• No results found

View of Listen verzinnen en nieuwe wegen inslaan: reactie op de commentaren van Marjolein 't Hart en Jan Willem Drukker

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "View of Listen verzinnen en nieuwe wegen inslaan: reactie op de commentaren van Marjolein 't Hart en Jan Willem Drukker"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Jeroen Touwen

LISTEN VERZINNEN EN NIEUWE WEGEN

INSLAAN

Reactie op de commentaren van Marjolein ’t Hart

en Jan Willem Drukker

Het pamflet over ‘Nederland als afwijking van het algemeen patroon’ stond bij de organisatoren van de studiemiddag op het iisg op 15 juni 2007 model voor een betoog over de richting die het vak op zou moeten gaan.1 Het

suc-ces van dit onderzoeksprogramma wordt helder uit de doeken gedaan in de bijdrage van Marjolein ’t Hart in dit discussiedossier. Zoals blijkt uit mijn bovenstaande pleidooi voor een versterking van de niet-cliometrische eco-nomische geschiedenis van de moderne tijd, is het volgens mij anno 2008 belangrijker om ‘voort te bouwen op’ dan om ‘af te zetten tegen’. De auteurs van Nederland als afwijking van het algemeen patroon hebben destijds zelf het inter-generationele aspect van hun revolutie benadrukt door zich af te zetten tegen de gevestigde generatie en bij de presentatie van het pamflet zichzelf te benoemen tot ‘Jonge Turken’.2 Dat is hier niet aan de orde.

Mijn bovenstaande bijdrage heeft niet de doelstelling om een soortgelijke revolutie te verkondigen. De wetenschappelijke organisatie van het onder-zoek in Nederland staat veel meer dan twintig jaar geleden open voor nieuwe ideeën: met name door de verschuiving van middelen van de eerste naar de tweede geldstroom (het subsidieprogramma ‘Vernieuwingsimpuls’ van nwo vormt een goed voorbeeld). Ik denk dat men kan stellen dat áls er bij sommi-gen de behoefte bestaat aan een revolutie, de nieuwe sommi-generatie historici zich niet zal laten verleiden tot het inzenden van een stukje naar een prijsvraag die door het zittende establishment wordt georganiseerd. Het ligt meer voor de hand om vernieuwing tot stand te brengen door baanbrekende onderzoeks-inzichten te publiceren in internationale tijdschriften of een nieuwe onder-zoeksaanvrage te schrijven.

Ook op historiografische gronden is er op dit moment weinig reden om met veel bombarie een revolutie te gaan prediken. Er is dynamiek, er is een groot scala aan verschillende onderzoeksthema’s, er worden omvang-rijke onderzoeksprojecten uitgevoerd door jonge en oudere historici, en in

1. Karel Davids, Jan Lucassen en Jan Luiten van Zanden, De Nederlandse geschiedenis als

afwijking van het algemeen menselijk patroon (1988).

2. Deze observatie is vastgelegd in: Michael Wintle, An economic and social history of the

Netherlands, 1800-1920. Demographic and social transition (Cambridge 2000) 3.

Di sc u ssiedo ssier 161 tseg_2008-2_tweede.indd 161 4-7-2008 12:17:02

(2)

162 » Jeroen Touwen

het algemeen is de nationale en internationale status van het vak uitstekend (hoewel studenten soms helaas wel grillige voorkeuren vertonen in de keuze van hun afstudeerrichting). Wel geloof ik dat de economische geschiedenis, zoals ik hierboven uiteenzet, haar niet-cliometrische subtak zou moeten con-solideren en versterken. De maatschappelijk geëngageerde onderzoekspaden (milieu- en migrantengeschiedenis) die ’t Hart noemt, passen hier uitstekend in. Het econometrisch model heeft niet afgedaan, maar volstaat ook niet meer als enige basis om de economische geschiedenis te analyseren.

Knel in het model?

De wijze waarop Drukker de probleemstelling verwoordt, is treffend: ‘de eco-nomische geschiedenis zit knel in het model.’ Helaas is zijn weergave van de bijdragen waarop hij is gevraagd te reageren wat kort door de bocht. Ten eer-ste bepleit ik geen ‘Braudeliaans ontwikkelingsmodel’, maar staat Braudel bij mij model voor de bredere sociaalwetenschappelijke oriëntatie. Mocht deze tamelijk abstracte gedachtegang door mij onduidelijk zijn verwoord, dan treft Drukker uiteraard geen blaam. Zoals ik heb aangegeven heeft Braudel nogal wat moeite gedaan om het belang van het toepassen van sociaal-wetenschap-pelijke methoden te bepleiten, maar blijkbaar is de herinnering aan de longue

durée sterker.

Ernstiger is Drukkers beschuldiging dat ‘alledrie de auteurs de recente ontwikkelingen in ons vakgebied willen terugdraaien en in feite terugkeren op eerder ingenomen en (om deksels goede redenen!) inmiddels verlaten

standpunten’ [mijn cursiveringen]. Deze beschuldiging komt voort uit een

redeneerfout. Het is een beetje alsof iemand voorstanders van de biologische landbouw verwijt dat ze terug willen naar de preïndustriële samenleving. Keuzes voor de toekomst bouwen altijd voort op zaken die in het verleden reeds voorkwamen, zonder daarnaar terug te keren. Is alle vooruitgang in feite niet Hegeliaans? Dezelfde merkwaardige redeneerfout maakt Drukker, zoals ik in mijn artikel heb toegelicht, ook in zijn boek De revolutie die in zijn eigen

staart beet. Daarin stelt Drukker dat de cliometrie weer tot de ouderwetse

eco-nomische geschiedenis is teruggekeerd. Is er sprake van terugkeren als je een methodologisch model hebt geïntroduceerd (‘de cliometrische revolutie’) en na verloop van tijd besluit om behalve prijzen ook transactiekosten en agency

relations in dat model op te nemen? Keerde de cliometrie volgens Drukker op

dat moment terug naar om deksels goede redenen verlaten standpunten? Een voorbeeld uit dezelfde context: toen na de Liberal Era (1870-1914) de wereld-economie door protectionisme in grote problemen kwam, inspireerde dit de beleidsmakers na 1945 om met een sterker gecoördineerd economisch model te komen (met imf en Wereldbank) en een grotere rol toe te kennen aan de overheid (het Keynesianisme vormt hiervan de uitwerking). Was dit een

(3)

Discussiedossier: Listen verzinnen en nieuwe wegen inslaan » 163

terugkeer naar het midden van de negentiende eeuw? Vervolgens vond in de loop van de jaren 1980 in het beleidsdenken de neo-klassieke revolutie plaats. Was dit een terugkeer naar de Liberal Era? Schematisch denken geeft soms helderheid, maar leidt niet altijd tot zinvolle kritiek.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

29 North, Understanding the process of economic change, 50... tutions of any sort, whether private- or public-order, effectively deterred it. 30 They argue on the basis of game

Vancomycine: oplaaddosis van 25 tot 30 mg/kg iv, onmiddellijk gevolgd hetzij door een continu infuus getitreerd om serumconcentraties te bereiken van 20 tot 30 µg/ml hetzij door

De juridisch medewerker zakelijke dienstverlening toont voldoende abstractievermogen door de concrete klantvraag te ‘vertalen’ naar algemene juridische/financiële/fiscale regels en

The present study demonstrates that the presence of a moderate or major IF did not significantly impact 1-year mortality rates in patients undergoing TAVI, RDN, or

Discrimination of good functional outcome of the best machine learning algorithm (Random Forests, mean AUC: 0.91) and the best logistic regression model (using prior knowledge,

B1-K1: Bereidt de werkzaamheden aan koude- en klimaatsystemen voor en plaatst onderdelen Voor Servicemonteur koude- en klimaatsystemen geldt aanvullend:.. § heeft kennis van

The interviews focused on the interactions in primary care teams and covered three main topics: (a) participants’ perspectives on pri- mary care teams and team membership

In deze nota staat hoe de provincie kan zorgen voor kwaliteit bij de uitvoering van de provinciale VTH-taken door de omgevingsdiensten.. Eén onderdeel daarvan zijn