• No results found

De geschiedenis van de bijenbibliotheek.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De geschiedenis van de bijenbibliotheek."

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

drs. J. Beetsma

De geschiedenis van

Vijftig jaar samenwerking

De samenwerking tussen de Vereniging tot

Bevorde-ring der Bijenteelt in Nederland en de Landbouw-hogeschool te Wageningen betreffende de Bijenbliotheek bestaat 50 jaar. In october 1935 werd de bi-bliotheek van de VBBN als een aparte collectie op-genomen in de Bibliotheek van de LH.

Uit een verslag van de toenmalige bibliothecaris van de VBBN, de heer L.J. van Rhijn, (Maandschrift voor Bijenteelt, 1935) blijkt, dat de vereniging in 1898 is be-gonnen met het samenstellen van een collectie bijen-boeken. Nadat de Kapitein-paardenarts van Rhijn, la-ter Majoor-paardenarts titulair, wegens slechthorend-heid op 56-jarige leeftijd gepensioneerd werd, nam hij in 1915 de verzorging van deze collectie op zich. In 1935 was deze verzameling al uitgegroeid tot een bibliotheek van 700 boeken (35 m) en losse nummers van 26 tijdschriften. De zolder van het Bijenhuis was volgens de heer van Rhijn niet een geschikte plaats om boeken op te slaan; de temperatuur en de lucht-vochtigheid veranderden daar met de jaargetijden. Op 27 februari 1935 stelde het Hoofdbestuur van de VBBN voor om de bibliotheek onder bepaalde voor-waarden te huisvesten in de Landbouwhogeschool. Dit voorstel werd door de Algemene Vergadering op 1 mei 1935 zonder hoofdelijke stemming overgeno-men, met als enige opmerking: „terwijl bij eventuele ontbinding van de Vereniging deze boekerij aan het Rijk vervalt':

In oktober van hetzelfde jaar was de bibliotheek reeds overgebracht naar het nieuwe gebouw waarin de bibliotheek van de LH gevestigd was. De boeken en tijdschriften stonden vanaf dat moment „brandvrij, stofvrij en in een lokaal met centrale verwarming" opgeslagen. De samenwerking tussen de VBBN en de LH betreffende de bijenbibliotheek was een feit ge-worden. De overplaatsing was in minder dan een jaar geregeld.

Eerste jaarverslag

De bibliothecaris schreef in het jaarverslag: „Het jaar 1935 is een mijlpaal in de geschiedenis van de biblio-theek omdat door de overbrenging der boeken naar de LH deze ook ter beschikking komen van alle imkers en alle belangstellenden in de Bijenteelt van geheel Nederland . . . . Een voordeel is ook de franco toezen-ding van boeken; dit deed het aantal verzentoezen-dingen merkbaar toenemen en klom tot 333... De uitgaven voor de bibliotheek zijn dit jaar hoog geweest; er was op 1 januari reeds een nadelig saldo van f 35,721/2, nu kwam daarbij een groot bedrag voor onderhoud

der boeken . . . het was noodzakelijk vele boeken op-nieuw te laten inbinden.

Ik ondervond daarbij van het HB alle medewerking zo-dat de bibliotheek een goede indruk maakt „De ver-goeding aan de bibliothecaris bedroeg f 150,—; de onkosten van de bibliotheek waren f 160,—. In het jaarverslag over 1937 schrijft de bibliothecaris: „Het herhaalde uitlenen van een bepaald werk, som-mige boeken zijn bijna altijd uit, maakt, dat deze daar sporen van gaan dragen, wat het onderhoud kost-baarder maakt. Op mijn verzoek is de toelage (van het HB) voor de bibliotheek tot f 200,— verhoogd en

f 10,— is beschikbaar voor correspondentie: „In dit jaar werden 485 uitleningen verzorgd': De uitleenvoorwaarden werden veranderd: alleen voor pakketten onder de 2 kg bleef gelden, dat ze fran-co verstuurd werden. Verder moest de lener een be-wijs van ontvangst getekend en per ommegaande te-rugzenden, samen met de eventueel door de biblio-theek gemaakte frankeringskosten. De aankondiging was ondertekend door de heer van Rhijn en de biblio-thecaris van de LH dr. H.N. Kooiman.

Eerste catalogus

De eerste catalogus werd in 1938 door de heer van Rhijn samengesteld. Tot 1940 werden door bibliothe-caris van Rhijn mededelingen in het Maandschrift ge-plaatst; hij was toen 81 jaar!

In 1946 verscheen de tweede catalogus, nu van de hand van de bibliothecaris van de Centrale biblio-theek dr. H.N. Kooiman. In de „Wenken betreffende aanvragen en gebruik van boeken uit de bibliotheek der vereeniging" noemde hij „Bij het aanvragen van boeken verdient het aanbeveling een wenschlijst te zenden. Deze dient te bevatten naam en adres van den aanvrager, schrijver, titel en plaatsnummer van elk boek. Deze lijst wordt door ons, na afstreping van het gezondene, met de boeken geretourneerd en kan bij een volgende aanvrage opnieuw gebruikt worden. Den lezers wordt dringend verzocht zich stipt te hou-den aan de voorschriften van het reglement. Houd de boeken schoon':

De bijenbibliotheek omvatte toen 950 boeken en 85 tijdschriften en andere periodieken. Tot 1961 versche-nen er 3 supplementen op de catalogus.

Vanaf 1946 was de vereniging niet meer direct betrok-ken bij het beheer van de collectie; de verzorging van het bezit van de vereniging werd volledig overgelaten aan de LH. De bibliothecaris bracht jaarlijks verslag uit aan de vereniging.

(2)

de bijenbibliotheek

tussen VBBN en LH

Niet meer werkbaar

Deze constructie bleek niet te werken. Vooral omdat er geen duidelijke afspraken tussen de VBBN en de LH gemaakt werden betreffen het dragen van de kosten van verzorging en aanvulling van de collectie, bleef na 1961 het bindwerk achterwege en werd de boekencol-lectie niet aangevuld. De toestand waarin de bijen-bibliotheek verkeerde verslechterde zienderogen. In 1961 werd aan de LH, onder leiding van Prof.dr. de Wilde, door drs. J. Beetsma begonnen met het bijen-onderzoek. Ten behoeve van het onderzoek, het on-derwijs aan de studenten en de voorlichting van de im-kers was het nodig om over een goed geoutileerde bibliotheek te kunnen beschikken. Het was niet zinvol om naast de bestaande bijenbibliotheek in de Biblio-theek van het Planteziektenkundig Centrum opnieuw met een collectie te beginnen. In die periode werden in hoofdzaak boeken aangeschaft die nodig waren voor het onderzoek. Omdat de tijdschriftenportefeuille niet meer rouleerde, konden de pas uitgekomen num-mers alleen nog op de Centrale Bibliotheek worden geraadpleegd.

Nader beraad

Tijdens gesprekken tussen Prof.dr. J. de Wilde, drs. J. Beetsma en enkele HB-leden van de VBBN werd in 1976 het plan opgevat om deze situatie te gaan verbe-teren. Het voorstel om de Bijenbibliotheek over te plaatsen naar de Bibliotheek van het Planteziekten-kundig Centrum werd in de periode 1976-1982 her-haalde malen besproken.

Aan deze besprekingen werd deelgenomen door: de VBBN-voorzitters: de heren Mr. L.R.J. Ridder van Rap-pard en J.J. Speelziek, de HB-leden: de heren redac-teuren (H.G. Maagendans, Chr. Maillie), drs. P.C. Munt-jewerf, C. Pater Jzn en T.A. Visch. De LH-deelnemers waren Prof.dr. J. de Wilde en drs. J. Beetsma (Bijenon-derzoek), de heren ing. G.J. de Bruijn en W. van der Vet (Bibliotheek Planteziektenkundig Centrum), drs. G.G. van Wijk en drs. H.M. Lucas (Centrale Biblio-theek). De besprekingen liepen steeds weer vast op de volgende punten: 1. het eigendomsrecht op de bij-enbibliotheek (waarde geschat op f 8000,—), 2. de zeer hoge kosten van het achterstallig bindwerk en van het catalogiseren van de boeken (geschat op f 15.000,—) en het ruimte gebrek in de Bibliotheek van het Planteziektenkundig Centrum.

Opgaande lijn

Nadat in 1980 de benodigde ruimte vrijkwam en het standpunt van de VBBN betreffende het eigendoms-recht veranderd was, konden de besprekingen hervat worden.

Op 28 mei 1982 werd een overeenkomst tussen het College van Bestuur van de LH en het HB van de VBBN getekend.

De selectie en overplaatsing van 1250 boeken (opgave drs. G.G. van Wijk, 1981) kon beginnen. Samen met de toenmalige bibliothecaris van het Planteziektenkundig Centrum, ir. W. van der Vet en het mede-lid van de Bibliotheekcommissie, de heer T.A. Visch, werd het werk uitgevoerd. Alle boeken, die niet de bijenteelt of de bijenkunde betroffen en de dubbele exemplaren van bijvoorbeeld oude cursusboeken, werden over-gebracht naar het Bijenhuis.

Uit de verschillende taalgebieden werden de belan-grijkste tijdschriften aangehouden; typische vereni-gingstijdschriften werden eveneens naar het Bijenhuis overgebracht. Oude boeken vonden een plaats in de afdeling speciale collecties van de LH.

Voor het inpassen van de boeken en tijdschriften in de geautomatiseerde catalogus van het Landbouwkundig bibliotheeknetwerk van de LH en instellingen van landbouwkundig onderzoek werd zeer veel werk ver-zet door de huidige bibliothecaresse mevr. ir. J.H.D. Brouwer en de bibliotheek-assistenten mevr. I. Otter-Beenen, mevr. M. Roseboom-de Vries en de heer J. Soolsma.

Nieuwe catalogus

In april 1984 kon in het Maandblad aangekondigd worden, dat de uitlening opnieuw gestart was. In november 1985 werd door de LH een computeruit-draai van de boeken geleverd; de catalogus van de bijenbibliotheek zal begin 1986 door de vereniging worden uitgegeven. Via de in de Bibliotheek van het Planteziektenkundig Centrum aanwezige microfiches en de Apicultural Abstracts kunt U de weg vinden naar de literatuur betreffende bepaalde onderwerpen. Als gevolg van bezuinigingen door de vereniging werd o.a. de bibliotheekcommissie opgeheven. De betrok-kenheid van de vereniging met de bijenbibliotheek is daardoor teruggebracht tot een jaarlijkse bijdrage voor het aanschaffen van nieuwe boeken en het aan-stellén van de heer J.J. Speelziek als coordinator tus-sen de VBBN en de Bibliotheek van het Planteziekten-kundig Centrum.

Gezien de zwarte periode (1961-1982) in de geschie-denis van de bijenbibliotheek, is het naar mijn mening noodzakelijk, dat meer leden van de vereniging actief betrokken blijven bij deze bibliotheek. Deze betrokken-heid zal stimulerend werken op het instandhouden en uitbreiden van deze voor Nederland unieke collectie.

(3)

1;ereni j rlaR tri der

ni .

in Neo 1 ;tri

dh"otwir, ge$eli4, 01 1986

DE NIEUWE BIJENBIBLIOTHEEK: GEBRUIK.

Tijdschriften en boeken liggen niet alleen in de boekhandel vlak bij elkaar, ze worden ook op dezelf-de drukpersen gedrukt en verdezelf-der liggen ze ook in dezelf-de denkwereld valk naast elkaar. In de menselijke geest komen ze uit een gelijksoortige bron: iemand heeft iets mee te delen en iemand anders denkt dat hij wel wat met die mededeling kan doen.

Met het bovenstaande wil ik maar zeggen dat een redactie en een bibliotheek meer dan een beetje met elkaar van doen hebben. Groot was onze belangstel-ling dan ook toen we van de heer Beetsma, die bij de meeste imkers wel geen introductie nodig zal hebben, te horen kregen dat eerstdaags de catalogus van de bijenbibliotheek uit zou komen. Eindelijk is het dan zo-ver dat we, via een gedrukte opgave, de beschikking over dat, wat in onze Bibliotheek aanwezig is, onder ogen kunnen krijgen. Hoe die catalogus eruit ziet kunt u uit bijgaand plaatje afleiden en laten we allereerst vaststellen dat, wilt u weten wat er te koop is, u er wél aan zou doen de benodigde f 3,75 daarvoor vast weg te leggen.

Daarvoor krijgt u een boekwerkje in handen dat onge-veer 800 titels vermeldt, die allen, als altijd bij dit soort bibliotheken, gratis naar u worden toegezonden. Maar , let op, de terugzendkosten zijn voor uw reke-ning en die zijn niet gering als het om een wat omvang-rijk boekwerk gaat. Ik zal ze aan het slot van dit artikel-tje voor u op een rij zetten.

Eerst wil ik de vraag beantwoorden of er dan zoveel te juichen valt bij deze nieuwe levensfase van onze Bibli-otheek. Het antwoord is een volmondig ja. Maar enig overleg bij het juichen zou kunnen helpen om verstan-dig gebruik te maken van de nu opnieuw ontsloten schat aan kennis.

Ik kan me voorstellen dat de catalogus wat bevreem-dend werkt als je er voor het eerst mee kennis maakt. Ten eerste zult u maar weinig nederlandse titels tegen-komen. De meeste boeken zijn dus in Frans, Duits of Engels en moet je in zo'n taal wat thuis zijn om het te begrijpen. Aan de andere kant kun je een vreemde taal eigenlijk niet beter leren dan via een bekend ter-rein, in dit geval de bijenhouderij, omdat je dan ten-minste houvast hebt aan het onderwerp dat behandelt wordt. Een beetje moed kan dus geen kwaad. Zo af en toe kom je in de catalogus samenvattingen van onderwerpen tegen. Zo zie ik op p. 33 van de cata-logus een samenvatting van een 11 bladzijden tellen-de overdruk over residuen van mijtbestrijdingsmidtellen-de- mijtbestrijdingsmidde-len in honing. Dit alles van de hand van J.D. Kerkvliet c.s. en mocht u zoiets aan de bibliotheek op willen vra-gen dan kun je er bijna zeker van zijn dat het in gefoto-copieerde toestand aan u wordt opgestuurd, waarbij dan de (geringe) kosten in rekening worden gebracht.

Het mooiste is wel als u een stuk drempelvrees zou we-ten te overwinnen en eens ging kijken naar wat de bij-enboeken voor u zouden kunnen betekenen. We zijn in onze informatiemaatschappij nu zover gevorderd dat alles zoals in een supermarkt op planken wordt aangeboden, zodat je als het ware tevoren kunt na-gaan wat dit of dat voor je kan betekenen. Trekt u daar eens een middagje voor uit, maak dan een lijstje op met titels die u op de duur zou kunnen behappen. U zult bovendien achter een uitleenbalie vast wel ie-mand vinden die u behulpzaam zal willen zijn, maar in de eerste plaats moet u natuurlijk trachten uzelf te hel-pen. U zult ook spoedig genoeg wennen aan alle af-kortende letters en de cijfers die bij iedere boektitel vermeld zijn. Eigenlijk is slechts het uit cijfers en pun-ten samengestelde getal rechts onder iedere titel voor een identificatie van belang. Dus als u dat vermeldt zit u al gebakken.

Met de bereikte samenwerking tussen wetenschappe-lijk landbouw onderwijs en de VBBN kunnen we, om kort te gaan echt wel blij zijn. Als er in gezamenlijkheid verder aan wordt getimmerd en een boekgerichter denken ook ik de subverenigingen in het land zou kunnen doordringen, dan kun je veilig stellen dat we de bijenteelt goed aan het bevorderen zijn. En dat is, als altijd, onze bedoeling.

Voor f 3,75 krijgt u de beschikking over 800 titels die de bijenbibliotheek ontsluiten.

(4)

Ten laatste nog dit: een boek als het Werkboek Bijen-houden van Speelziek (J.J.I) zal als u het terugstuurt als postpakket op f 6,50 komen. Een pil als bijvoor-beeld „The Hive and the Honeybee" van Dadant komt u op f 7,75 te staan, maar samen zouden ze dat laatste ook kosten.

Een beetje passen en meten misstaat hier niet, evenals uw aandacht voor een uitstekende verpakking voor de reizende boeken. Ik zou zeggen:, zoals u uw reizende bijen verzorgt zo dient u ons gezamenlijk boekenbezit te verzorgen, m.a.w. aan lekkende verpakkingen heb-ben zowel imkers als bibliothecarissen eén grondige

hekel. J. Wesdorp

Wist u dat...

dat deze rubriek met ditjes en belangrijke datjes enorm populair dreigt te gaan worden? Zodanig zelfs dat terwille van het goede evenwicht we ons ook hier beperkingen op moeten leggen om de zaak in de hand te kunnen houden? Hieruit blijkt maar weer de enorme behoefte die er binnen een bijenkast, of vergeving, ik bedoel natuurlijk binnen de bijenvereniging bestaat aan communicatie. bijvoorbeeld ook imkers uit Haarlem bezig zijn met het uitwisselen met buitenlandse imkers. Men verwacht in Noordholland's hoofdstad dat eind april of begin mei een vijftigtal Oostenrijkse imkers kennis komen maken met de nederlandse imker-methodiek. Of zouden ze in Haarlem straks alle-maal overtuigd raken van de voordelen van Car-nica's? In ieder geval nog volop gelegenheid iets van het bollenland te genieten.

onze eigen bijenteeltconsulent verlof ontving voor het uitvoeren van een studiereis zo ongeveer ron-dom de tijd dat u dit Groentje ontvangt. Dr. van Heemert maakt een reis naar het nog steeds in problemen verkerende (communistische) Viet-nam, een land ook waar van oudsher Varroa voorkomt.

de redaktie zich nu al bereid verklaart wat van de schaarse ruimte in dit blad in te ruimen voor zijn ongetwijfeld interessante reisverhaal?

u wist natuurlijk wel dat veel imkers op de een of andere manier ontdekken hoe ze dingen anders, beter kunnen doen. De heer T. Wolting uit Hooge-veen vroeg of wij wisten dat hij een bijenlift gefa-briceerd had uit oude tentstokken, waarvan hier-bij een plaatje.

'Wil men in de onderbak kijken dan doet men de koordjes aan de schroeven van de tweede bak en zo stoort men de bijen het minst" zegt hij. De schroeven zijn zover door de buitenwand van de simplexkasten doorgedraaid dat ze de binnen-bak klem zetten. Zo en dat weet u nu ook weer.

En wilt u nog weten wat die witte buis op de ach-tergrond is van de foto? Wel dat is een witgeschil-derde dikke plastic buis met 15 gaten van zo'n 8 cm doorsnee waarin klimaardbeien oftewel „doorbloeiers". Door de bijen bestoven en goed van water voorzien leverden ze een rijke oogst, maar dat hoef ik niet te zeggen want dat zie je op de volgende foto wel.

misschien nog net op tijd zou u misschien willen weten dat er tussen 12-14 mei in Toulouse, Frank-rijk aan het „Institut de lAbeille'; Museum d'Histoi-re Natud'Histoi-relle 35 allées Jules Guesde (Toulouse) een demonstratie met expositie gegeven zal wor-den met materiaal rond de kunstmatige insemina-tie. Het betreft een Apimondiasymposium met als voertaal Frans (merendeels denk ik) en ook En-gels. Het Bijenhuis voorziet u desgewenst van verdere inlichtingen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze organisatie, die voortkwam uit uitgebreide gedachtenwisselingen van Nederlandse kristallografen op conferenties, heeft een belangrijke rol kunnen spelen in de

Nederland kent geen traditie in het structurele röntgenonderzoek aan amfifiele aggregaten, dat zich in de jaren vijftig en zestig ontwikkelde, maar kende wel

Ook op het gebied van de industriële chemicaliën werden door Shell in dezelfde periode een aantal nieuwe processen ontwikkeld, zoals onder meer: het EO-proces (Ethylene

de Boer, gepubliceerd in 1930 toen beiden werkzaam waren bij het Philips Natuurkundig Laboratorium, heeft in Nederland grote invloed gehad op onderwijs en

In Nederland is het idee om polymeren te gebruiken voor de vorming van katalysatoren (in plaats van katalysatoren voor de bereiding van polymeren) in het midden van de

De resultaten van deze studies zijn daarom ook relevant voor andere vakgebieden die met organische moleculen te maken hebben; niet alleen voor de organisch- chemische

Reactiviteit en synthese van heteroatoom-bevattende verbindingen, waaronder heteroaromaten Onderzoek naar de eigenschappen van heterocyclische verbindingen, in het bijzonder

Inzichten met betrekking tot het bestaan van een relatie tussen de chemische structuur van een verbinding en haar biologische activiteit kwamen nu in de plaats van door