• No results found

Insectenplagen in bossen en andere houtopstanden in Nederland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Insectenplagen in bossen en andere houtopstanden in Nederland"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Summary

INSECTrENPLAGEN IN BOSSEN EN ANDERE HOUTOPSTANDEN IN NEDERLAND

IN 1958 ')

door D. DOOM

INSECT PESTS IN FORESTS AND OTHER LIGNEOUS GROWTH IN THE NETHERLANDS IN 1958

A survey of damage by noxious inseets in 1958 is given in table I and 11. In that year the most noxious inseets were: Hylobius abietis L. in almost all pine woods and Tortrix viridana L. ehiefly on oak trees in the eastem and southem provinces. The satinmoth, Leueoma salicis L., defo/iated a poplar wood near Eindhoven and road-plantings at Den Helder.

Compared with the preeeding year, the damages eaused by Coleophom Hb. decreased. Prom Breda a rather serious atfaek however was reported

on Larix leptolepis Gord.

Prom Utrecht the aphid Pterocallis tiliae L., which in general oeeurs

on lirne-trees. was reported as verg noxious.

In a pine-wood near Putten the gall-midge Cecidomyia baeri Prell

was very noxious on certain spots.

De in dit overzicht verwerkte gegevens over insektenplagen in onze bossen en houtopstanden in het jaar 1958 zijn afkomstig van waarne-mers van het hbon. Aan allen die ons inlichtingen verschaften brengen wij hierbij een woord van oprechte dank.

Voor de namen van de insekten is gevolgd: "Nederlandse Bosinsek-ten" (1) en "Die Waldkrankheiten" (2); voor de plantennamen: "De namen van onze voornaamste houtgewassen" (3).

Kevers (Coleoptera).

Evenals in 195-7 was in het afgelopen jaar de schadelijkste kever de grote dennesnuittor, Hylobius abietis L., die vrijwel in alle naaldhout-opstanden schade toebracht. Ernstige aantasting ondergingen douglas, lariks en fijnspar in Groningen, Drente, Overijsel en Gelderland, terwijl van de Pinus-soorten, zonder uitgesproken voorkeur voor een bepaalde soort, uit Gelderland de grootste schade werd gemeld.

In de tweede plaats dient in de rij van schadelijke kevers van 1958

(2)

r

308

ongetwijfeld te worden genoemd de dennescheerder. Myelophilus pml-perda L .. die in de dennenbossen. voornamelijk op Ameland en in Gel-derland. plaatselijk zeer schadelijk was. Uit Friesland. Overijsel. Gel-derland. Utrecht en Noord-Holland werd een geringere vreterij gemeld.

Achtereenvolgens werd verder melding gemaakt van ernstige bescha-digingen door de beukespringkever. Orchestes fagi L.. in het Zeisterbos op beuk. de zwarte dennebastkever. Hylastes ater Payk. in Overijsel en Utrecht. achtereenvolgens op douglas en sitkaspar. Duinbeplantingen in Zuid-Holland werden door engerlingen van de duin- of julikever. Polyphylla fullo L .• aangevreten.

Vlinders (Lepidoptera)

De schadelijkste vertegenwoordiger van deze orde was in 1958 de groene eikebladroller. Tortrix viridana L. De schade liep na de daling in 1957 op tot het niveau van 1956. Vooral in Drente. Overijsel. Noord-brabant en Limburg werden plaatselijk de eiken zwaar beschadigd. waar-'bij kaalvreterij geen uitzondering was.

Met betrekking tot de schade veroorzaakt door het lariksmotje. Co-1eophora laricella Hb .• werd in vergelijking met 1957 duidelijk een da-lende tendens waargenomen. Hoewel uit Friesland. Drente. Noord-Holland. Noordbrabant en Limburg nog plaatselijk lichte tot matige schade werd gemeld. was de aantasting over het algemeen van geringe betekenis.

Behalve door Tortrix werd aan eik bovendien nog schade toegebracht zowel door de grote wintervlinder Hibernia = Erannis sp .• als door de kleine wintervlinder. Operophtera brumata L. De grote werd uitsluitend in Apeldoorn gemeld. terwijl de kleine eveneens in Apeldoorn aan eiken en bovendien in Zuid-Limburg aan fruitbomen kaalvreterij veroorzaakte. Uit Breda werd in het Liesbos een matige aantasting van eiken door' wintervlinders (grote of kleine?) gemeld.

In grovedennenbossen werd uit Friesland. Overijsel. Utrecht. Noord-brabant en Zuid-Holland enige schade gemeld. veroorzaakt door de dennelotrups. Retinia = Evetria buoliana Schiff. Van de Hyponomeuta-soorten was de Hyponomeuta padeUa L. in Zuid-Holland zeer schadelijk op Prunus en Crataegus en in .Zuid-Limburg aan Pyrus malus L. Hypo-nomeuta evonymella Scop. veroorzaakte schade aan kardinaalsmuts en meidoorn in Noord- en Zuid-Holland.

Voorts werd bericht ontvangen. dat els langs de Zuidwillemsvaart werd kaalgevreten door de porceleinvlinder. Abraxas sylvata Scop.

De satijnvlinder. Leucoma salicis L .. veroorzaakte volgens berichten uit Eindhoven volledige kaalvreterij in een populierenhos. terwijl uit Den Helder een zware aantasting van meidoorn werd gemeld. door de bas-taardsatijnvlinder. Euproctis chrysorrhoea L.

Bladwespen (Hymenoptera)

Het sparrebladwespje. Lygaeonematus abietum Htg .• was zeer scha-delijk voor fijnspar. vooral in Loon op Zand en Ommen.

De lindebladwesp. Caliroa annulipes KI.. waarvan de larven op kleine naaktslakken gelijken. veroorzaakte in lindenlanen te Coevorden plaat-selijk kaalvreterij. terwijl uit Alkmaar een matige aantasting werd gemeld •

(3)

309

Muggen (Nematocera), luizen (Hemiptera) en mijten (Acaridae). Uit Putten werd bericht ontvangen dat in een grovedennenbos plaat-selijk zeer veel schade werd ondervonden van de galmug Cecidomyia baeri Prell.

De sparreluis, Elatobium abietinum WIk., werd uit Ommen als zeer schadelijk op sitkaspar gemeld, en uit Bergen op Zoom als matig op fijnspar; voorts kwamen uit Noord-Holland en Friesland berichten bin-nen van lichte aantastingen door deze luis. Er kan worden geconcludeerd dat in 1958 belangrijk minder schade door de luis werd veroorzaakt dan in 1957 (Mededeling 37,1958, I. T. B. O. N.).

De op linden zeer algemeen voorkomende luis Pterocallis tiliae L. werd uit Utrecht als zeer schadelijk gemeld in lindenlanen. In Eindhoven verliep een plotseling optreden in september zonder belangrijke schade. Ook een spintmijt, Eotetranychus sp., heeft aan lindenlanen in Utrecht ernstige schade toegebracht. In Eindhoven daarentegen veroorzaakte dezelfde mijt slechts weiniH groeiremming.

Literatuur:

1. Nederlandse Bosinsekten. N. B. T. 22 (1) 1950 (12-26).

2. Schwerdtfeger. Die: Waldkrankheiten. 1957.

3. De namen van onze voornaamste houtgewassen, Nederlandse Bosbouw Vereniging.

1948.

Tabel I. De schadelijke insecten in 1958. gerangschikt naar het beschadigde gewas.

Table J. The insect pests of 1958, grouped according to their host plants.

Plantesoort / Plant species Pinus sylvestris L.

Pinus nigra

Arn.

var. austriaca Asch. et Graehn.

Pinus nigra Arn. var. corsicana hort.

Picea abies Karst

Aangetast door / AttBcked by

Myelophilus piniperda L.

H ylobius abietis L. Hylastes ater Payk. Rctinia buoliana Schiff. Diprion pini L. Cectdomyia baeri Prell

? Pineus pini Kch. Hylobius abietis L. Myelophilus piniperda L. Pissodes piniphilus Hbst. Pissodes notatus L. Myelophilus piniperda L. Hylobius abietis L. Pissodes piniphilus Hbst. Pissodes notatus L. Elatobium abietinum WIk. Lygaeonematus abietum Htg. Hylobius abietis L.

(4)

Plantesoort / Plant species

Picea sJtchensis Carr. Tsuga heterophylla Sarg. :Pseudotsuga taxifolia BrHt. Larix sp. Quercus sp. Fagus silvatica L. Alnus sp. Betuia sp. Salix sp. Populus sp.

Ulmus campestris (L.5.S.) Mill.

Tilia sp.

Hippophae rhamnoides L. Euonymus europaea L. Cratacgus sp.

Prunus virginiana L. Prunus seroUna Ehrh. Sorbus sp.

Calluna vulgaris Salisb.

310

Aangetast door / Atfacked by

Elatobium abietinum Wk.

Hylobius abietis L.

Hylobius abietis L.

Hylastes ater Payk.

GiJlettecUa cooleyi Gill. Coleophora laricella Hb. Lygaconematus wesmaeli Tischb. Hylobius abictis L.

rertrix viridana L.

Polyphylla lullo L. Operophtera brumata L.

Hibernia defolfarla Clerck Hibernla aurantiaria Esp.

Hibernia marginaria P. Lachnus excicatof Altum Orchestes fàgi L. AgeJastica alni L. Coleophora fuseedinelIa

zn.

Polyphylla lullo L. Cossus cossus L. Saperda populnea L. Cossus cossus L. Leucoma salicis L. Smerinthus popui! L. Anisandrus dlspar F. Malacosoma neustria L. CaHroa annulipes KIg. Pterocallis tlliae L. Cacoesia rosana L.

Hyponomeuta evonymclla Scop. Malacosoma neustria L. Hyponomeuta padelIa L. Euproctis chrysorrhoea L. Hyponomeuta evonymella Scop. Euproctis chrysorrhoea L. Eulecanium corni. Bouchë Hyponomeuta padelIa L. Eotetranychus telarius L. Lepidosaphes ulmi L. Chermes virirus Ratz. Lochmea suturalis Thoms.

(5)

Tabel 11. De graad van aantasting in de verschillende provincies.

Table Il. Degree of jnfesfation in the different provinces of the Nctherlands.

a ::::: Ernstige aantasting (eventueel kaalvreterij) b = matige aantasting c

=

lichte aantasting Insektesoort Insect species Hylobius ab:etis L. Myelophilus piniperda L. Hylastes ater Payk. Polyphylla fullo L. Lochmea suturaHs Thoms. Orchestes fagi L. Anisanclrus dispar F. Saperda sp. . . . . Brachyderes ioeaous L. Pissodes sp. . Agelastica alni L. . Euproctis chrysorrhoea L. Malacosoma neustria L. T ortrix viridana L. Operophtera brumata L. Hîbernia (= Erannis ) sp. COSSllS COSSllS L. . Coleophora larice11a Hb. Coleophora fuseedinelIa zn. Hyponomeuta padella L.

Hyponomeuta evonymella Scop. Evetria (= Retinia) buoliana Schiff. Cac:oesia rosana L.

Smerinthus populi L. Leucoma saIlc:is L.

Diprion pini L. . . .

Lygaeonematlls ab:etllm Htg. Lygaconematlls wesmaeli Tischb. Caliroa annulipes Klg . . Cec:idomyia baeri Prell Elatobium abietinum WIk. Gilletteclla cooleyi Gill. Lachnus exsicator AJtum EuIecanium corni Bouché Chermes viridis Ratz. Pterocallis tiliae L. Lepidosaphes ulmi L. Eotetranychus sp.

a = Heavy infestatlon (defoliafion in the case of leaE enting insecls)

b ::::: made.ate infestafion

c ::::: light in[esfation

a a.c a.b.c a b b.r b.e

a.b b a c e c e b b b.e e e a a b b.e • a b e a.b a.b b.c

I

b •. b

I

~

e a.e • e •

lbC

c

I

~c

a a.b b e e a e e b • b a a a

e e b b h a a a b e e

b a •. b a a b b •. b a e e e b

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De bovenrand van het net hangt aan de zijkanten op een hoogte van 1,07 meter en in het midden op een hoogte van 0,91 meter.. We plaatsen dit net in een assenstelsel met het

Als alleen de afstand van de bal tot de linker- of rechterrand van het speelveld is berekend en daarmee wordt geconcludeerd dat de bal wel in rechthoek PQDR op de grond is

In 1990 motiveerde de minister van Justitie (Hirsch Ballin) de keuze voor het gebruik van het begrip discriminatie in de strafrechtelijke context uitdrukkelijk (mede) met de

0m de invloed van de populatiegrootte en de dichtheid te bepalen, werd op verschillende dagen in het bloelseizoen en op meerdere plaatsen in een grote en een kleine populatie

Die Afrikanervolk wat dit eerlik, regverdig en~ erns- tig met sy apartheidsbeleid bedoel, besef baie duidelik dat apartheid nie net op sekere terreine gehandhaaf

According to Klein and Myers (1999:67), “[i]interpretive research can help IS researchers to understand human thought and action in social and organisational contexts; it has

Die stigting van die Voorbereidende Skool was n direkte uitvloeisel van die Christelik-nasionale onderwysbeweging (1903-1906).. J J A Coetsee was b oud-onderwysstu

Onze samenwerking heeft de afgelopen twee jaar plaatsgevonden binnen de mandaten van Gezondheidsraad en Zorginstituut waarbij gebruik is gemaakt van bestaande werkwijzen.. Het