• No results found

Resultaten van de rassenproeven in vezelvlas in de jaren 1961 t/m 1965

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Resultaten van de rassenproeven in vezelvlas in de jaren 1961 t/m 1965"

Copied!
78
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

PROEFSTATION VOOR DE AKKER- EN WEIDEBOUW

WAGENINGEN

RESULTATEN VAN DE RASSENPROEVEN IN

VEZELVLAS IN DE JAREN 1961 T/MI9S5

with summary

mit Zusammenfassung

avec resumé

Ir. H.L. Bernelot Moens

(2)

INHOUDSOPGAVE Biz.

Woord vooraf 5

I. Inleiding 6

II. Weersverloop 15

III. Resultaten van de proeven 18

IV. Bespreking van enkele waarnemingen

gedurende de jaren I96I t/ra I965

V. Samenvatting 35

Summary 37

Zusammenfassung 39

Résumé 41

VT. Literatuuropgave 43

Bijlagen: Tabellen 11 t/m 45 44

(3)

WOORD VOORAF

Evenals vijf jaar geleden werd het noodzakelijk geacht om van de jaren

I96I t/m I965 wederom een samenvattend overzicht te geven van de resultaten

van het vezelvlasrassenonderzoek. Dat onze kwekers niet stil hebben gezeten

blijkt wel uit het grote aantal nieuwe selecties, dat in de loop van deze

vijf jaren, in nauwe samenwerking met het IVRO in beproeving werd genomen.

Van al deze selecties wisten slechts de selecties Hylkema I8O7,

ont-staan uit de kruising [(Hollandia x Egyptisch) x Concurrent x Russisch] en

CB 1, ontstaan uit kruising Wiera x Wiera x (Formosa x (Formosa x Cascade))

de toets der kritiek te doorstaan om in 1961 en I962 resp. als Fibra en

Rei-na in de Rassenlijst te worden opgenomen. In I965 besloegen deze rassen reeds

12 resp. 11

%

van het areaal en werd de dominerende positie van Wiera,

wel-ke van I956 t/m 196j5 meer dan 90

%

van het vlasareaal in Nederland innam,

enigszins teruggedrongen. De grotere oogstzekerheid van deze rassen döör

hun grotere stevigheid en betere resistentie tegen enkele van de meest

voorkomende vlasziekten heeft hierbij, naast hun goede opbrengst aan stro

resp. vezel/ha,een rol gespeeld. Voor de vlasverwerkende industrie spelen

hierbij nog het hoge vezelgehalte en de vezelkwaliteit een belangrijke rol.

Het is dan ook geen eenvoudige zaak voor de kweker om al deze eisen in een

ras te kunnen combineren. Inmiddels wordt met enkele veelbelovende

selec-ties het onderzoek voortgezet.

Aan de samenstelling van dit vijfjarig overzicht werd ten behoeve van

de wiskundige bewerking der proefveldgegevens en analyseresultaten

mede-werking ondervonden van het IVRO.

Aan de proeven en aan de analyse van de proefveldopbrengsten, die de

grondslag vormden voor dit overzicht, werd in de afgelopen jaren

medege-werkt door de kwekers, medewerkers van het IVRO, het IEVL, het PAW, .oie

Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst en het BGD. Voor het vele werk dat

hier-bij verzet is en waarvan teler en vlasser profiteren, is een woord van

dank zeker op zijn plaats.

De consulent voor de handelsgewassen

Ir. J.C. Friederich

(4)

6

-I. INLEIDING

In de jaren 1961 t/m 1965 maakte het rassenonderzoek van vlas wederom

een belangrijk onderdeel uit van de werkzaamheden van de Afdeling

Handels-gewassen, van het Proefstation voor de Akker- en Weidebouw (PAW) te

Wage-ningen.

Aangezien dit verslag het vierde is in een reeks van verslagen van

ve-zelvlasrassenproeven, moge kortheidshalve voor een geschiedkundige

beschrij-ving van de gang van zaken van dit rassenonderzoek worden verwezen naar de

inleiding van het desbetreffende verslag over de jaren 1956 t/m i960, dat

in april 196j5 als mededeling nr.

kj

van de Stichting voor de Nederlandse

Vlasteelt en Vlasbewerking (SNW) verscheen.

In het verslag dat thans voor U ligt, wordt een samenvatting gegeven

van de resultaten van het vlasrassenonderzoek in Nederland over de jaren

I96I t/m 1965• De gegevens zijn wederom per gebied - het noordelijk,

cen-trale en zuidwestelijk zeekleigebied - in tabellen opgenomen.

Achtereenvolgens zijn de gemiddelde opbrengsten aan ongerepeld en

ge-repeld strovlas en zaad, het lintgehalte, de lintopbrengst, de

lintkwali-teit en het lokkengehalte in verhoudingsgetallen opgenomen.

De aanleg, verzorging en het oogsten van het merendeel der

rassenproe-ven gebeurde onder leiding van de regionale landbouwvoorlichtingsdiensten aan

de hand van daartoe jaarlijks opgestelde interprovinciale proefveldschema's.

Jaarlijks werden echter ook enkele rassenproeven aangelegd door het IVRO,

de Proefboerderijen van de NAK en door de Afdeling Handelsgewassen van het

Proefstation voor de Akker- en Weidebouw.

In het kader van de internationale samenwerking op het gebied van

vlas-onderzoek worden regelmatig de resultaten van de rassenproeven met ongeveer

tien landen, die hieraan medewerken, uitgewisseld. De proeven in België en

Frankrijk werden doorgaans nog ter plaatse bezocht en voor de jaren I96I

t/m I965 reeds samengevat in een speciaal rassennummer van het tijdschrift

"Fibra", verschenen in december 1964.

De zaaizaadvoorziening voor alle rassen geschiedt voor binnen- en

bui-tenland door het PAW, voor het buibui-tenland echter via de Stichting voor

zaai-zaadpropaganda in het Buitenland. Deze gang van zaken bevordert een

betrouw-bare vergelijkingsmogelijkheid van de proefveldresultaten. Bovendien wordt

al het zaaizaad door het Rijksproefstation voor zaadcontrole gecontroleerd

op kiemkracht, 1000-korrelgewicht, vochtgehalte en gezondheidstoestand,

ter-wijl het PAW zorgt voor de ontsmetting van al het zaaizaad op dezelfde wijze

(5)

7

en met hetzelfde middel. Hierdoor is men voor alle rassenproeven, zowel in

het binnen- als buitenland van hetzelfde zaaizaad als uitgangsmateriaal

verzekerd.

Het analyseren van de monsters strovlas, afkomstig van alle

rassen-proeven, op lintgehalte en -kwaliteit geschiedde op het rootlaboratorium

van het IBVL.

De wiskundige bewerking van de verkregen resultaten werd uitgevoerd op

de afdeling statistische bewerking van proefveldresultaten van het Instituut

voor Rassenonderzoek.

Het rassensortiment is in de laatste vijf jaren met twee belangrijke

nieuwe rassen uitgebreid, ni.: Pibra en Reina.

Tabel 1. Overzicht van de vezelvlasrassen in de jaren 1955 t/m 1965 in procenten van

het totale vezelvlasareaal.

Table 1. Survey of the flax varieties grown in de years 1955 t/m 1965 in percentage

of the total acreage sown.

Rassen

Varieties

Concurrent

Diana

Fivel

Fibra

Formosa

Hollandia

Madonna

Noblesse

Percello

Regenboog

Reina

Solido

Wie ra

Datum van

inschrijving

Date of

description

1929

195^

1953

196I

19^9

19^9

1956

195^

19W-1956

1962

1953

1951

1955

5

6

S.

-s.

2

S.

s.

s.

-1

65

1956

2

k

-s.

1

s.

s.

s.

-1

91

1957

s.

3

-s.

2

S.

S.

S.

-1

93

1958

s.

3

-S.

s.

s.

s.

-s.

95

1959

.

1

-s.

s.

s.

-s.

98

i960

-1

-s.

s.

s.

-s.

98

1961

-1

s.

-s.

s.

s.

-s.

98

1962

-s.

2

-s.

s.

-s.

s.

97

1963

-s.

8

-1

s.

91

196^

-16

-5

s.

79

1965

-12

-11

s.

77

S.= sporadisch (sporadic)

Uit tabel 1 blijkt duidelijk dat het ras Wiera sinds 1959 met 98

%

van het totale vezelvlasareaal de alleenheerschappij bezat. Het ras

Dia-na en enkele andere, die nog sporadisch voorkwamen, hebben in de

prak-tijk geen belangstelling kunnen verkrijgen. In de verslagperiode heeft

Wiera twee sérieuse concurrenten gekregen. Dit zijn de rassen Pibra

(Hyl-kema I8O7) en Reina (CB), die resp. in I96I en I962 in de Rassenlijst

(6)

8

-Bij de keuze van een ras is naast een goede opbrengstmogelijkheid

te-vens de factor oogstzekerheid van zeer groot belang, deze wordt in

hoofd-zaak bepaald door een goede stevigheid en een geringe vatbaarheid voor

ziekten.

Reina komt als gewas veel met Wiera overeen, maar overtreft het in

verschillende eigenschappen. Het geeft iets hogere stro-opbrengsten met een

hoger lintgehalte. Het gewas is egaler en wat veerkrachtiger en is

onvat-baar voor roest en zwartstip. Ook de vezelkwaliteit is nog wat beter dan

die van Wiera. De zaadopbrengst is goed. In enkele andere landen heeft

Reina ook reeds zeer goede resultaten gegeven.

Fibra is een zeer stevig vlasras met een zeer goede resistentie

te-gen brand en is tevens onvatbaar voor roest en zwartstip. Het heeft echter

een trage beginontwikkeling en is nogal gevoelig voor een slechte

struc-tuur van de grond. Op goede vlasgronden kan Fibra goede stro-opbrengsten

geven. De zaadopbrengst is vrij matig, doch het lintgehalte is zeer hoog.

De kwaliteit van het geleverde stro is goed, hoewel de vezel iets grover

is dan die van Wiera en Reina. Fibra trekt vrij zwaar in vergelijking tot

Wiera en de schoven laten zich wat minder gemakkelijk scheiden. Het vraagt

een iets mindere hoeveelheid zaaizaad dan Wiera.

Het samenspel van al deze eigenschappen deden het areaal van Fibra en

Reina toenemen ten koste van dat van Wiera en zelfs heeft ook Fibra in dit

opzicht reeds weer iets prijs moeten geven aan Reina.

Bij beschouwing van het totale vlasareaal in Nederland (zie tabel 2)

in de jaren I96I - I965, valt een geleidelijke toename van ruim 21000 ha

in I96I tot ruim 30.000 ha in 1964 te constateren, gevolgd door een

aanzien-lijke daling van het areaal in 1965 tot 21.600 ha. Deze plotselinge sterke

daling met ongeveer I/5 van het areaal is o.a. toe te schrijven aan een

aanzienlijk produktie-overschot in 1964, gepaard gaande met lage

strovlas-prijzen, vooral voor de minder goede kwaliteiten.

Helaas bracht de drastische areaalvermindering in I965 nog geen

ver-betering in de prijzen voor strovlas en vlaslint o.a. doordat een

verhoog-de aanvoer van goedkoop dauwrootvlas uit Frankrijk, verhoog-de vlasmarkt in

Kort-wijk ontwrichtte.

De gemiddelde opbrengsten van stro en zaad lopen, zoals uit tabel 2

blijkt in de jaren I96I - I965 niet veel uiteen. Slechts het jaar 1964 was

iets gunstiger, terwijl I965 het meest ongunstig was. Wanneer men de

weers-omstandigheden - waar vlas sterk op reageert - hiermede vergelijkt, dan

(7)

9

-blijkt ook wel dat van de vijf in beschouwing genomen jaren voor vlas 1964

het gunstigst was en 1965 het slechtst.

Tabel 2 geeft een overzicht van de in de jaren I96I - I966 aangelegde

ras s enpro even.

In I96I werden in totaal 19 rassenproeven aangelegd, waarvan er lj5 voor

verwerking in aanmerking kwamen.

De rassen Wiera, Wiera sel. 14, Eméraude, Jade, Engelura D 594 en E 476,

Solido, Madonna, Fibra en Reina, allen ook in vorige jaren reeds beproefd,

vonden in I96I wederom een plaats in de rassenproeven.

Rassen, die in i960 nog in de rassenproeven voorkwamen doch daarna

wer-den afgevoerd zijn; Wiera 4, Wiera Versailles 1 en 2, Hollandia Pr.,

Percel-lo Pr., LBW ^02, Engelum C l6 en E 6O8. Het sortiment was dus belangrijk

vereenvoudigd.

In I962 bedroeg het aantal aangelegde proeven 20, waarvan er 14 voor

verwerking in aanmerking kwamen

Het ras Diana, dat in I96I niet in de rassenproeven voorkwam, werd in

I962 nog één maal in de proeven opgenomen. Van de in I96I in de proeven

on-derzochte rassen werden Wiera 14, Engelum D 594 en Madonna niet meer verder

beproefd, terwijl van Reina nog een verbeterde selectie in enkele proeven werd

opgenomen.

Van de 18 in I963 aangelegde proeven kwamen er 11 in aanmerking voor

verdere verwerking. In dit jaar waren de rassen Diana en Solido uit de

proe-ven verdwenen, doch werden de nieuwe selecties Engelum J 504 en J 506 en

Lui-denburg I962/2 ter beproeving opgenomen.

In I964 kwamen van de 17 rassenproeven slechts 11 voor verwerking in

aanmerking. Aangezien de rassen, resp. selecties Jade, Engelum E 476 en

J 504 en Luidenburg I962/2 geen verbeteringen van het rassensortiment

wa-ren, werd de beproeving hiervan gestaakt. Hiervoor in de plaats werd

ech-ter een reeks nieuwe selecties in de proeven opgenomen, t.w.: Cebeco 6102,

Ropta K 7O8, LBW 612, 510-2 en 517-2 en Wiersema 51-77.

Van de 18 in 1965 aangelegde rassenproeven waren er wederom maar 11

ge-schikt voor verdere verwerking.

Van de in I965 bij de rassenproeven betrokken rassen of selecties waren

reeds één of meermalen in onderzoek geweest; Wiera, Pibra, Reina, Eméraude,

LBW 510-2 en 517-2 en Wiersema 51-77. Nieuw waren Wiersema 52-111 en de

Rop-ta selecties K I69, K 701 en K 988, terwijl uit het sortiment van 1964

ver-dwenen waren de selecties Ropta K 708, Cebeco 6102 en LBW 612.

(8)

10

Tabel 2. Uitgezaaide oppervlakte en gemiddelde opbrengsten aan gerepeld stro en zaad in

de Jaren 1961 - 1966

Table 2. (Total flax acreage and average yield of deseeded straw and seed in the years

I96I - 1965)

Jaar

Year

1961

1962

1963

1964

1965

Totaal uitgezaaide oppervlakte in ha

(Totaal acreage sown with flax in ha)

21.666

23.957

26.608

30.600

21.600

Gemiddelde opbrengst in kg/ha

(Average yield in kg/ha)

Gerepeld strovlas

(deseeded straw)

5.7.00

5.75O

5.776

5.851

5.580

Zaad

(Seed)

900

1100

1000

II58

900

(9)

11

-Weersomstandigheden

(Weather conditions)

Na het zaaien een periode van goed weer, gevolgd door koud en droog weer tijdens de

verdere ontwikkeling en bloei. Veel regen en wind tijdens de afrijping, maar bij de

oogst vrij goed weer.

(Favourable weather after sowing was followed 'by cold and dry weather during further

development and flowering. Heavy rains and wind during ripening, but rather favourable

weather at harvesting time).

Vrij late zaai, gevolgd door koud en droog weer met zware nachtvorst. Tijdens de

ver-dere ontwikkeling droog, koud weer met weinig zon. Vrij ongunstig weer tijdens de oogst.

(Rather late sowing, followed by cold dry weather with heavy night-frosts. During

further development dry and cold weather with very few sunshine. At harvesting-time

weather conditions were rather unfavourable).

Na het zaaien een periode van bijzonder gunstig weer. Gedurende de bloeitijd en tijdens

de afrijping veel regen. Bij de oogst bijzonder slecht weer.

(Sowing time was followed by a period of very favourable weather. During flowering and

ripening heavy rains and also at harvesting time extremely bad weather).

Voor en na het zaaien gunstig weer, gevolgd door een korte periode met zware

regen-buien. Tijdens de verdere ontwikkeling en afrijping gunstig weer, gevolgd door zeer

mooi oogstweer.

(At sowing time favourable weather, followed by a short period of heavy rains. During

further development and ripening favourable weather, followed by very fine weather at

harvesting time).

Bijzonder nat voorjaar en tijdens de ontwikkeling koud weer met veel regen. In juni

warmer en droger met snelle groei, gevolgd door vrij veel regen bij de afrijping en

goed weer bij de oogst.

(An extremely wet spring was followed by cold weather with much raining, causing a

slow development. June was warmer and dryer with a rapid development, followed by

rather much raining at ripening and favouraBLe- conditions at harvesting time).

(10)

12

Tabel 3. Ligging van de rassenproeven in de oogstjaren I961 - 1966

Table 3. Position of the variety trial fields for the years 1961 - 1965

Reg. no.

1961

NGr. 2662

Vo. NOP IOO6

O F I .

280

O F I .

281

NNH 2172

NNH 2173

ZZH. 1011

WB 2680

z 2321

N. Beveland

NAK

PAW 595

zvi. 918

ZV1. 941

ZNH. 703

PAW 596

PAW 659

rVRO 61-413

IVRO 6l-414

1962

NGr. . 2764

NMH. 2243

NNH. 2244

ZNH. 754

O P I

. 360

ZZH. IO60

ZZH. IO77

ZVI. 947

ZVI. 948

z. 2345

N. Beveland

PAW 734

PAW 741

PAW 742

NGr. 2765

WB 2738

PAW 735

IVRO 62-420

IVRO 62-421

O P I .

361

Proefveldhouder

Name of the farmer

Bijzon-de rh.

Remarks

Consulentschap

Region

Mevr. Coolman, 't Zandt

Proefboerderij De Kandelaar, Marknesse

Sectie L 79, kavel a 23-24, O.Flevoland

Sectie Q 6, kavel a 53 , 0.Flevoland

Proefboerderij Wieringerwerf

Proefboerderij v.d. NAK, Slootdorp

Proefboerderij ZHE, Westmaas

Gebroeders De Lint, Zevenbergen

Proefboerderij Zeeland, Wilhelminadorp

Landbouw Coöperatie Noordbeveland

NAK, St. Anna Parochie

J.P. Wiersema Mzn., Spijk

B. Ceelaert, Biervliet

J. Govaert, Westdorpe

Wed, M.J. v. Nieuwennuizen. Hoofddorp

G.J. Tap, Herveld

Idem

Proefboerderij De Hoge Born, Wageningen

J.A. Zijlmans, Zevenbergen

} {

+ )

+ )

+ )

+ )

+ )

+ )

Groningen

Marknesse

Dir. Wieringermeer,

Kampen

Schagen

Schagen

Dordrecht

Zevenbergen/PAW

Goes

Coöperatie Kortgene

NAK, Leeuwarden

PAW

Axel

Axel

Purmerend

PAW

PAW

IVRO

IVRO

Proefboerderij Hornhuizen

Proefboerderij Wieringerwerf

Proefboerderij v.d, NAK, Slootdorp

L. v, Nieuwenhuizen, Hoofddorp

Sectie R 26, kavel a 4, 0. Flevoland

Proefboerderij ZHE, Westmaas

Idem

E. v. Damme, Uzendijke

J. Govaert, Westdorpe

Proefboerderij Zeeland, Wilhelminadorp

Landbouw Coöperatie Noordbeveland

J.P. Wiersema Mzn., Spijk (Gr.)

Proefboerderij Dr. Oortwijn-Bottjeshoeve

Emmeloord

L. Nollen, Langeweg (Noordbrabant)

Mevr, Coolman, 't Zandt

Centr. proefv., Langeweg

G.J. Tap, Herveld

Proefboerderij De Hoge Born, Wageningen

J.A. Zijlmans, Zevenbergen

Sectie R 26, kavel a 4, O.Flevoland

+ )

+ )

+ )

+ )

+ )

+ }

Groningen

Schagen

Schagen

Purmerend

Dir, Wieringermeer,

Dordrecht

Dordrecht

Axel

Axel

Goes

Coöperatie Kortgene

PAW

PAW

PAW

Groningen

Zevenbergen/PAW

PAW

IVRO

IVRO

Dir. Wieringermeer,

Kampen

Kampen

(11)

- 13

1963

NNH. 2290

ZNH. 797

IJPO 11

OPI. 410

ZZH. IO99

ZZH. III9

N. Beveland

Z 2421

zvi. 987

zvi. 988

PAW 910

NGr. 2845

NNH. 2291

WB. 2803

IVRO 63-416

IVRO 63-417

PAW 911

OPI. 411

1964

NGr. 2935

NNH. 2315

NNH. 2316

ZNH. 823

OFl. 476

u p o 70

ZZH. 1135

z 2500

N. Beveland

ZVl. 1048

WB 2854

PAW IO65

IVRO 64-413

ZVl. 1047

PAW IO63

IVRO 64-412

IVRO 64-414

1965

NGr. 3034

PAW 1140

NNH. 238I

NNH. 2382

OPI.

519

IJPO 148

ZZH. II7I

z 2598

zvi. 1081

WB. 2888

PAW 1132

ZNH. 86O

zvi 1080

PAW 1131

PAW 1135

PAW 1212

IVRO 65-412

IVRO 65-413

Proefboerderij, Wieringerwerf

L. v. Nieuwenhuyzen, Hoofddorp

Proefboerderij De Kandelaar, Marknesse

Sectie R 26, kavel a 20, 0.Flevoland

Proefboerderij ZHE, Westmaas

Idem

Landbouw Coöperatie Noordbeveland

Proefboerderij Zeeland, Wilhelminadorp

RKJB, Nieuw Namen

H. de Nijs, Terneuzen

A. de Lint, Zevenbergschenhoek

Proefboerderij, Hornhuizen

Proefboerderij v.d. NAK, Slootdorp

Centr. proefv., Langeweg

Proefboerderij De Hoge Born, Wageningen

Oostelijk Flevoland, kavel

A. de Lint, Zevenbergschenhoek

Sectie R 26, kavel a 20, O.Flevoland

+ )

+ )

+ )

+ )

+ )

+ )

+ )

Schagen

Purmerend

Emmeloord

Rijksdienst v.d.

IJsselmeer-polders, Kampen

Dordrecht

Dordrecht

Coöperatie Kortgene

Goes

Axel

Axel

PAW

Groningen

Schagen

Zevenbergen/PAW

IVRO

IVRO

PAW

Rijksdienst van de

IJssel-meerpolders, Kampen

G.A. Renkema, Lauwerzijl

Proefboerderij v.d. NAK, Slootdorp

Proefboerderij, Wieringerwerf

L. v. Nieuwenhuizen, Hoofddorp

Sectie R 26, kavel a 33, O.Flevoland

Proefboerderij De Kandelaar, Marknesse

Proefboerderij ZHE, Westmaas

Proefboerderij Zeeland, Wilhelminadorp

Landbouw Coöperatie Noordbeveland

A. v. Doelen, Koewacht

Centr. proef

v., Lângeweg

Gebroeders A. en J. Maris, Langeweg

J.A. Zijlmans, Zevenbergen

H. de Nijs, Terneuzen

Gebroeders A. en J. Maris, Langeweg

Proefboerderij De Hoge Born, Wageningen

Proefboerderij NAK, Emmeloord

+

)•

+ )

+ )"

+ ).

+ )

Groningen

Schagen

Schagen

Purmerend

Rijksdienst van de

IJssel-meerpolders, Kampen

Emmeloord

Dordrecht

Goes

Coöperatie. Kortgene

Axel

Zevenbergen/PAW

PAW

IVRO

Axel

PÀW

IVRO

IVRO

J. Tonckens, Uithuizen

J.P. Wiersema Mzn., Spijk (Groningen)

Proefboerderij Wieringerwerf

Proefboerderij NAK, Slootdorp

Sectie R 26, kavel a 17, O.Flevoland

Proefboerderij De Kandelaar, Marknesse

Proefboerderij ZHE, Westmaas

Proefboerderij Zeeland, Wilhelminadorp

F. Haak, Biervliet

Centr. proefv. Langeweg

Gebr. A. en J. Maris, Langeweg

L. v. Nieuwenhuizen, Hoofddorp

Gebr. Steijaert, Graauw

Gebroeders A. en J. Maris, Langeweg

Idem

Idem

Proefboerderij De Hoge Born, Wageningen

Proefboerderij NAK, Emmeloord

+ )

+ )

+ )

+ )

+ )

+ )

+ )

Groningen

PAW

Schagen

Schagen

Rijksdienst van de

IJssel-meerpolders, Kampen

Emmeloord

Dordrecht

Goes

Axel

Zevenbergen/PAW

PAW

Purmerend

Axel

PAW

PAW

PAW

IVRO

IVRO

+)

Geen betrouwbare r e s u l t a t e n verkregen

(Without r e l i a b l e r e s u l t s )

(12)

- 1 4

Uit het grote aantal proeven, dat jaarlijks om verschillende redenen

moest worden afgeschreven, blijkt duidelijk dat vlas wel zeer nauw

luis-tert naar een juiste uitvoering van de cultuurmaatregelen en het resultaat

van een proef mede sterk afhankelijk is van de keuze van het perceel en de

weersomstandigheden.

Van alle proeven werd per veldje een gemiddeld monster van 5 kg

onge-repeld stro naar het rootlaboratorium van het IBVL gezonden, waar de

mons-ters na met de hand te zijn gerepeld, volgens de warmwaterrootmethode

wer-den geroot en kunstmatig gedroogd om vervolgens op de Vlaamse stermolen te

worden gezwingeld. De beoordeling van de lintkwaliteit geschiedde

organo-leptisch, steeds door dezelfde persoon, volgens de bestaande

standaardklas-sificatie en geeft dus niet de marktwaarde van het vlaslint aan. Immers,

door de jaarlijks sterk fluctuerende lintprijzen op de wereldmarkt, zou

an-ders een vergelijking met voorgaande jaren niet mogelijk zijn.

Ten aanzien van de hierboven vermelde monstername dient echter een

uitzondering te worden gemaakt voor de monstername van de proeven van het

PAW en wel voor de jaren 1964enl965. In 1964 is in deze proeven begonnen

met het machinaal oogsten van de veldjes met een kleine zelfrijdende

vlas-plukmachine. Vervolgens werden na hokken en schelven de gehele

veldjesop-brengsten naar Wageningen gezonden. Na vijf à zes weken opslag werd

gewo-gen en machinaal gerepeld, waarna het gerepelde stro gewogewo-gen werd. De

stro-monsters, bestemd voor roting en verdere analysering werden genomen uit het

stro, dat uit de repelmachine komt.

Deze gang van zaken geeft minder kans op het maken van fouten en

le-vert monsters, die meer representatief zijn voor de stand van het vlas op

de veldjes.

(13)

15

II. WEERSVERLOOP

I96I

Ten gevolge van ongunstige weersomstandigheden in maart en begin april

kon in het algemeen niet eerder dan omstreeks 10 april worden gezaaid.

Hoe-wel in sommige gevallen nog Hoe-wel een redelijk zaaibed kon worden verkregen,

was de structuur van de grond door de vele regens in maart, slecht te

noemen.

Na het zaaien volgde een maand lang gunstig weer, hetgeen een vlotte

opkomst en eerste groei van het vlas ten gevolge had. Van 10 mei tot 10

ju-ni volgde een periode van trage groei door droog en koud weer, terwijl

bo-vendien de slechte structuur van de ondergrond zich deed voelen. In deze

tijd werd het vlas erg tweewassig en dit bleek ook gedurende de volgende

periode, die een zeer snelle groei te zien gaf.

Omstreeks half juli trad als gevolg van veel regen en windlegering

op, weertegen alleen Pibra bestand bleek te zijn.

Tijdens de afrijping waren de weersomstandigheden ongunstig, waardoor

het opschonen te traag verliep en het vlas niet mooi opkleufde. Hierbij

bleek Pibra duidelijk het minst gevoelig voor het slechte weer bij de

af-rijping.

Daar het weer tijdens en na de oogst vrij goed was, is het vlas goed

in de schelf gekomen.

I962

Als gevolg van minder gunstige weersomstandigheden kon pas na half

april begonnen worden met zaaien.

Op 1 mei, dat was over het algemeen vlak na de volledige opkomst van

het vlas,trad een zware nachtvorst op, waarvan het vlas plaatselijk ernstig

te lijden heeft gehad. Ook verder was de maand mei te koud en te droog,

waardoor het vlas traag groeide en in lengte gemiddeld 10 cm ten achter

was bij I96I. Eerst in de tweede helft van juni liep de temperatuur

aan-merkelijk op en begon het vlas snel te groeien. De temperatuursstijging

ging echter gepaard met een droogteperiode met als gevolg tweewassig en

schraal vlas. Soms kon een ureumbespuiting hieraan enige verbetering geven.

(14)

16

-de bloei lang duur-de en het vlas nog aanzienlijk in lengte kon toenemen.

Daardoor is het vlas nog vrij zwaar geworden en trad ook nog enkele malen

legering op. Over het algemeen is de temperatuur de hele zomer beneden

nor-maal gebleven en was er zeer weinig zon. Toch is deze gang van zaken gunstig

geweest voor de vezelvorming en voor de stro-opbrengst, o.a. ook door de

vrij late afrijping van het vlas.

Hoewel tijdens en na de oogst het weer niet erg gunstig was, heeft de

kwaliteit van het vlas er niet van geleden en was deze zelfs zeer goed.

1963

Door de zeer lang aanhoudende winter en het daardoor lang nat blijven

van de grond, kon pas ongeveer 13 april met de grondbewerking worden

begon-nen. Ondanks het zeer langzaam opdrogen van de grond, werd ten slotte toch

nog een goed vlak zaaibed met een goede structuur,verkregen.

Het zaaien vond omstreeks 20 april plaats. Ten gevolge van gunstig

weer, was de opkomst vlot en de eerste ontwikkeling mooi gelijkmatig tot

half juni.

In de periode

1~5

juni tot 14 juli, waarin ook de bloei van het vlas

plaatsvond (25 juni tot 15 juli), zijn diverse zware regenperioden

voorge-komen, waardoor het vlas soms tot vrij zwaar gelegerd is geweest. Na elke

legering heeft het vlas zich, zij het in afnemende mate, hersteld.

Op 25 juli en daarna is het vlas, voor zover nog niet geoogst, nog

drie maal gelegerd, waaruit wel blijkt dat het weer tijdens de vlasoogst

uitzonderlijk slecht is geweest.

De stevigheidsverschillen van de rassen zijn bij deze legeringen

duide-lijk naar voren gekomen. Fibra bleek bij eenzelfde N-giftenvergeduide-lijking het

allerstevigste ras te zijn, terwijl ook Reina duidelijk steviger was dan

Wiera. Eméraude was een van de meest slappe rassen.

De extra gift van 15 N in verschillende proeven aan Fibra gegeven,

bleek voor dit jaar te veel te zijn geweest, aangezien daarbij de

lege-ring nog sterker was dan bij Wiera.

1964

Ten aanzien van de groeiomstandigheden van het vlas in verband met

de weersomstandigheden, kan om te beginnen worden gezegd dat de flinke

(15)

- 17

nachtvorsten en het droge weer in maart een zeer goede structuur van het

zaalbed hebben bewerkstelligd.

De zaai vond plaats omstreeks 10 april waarbij er vóór en na opkomst

van het vlas regelmatig enige regen viel. Eind april vielen er enkele

zwa-re buien, waardoor de bovengrond aanvankelijk vrij ernstig dicht sloeg,

doch door regelmatige regenval in mei zonder extra zware buien, is het vlas

goed en gezond blijven doorgroeien.

Ook juni bracht regelmatig regen, soms vrij veel. Dit had tot

ge-volg, dat het vlas soms in te gunstige omstandigheden groeide en te zwaar

werd. Meermalen is dan ook legering opgetreden in de minder stevige rassen

en in proeven met hogere N-hoeveelheden.

. Eind juni en begin juli, met koel en weinig regen, is bijzonder gunstig

geweest voor de beoordeling op stevigheid en herstellingsvermogen na

lege-ring van de verschillende rassen bij diverse N-giften en rijenafstanden.

Juli was over het algemeen vrij droog, hetgeen voor de afrijping en

kwaliteit zeer gunstig was. Door de snelle afrijping en het droge weer, kreeg

de Botrytisaantasting weinig kans tot uitbreiding.

De oogst van het vlas werd begunstigd door bijzonder goed weer.

I965

De maanden januari en februari waren droog en begin maart leverde

veelvuldig flinke nachtvorsten op. Het gevolg was, dat de grond ongeveer

10 maart reeds droog genoeg was om te eggen. Direct daarna kwam echter een

periode met veel regen, zodat pas begin april gezaaid kon worden. De

struc-tuur van de ondergrond was goed, dank zij het droge voorjaar.

Na het zaaien kwam weer een periode van veel regen met lage

tempera-turen voor, zodat de begingroei traag was: 37 dagen na volledige opkomst

had het vlas op het centrale proefveld te Langeweg nog maar een hoogte

van circa 10 cm.

In juni volgde een periode met warmer en beter weer, hetgeen

resul-teerde in een zeer snelle vlasgroei.

Begin Juli kwam weer met regen, maar bij de aanvang van de oogst,

ongeveer 20 juli, had nog vrijwel geen legering plaatsgevonden. Direct

daarna moest het oogsten weer worden onderbroken wegens regenval tot eind

juli.

Augustus was droog en gunstig voor de verdere oogstwerkzaamheden,

zo-dat deze een vlot verloop hadden.

(16)

18

-I -I -I . RESU-IiTATEN VAN DE PROEVEN

In tabel j5 is een overzicht opgenomen van de ligging der proeven.

Evenals dit reeds sinds 195^ het geval was, werd bij de verwerking van

de resultaten een driedelige gebiedsindeling gemaakt, nl. het

noordelij-ke, het centrale en het zuidwestelijke zeekleigebied.

Per ras zijn per jaar gemiddelde opbrengstcijfers berekend en

uitge-drukt in verhoudingsgetallen.

Bovendien zijn de gegevens per ras over de jaren I96I t/m I965

gemid-deld en deze gemidgemid-delden wederom uitgedrukt in verhoudingscijfers.

De waarderingscijfers, gegeven voor enige raseigenschappen, zijn

even-eens in tabellen samengevat. Ook hierbij zijn de gegevens per ras

samenge-vat voor elk der jaren I96I t/m I965 afzonderlijk en voor deze vijf jaar

tezamen,een en ander gesplitst volgens de bovengenoemde driedelige

gebieds-indeling.

Het aantal proeven waarop de vijfjaarlijkse gemiddelden betrekking

heb-ben, is eveneens in de tabellen opgenomen en is tevens een maat voor de

be-trouwbaarheid voor het berekende gemiddelde. Een groter aantal proeven geeft

ook een grotere betrouwbaarheid aan het betrokken gemiddelde.

De opbrengst aan ongerepeld strovlas

In tabel

k

(blz.22) zijn de gemiddelde opbrengstcijfers over de jaren

I96I t/m I965, uitgedrukt in verhoudingsgetallen, opgenomen voor

ongere-peld strovlas van de rassen en nieuwe selecties, die in deze jaren in

be-proeving zijn geweest. De uitvoerige gegevens over de opbrengsten aan

on-gerepeld strovlas zijn opgenomen in de tabellen 11 t/m 15.

Bij de beoordeling van deze cijfers moet rekening worden gehouden met

het

fejfc, dafc- vooral bij vochtige weersomstandigheden tijdens de oogst - de

opbrengstcijfers geflatteerd kunnen zijn door aanhangende gronddeeltjes en

het hogere vochtgehalte van het strovlas. Wanneer dit het geval is, hoeft

de hoeveelheid aanhangende grond niet voor alle rassen gelijk te zijn en

zelfs kunnen binnen het ras van veldje tot veldje nog verschillen optreden.

De gegevens over ongerepeld strovlas zijn daardoor minder betrouwbaar dan

die over de gerepelde opbrengsten.

Bovendien treedt bij gelegerd vlas vaak rot op en is het niet altijd

mogelijk om de rotte gedeelten uit het getrokken vlas van de geoogste

veld-jes die bij de bruto-opbrengst worden meegewogen, te bepalen.

(17)

- 19

Bij bestudering van tabel 4 blijkt - wanneer slechts in ogenschouw

worden genomen de thans in de rassenlijst opgenomen rassen, t.w.j Wiera,

Reina en Pibra - dat in het noorden in de jaren 1961 t/m I965 het ras

Wiera en het ras Reina ieder éénmaal de hoogste opbrengst aan ongerepeld

strovlas hebben opgeleverd en dat ze in het jaar I96I deze eer hebben

moe-ten delen, terwijl in 1964 Pibra de hoogste opbrengst gaf.

De op één na hoogste opbrengst viel tweemaal ten deel aan Pibra en

aan Wiera en Reina ieder éénmaal. Op de derde plaats kwam ieder der drie

rassen éénmaal te staan.

Op dezelfde wijze kunnen deze rangordecijfers uit tabel 4 worden

af-gelezen voor het centrale en zuidwestelijke zeekleigebied; een overzicht

hiervan is in tabel 4a gegeven.

Tabel 4a. Het aantal malen dat het ras Wiera, Reina of Fibra de hoogste (i),

de op één na hoogste (II) en de op twee na hoogste (III)

jaar-lijks gemiddelde opbrengst aan ongerepeld strovlas heeft gegeven

in de jaren I96I t/m 1965

Wiera

Reina

Fibra

Noord

I

2+

2+

1

II

1

1

2+

III

1

1

1

Centraal

I

1

4+

1

II

2

1

2+

III

2+

-2

Zuidwesten

I

1

4+

1

II

2+

1

2

III

2

-2+

Tevens is met + aangeduid het ras dat de hoogste (l), de op één na

hoogste (II) en de op twee na hoogste (lil) vijfJaarlijks-gemiddelde

op-brengst aan ongerepeld strovlas heeft gegeven over de periode I96I t/m I965«

Hieruit volgt wel dat in het algemeen het ras Reina de hoogste opbrengsten

aan ongerepeld strovlas heeft gegeven.

Bijzondere aandacht verdienen de Franse rassen Eméraude en Jade, die

beiden - doch uitsluitend in het noorden - een hogere

vijfjaarlijks-gemid-delde opbrengst gaven dan de rassen uit onze rassenlijst, elders waren ze

steeds lager. Verder bleken de nieuwe selecties LBW 510-2 en LBW 517-2

on-gerepeld stro-opbrengsten op te leveren, die kunnen wedijveren met die van

Reina en Wiera.

De opbrengst aan gerepeld strovlas

De resultaten van de opbrengsten aan gerepeld strovlas zijn in

be-knopte vorm opgenomen in tabel 5 (blz. 23

)>

terwijl de meer uitvoerige

(18)

20

cijfers te vinden zàjn in de tabellen 16 t/ra 20.

Ten aanzien van de rassen Wiera, Reina en Fibra, zijn de gemiddelde

resultaten aangegeven in tabel 5a, waarin werd aangegeven het aantal

ma-len dat het ras Wiera, Reina of Pibra de hoogste (i), op één na hoogste (II)

en de op twee na hoogste (III) jaarlijks gemiddelde opbrengst aan gerepeld

strovlas heeft gegeven in I96I t/m I965.

Met + werd wederom aangeduid het ras dat de hoogste (i), één na

hoog-ste (II) en de op twee na hooghoog-ste ( H l ) vijfjaarlijks-gemiddelde opbrengst

aan gerepeld strovlas heeft gegeven.

Tabel 5a

Wiera

Reina

Pibra

Noord

I

2+

2+

1

II

1

1

2+

III

1

1

1

Centraal

I

_

4+

1

II

4+

1

1

III

1

-3+

Zuidwesten

I

mm

4+

1

II

4+

1

1

III

1

-3+

Gezien over vijf jaar heeft Reina de beste resultaten opgeleverd t.a.v.

de opbrengst aan gerepeld strovlas. Wiera evenaardde Reina in het noorden,

doch kwam elders duidelijk op de tweede plaats, gevolgd door Pibra.

Eméraude gaf in het noorden betere resultaten dan de rassen uit de

ras-senlijst en Jade in het zuidwesten. In het centrale en zuidwestelijke gebied

lagen Eméraude en LEW 517-2 qua opbrengst tussen Reina en Wiera. Jade kon in

het centrale en noordelijke gebied de toets niet doorstaan.

De zaadopbrengsten

In tabel 6 (blz. 24) zijn de gegevens van de zaadopbrengsten in

be-knopte en in de tabellen 21 t/m 25 in uitgebreide vorm weergegeven.

Tabel 6a geeft op dezelfde wijze als t.a.v. ongerepeld en gerepeld

strovlas een vergelijking betreffende de zaadopbrengsten van Wiera, Reina

en Fibra.

Tabel 6a

Wiera

Reina

Pibra

Noord

I

3+

1

II

1

3+

III

4+

Centraal

I

3+

1

1

II

2

2+

1

III

2

3+

Zuidwesten

I

4+

2

II

1

2+

2

III

1

3+

Wat de zaadopbrengst betreft, heeft Wiera duidelijk de beste

(19)

bete-- 21

re opbrengsten dan Fibra gaf.

Eméraude en Jade hebben vooral in het centrale en noordelijke gebied

aanzienlijk slechtere resultaten opgeleverd dan Wiera, Reina en Fibra. De

selecties LBtf 510-2 en LBW 517-2, vooral de eerste, hebben echter gemiddeld

aanzienlijk meer zaad opgeleverd dan de rassen uit de rassenlijst.

(20)

22

-a

0) rH rH 01 • P CI) W) in to C •H T ) =1 O to

(!)

fc

2 M • H tin a>

>

•rH • P nt rH 0) U C •H U N r! VO t l ON vo vo OS rH 1 rH VO ON rH

fi

• H to ert

ri

>

O

fc

• P to T ) rH O)

«.

<1) I H IM hn

c

<>

c

D • P 10 W)

a

tu

fc

, a VT) ON rH to u 01 <l> I » 0)

fi

- p u o <w s m u • P n T ) 0) <U 0) to 4) T ) • P O

fi

<M O in •O r H 0/ •H ft >H o

*—•

cd - p

ft

o

«

0) • p P . o K 0 0 O C— W 0 0

w

&

M

v<£

r H

•° fk

3 »

g

rH O) O UN

^>

^ 1 -o i n 1-3 a> CM . a o o O) O r H o vo 3 : Cv) m rH 1-3 VO

b%n

• H O CVJ 13 to UN

S s T

• H * r d

. 3

« 3

•H cd "53 S d o ]

» 9 $

flH p 1 1 fi a) o a) S -ö C i a) m • H C

«

1 t O - H O W r H -O

<v

* r i .

m

ET rH F , <M

S A

1 vo d -1 OO a) 0) , b B S

. Ä »"

1 • » KN

1 3

H

•H a) H

S

c m

K O 1 o) m • H r i S 1 0) 0) N M "0 *-3 4) • H ri rH X> m 0) •Ö M ( H -H o <u O rH S Ü O H r H O o ri rH UNVQ r H ON ON J - VO Cvl O 1 1 1 1 o H rH r— 0 0 (M ON 1 1 1 1 ON 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 O r H rH 1 1 1 1 ON ON. O r H rH 1 1 1 1 ON ON NO r H VO J ± O O I 1 1 O rH r H rH O N d - CVJ KN ON O 1 1 1 O rH ri ri Cvl f - CVI UN O O 1 1 ON O rH r H r H ON UN r H O 0 0 O 0 0 ON 1 O O ON r H ri rH Cvl ON O N V O H ON O ON 1 ON O O ri rH r H C\J d - O * r H O O O 1 O ON O H H ri rH ri Cd - — ri CVI KN -d" U N . j - -Ö VO VO VO VO NO * s . r H ON ON ON ON ON bO 0) ri ri H ri ri .M ri

0 0 — cl ol ( t (d « 0 3 u to W t O t O M M I I P C r l Ü A i ü ü ü O c a i U r . O H > 4 > O r H 0) * ) O O O C— O fc O < M ri C— t - - = h NO -Ö fco O r H r H O V O r H <D ft O N 0 O CO ri 0 0 tl) W) fc •O ni r H 0) Il II II II II T j r. CO .O •H <U - P S o o o o o ß > f i 3 o o o o o o < cd ë ri riH H H O ^ < < ~ TJ <1) • H

«

(U W) •H a) rH i l ! <D a> N t-> n)

g

• p

fi

<u o 04 O CVI O N I I O N KN r H (NI ON 1 1 ON t— VO CVI ON 1 1 ON r-N KN r H 1 O 1 O rH rH t— H r H 1 O 1 r H H rH t 1 1 1 1 1 1 1 i I zt i d - r H O o rH r H ON 0 0 VO O N 1 I I I O N ITN -d- VO ON 1 i l i O N I I I I 1 1 i VO Cvl r H 1 ON 1 1 1 ON d - O ON Cvl ON ON 1 1 1 0 0 O r H CVI 1 1 1 1 O O rH rH O VO 0 0 r n 1 1 1 O ON ON rH rH r— O f— CM O ON O 1 1 ON rH rH rH r— evi r - cvl .3-CO O ON 1 1 ON rH VO r H rH O CO O ON O O O 1 ON r H rH r H r H ON ON KN ON ON O CO ON ON O ON ON O KN rH r H ITN Cvl ON rH KN r H : * O O ON O O O KN rH rH rH rH rH rH rH t~ rH 0 0 ON NO O O ON O ON ON KN rH rH rH n) — rH Cvl KN d - ITN Si T3 VO NO VO VO NO \ r H ON ON ON ON ON bO V rH rH rH H r H ü T H

>>

Cvl — -c d a ) a ) a ) -c d v o < D u i j i ! £ X i £ OV > r H t 3 b O h 5 t > 0 b 0 | | 4 J C - H M M a M a o « a) fc O r H !> - P O ri « <t O O N O O O fcp<J-( t — C V I C V I O O r H T j 6 O V O O O O O O l A r i D P . O N r H O N O N O N t D b O U Xi a) ri <U Il U II II II T3 SU crj ,Q • H (U - P H O O O O O S > C 3 O O O O O 0 > < c r J S ririririri O * — < ^ —

^ 1 m W)

•rt

a>

ri

Ü a) tu Ai

•«-»

• H

ri

(U • P £0 0) S T ) • H 3 N 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1

, ,

ri

O 1

ri

ON ON 1 ON ON 1 1 1 1 1 1 1 1 1 t — 0 0 O ON rH rH O O O rH rH CV) ri KN ON 1 ON UN UN rH 1 ON ON C— t— rH 1 ON ON rH rH rH 1 O O

ri ri

1 1 1 1 1 ri O KN I O N 1 ON I 1 I 1 I O ON KN 1 O 1 ON

ri

UN St i O N i O N st i i i i i i N O i d d -ON O N o d -1 -1 -1 o rH 0 0 KN 1 1 1 ON 0 0 rH 1 1 1 ON 1 1 1 1 1 t i l l 1 VO 0 0 ri ON 1 O ON O rH rH St C— O ON 1 O ON O rH ri Cvl ri ri O I I O CVI rH rH CO ON t -ON 1 1 -ON CVJ CVI 0 0 ON ON ON CVJ O O ri rH UN UN ON ON d - rH O O rH ri O rH O O

ri ri

rH CVI VO VO ON ON rH rH M M M M O O CO 0 0 ri rH ON O N ON O N Cvl ri 0 0 CNl 0 0 o o O N o O N U N rH rH O ri UN Cvj UN O O O O st rH rH rH rH ON O 0 0 O ON ON O ON O st rH rH nt — KN J - U N £ TJ VO VO VO \ ri ON ON ON M 0) rH ri ri M ri !>s vo —« of cd aj Cvl 0) w J 3 J 5 J 3 O > rH bfl tsO bfl II -P a -H

a a x

o « « fc

O ri > -P rH <D O O O O U O * H m o o * fco C — O N O O H m ft O N O N O o a o o o a i b O u Il II o o o o rH ri •Ö Cd rH V Il II II 73 fc cd . a • H tu -p e o o o S > C 3 o o o <D « ! cd S ri ri ri CS — - < »-»

(21)

- 2?

m

+>

o.

o

«

0 0

o

t

«L

M

&

us

OS

ri

M

M

jâ ^

a $

e

ri

(U

W)

S

s

••3

•3-o

m

»o

i <B CM

fit 0 O

CU O rH

O SO

JB CM

W «H

• 3 SO

9

eu

•H

S

a

»

p=

•H

m

. 3

» w

™ 3 1A

w

H

P

cd o cd

S -a ö

i

a) cd

•H a

O

i i

O -H O

Cd ri fl

CM

3s J

S £

CM

S O

3 lA

1 SO

<1> S C—

M 3 d

-S " «

i

CO <u

r-j -O

II

1 CD

•ri

H

fa A

I

'S) CD

« C

i g

S

1

eu

N

i4 "O

•r-j Ci)

•H -H

>H A

(U co

22*

O 0)

S 3

ON ri ri

os o

rH

O CM rH

ONCTN

SO 0 0 IA

O 1 1 1 1 ON

rH

CM CM IA

Os 1 1 1 1 CO

• 1 1 1 1 1 1

1 1 1 1 1 1 1

OS

CD 1 1 1 1 1 ri

CO O ri

1 1 1 1 0 0 Os

O CM ri

1 1 1 1 OS OS

CM f KS d

-O -OS 1 1 1 -OS

rH

O C— CM

.d-O .d-O 1 1 1 .d-ON

i-t ri

SO ITS J - l A VO

O O I 1 Os O

ri ri rH

0 0 d - CM O t~- ri

0 0 OS 1 O O OS ri

rH ri

IA O t— LA CM OS

O O 1 OS O O

Hi-i ri ri

I A . d ri IA CM rH

O O 1 O OS O ri

i-i ri ri i-i

cd —

i-i CM K S d - irs Ja "O

M3 SO SO SO SO VL ri

OS OS OS OS OS W 4)

ri ri ri i-i ri X -H

ri -—

cd cd cd cd cd t— « ra

i : £ i : .c .3

IA

> t-i

bO hû tO bO M U -P C -ri

14 24 X M X O cd t l

(H

O i-i t> -P

ri CU <U

O O O O O fl O «H

OS0O 0 0 CM SO -O H O

SO ri ri CJS J * ri CU O,

SO SO SO SO MD 4> 60 U

•Ö Cd ri <U

a il u u n >d w cd £>

•H CO -P S

o o o o o g > ö 3

o o o o o eu < e d »

riririririO— «!~—

4)

• r t

.a

•H

eu

ri

X

eu

4)

ri

cd

. p

C

0)

o

IA CM CM

OS 1 1 OS

O OS CM

Os 1 1 0 0

!A CM CM

OS 1 1 OS

•=!• :* ri

1 O 1 O

ri rH

O Os ri

1 O 1 CJs

ri

1 1 1 1 1

t ^ SD ri

1 Os 1 Os

ri C- so

O l I I 1 os

rH

irs ri so

OS 1 I I 1 o s

i i i t i i t

1 K\ 1 1 1 t— ri

os os

rH* 0 0

OS0O 1 1 1 0 0 CM

O O CM

1 1 1 1 O O

ri rH

N W d

-

IA

1 1 1 Os OS OS

OSSO t— t - CM

OS OS OS 1 1 OS rH

co irs o

d-QO O © 1 1 0 0

rH rH

0 0 IA d - ITS rH rH

OS O O O 1 O rH

ri ri ri rH

OS OS CMSO 0 0 0 0 0 0

OS OS O CJS OS OS IA

rH

m

CM

o tf\ d-

CM

d-o d-o d-o O O O IA

ri ri ri ri ri ri

ri ri 0 0 ri CO OS v o

O © ON © OS OS IA

rH rH rH

cd -^

rH CM K S d - IA Ä "O

SO SO SOSO SO > . ri

Os OS O s O S OS M 4>

rH rH rH rH rH X -ri

>>

êSMMê&Z ri

« î wi hO M M II -P a -H

M M X X X O K V r i

O ri > -P

ri eu eu

O O O O O () O t H

O O d - t - C M O S - O H O

KS CM CMOO ri ri CU O,

t ~ t~- c—so r— eu bo U

•O çd ri eu

« n u n \i -a u a ja

•rt CU -P S

o o o o o a t> ü 2

o o o o o eu«; cd s;

rHrHi-irHrHZ5~~<^-•

.O

eu

M

•H

eu

rH

X

eu

eu

X

*-a

• r t rH

eu

• p

m

eu

S

•rt

•ri

3

tSÏ

SO SO

0 0 1 0 0

O CM

1 Os Os

d - LA

1 CJs OS

O CM

1 O O

rH ri

1 » 1

t - so

oo i eo

i i i

IA IA

rH rH

t— SO

OS 1 o s

CM CM

OS 1 CJs

IA SO

O l 1 1 1 o

ri rH

f- 2

Os 1 1 1 1 o

ri

o . £

O l 1 1 i o

rH rH 1 1 1 1 • '

d-C— ri

1 1 1 OCJs o

rH -i

CMCM

t>-1 t>-1 t>-1 o o s OS

rH

d - d - e o oo

o ers

CJS

i i o

ri rH

CM CM00 ^O

O O CJS 1 i o

ri ri rH

CM I A CM riOS CM

rH rH rH rH rH

SO t— ri SOOO C—

Os OS O OsON OS

ri

^ - IA O I A I A IA

O O O O O O

ri ri ri rHrH rH

O CM O O N O

O O © © o s ©

rH rH rH rH rH

rt

rH CM K S J - I A S

SO SO SO SOSO \ .

Os o s ers cJsCJs ist!

rH rH rH rHrH X

Ê2Ë SS g

XXX XX O

rH

o o o o o

O CM KS 0 0 O 13

C— ri d - CJslA rH

n u n n n -a

•ri

o o o o o e

rH ri ri rH rH O

f A

rH

ri

rH

KS

tA

d"

d"

J-IA

rH

OS

OS

rH

C—

CM CM

O

LA

d-OS

d-r—

•O

rH

^I

cd

•P c -g

cd eu £

"Zï

bO «

eu

-P

g

< S îs

— < j ~

(22)

-

2h

-fi

CU r H rH

nt

• p CD

M

w

<1>

U

§>

• H <H 0)

>

• H

to -P

C

•H

•rt

3

o

.C

U

CD

>

a

- H SO SO

cd

rH <D

U

a

• H UN M ) ON H 1 OS rH rH SO 1 rH SO OS rH

PI

T * T )

nl

nt

N

C

cd

Ol

C

CD • p Ol

ho

C

CD

h

rO

o \

r H

ta

u

cd

CD

4)

Ä

•p

h

o

"in

•o

CD (Il

w

<H O l/J T ) r H CU

&z

SO vO rH CU CU r H .O .O

«J n)

- p 0 0

t—

«

8R

CA

w

H

O

t—

w

os

tt

M

CM

. S .

Ä

.CM

« ^s

j $

1

rH (U bO

ê

so

Ss

Ha

Ä

H>

i) CM

. 2 O O

O) U H

o so

* Cvl

S rH

1-3 SO

cd

S

ai

EH CD •H

S

a

dj

us

t—

t—

i

us

d

-1

""l

s«a

eu g os

M 3 I A

â

H

«

« S u

S f l C

s g

1 1 O -H O CO r H T ) CM

S '

m Er

tA Es

ru

* ci

m S

I-D.

ir\

1 SO

eu S t—

M

3 d

-C H

W M

1

cd eu

• s -Ö

vu ^

i m

• H Ï4

to . a

• H

eu rt

« C

i

eu cd

S *

1

<u

N M

-a

• n <u

•rt - H

rH . a

CD 0 )

•8 3

o eu

O r H

S5 Ü

O d - r H CO 0 0 t » - OS r H 0 0 0 0 f - CO Cv] CDS 1 1 1 1 OS t - - MD CM H 1 1 1 1 rH r H r H

;

1 1 1 1 1 1 . 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 ON rH rH 1 1 1 1 CM CM rH r H

mCO rH

1 1 1 1 CM r H rH rH d - ON OS d " CM r H 1 1 1 O r H r H r H CM SO OS KN 0 0 0 0 1 1 1 0 0 CM d - US CM US 0 0 0 0 1 1 OS OS

t - ir\ Ks os t— o

oo -a- oo i*s os o s

os os 1 o o os

rH r H

d-co o osd- o

O O 1 O O O i-H r H r H I-H r H r H nj rH CM KN d " LTS i SO SO VO MD VO ' S . "O OS OS OS OS O s bO r H r H r H r H r H i-H , « « j O "

cd cd cd td cd

I-H CD

w

W b O M b O f a O I I - P C i H

Ü Ä Ü Ü Ü O cd CD U

O r H !» - P rH CU CU O O O O O k O e * d " CO 0 0 0 0 SO - ö S O OO t— t—MD t— r H CU Q. rH CU M f j •Ö Cd r H CU

II II II II U "O fH C« £>

•H CU -P e

o o o o o e t > c 3

O O O O O S a ; cd S

i - H r H H r H r H C 3 — « a ! - —

•0

CU T < ,0. <0

hO

• H CU H

M

to

CU N rH Cd

2

- P

c

<D

°

us d -

CM 0 0 1 1 0 0 CM KN CM O 1 1 O rH r H 0 0 O CM O 1 1 r H r-{ H CM CM r H 1 O I O r-( H O CM r H 1 r H 1 r H rH i-l 1 1 1 1 1 MD r H r H 1 CM 1 KS rH r H MD MD SO OS 1 I I 1 OS CO CO s o OS 1 I I 1 o s 1 1 1 1 1 1 1 O SO r H 1 O 1 1 1 O s rH 0 0 CVI d - CM O r H 1 l 1 O rH r H •-! I f t d - CM I 1 1 1 r H r H •-i rH

d - c~- i n Ks

1 1 1 r H r H r H rH r H r H 0 0 <M CM OS CM O r H r H 1 1 O H r H •-< ri rH d r"S r H KS d -0 -0 O Os 1 1 OS r-\ OO I T \ I f S t — d - r H O s OS O s OS 1 ON r H ,-t SO d - s o U S t - 0 0 O 0 0 O OS ON ON I^N rH r-t OS 1 ^ U S r H r-N ON d " ON O O S O O C S I^N rH H r H [ v - d - C~-KS CM d - MD O O O S O O O I'S rH r H H r H H

cd ~

rH CM K \ d - LA 43 -Ö

SO so SO SO SO "S. H

ON OS Os OS OS hO CU

r H r H rH r H r H X l H

>>

SO — C d C d C O C d C d r H C U 10

^ x ! X ! i ; i ! c M > rH

• S . \ S . S . S . r H -H Cd

tóWItOMbOII-P C - H

Ü Ü Ü Ü Ü O c d C U f n

O rH > -P

r H CU CU O O S O O O S H O I H r^N r H KSCO SO "Ö U O ON r-N K S d - O r H CU ft r H r H r H r H CU bO U "Ö Cd r H CU

Il 0 II H U T j ^ C d X )

• H

eu -p e

o

o

o

o

o

s

>

c

3

o

o

o

o

o oi << at s

H H r ) H H O < —

m

.a

CU

M

• H CU r H

a

CU CU 14

X

T ^ •H rH CU • P ta <0

3

T l • H

3

N CM r H KS rH 1 rH H rH O KS r H 1 OS a s rH KN rH 1 O O rH r H d " t— rH

i

O N O S l i l i o CO KS O 1 ON rH I I I 1 0 0 d " KS

00 i co

o \ us d

-0 -0 1 -0 -0 I I I 1

o oo d

-o 1 -os

rH

rH ÇM d

-O 1 1 1 1 o

rH rH

KN KS KS

O 1 1 1 1 o

rH r H d - US r H 0 0 1 1 1 1 0 0 1 1 1 1 1 • • 1 1 1 1 1 • • K N O t— OS I | | rH O O rH rH r H O KS CM OS 1 | 1 CM O r H H r H rH USOO C— KS r H rH O H 1 1 r H CM rH rH rH rH 0 0 O 0 0 OS t— ON O ON 1 1 OS H rH CM USOO r H t— CM O O CO O S O OS CM rH r H r H CM d - O 0 0 C— U S O O N C 0 O O S O S OS US r H CM CM s o O S K S r H US O O ON O N O O d " r H r H r H r H CM d " r H K N O d - OS O O O O O O d -rH -rH -rH -rH -rH -rH

cd ~

-rH CM KN d " US Xi "Ö MD MD MD MD MD \ rH OS OS ON OS ON M CU rH rH rH rH rH a iH

>>

US ^ ~

e d c d c d c d c d t - c u ifl

M b O M M b f l l t + j g vi

Ü Ü Ü Ü ^ O C d VU O H > - P r H CU CU O O O O O U O <n r H S O C M r H O - O J j O rH KS O K S r H H O ft , r H i - H r H r H r H j ï & O U •Ö Cd rH CU D U II II II 13 M cd Ä • r l CU - P Ö

o o o o o ß > S 3

o o o o o cu«! c d «

ririHHriO- -ai~—

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Although sometimes repetitive and hypothetical, or hard to follow in all its details and name-dropping, this is a rich and much needed book for those readers interested in the

eenvoudige problemen al dan niet in overleg met betrokkenen (zoals zijn leidinggevende, collega’s, onderaannemers) tijdig op en meldt complexere problemen tijdig, zodat de

met uiteenlopende verhoudingen rPET (in een fles) op onder meer migratie van niet gewenste stoffen vanuit de flessen naar de inhoud (in dit geval gebotteld water).. Gegeven het

Het doel wordt gerealiseerd met een Maatschappelijke Kosten en Baten Analyse (MKBA) van drie verschillende voorbeelden, cases, van stadslandbouw in Tilburg en Rotterdam.. Wat is

Cameratoezicht in de werkomgeving is het vastleggen van videobeelden (analoog of digitaal) voor een beperkte tijd, met de mogelijkheid tot het maken van kopieën

o Lucht uit de afdelingen wordt na reiniging en conditionering voor een deel weer terug gebracht in de stal (reductie van ammoniak-, geur- en fijnstofemissie; geen reductie

Bij kleigronden, die geen koolzure kalk en geen keukenzout (NaCl) bevatten, is het gewichtsverlies nà het gloeien ver- minderd met het gehalte aan vocht, dat tot 105° C ontwijkt,

Lors de la prescription communiquée oralement par le médecin à l’assistant en soins bucco-dentaires, à exécuter en présence du médecin ou du dentiste, l’assistant