van aardappelzetmeel onderzocht alsmede de minimale snijmaisbehoefte om in de struktuurvoorziening te voldoen. Tevens wordt gekeken naar de verschillen tussen gemengd en

Vleesstieren op De Vlierd.

ongemengd voeren, want lang niet iedere mester heeft een voermengwagen.

stieren-Piemontese kruislingvaarzen

Door de superheffing en de stijgende melkpro-duktie per koe is op veel melkveebedrijven stal-ruimte en grond vrijgekomen voor andere vormen van veehouderij. Hierbij kan worden gedacht aan het aanhouden van de kruislingkalveren (Fl), deze te insemineren met een vleesras en na één keer kalven als slachtvaars te verkopen. Er komt dan waarschijnlijk ook een goed kalf (F2) voor de roodvleesproduktie beschikbaar.

De Vlierd doet momenteel onderzoek met zulke kruislingvaarzen. In eerste instantie zullen er 3 jaargangen van 100 dieren opgefokt worden. De oudste dieren (geboren in 1986) hebben inmid-dels gekalfd. De tweede jaargang (1987) wordt vanaf september 1988 ge’insemineerd en de derde jaargang is nu een half jaar oud.

Aan de volgende zaken wordt bij deze proef aan-dacht geschonken:

Groei en bevruchtingsresultaten van de dieren. Welk ras als beste gebruikt kan worden om de vaarzen te insemineren; Piemontese of Limou-sin. Hierbij wordt gelet op kalfproblemen en mest- en slachteigenschappen van de nako-melingen (F2).

Verloop van het kalven van alle kruislingvaar-zen.

Welk rantsoen het beste is voor de vaarzen; alleen snijmais, alleen kuilgras of gemengd. Het gewicht van de vaarzen na kalven en wat het beste slachtmoment is.

Mest- en slachteigenschappen van de nako-melingen (F2).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

medaille, verbonden aan de Orde van Oranje Nassau, in zilver ver- leend. Aan collega DORST werd ter gelegenheid van het derde Eucarpia congres, het ere-presidentschap

Omdat het doel van deze filetmonsters primair de vergelijking met de gehalten in de gehele sub- adulte vis was zijn alleen filet monsters geproduceerd voor soorten en

opvolging zw toelichten Beleving/klachten Screenen medische obstetrische/ mentale/ sociale risicofactoren Info prenatale diagnose/NIPT en informed conscent

Het is dus van belang dat mensen actief en tijdens de werkzaamheden worden gestimuleerd om kennis te herhalen en om signalen in de omgeving van zijn werkzaamheden waar te

Nederlandse bodemkunde, draagt zijn beeltenis in de vorm van een bronzen plaquette, van het gipsen origineel daarvan zijn na ruim 110 jaar een verkleind medaillon gemaakt en een

Ook (zelfs) bij de fabrikanten van de herbiciden is niet altijd de specifieke informatie voorhanden over effectiviteit van herbiciden ter bestrijding van wilde haver. Vaak is deze

Alleen in bijzondere gevallen is sprake van een negatief effect van de airbag, Dat is het geval bij inzittenden (bestuurders en passagiers) die zich niet in een normale zithoudl

Kg droge stof uit ruwvoer/ koe/staldag Krachtvoerverbr. in gld./bedrijf Arb.opbr.. Voor het tweemansbedrijf wordt in tabel 4.3 aangegeven hoe de bedrijfsplannen er uit zien in