az West
Zorg op mensenmaat
paaz
T: 058/333.257
E: Verpleging.PAAZ@azwest.be
Studentenbrochure
Psychiatrie
Maart 20171
Inhoud
1. Welkomstwoord 2
2. Voorstelling van de zorgeenheid 3
2.1. Locatie 3
2.1.1. De ligging binnen het ziekenhuis 3
2.1.2. Indeling van de zorgeenheid 4
2.2. Team 4
2.2.1. Plaats binnen de organisatie (organogram) 4
2.2.2. Het verpleegkundig team 5
2.2.3. Het medisch team 5
2.2.4. Het multidisciplinair team 5
2.3. Aanbod Paaz 5
3. Een dag op de dienst 6
3.1. Dagschema 6 3.2. Overlegmomenten 7 3.2.1. Multidisciplinair overleg 7 3.2.2. Patiëntenoverdracht 7 3.3. Bezoekuren afdeling 7 4. Taakinhoud 8 4.1. Afdelingsopdracht 8
4.2. Verpleegkundige handelingen (leermomenten) 8 4.3. Procedures en standing orders 9 4.4. Gebruikte documenten op de afdeling 10
4.4.1. Opnamedossier 10 4.4.2. Zorgdossier 10 4.4.3. C2M 10 4.4.4. HONOS 10 4.4.5. TDI 10 4.4.6. CIWA-AR (=oplaadschema) 10 4.4.7. MPG registratie 10 5. Communicatie 11
5.1. Stel jezelf voor aan de patiënt en zeg wat je komt doen als zorgverlener 11
5.2. De telefonie 12 5.3. ICT 12 6. Stage 13 6.1. Verantwoordelijkheid 13 6.2. Stage-uren 13 6.3. Stagementoren 13
6.4. Verwachtingen naar de student toe 14 6.5. Beoordeling van de student 16
2
1. Welkomstwoord
Beste student(e),
Welkom op de PAAZ afdeling van het az West.
We willen je graag opnemen binnen ons team, zodat je een leerrijke stageperiode tegemoet gaat.
In deze brochure kan je enkele praktische zaken terugvinden. Indien je nog vragen, bedenkingen of opmerkingen hebt, kan je hiervoor steeds terecht bij alle teamleden.
Ons voltallig team wil graag zorgen voor een boeiende de stage. Persoonlijke initiatieven worden erg geapprecieerd.
Wij hopen op een vlotte samenwerking.
3
2. Voorstelling van de zorgeenheid
2.1. Locatie
2.1.1. De ligging binnen het ziekenhuis
De afdeling paaz behoort tot de psychiatrische afdeling in een algemeen ziekenhuis. De afdeling bevindt zich in P-blok (route 47).
De beddengang en verpleegpost ligt op het gelijkvloers (0). De ergo- en dagzaal liggen op -1
4
2.1.2. Indeling van de zorgeenheid
De paaz-dienst beschikt over 36 bedden waarvan: 4 crisisbedden (opnameduur: maximum 24uur) 30 bedden
2 afzonderginskamers
2.2. Team
5
2.2.2. Het verpleegkundig team
Ons team bestaat uit 22 verpleegkundigen met elk hun referentie en takenpakket binnen de afdeling.
Diensthoofd: Lieve Debruyne
Hoofdverpleegkundige: Glendy Van Landschoot Stagementoren: zie lijst op de dienst
Team: zie lijst op de dienst
2.2.3. Het medisch team
De afdeling paaz werkt samen met volgende psychiaters: Dr. P. Kindts
Dr. T. Opperman Dr. J. Van den Ostende
2.2.4. Het multidisciplinair team
Een goede samenwerking waarborgt een goede zorg naar onze patiënten toe. De personen waarmee samengewerkt wordt: Sociaal verpleegkundige Psycholoog Psychotherapeut Ergotherapeuten
2.3. Aanbod Paaz
A-dienst is een afdeling voor observatie en behandeling van volwassen patiënten met een psychiatrische problematiek (enkel hospitalisatie, geen dagbehandeling).
Opvang van psychiatrische urgenties
Opvang en observatie binnen een veilige omgeving Diagnosestelling
Opstarten van medicamenteuze behandeling
Oriëntering en eventuele doorverwijzing binnen de geestelijke gezondheidszorg Opvolging van depotmedicatie via ambulante setting
T: 058/333.257
6
3. Een dag op de dienst
3.1. Dagschema
6.45u – 07.00u Patiëntenoverdracht van nachtdienst naar dagdienst 07.00u – 07.30u Bloedafnames
Hygiënische zorgen
07.30u Medicatiebedeling in de verpleegpost + parametercontrole 08.00u – 08.30u Ontbijt op de kamer:
Patiënt komt zelf ontbijtplateau halen en terugbrengen Indien nodig doet verpleegkundige dit
09.00u Start van ergotherapie
10.00u Ontbijtkar naar keuken
Administratieve taken, opvolgen parameters, gesprekken met patiënten,… Afwerken afspraken met de artsen
Halen van apotheekkar
Beddentoer (bedverversing op woensdag en vrijdag) 11.00u Medicatiebedeling in de verpleegpost + parametercontrole 11.30u Middagmaal op de kamer
+/- 12.00u Middagpauze verpleegkundige
13.00u – 13.30u Patiëntenoverdracht van vroegdienst naar laatdienst 14.00u Start ergotherapie
Ontslagen in orde brengen Opnames
o Interne transfert of via spoed o Gedwongen opnames
Administratieve taken, opvolgen parameters, gesprekken met patiënten,… Afwerken van afspraken met artsen
16.15u Einde ergotherapie 16.30u Begin bezoekuur
17.00u Halen avondkar in de frigo bij de keuken/cafetaria
Medicatiebedeling in de verpleegpost + parametercontrole 17.30u Avondmaal op de kamer
+/- 18.00u Avondpauze van verpleegkundige 19.00u Avondkar naar frigo beneden brengen
20.00u Einde bezoekuur
Controle van patiënten op de afdeling
Woensdag en zondag: bevragen van patiënten die in vrije NM of WE geweest zijn
Hulp bij aandoen van nachtkledij (indien nodig) 21.00u – 21.15u Patiëntenoverdracht van laatdienst naar nachtdienst
7
3.2. Overlegmomenten
3.2.1. Multidisciplinair overleg
Maandag 09.00u Weekendbespreking: bespreken van alle patiënten met alle psychiaters Woensdag 08.30u Bespreken van patiënten van Dr. Kindts en van dr. Van den Ostende Donderdag 09.00u Bespreken van patiënten van Dr. Opperman
Vrijdag 12.00u Weekendbespreking van patiënten met alle psychiaters
3.2.2. Patiëntenoverdracht
06.45u – 07.00u Van nachtdienst aan vroegdienst 13.00u Van vroegdienst naar laatdienst 21.00u – 21.15u Van laatdienst naar nachtdienst
3.3. Bezoekuren afdeling
De bezoekuren van de A-dienst zijn:
Weekdagen (uitzonder woensdag) van 17.00u tot 20.00u Woensdag en weekend van 14.00u tot 20.00u
8
4. Taakinhoud
4.1. Afdelingsopdracht
Het beleidsplan van de afdeling kan je raadplegen op de dienst zelf.
4.2. Verpleegkundige handelingen (leermomenten)
Opname: intakegesprek + schriftelijke neerslag in opnamedocument o Wijze van opname
o MPG registratie o HONOS invullen
o Eventueel: GRP, TDI, CIWA-ar, … o Aandacht voor fysieke problematiek Inzicht in beleid en documenten Hulp bij het formuleren van een hulpvraag Aanvullen van patiënten lijst voor overdracht Medicatiebeleid
Bij het begin van de stage krijg je een document met de meest voorkomende medicatie op de afdeling. Het is de bedoeling dat je deze per groep zet. Tijdens je stage probeer je inzicht te krijgen in de verschillende groepen: indicatie, frequente bijwerkingen, onverenigbaarheden. meest voorkomende soorten medicatie kunnen benoemen + indicatie
mag niet zelf gegeven worden, enkel onder begeleiding van verpleegkundige Verzorgende taken ADL: hulp of stimulatie
Procedure gedwongen opname
Procedure bij afzondering (isolatiebeleid) en/of fixatiebeleid Bijhouden van verpleegkundig dossier
Opbouwen van vertrouwensrelatie d.m.v. terugkerende contacten Gesprekken en crisisbegeleiding (= oefenen van gesprekstechnieken)
o Ondersteunend gesprek o Motiverend gesprek o Informerend gesprek
Terugkoppelen, situatie verduidelijken, hardop meedenken, actief luisteren, samenvatten, openvragen stellen
Leren om bewust te zijn van de eigen non-verbale communicatie o Confronterend gesprek
o Slecht nieuws gesprek
Lichamelijke follow up acute ↔ chronische problematiek Bieden van structuur
9 Bewaren van de rust op de afdeling
Instaan voor de veiligheid op de afdeling
Afdelingsafspraken bewaken en verduidelijken indien nodig In kaart brengen van:
o Directe omgeving
o Bestaande hulpverlening thuis
o Eerdere behandelingen en/of therapieën
Psycho educatie medicatie, middelenmisbruik, slaap, fit in je hoofd, black dog,… Voorbereiding en bijwonen van ECT
Gesprek met familie
Overlegmomenten leiden zowel multidisciplinair als verpleegkundig overleg o Kort en bondig observaties bespreken
o Relevante info
o Indrukken weergeven Observatie en rapportage
o Psychische toestand in C2M
o Lichamelijke toestand in zorgdossier
o Sociale problematiek in C2M ook via mail naar sociaal verpleegkundige
Durf vragen stellen over het geobserveerde gedrag
Mondelinge rapportage => naar verpleegkundigen
Schriftelijke rapportage => feedbackformulieren => vpk leest dit na en kan tips geven
Overleg met andere disciplines, binnen en buiten het team Verpleegtechnische vaardigheden:
o Hulp bij hygiënische zorgen o Bloedafname
o Katheterzorg o Wondzorg o Stomazorg
o Voorbereiding, plaatsen, vervangen en zorg aan infuus o Inspuitingen: SC, IM
o Parametercontrole: bloeddruk, temperatuur, pols, glycemie, saturatie o Voorbereiding bij onderzoeken of operatie
o Plaatsen verblijfssonde: sonderen, urinestaal afnemen
Ontslagvoorbereiding
Inzicht in beleid en documenten
4.3. Procedures en standing orders
Met het Iprova-portaal (zie citrix-account) kun je procedures opzoeken via de ‘zoekfunctie’, info over nieuwe en gewijzigde procedures lezen, zorgpaden raadplegen, nuttige links vinden (incidentmelding*, technische werkbon,..), nieuwsberichten lezen,…
10
4.4. Gebruikte documenten op de afdeling
4.4.1. Opnamedossier
wordt door verpleegkundige ingevuld bij opname
omvat zowel psychische, fysische als sociale problemen die door de patiënt ervaren worden omvat ook een administratief luik contactpersoon, telefoonnummer patiënt, huisarts, … omvat observaties en de eerste indruk van de verpleegkundige
4.4.2. Zorgdossier
Het zorgdossier wordt dagelijks ingevuld door de verpleegkundigen. Dit dossier is een leidraad voor de fysische zorgen van een patiënt.
4.4.3. C2M
Noteren van: objectieve observaties genoteerd, indrukken, bedenkingen van vpk. Het omvat ook een luik voor de arts, sociale dienst en psychologische dienst.
Hierin kunnen de resultaten van diverse onderzoeken en consultaties teruggevonden worden.
4.4.4. HONOS
http://www.tijdschriftvoorpsychiatrie.nl/assets/measuringinstruments/Honos.pdf
Health of the Nation outcome scale
wordt afgenomen bij elke opname wordt samen met de patiënt ingevuld (indien mogelijk) dit brengt de probleemdomeinen in kaart volgens de patiënt
in het geschreven opnameverslag kunnen aanvullingen, opmerkingen of bedenkingen genoteerd worden over deze domeinen
vaak observeren verpleegkundigen problemen op bepaalde domeinen, die door de patiënt niet ervaren worden als problemen
4.4.5. TDI
https://workspaces.wiv-isp.be/tdi/default.aspx
Treatment demand indicator
Wordt afgenomen bij elke patiënt die opgenomen met een hulpvraag rond o afhankelijkheidsproblematiek
o misbruik
bij opname geven aan patiënt om in te vullen
4.4.6. CIWA-AR (=oplaadschema)
Oplaadschema bij het ontwennen van alcohol ter preventie van delier en delirium tremens Met dit meetinstrument heeft de verpleegkundige een evidence based manier om medicatie
(benzo’s) toe te dienen aan de patiënt die aan het ontwennen is.
4.4.7. MPG registratie
http://www.health.belgium.be/nl/gezondheid/organisatie-van-de-gezondheidszorg/ziekenhuizen/registratiesystemen/mpg
Wordt steeds bevraagd bij opname en ingevuld in het opnamedossier bij elke opname wordt dit opnieuw bevraagd.
11
5. Communicatie
5.1. Stel jezelf voor aan de patiënt en zeg wat je komt
doen als zorgverlener
Stel jezelf voor aan de patiënt en zeg wat je komt doen als zorgverlener. Het lijkt een evidente zaak, maar uit ervaringen van patiënten, blijkt deze vorm van beleefdheid toch regelmatig vergeten te worden in het ziekenhuis.
“of zoals die keer, toen ik nog geïntubeerd was, en er een vrouw in een witte schort mijn kamer binnenkwam met een kannetje. Plotseling klonk er naast of achter mijn bed – ik kon niets zien, want ik was immobiel – een bruusk schurend lawaai. Ik schrok me een bult, mijn hart begon als zot te slaan, het hartritmetoestel ging in alarm, ik kreeg mijn ademhaling niet meer onder controle. “Rustig, grote meid’, zei Koen, die toevallig aan mijn bed zat. ‘Het is maar iemand die wat water uit het kraantje komt tappen om te checken of het nog bacterievrij is. Niks om je over op te winden, rustig maar. Je moet niet bang zijn’. Gelukkig had Koen dus wel oog voor mijn irrationele angst. Want de vrouw-in-witte-schort leek niets speciaals op te merken en tippelde weer naar buiten. Als je leven aan een zijden draadje hangt, dan ervaar je elk afwijkend geluid als een bedreiging. Waarom zou iemand die de kamer betreedt, niet gewoon even
zeggen wie hij is en wat de bedoeling van zijn ‘bezoekje’ is?”
Patiënten zien tijdens hun zorgproces vaak verschillende zorgverleners zodat het geen overbodige luxe is om jezelf kort voor te stellen en te zeggen wat je komt doen. Bovendien val je binnen in een stukje privacy. Ook stagiairs en assistenten willen we vragen hiervoor extra aandacht te hebben.
Stel jezelf voor als je een patiëntenkamer binnenkomt: Voornaam
Functie
Wat kom je in de kamer doen?
Welke handeling zal je stellen bij de patiënt? Zorg dat de patiënt gerustgesteld is
12
5.2. De telefonie
Het ziekenhuis beschikt over een telefoonkaartje met daarop de verschillende nummers van de dects in het ziekenhuis (ter beschikking op iedere dienst of in het postvaklokaal).
5.3. ICT
13
6. Stage
6.1. Verantwoordelijkheid
Studenten vallen onder de verantwoordelijkheid van de verpleegkundigen. Dit wil zeggen dat de studenten werken onder toezicht van de verpleegkundige.
6.2. Stage-uren
De dienstregeling van de studenten wordt in samenspraak met de hoofdverpleegkundige en de mentoren op de eerste stagedag geregeld. Dit wordt op deze manier gedaan zodat de studenten bijna ieder moment gekoppeld zijn aan de mentoren.
De uurregeling ontvangt u op de eerste stagedag.
Wijzigingen kunnen enkel met toestemming van de stagementor of hoofdverpleegkundige.
Vroegdienst: 06.45u – 15.15u (1/2u pauze) Laatdienst: 12.45u – 21.15u (1/2u pauze) Dagdienst: 08.30u – 17.00u (1/2u pauze)
Om onze studenten maximale leerkansen te geven stellen wij op voorhand een uurrooster op. Uren kunnen veranderen in functie van de komst van de stagedocent, of onder de studenten onderling. Nachtdienst kan uitzonderlijk aangevraagd worden, maar wij vinden dat nachtdienst een onvoldoende genuanceerd beeld heeft over de werking van de afdeling. Over het algemeen zijn er ook minder leerkansen gedurende de nacht.
Indien de student weekendwerk doet horen wij dat graag voor de stage van de start gaat, zodat we hier rekening mee kunnen houden bij het opmaken van het uurrooster. Wij verwachten dat studenten minstens één weekend werken gedurende de stage. Indien er een groot aanbod aan studenten is kunnen dit meerdere weekends zijn, afhankelijk van de stageduur.
6.3. Stagementoren
Stagementoren zijn professionele verpleegkundigen die zich engageren om een sturende en ondersteunende rol te zijn voor de studenten. Deze stagementoren beschikken over de nodige competenties om de studenten en de nieuwe medewerkers op een kwaliteitsvolle manier te begeleiden.
Bijlage 1: overzicht stagementoren A-dienst
De mentoren zullen proberen om jou als student te helpen het werk goed te doen en zorgen dat je zelf competent wordt in het handelen op de dienst en het vinden van oplossingen. Dit gebeurt best planmatig en in kleine stapjes. Regelmatig gebeurt een evaluatie zodat je weet waar je staat. Dit kan gaan om mondelinge feedback direct aan het bed van de patiënt, of er kan ook geopteerd worden om de tips en feedback nadien te geven. De stagementoren zullen met jou zeer open communiceren en hopen van hun kant uit ook dat je hen vertrouwt en durft vragen te stellen.
14 Hoofddoel:
een vertrouwenspersoon zijn op de afdeling van de student, zodat zij zich goed en gewaardeerd voelt op de afdeling;
het begeleiden van de student in functie van het zich eigen maken van vaardigheden en kennis, zelfstandigheid en verantwoordelijkheid;
6.4. Verwachtingen naar de student toe
Tijdens de stageperiode beogen we steeds een groeiend leerproces. We verwachten samen met je school een grote inzet en leergierigheid, patiëntgerichtheid en vriendelijkheid. Een empathische ingesteldheid en zin voor initiatief stellen we zeer op prijs.
Concrete verwachtingen:
een goede voorbereiding van de stage; De eerste stagedag:
o de student stelt zich voor op de eerste dag: Naam
Onderwijsinstelling Opleidingsniveau
Doe dit gedurende de hele stageperiode
o Bij het begin van de stage formuleer je je doelstellingen en overloop je deze met de stagementor.
Doelstellingen die niet van toepassing zijn op de afdeling kunnen dan eventueel, mits onderling overleg, bijgestuurd worden. Het doel van de afdeling is de student de nodige kennis bij te brengen omtrent.
Feedback
Het is als student je eigen verantwoordelijkheid om DAGELIJKS feedback te vragen. Belangrijk is dat de student als eerste aan zelfreflectie doet. We verwachten dat je zelf de feedbackformulieren vooraf invult en dan aan de mentor voorlegt die aanvullende feedback geeft waar nodig. Probeer per leermoment je patiënt voor te stellen, de achterliggende pathologie te begrijpen en de link te leggen met de zorg die je uitvoert. Op deze manier kan je een goed beeld vormen van de zorg van een psychiatrische patiënt.
Het belang van voldoende feedback; o Goed voor je leerproces
o Voor het maken van de tussentijdse- en eindevaluatie. o Ter verantwoording bij geschillen
Stel gerichte vragen, vraag om feedback Stel je eigen handelen voortdurend in vraag
15 Feedback =/= kritiek, maar een kans om je leerproces in handen te nemen. Ga constructief om met de gegeven feedback.
Werking van de dienst kennen
Organiseer een activiteit tijdens de ergotherapie strikt naleven van het beroepsgeheim;
o ook naar familie toe wordt het beroepsgeheim STRIKT toegepast o patiënten zijn soms erg nieuwsgierig naar andere patiënten
o de kleedkamer is geen plaats om over patiënten te praten (ook niet met mede-studenten) o telefonisch worden nooit gegevens doorgegeven
algemene principes van ziekenhuishygiëne worden strikt toegepast verzorgd uiterlijk;
goede en respectvolle omgang met onze patiënten;
o dat je tussen alle toestellen, monitoring en pompen steeds de patiënt als mens blijft zien. Menselijk contact en communicatie is meer dan noodzakelijk
goede zelfevaluatie;
Niemand is perfect en kan fouten maken. Indien je fouten maakt, meld deze dan onmiddellijk. Foutief handelen op deze afdeling heeft steeds negatieve gevolgen voor de patiënt;
steeds kritisch reflecteren: de handelingen correct uitvoeren en ook nadenken over de handeling die je uitvoert. Wij vinden het leuk als team als je nieuwe zaken aanbrengt of praktische tips naar voren brengt. Vaak zijn wij reeds zo met een handelswijze vertrouwd dat het moeilijker is om verbeteringen en vernieuwingen te zien. Niet alleen kennis maar ook een goede doordachte visie, ontwikkeling van sociale vaardigheden, een blijvende kritisch en creatieve opstelling, een soort zesde zintuig is nodig, evenals een menselijke benadering van de patiënt. Verplegen is dus een vak waar “hoofd, hart en handen” samengaan.
Een vlotte integratie in het team, en een positieve samenwerking en collegialiteit met alle medewerkers vinden we vanzelfsprekend;
oog hebben voor eventueel bijsturen van bepaalde technieken; wekelijks evaluatiedocument voorleggen;
initiatief nemen voor wat betreft leermomenten;
spontaan opzoekingswerk verrichten wat betreft medicatie, onderzoeken, ingrepen,…
overleg plegen met de verpleegkundige waarmee je samenwerkt (dit zal niet altijd de mentor zijn);
Als student werk je steeds onder toezicht van een verpleegkundige. Observeer de patiënt gericht en meldt afwijkende parameters steeds aan de verantwoordelijke verpleegkundige;
16 economisch omgaan met materiaal en tijd;
indien men ziek is of niet op tijd aanwezig kan zijn gelieve zowel de dienst als de stagecoördinator te verwittigen:
o Telefoonnummer A-dienst: T. 058/333.257
o Telefoonnummer stagecoördinator: T. 058 33 34 41
6.5. Beoordeling van de student
Bij de evaluatie dienen de documenten van de onderwijsinstelling gehanteerd te worden.
De tussen- en eindevaluatie dienen aan het begin van de stage vastgelegd te worden in samenspraak met de stagementor.
Tijdens de stage zal er naar verschillende zaken gekeken worden, waarop de student zal beoordeeld worden:
Inzicht: we gaan na in hoeverre de student inzicht heeft in het ziektebeeld van de patiënt en aan die patiënt een goede voorbereiding en nazorg kan bieden;
Flexibiliteit aan veel wisselende omstandigheden Aanpassingsvermogen op deze technische afdeling Het zelfstandig functioneren
Communicatie: hoe is de communicatie van de student met patiënten, met de verpleegkundigen en met andere zorgverstrekkers? Kan de student de gekregen informatie overbrengen?
Teamwerking: kan de student in groep werken? Kan hij/zij initiatief nemen en verantwoordelijkheid dragen?
Verpleegkundige handelen: kan de student de toegewezen verpleegkundige techniek goed en correct toepassen? Kan de theorie in de praktijk omgezet worden?
Feedback: hoe is de feedback tussen student en de rest van het team? Kan de student negatieve feedback aan en hoe gaat hij/zij daar mee om?
Verloop van de begeleiding:
o De student krijg één keer per week een evaluatie van de stagementor en de begeleidingsfiche wordt ingevuld. De stagementor neemt hiervoor de nodige tijd en geeft de student de nodige uitleg en ondersteuning;
o Na een tweetal weken is er een tussentijdse evaluatie met de stagementor en kunnen er nieuwe doelstellingen geformuleerd worden;
o Op het einde van de stageperiode is er een laatste evaluatie die in team besproken wordt. De stagementor vult de stagebeoordeling in;