6 Een ander, heel
mooi
voorbeeld vindenwe
in
een snoeiproefvan de
Níerkgroep,in
7960 begonnen,in
een 3-jarige weg-beplantingvan
'Marilandica'in
de
Noordoostpolder,die
totdat
moment nogniet
was gesnoeid.De
snoeiis om
de twee jaar uitgevoerd.Hierbij is ook
een aantal bomen sterkin
de kroon gesnoeid, een methode diein
Noord-Brabant nogal eens wordt toegepast om de ontwikkeling van zware takken re voor-komen.In
tabel2
zijn
de resultatentot
eind
1963van
dezeinteressante proef vermeld.
De
,,normale snoei" bestaatuit
hetop
deze leeftijd opkronentot
-L
I/3
van de hoogte en alleen een enkele zware ,,zuiger"uit
de kroon verwijderen. ,,Normaal met kroonsnoei"wil
zeggen een opkronentot
-+
7/3
van deboomhoogte en een sterk ingrijoen
in
de kroon door een aantal zware takken weg te nemen (zie tabel 2). Onder ,,30 7o" wordt verstaan het opkronen tor 30/a
van de totale boomhoogte. Tabel 2.Fig,
jc.
'À[arilandica' Snceiproelin
de N.O.P. Tot 50 Vo opgekroond.en te
eindigen als6
à 8
m
takvrije
stamis
bereikt.Het
in-grijpen
in
de kroon dient
beperktre
wordentor
een enkele zeer zwatetak;
dubbele toppen moetenaltijd
,,op één" gezet worden, tenzij ze zich boven de genoemde6
à8 m
bevinden.Als
gestreefdwordt
naar een langere omloop(31 à
)0
jaa), kan men doorgaan met snoeientot
10m
takvrije stamis
be-reikt. Snoeigraad Normaal)0%
t0%
70% Normaal met kroonsnoei Omtrek op borst-hoogte in cm Hoogte in m1919
196)1959
r96i Gemiddeld aantal waterloten*)
per boom in 1960 1962 196) 3,3 3,4 3,4 3,5 3,4 6,t 6,2 6,t 6,1 6,0t2
)r
1i
3272
2711
2j12
280,2
),50,4
3,0),1
3,98,7
22,70,7
),1 0,6 1,5 1,1 6,t 2,0*)
rJ7aterlot verwijderd eind 1960 en 1962.Uit
dezecijfers
blijkt
dat vooral
op
de
diktegroei een on-gunstige invloed wordt uitgeoefend door een sterker opkronen en óók door een sterk ingrijpenin
de kroon.Dit
la:tste is ook wel begrijpelijk omdat men daarbij veel meer ,,actieve" takken wegneemt dan alleenbij
opkronen. Alleenbij
de sterkste graad van snoei (10%)
is sprake van een duidelijk srerkere ontwik-keling van waterlot.Het
voorgaande samenvattend kunnenwe
opmerkendat
eensterker opkronen groei-verminderend werkt. Men moer echrer
niet
alleen naar een goedegroei
maarook
naar een goede houtkwaliteit streven.Dit
is de reden waarom men her snoeien als een noodzakelijk kwaad moet beschouwenen het
daarommet
mate moet uitvoeren.Voorlopig
lijkt
het juist
naxr een takvrije stam van! t/l
van de rotale boomhoogre re srreven,met
snoeiente
beginnen als de stamop
borsthoogte8
cm
islr.
J. T.M. Broekhuizen
/
Problemen
rond
'Zeeland'
Sinds 1953 bevindt zich onder conuole van deN.Á.K.B.
eenpopuiiereras
dat
oorspronkelijk 'Robusta Zeeland'werd
ge-noemd, maar rhans 'Zeeland' heet.Dit
raswerd
enkele rien-tallen jaren geleden onderde
naam Raverdeauuit
Belgiëin
Zeeland ingevoerd en is waarschijnlijk
uit
Frankrijk afkomstig. Oorspronkelijk werd 'Zeeland' aangezien voor de gewone 'Ro-busta' maarlater vond men kleine
verschillen tussen beide rassen. ÈIet meest viel daarbij de lichte stamkleur van'Zeeland' op. Verder zag merr onder meer kleine verschillen tussen destand en de vorm van de knoppen, de kleur van de bladsteel en de bladeren en
het
aantal zijtakken. Ook wordt vermeld dat btj'Zee\and' minder spoedig takkenuit
de kroon waaien.Ten-slotte zou
dezesneller
groeien. Bovendien werden binnen 'Zeeland' nog verschillende vormen onderscheiden.In
het
seizoen 1961/1962 bestond 76/6
van l.ret aantal door de N.A.K.B. gewaarmerkte populierenuir
'Robusta'en
17 Vodt
'Zeeland'.lilíel
een bewijsdat
de laatstein
de belangstel.ling
staat.Naast degenen die er van overtuigd zijn, dat het hier om een afzonderlijk
r^s
gaat, zrjner
anderen die van meningzijn
dat beide populierentot
één ras behoren. Naarhun
mening zijn de verschillen te gering en vooral te weinig consranr omdaar-uit
te
kunnen concluderendat het om twee
rasseÍg
^t.
ZLjschrijven de verschillen toe aan de invloed van de groeiplaats. Inderdaad
is
nogniet
bewezen dat 'Zeeland' sneller groeit. Inde
proefveldenvan her
Bosbouwproefstationen van het
In-stiruut voor Bosbouwkundig Onderzoek van de Landbouwhoge-school(I.B.O.) te
\Tageningenis
geen verschilin
groei
ge-vonden. Deze proefvelden zijn echrer nog
vrij
jong.Van de
andere opgegeven verschillenis
een deel zeker niet aanwezig.Dit
bleekduidelijk
uit
metingenen
nauwkeurige beschrijvingen door her I.B.O.De
stamkleuris
echter een opvallend verschijnsel. Nergens staan, voor zovermij
bekend, groe-pen oudere bomenvan'Zee-land' en
'Robusta' onder zodanige omstandighedenbij
elkaar dat vergelijking mogelijk is.\7el
valt
hetop
dat de sram van7
Detail aan'Rob*sta'-stam op borstboogte. Leeítijd. orrgeaeel 16
iaar.
Detail aan 'Zeeland''-ttdm op borsthoogte. Leeftijd' ongeteq 16 iaat.'Zeeland'
bijna
steeds veellichter
is, waardit
ras ookis
aan-geplant.
Dit
verschijnselpleit voor
de oPvattingdat we
hierte
doen hebbenmet
een afwijkende vorm.Met
opzet zegik
hier ,,vorm" enniet
,,ras". Er is immers nog een anderemoge-lijkheid
dan verschilin
ras,die
een verschilin
uiterlijk
kan veroorzaken.En wel
een v€rschilin
de wijze van
vermeer-dering.Men hoeft
slechtste
denken aanwat er
gebeurt alsstek wordt genomen van een zijtak ergens midden
in
de kroon van een goed gevormde, oudere populier. De kans is dan groot dat de jongeplant
die daaruit groeit,flink
krom en scheef is. Zou men deze plant enkele malenbij
de grond afzetten en pasdaarna één scheut laten doorgroeien, dan zou deze een mooie rechte boom gaan leveren.
Ook
ervaringenin
Italië
wijzenop
een grote invloed van devermeerderingsmethodiek
op het
type boomdat
zichuit
eensiek
ontwikkelt.Men
ondervonddit
onder meerbij
'I
2I4'.Gewoonlijk heeft
dit
ras eenvrij
ruwe
schors.Neemt
men echter stekmateriaal bovenuit
de kroon van eenflinke
boom dan bezitten de bomen die zich hieruit ontwikkelen een dunne schors met een dergelijk lichte stamkleur dat de stam een vol-komen andere indruk maakt.Dit
verschijnsel Coet sterk denken aaÍL ofize ervaringen met'Zeeland' en 'Robusta'.
Zou
het ons bekende verschil dan ook kunnen worden veroorzaakt dooreenverschil invermeerderings-techniek?Mijns
inziens magdit
zeker niet worden uitgesloten. Bekendis
immersdat
'Robusta'al
sinds lang wordt
ver-meerderd met behulp van moerstoven.Het
stek van 'Zeeland' daarentegenwordt
gewoonlijk
gewonneovan
jonge, meest tweejarige heesters. Misschienzou
dit
het
verschil kunnen verklaren.Mocht
een lezer hierover ervaring hebben dan zal de redactie hem graag gelegenheid gevenzijn
zienswijzein dit
tijdschrift uiteen te zetten.De mogelijke invloed van de vermeerderingswijze wordt thans
door het
I.B.O. onderzocht.Als
een dergelijke invloed inder-daad'Zeeland' deed ontstaan,dan kan
dit
van groot
belang voor depraktijk zijn. Het is
immersniet
ondenkbaar dat be-halve de stamlcleurook
de groeisnelheidwordt
beïnvloed. En misschien ook de vatbaarheid voor ziekten.Dit
zou bovendien belangrijke gevolgen kunnen hebben voor de herkenning van de populiererassen.Samenvattend kunnen