• No results found

Eiwit- en energiewaarde van Limix 32 (melasse + ureum) : gegevens van een voederproef met jonge vleesstieren

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Eiwit- en energiewaarde van Limix 32 (melasse + ureum) : gegevens van een voederproef met jonge vleesstieren"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Eiwit- en energiewaarde van Limix 32

(melasse + ureum)

Gegevens van een voederproef met jonge vleesstieren

Ir. F. de Boer, ing. G. Hamm en H. J. Wentink-Instituut voor Veevoedingsonderzoek 'Hoorn'te Lelystad

In een reeks voederproeven met jonge vleesstieren is in de laatste jaren vastgesteld, dat de eiwitbehoefte aanmerkelijk lager is dan voordien werd aangenomen (1,2). Op grond van de in deze onderzoekingen gevon-den resultaten werd gesteld, dat bij FH- en MRIJ-dieren pas ongunstige effecten op groei en slachtkwaliteit kunnen worden verwacht als bij dieren lichter dan ca. 275 kg minder dan 11 g re/G°-7S wordt verstrekt. Bij zwaardere stiertjes ligt dit getal lager. Een bescheiden re-gift boven die niveaus blijkt al voldoende om die be-zwaren te ondervangen (1).

De mogelijkheid dat verschillende eiwitbronnen in dit opzicht niet of niet gelijk zouden werken, werd niet zonder meer uitgesloten. In een aantal voederproeven werden daarom proefbehandelingen ingebouwd, waarbij het verschil tussen positieve (voldoende eiwit) en negatieve controlegroep (te weinig eiwit) door be-paalde N-bronnen werd weggenomen.

In deze voederproef werd daarom - op verzoek van de desbetreffende firma - het melasse-ureummengsel Li-mix 32 opgenomen.Het Instituut voor Veevoedingson-derzoek 'Hoorn' is de fabrikant-leverancier van Limix 32, de fa. Hens' Veevoeders, Schoten, België, erkente-lijk voor de tijdens het onderzoek verleende medewer-king.

dagelijkse groei van ongeveer 1200 g verwacht mag worden.

Van het gebruikte ruwvoeder en de mengvoeders werd de scheikundige samenstelling bepaald, terwijl met Li-mix ook een verteringsproef bij hamels werd uitvoerd. Met 4 stieren uit elke groep werden voorts ge-spreid in de proefperiode, balansproeven uitgevoerd, en wel in september, oktober, november en februari. Tijdens de voederproef werden geregeld voedermon-sters op droge stof onderzocht, zodat bij de berekening van de werkelijk verstrekte voederwaarde met variaties in ds-gehalte rekening kon worden gehouden. Bij de berekening van de giften mengvoer werden de voeder-waardes, vermeld in tabel 2 aangehouden.

Van het begin van de voederproef tot half januari 1976 werd van steeds verschillende snijmaissilages ge-voerd; daarna werd steeds voer uit één silage gebruikt. Een beeld van de samenstelling en voederwaarde van de gebruikte snijmaissilages is in tabel 1 gegeven. De gebruikte mengvoeders hadden een samenstelling, zoals aangegeven in tabel 2.

De dagelijks verstrekte hoeveelheden Limix en pulp die met de snijmaissilage werden gevoerd liepen met het gewicht van de stieren op van resp. 0,7 en 1,0 tot 1,4 en 1,8 kg.

Opzet en uitvoering van de proef

De voederproef omvatte 32 FH-stieren, verdeeld over 4 groepen van 8 stuks elk: positieve controlegroep (1), negatieve controlegroep (2), Limix groep (3) en een vierde groep, die als N-bron gedroogde pluimveemest ontving.

De stieren werden gehouden in een stal met individu-ele huisvesting (proefboerderij "t Gen' van IVO 'Schoonoord'). Binnen de groepen waren 2 blokken van 4 dieren, die ongeveer 40 kg in gewicht verschilden bij het begin van de proef, resp. ca. 170 en ca. 210 kg. De proef begon eind augustus 1975 en eindigde begin mei 1976 bij een afleveringsgewicht dat varieerde tussen ca. 400 en ca. 450 kg. De dieren werden eens per 14 da-gen gewoda-gen, waarna de voedergift werd bijgesteld. Tijdens de proef (eens in 2 à 3 maanden) werd de rijp-heid en na het slachten de slachtkwaliteit van de dieren beoordeeld.

Snijmaissilage werd ad lib. gevoerd, aangevuld met de voor elke groep stieren speciaal samengestelde meng-voedersoort. Limix werd over de snijmaissilage ge-sprenkeld. Gestreefd werd naar een zodanig voederni-veau, dat ca. 65 gzw per G0 7 5 zou worden verstrekt; dat

komt overeen met een voederenergiegift waarop een

Uitkomsten en bespreking

In tabel 3 zijn de verkregen uitkomsten van de voeder-proef vermeld.

De vermelde gewichts- en groeigetallen laten zien, dat snijmaissilage ad lib., aangevuld met mengvoer of Li-mix + pulp tot gelijkwaardige en bevredigende uit-komsten leidt voor de dieren in de positieve controle-groep en in de Limixcontrole-groep. Ter illustratie zijn in het vol-gende staatje de gemiddeld per dag per dier verstrekte hoeveelheden voeder vermeld.

De negatieve controlegroep is in groei aanmerkelijk achter gebleven: Ondanks een mestperiode die 1 à IV2 maand langer duurde dan bij de beide andere groepen

Snijmaissilage (kg) Mengvoer (kg) Pulp(kg) Limix (kg) Groep positieve controle 16,2 2,36 negatieve controle 12,4 2,15 Limix 18,2 1,2 1,2

(2)

Tabel 1 Samenstelling (g/kg) en voeder-waarde (gzw, vre, N per kg) van de ge-bruikte snijmaissilages

Tabel 2 Samenstelling (kg/100 kg voer) en voederwaarde (gzw, vre, N per kg) van de gebruikte (meng)voeders

Tabel 3 Gewichten, groei en voederver-bruik van de proefstieren

silage 1 silage 2 silage 3 silage 4 silage 5 silage 6* Ds 225 232 237 242 257 309-331 In de droge stof re 95 98 96 104 90 90 re 257 260 257 259 224 233 as 70 64 67 87 70 62 ok + vet 578 578 580 550 616 615 gzw 551 553 553 534 585 583 vre 56 59 57 66 52 51 N 15,2 15,7 15,4 16,6 14,4 14,4 * Gevoerd vanaf half januari: ds-gehalte wisselend op grond van analyses van ver-zamelmonsters(4weken) Droge pulp Sojaschroot Destr. vet Rietmelasse Mineralen + vitamines Positieve controlegroep 50,5 32 1 10 6,5 Chemische samenstelling (g/kg) (analyse) Ds(g/kgprodukt) In de droge stof: re rvet re as ok Gwz Vre N 856-870 203-207 20- 24 139-143 120-130 518-496 723-736 170-174 32,4-33,1 Negatieve controlegroep 82,5

-1 10 6,5 854-868 84-100 20- 20 169-177 121-131 606-572 705-725 49- 59 13,4-16,0 Droge pulp 860 86 11 228 74 601 710 49 14 Limix 740 422 93 485 8371 3032 692 1 Volgens opgave van de leverancier: 740 g ds, 620 gzw en 320 g re in het produkt

2 Op basis van eigen analyse

Begingewicht (kg) Eindgewicht (kg) Mestdagen Dag.groei(g) Gzw per dag per kg groei per G 07 5 Vre(g) per dag per kg groei pe rG0,75 N (re: 6,25) per dag per kg groei per G 0.75 Slachtkwaliteit* bevleesdheid vetbedekking nier-en bekkenvet Positieve controlegroep 1 210 447 232 1020 4070 4010 52 600 590 8 140 130 1,7 3,5 3,3 3,6 2 168 448 237 1180 3970 3380 54 580 500 8 130 110 1,8 3,4 2,7 2,9 Negatieve controlegroep 1 217 420 263 770 3510 4560 47 300 390 4 80 110 1,1 3,1 2,8 2,9 2 162 374 280 760 3110 4120 48 270 350 4 70 100 1,1 2,3 1,5 2,1 Limix groep 1 205 453 234 1060 4470 4210 59 620 580 8 160 150 2,1 3,4 3,1 3,4 2 163 443 253 1110 4150 3780 58 570 520 8 150 130 2,0 3,3 3,2 3,1 Schaal 1-6 pnt. 1 = minimaal; 6 = maximaal. Voor vetheid geldt 3-(2,75) als optimaal

(3)

het geval w a s w e r d slechts een e i n d g e w i c h t bereikt dat ca. 30 - ca. 70 kg lager w a s . Dit is in o v e r e e n s t e m m i n g met eerder onderzoek (2) w a a r i n w e r d vastgesteld dat bij vleesstieren o p krachtvoerrijke rantsoenen ca. 10 g re/0-75 v o l d o e n d e is v o o r een g o e d mestresultaat, maar dat 7 g re te w e i n i g is.

De te geringe e i w i t g i f t leidde evenals in de eerder uitg e v o e r d e onderzoekinuitgen tot een uitgerinuitgere v o e d e r o p -n a m e , w a a r d o o r de dagelijkse groei ca. 300 g achter-bleef bij de andere g r o e p e n uit de voederproef. De ver-strekking v a n extra stikstof - in dit geval d o o r m i d d e l v a n L i m i x - bleek ook nu in staat deze o n g e w e n s t e ef-fecten w e g te n e m e n .

De o p g e n o m e n hoeveelheden voer uitgedrukt in ener-gie (gzw), vre en stikstof (N) weerspiegelen de hiervoor aangegeven proefeffecten.

De slachtkwaliteitsbeoordeling laat duidelijk zien dat de negatieve c o n t r o l e g r o e p de g e w e n s t e bevleesdheid a m p e r en de o p t i m a l e v e t h e i d zeker niet heeft bereikt. Bij beide andere g r o e p e n w a s dat w e l het geval. Ge-m i d d e l d g e n o Ge-m e n w a r e n de positieve c o n t r o l e g r o e p en de L i m i x g r o e p g e l i j k w a a r d i g .

Terwijl e i n d g e w i c h t , groeisnelheid en slachtkwaliteit van de dieren uit de positieve c o n t r o l e g r o e p en de Lim i x g r o e p als g e l i j k w a a r d i g b e s c h o u w d Lim o g e n w o r -d e n , is -dat niet het geval met betrekking tot -de energie ( g z w ) o p n a m e . Deze is in de L i m i x g r o e p ongeveer 200-400 gzw per dag hoger.

Ook de o p n a m e aan r u w e i w i t (N x 6,25) is hoger. Het feit, dat dit verschil niet w o r d t t e r u g g e v o n d e n bij de v r e - o p n a m e hangt s a m e n met de v o o r u r e u m aange-n o m e aange-n beaange-nuttiaange-ngscoëfficiëaange-nt vaaange-n 7 0 % , t e r w i j l de aange- nage-streefde - gelijke - e i w i t g i f t o p vre is gebaseerd. Het verschil in g z w - o p n a m e is nader onderzocht en bleek v o o r a l toegeschreven te kunnen w o r d e n aan een g r o -tere o p n a m e v a n snijmaissilage d o o r de L i m i x g r o e p . In tabel 4 zijn gegevens o p g e n o m e n die dat laten zien. De hier v e r m e l d e totaalverschillen w o r d e n uiteraard w a t vertekend d o o r het verschil in lengte van de proef-periode (70 dagen langer v o o r de 8 stieren uit de Limix-groep) maar, zoals eerder reeds in tabel 3 w e r d aange-geven, blijft ook na correctie d a a r v o o r een duidelijk verschil bestaan.

O m d a t uitgegaan is v a n g r o e p e n dieren m e t dezelfde erfelijke eigenschappen, die sterk o p elkaar lijkende prestaties hebben verricht, m a g a a n g e n o m e n w o r d e n dat - ondanks de berekende verschillen- de dagelijkse energieverstrekking in werkelijkheid nagenoeg dezelf-de is geweest.

Bij de berekening v a n de rantsoenen is gebruik ge-maakt van de v o e d e r w a a r d e n , zoals die in de tabellen 1 en 2 zijn v e r m e l d . Voor Limix is daarbij de d o o r de le-verancier o p g e g e v e n e n e r g i e w a a r d e , 620 gzw per kg, a a n g e h o u d e n .

O p g r o n d van de gegevens uit tabel 4 is te berekenen w e l k deel v a n de verstrekte v o e d e r w a a r d e geleverd m o e t zijn d o o r snijmaissilage en pulp gezamenlijk en hoe g r o o t de hoeveelheid gzw is geweest die aan de positieve c o n t r o l e g r o e p is verstrekt. Tabel 5 geeft aan w e l k beeld daarbij ontstaat.

Het per dag berekende verschil in verstrekte gzw zal derhalve d o o r de gift Limix m o e t e n zijn geleverd. Ge-m i d d e l d per dag 1,22 kg LiGe-mix verstrekt, hetgeen in-h o u d t dat 1 kg Limix ca. 350 gzw bevat. Deze, aldus uit de gegevens v a n de voederproef afgeleide voeder-w a a r d e is aanzienlijk lager dan die voeder-w e l k e in de

bereke-ning w e r d o p g e n o m e n . In w e r k e l i j k h e i d hebben de proefdieren dus met pulp en Limix m i n d e r gzw o p g e -n o m e -n da-n w e r d bereke-nd. Ze hebbe-n dat tekort blijk-baar g e c o m p e n s e e r d d o o r g e m i d d e l d per dag 2 kg snijmais meer o p te n e m e n .

Tijdens de v o e d e r p r o e f w e r d een verteringsproef met 4 h a m e l s u i t g e v o e r d , w a a r i n de verteerbaarheid v a n Limix w e r d onderzocht. Op g r o n d v a n de daarbij ver-kregen u i t k o m s t e n w e r d de v o e d e r w a a r d e (gzw) v a n Limix d o o r STEG berekend. Het resultaat v a n die bere-keningen k w a m uit o p hoogstens 390 gzw (3).

Tabel 5 Verstrekte gzw totaal en per dag (afgerond)

Totaal Per dag Positieve controlegroep Snijmaissilage + pulp (inLimixgroep) Verschil 7 543 000 6992 000 4 020 3 590 430

Tabel 4 Tijdens de proefperiode opge-nomen hoeveelheden voer door de po-sitieve controlegroep ende Limixgroep

Tabel 6 Uitkomsten van balansproeven met4stieren pergroep Pos. controlegroep Limixgroep Aantal dieren 8 8 Aantal dagen 1877 1947 Snijmais-silage(kg) 30 372 35 463 Kracht-voer (kg) 4432 Pulp (kg) 2316 Limix (kg) 2 372 Positieve contr. groep Negatieve contr. groep Limixgroep Opgenomen droge stof perdag(kg) 5,314 4,452 5,517 Gewicht (kg) gem. van 4 proeven 256 220 244 Verteringscoefficiënt met sta van het ds 69,9 ± 0,3 65,3 ± 2,0 67,6 ± 1,5 ndaardafwijking gemiddelde os 72,6 ± 0,4 68,5 ± 2,1 69,8 ± 1,3 re 61,3 ± 2,5 46,7 ± 0,9 57,8 ± 3,1 N-retentie in % vanop-genomen N 32,2 ±4,2 31,0 ±1,6 28,3 ± 5,7* 3 dieren 991

(4)

De bij de balansproeven verkregen uitkomsten zijn ver-meld in tabel 6.

De getallen uit tabel 6 wijzen in de richting van een lichte verteringsdepressie bij de negatieve controle-groep, terwijl positieve controlegroep en Limixgroep ook in dit opzicht nauwelijks van elkaar verschillen. Aan de verschillen in verteringscoëfficiënten en N-re-tentie tussen deze twee groepen mag, gezien de groot-te van de standaardafwijkingen en het kleine aantal dieren per groep, geen betekenis worden toegekend.

Conclusie

Uit de hiervoor beschreven voederproef met 32 vlees-stieren, waarbij aan één groep van 8 dieren Limix (riet-melasse + ureum) werd verstrekt, werd afgeleid, dat: 1 Limix als N-bron in staat is een eiwittekort in de

voedering van vleesstieren op te heffen en daar-door groeiverbetering en een goed mestresultaatte bewerkstelligen.

2 De voederwaarde (gzw) van Limix, die volgens op-gave van de fabrikant-leverancier ca. 620 zou zijn, in werkelijkheid tussen 350 en 400 gzw ligt.

3 De proefstieren in deze proef in het tekort aan ver-strekte voederwaarde voorzagen door dagelijks ca. 2 kg snijmaissilage extra op te nemen.

Literatuur

1 F. de Boer, G.G. H.Hamm.

Protein requirements and NPN-supplementation in fattening bulls.

Symposium on recent developments in the use of new sources of protein, essential amino acids and non-protein-nitrogen with special reference to ru-minants; Geneva, January 1977.

2 F. de Boer, G. G.H.Hamm.

Effect van verschillend hoge eiwitgiften op groei en slachtkwaliteit bij vleesstieren van FH- en MRIJ-ras. Bedrijfsontwikkeling, juli/aug. 1977.

3 F. de Boer, H. J.Wentink.

Basisgegevens 'Limix proef' met vleesstieren 1975-1976.

Documentatierapport no. 27 (voor intern gebruik). Noot: Uit mededelingen van de firma Hens is ons in-middels bekend dat nu een Limix variant verrijkt met vet wordt gemaakt en geleverd. Het in de hier beschre-ven voederproef gebleken bezwaar van Limix 32, dat

het een lagere energiewaarde bezit dan door de leve-rancier-fabrikant werd aangegeven, kan daardoor uiter-aard zijn ondervangen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Inzicht in deze verschillende effecten van kruiden heeft ertoe geleid dat recent dergelijke producten voor de humane preventieve gezondheidszorg ‘herontdekt’ zijn, en ook in de

De aankomend medewerker maritiem werkt samen met zijn medeteamleden of met een bemanningslid aan een opdracht. Defensie werkt met

Abraham Citroen geloofde bijvoorbeeld niet in een Duitse dreiging, Donald de Marcas herinnert zich de angstige gesprekken van zijn ouders, Leo en Trixie Frank spraken over vluchten

Bij het klaarmaken van aardappelland op lichte grond werd in één bewerking met de Eberhardt een goed resultaat verkregen. De sporen waren

In dat geval is de stikstof uitgespoeld... Dit blijkt nog duidelijker

Bedrijfshoofden Kinderen: zoons dochters Overige gezinsleden: Niet-gezinsleden: Totaal mann. Bron: Landbouwtellingen CBS.. In de behoefte aan arbeid wordt voorzien

In the TANGO study, we assess the (consequences of) potential implementation of WGS compared to SOC mole- cular diagnostics, by considering clinical,

De gereedschapsmaker maakt gebruik van zijn technisch inzicht, zijn gevoel voor ruimte en richting en kennis van een CAM-systeem, bij het schrijven van een CNC-programma