• No results found

Een onderzoek naar fijnheid en verdeeling van het phosphorzuur en zijn opneembaarheid in de mergelgronden van Java

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Een onderzoek naar fijnheid en verdeeling van het phosphorzuur en zijn opneembaarheid in de mergelgronden van Java"

Copied!
163
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VERDEELING VAN HET

PHOSPHOR-ZUUR EN ZIJN OPNEEMBAARHEID

IN DE MERGELGRONDEN VAN JAVA

PROEFSCHRIFT

TER VERKRIJGING VAN DEN GRAAD VAN DOCTOR IN DE LANDBOUWKUNDE AAN DE LANDBOUW-HOOGESCHOOL TE WAGENINGEN, OP GEZAG VAN DEN RECTOR-MAGNIFICUS A. TE WECHEL, HOOG-LEERAAR IN DE BOSCHEXPLOITATIE EN DE BOSCH-HUISHOUDKUNDE,VOOR EENE, — OVEREENKOMSTIG ART. 46, LID 4 VAN DE WET VAN 15 DECEMBER 1917 TOT REGELING VAN HET HOOGER LANDBOUW-EN HOOGER V E E A R T S E N I J K U N D I G ONDERWIJS (STAATSBLAD No. 700), ZOOALS DIE LAATSTELIJK IS GEWIJZIGD BIJ DE WET VAN 29 J U N I 1925 (STAATSBLAD No. 283), — DAARTOE BENOEMDE COMMISSIE U I T DEN SENAAT, TE VERDEDIGEN OP

DONDERDAG, DEN 16EN DECEMBER 1926, DES NAMIDDAGS TE VIER UUR, DOOR

JOHN THOMAS WHITE L.I.

HOOFD VAN HET BODEMKUNDIG LABORATORIUM IN N . OOST-INDIE

GEBOREN TE SEMARANG (JAVA)

r . I

WA';.'-': * .Wvtt^tMl

(2)
(3)

1. De theorie van V A N E S over de epirogenetische bewegingen om de ,,Soendazee" gedurende het plioceen-kwartair v i n d t in den bouw van hct bodemprofiel in de lage kustlanden van O o s t - S u m a t r a

meer steun dan de hypothese van M O L E N G R A A F F over hetzelfde

onderwerp.

I r . L. C. .7. VAN E s J r . : Do voorhistorische vorhoudingon van land on zoo in don Oost-Indisehen Arohipol onz. J a a r b o o k v a n het Mijnwezen. 45e J a a r g a n g . 191(5. Vor-handelingon. 2o gedeolto. p. 255—304. Speoiaal ]>. 2 7 1 .

(J. A. F. MoLKN(iR,\AFF on M. W K I J K R : Het v e r b a n d

tusschen don plistoeeenon IJstijd on hoi o n t s t a a n dor Soenda/.eo ( J a v a - on Zuid-Chineesehe zoo) on/. Ver-slagen Knn. Akad. v. W e t e n s e h a p p e n . A m s t e r d a m .

Deel X X V U I ( l e gedeolto). p. 407—5.r>4. Spooiaal noot I

op p. 512. 1919.

U. A. F. M O L K N O K A A F : l>e zeeen van Nodorlandsoh

Oost-Indie. Hoofdsiuk Ceologie. p. 272—357. 1922. Ir. J . T n . W H I T H : (Jeologiseho Uouw, landsohapsvorm en grondgest eldheid v a n <hm T a n d j o e n g Solai- D j a m n , boKchouwd als oon elomoni v a n hot Oost S u m a t r a a n s e h e laagland. Arohiof van h e t D e p a r t e m e n t v a n L. N . on II.

Buitenzorg. 1922.

2. H e t grondprofiel van de Jong-vulkanischc terreinen v a n J a v a en S u m a t r a pleitlocaal sterk voor het aannemen in den „Noen-d a b o o g " van twee hoof„Noen-dperio„Noen-den in het plioceen-kwartair vulka-nisme, geschcidcn door een langdurige ,,inter-eruptieve p e r i o d e " .

Prof. J . VAN H A K K N : Bodemonderzoek op J a v a on S u m a t r a . Kosuliaton oonor geologisehe on agrogeologiseho rois in 1910. No. 2. J . T n . W H I T E : Mededeolingen v a n de Landbouwhoogeschool. 11)19. p. 57—04.

J . T H . W H I T E . Li.: Bijdrage t o t de kennis v a n de

Agrogeologie v a n do W a y - L i m a - s t r e o k onz. Mod. Alg. Proofst, v . d . L a n d b o u w . No. 19. 1925. p. 2 0 — 2 1 .

3. Evenals in de gematigdc en koade streken zijn - in tegen-stelling met de gangbare opvattingen van P O T O N I E , J A N E N S C H , M O H R en SCHURMANN —- in de Tropen laagvenen te vinden,

ge-vormd in een kalkrijke omgeving en b e v a t t e n d e veel kalk en weinig kiezelzuur. De condities voor de vorming dier venen zijn in de drie

(4)

streken dezelfde, o m d a t die vorming onafhankelijk is v a n de tem-p e r a t u u r .

J . T H . W H I T E Li.: D e scheikundige samenstelling v a n

enkelo v e e n m o n s t e r s uit den Oost-Indischen Archipel. N a t u u r k u n d i g Tijdschrift v. Ned. I n d i e . Deel L X X X I V . p . 199—209. 1924. 7Ae hierin ook L i t t e r a t e u r .

4. De meening v a n Glinka, als zou Terra rossa zijn te beschouwen als eon ektodynamomorf g r o n d t y p e , is in strijd met het o n t s t a a n v a n den grond, uitsluitend op bepaalde kalksteensoorten en onder de meest uiteenloopende klimaten. Terra rossa is een endodyna-momorf g r o n d t y p e .

K. ( I L I N I C A : K e v u e i n t e r n a t i o n a l e des r e n s e i g n e m e n t s

Agrieoles. N. aerie Vol. I I . N o . 1. 1924. p. 7.

5. De oorzaak v a n de grondverschillen tusschen Oost- en West-J a v a is niet t e zoeken in h e t verschil in k l i m a a t tusschen de beide deelen v a n het eiland, doch in h u n verschil in petrografische ge-steldheid en geologisehen ouderdom.

Dr. K. ('. J. M O H I I : Over den g r o n d van. J a v a . 1911.

] ) e g r o n d v a n J a v a en S u m a t r a . 1922.

J . VAN B A R E N : K a p p o r t betreffende een agrogeologiwche

studiereis door Ned. Indie. 1917. p. 12.

J . T H . W H I T E : (Jrondversehillen op de groote

Soenda-eilanden. Verslag 7e bijeenkornst I n d . L a n d b . Technici. W a g e n i n g e n . 1925. p . 10.

(>. De o p v a t t i n g van J E S W I E T , als zou bij het opsporen v a n de

oor-zaken van het groote verschil in Flora tusschen Oost- en W e s t - J a v a de factor grond groutendeels buiten beschouwing kunnen blijven, is zonder nicer niet te a a n v a a r d e n .

Dr. J . J K S W I K T : Moeilijkhedon, v e r b o n d o n a a n P l a n t e n

-(Jeografisch work op J a v a . I n a u g u i e e l e Redo. W a g e n i n g e n I92(>. p. 10.

7. De ,,Jong-vulkanische" gronden van N o o r d - J a p a n lijken voor den rijstbouw niet minder v r u c h t b a a r d a n de „ g r a n i t i s c h e " gronden van Z u i d - J a p a n . H e t verschil in b r u i k b a a r h e i d v a n de beide deelen van de cilandenrij voor den rijstbouw mag d a n ook niet zonder nicer a a n de grondgesteldheid ervan worden toege-scbreven. Veel cerder is de oorzaak van d a t verschil te zoeken in bet klimaat, d a t in N o o r d - J a p a n voor sawahbouw minder geschikt is dan in Z u i d - J a p a n .

Dr. P . J . S. (liiAMEit: Aanteekeningon over d e n l a n d -bouvv in J a p a n . Mod. v. h. Algerneen Proefstation v. d. L a n d b o u w . No. 22. 1926. p. 8—9.

(5)

8, Bij de kalibepaling in grondextracten is a a n de k o b a l t n i t r i e t -methode volgens M I T S C H E R L I C H de voorkeur t e geven boven de

gebruikelijke platinareductie- en overchloorzuurmethode.

M I T S C H E R L I C H : B o d e n k u n d e . 2o en 4e d r u k .

(-H1USTENSKN en FKli.BKRd: liimdw. Versuchsst. Bd. X C V I I . 1920. p. 27—55.

Dodd. J o u r n . Agr. Science. L o n d o n . Vol. X I V . 1924. p. 130—150.

!K Zonder een onderzoek naar de fijnheid en vcrdeeling van de kalk in den grond is van den z.g. ^ k a l k t o e s t a n d " van een grond geen goed denkbeeld te krijgen.

J a a r b o o k v a n hot D o p a r t c m e n t v a n L a n d b o u w in N . O . - l . 1923—1925, u n d e r : L a b o r a t o r i u m voor Bodem-kuiulig onderzoek.

10. Kalkbemesting kan op J a v a belangrijke voordeelen opleveren, zoodat uitgebreider proeven met die bemesting dienen te worden genomen.

.Jaarbook v a n hot D e p a r t e m e n t van Landbouw enz. 1924 en 1925, o n d e r : L a b o r a t o r i u m voor Bodemkunditf onderzoek.

11. N a t i m r l i j k e p h o s p h a t e n v a n g o e d e k w a l i t e i t k u n n c n op J a v a op bepaalde veel voorkomende grondsoorten, zooals laterietgronden en Bantamleemen, betere resultaten opleveren dan superphosphaat. Meerdere proeven om de beide groepen van meststoffen te verge-lijken zijn practisch van groot belang, vooral voor den Inlandsehen landbouw.

J a a r b n e k van bet D e p a r t e m e n t van Landbouw «nz. 1925, o n d e r : L a b o r a t o r i u m voor B o d e m k u u d i ^ onderzoek.

12. Lysimeterproeven zijn voor den Landbouw op den d u u r van zooveel belang, dat hot noodzakelijk is, er op J a v a zoo spoedig mogelijk mede te beginnen, al kosten die proeven ook veel geld.

13. Zonder nicer kennis van de physiologische versehijnselen bij hot suikerriet gedurende de z.g. ,,groote periode" en van den invlocd op die versehijnselen van uitwendige factoren, zal oogst-voorspelling bij dit gewas op grond van omstandigheden in eene

,,kritische periode" een aanmerkelijk risico met zich blijven brengen.

Dr. T. A. T K N O W A L L en K. (•. VAN DICK Z I J L : Hot

v e r b a n d tusschen k l i m a a t en s u i k e r p r o d u e t <jp J a v a . Arcbief voor de Suikerindustrio in N . - i . 1924. p. <>5— 139.

(6)

14. E e n karteering v a n de gronden v a n Nederlandsch Oost-Indie m e t een landbouwkundig doel moet ressorteeren onder het Depar-t e m e n Depar-t v a n L a n d b o u w . Ondeskundige leiding van die karDepar-teering zal h a a r spoedig in discrediet brengen. Daarorn is een proef, door

h a a r t e plaatsen onder den dienst v a n de mijnbouwkundige-geologische opsporingen, gevaarlijk.

(7)

Indien er een gebied in de landbouwwetenschap is, waarbij schier alle n a t u u r w e t e n s c h a p p e n te pas komen, d a n is dit wel de kennis van d e n g r o n d . E n d a a r o m moeten wij onsgelukkig achten, die kennis aan de Landbouwhoogeschool t e k u n n c n verkrijgen v a n U , Hoog-geleerde A B E R S O N . I n die n a t u u r w e t e n s c h a p p e n is U een meester

en de wijze, w a a r o p U ze weet toe te passen op het grondonderzoek, is origineel en bewonderenswaardig.

Mijn onderzoek over de verdeeling v a n kalk en phosphorzuur in de gronden van J a v a is door Uw colleges ingegeven. Op die colleges werden door U de kennis van den grond en de bemestings-leer als een gebied behandeld. Op die wijze zijn door U beide v a k k e n i n h u n natuurlijk v e r b a n d aamengevoegd, zooals en dit wortto helaas weinig begrepen, ook in Indie noodzakelijk is. ()p mijn onder-zoek zit dus Uw stempel. En dit stempel alleen kan naar mijn overtuiging - • voldoende waarborgen geven voor goed werk op het gebied v a n de betrekkingen tusschen p l a n t en grond, welke voor den landbouw van cardinaal belang zijn.

Hooggeachte P r o m o t o r : In de oogenblikken, waarin wij samen mijn werk besprakcn, heb ik opnicuw veel van IT k u n n e n leeren. Maar bovenal bob ik dozen keer weer leeren waardeeren de wijze, waarop U een leerling behulpzaam k a n zijn. Letterlijk niets was U te veel om het werk zoowel innerlijk als uiterlijk goed verzorgd t e krijgen. En altijd en overal vond ik U bij en om mijn werk.

Professor A B E R S O N : Ik d a n k U voor Uw lessen en voor al Uw

hulp. De oogenblikken mijner promotie bij U zullen voor mij onver-getelijk blijven.

Hooggeleerde V A N B A R E N : In een bodcmkundige mededeeling

komen geologische onderwerpen den eenen keer beter n a a r voren d a n een anderen keer. E n als U een i n d r u k wil krijgen, of Uw

onder-wijs in geologic en mineralogie voor ons grondonderzoek in Indie mede van belang is, dan zou ik U liever willen wijzen op de overige mededeelingen van ons laboratorium in Buitenzorg, welke meer op ons dagelijksch werk slaan. Daar zijn onderwerpen behandeld van Uw slag --- sinds 1905. D a a r h e b b e n wij de werkwijze gevolgd,

(8)

andere geologen. Wij willen verder zien d a n hoe een landschap is o n t s t a a n — wij willen ook zien hoe een landschap is en hoe het zal worden. W e l n u : deze studie v a n h e t l a n d s c h a p in zijn betrekking t o t den l a n d b o u w noemen wij Agrogeologie. E n ik ben U d a n k b a a r , die Agrogeologie v a n U t e hebben mogen leeren.

Ook waren Uwe belangstelling in mijn werk en Uw h u l p — overal waar ik ze noodig h a d — mij een steun. E n ik blijf mij in U w vriend-schap aanbevelen.

Zeergeleerde M O H R : Op U w werk en ook op U w wijze van werken

zijn wij in Bogor doorgegaan. Dit is aan het onderzoek, d a t hier is gepubliceerd, duidelijkte zien, al is het op zich zelf ook een andere richting uitgegaan d a n waarin door U het l a b o r a t o r i u m werd geleid. Maar dit was noodzakelijk. U h a d nog te zorgen voor een overzicht van de gronden v a n Indie. D a a r o p bouwen wij nu v o o r t met die gronden s t u k voor s t u k nader t e onderzoeken. Onder de h a n d gaan wij met U w werk door.

E n als ik n u mijn omgeving in Indie mag toespreken, d a n wil ik

beginnon m e t U, Zeergeleerde CRAMER, d a n k t e zeggen voor Uw

werkelijke belangstelling en voor Uw vriendelijke hulp bij mijn werk. De gegevens v a n dit onderzoek zijn verzameld in een tijd, d a t het advieswerk d r u k k e r was d a n ooit te voren. Maar U begreep met den U eigen ruimen kijk op zaken, d a t in elk geval h e t eigenlijke onderzoek de kennis v a n den grond te vermeerderen — niet door d a t advieswerk op den achtergrond mo cht geraken. D a a r o m waren de belangen van h e t grondonderzoek bij U in goede handen.

Maar ik heb aan U nog wat anders" gehad d a n goede leiding bij mijn werk. U is een eerlijke en h u m a n e chef, bij wien onze belangen veilig zijn. En de rust, waarmede daardoor op ons Algemeen Proef-station het werk k a n worden verricht, zal d a t werk ongetwijfeld ten goede k o m e n .

Waarde S C H E I B E N E R en oude vriend S H E I L D S : Op U w kennis

en opoffering heb ik bij mijn werk, gedurende zes jaren, mogen rekenen. E n hiervoor ben ik U d a n k b a a r . Wil dien dank ook over-brengen a a n ons personeel.

Over enkele weken zal ik weer in U w midden zijn. Mogen wij dan de volgende periode op dezelfde wijze samenwerken bij den-zelfden eenvoudigen en eerlijken omgang, waardoor wij — zonder onderscheid v a n rang -— vrienden zijn geworden.

(9)
(10)

„The efficacy of insoluble phosphate of lime as a fertilising ingredient rises or falls with the more of less finely divided state in which it occurs in various phosphatic materials."

Dr. ABRAHAM VOELCKER: On the compa-rative value of soluble and Insoluble phos-phates. The Journal of the Royal Agricultural Society of England. 1880. p. 158 (1868. p. 176-196).

I n verband met het op J a v a veelvuldig voorkomen van gebrek a a n phosphorzuur in den grond is het daar v a n groot belang, na t e gaan, in hoeverre men door laboratoriumonderzoek zieh een oordoel over de phosphorzuurvoorziening van gronden kan vormen.

Een der eersten, die hot v r a a g s t u k onder h a n d e n n a m , was

M A R K (*). Hij ging n a , of er voor de hoeveelheid phosphorzuur in

den grond een grens is t e vinden, waarbeneden de grond geen voldoende hoeveelheid van die plantenvoedingsstof bevat voor n o r m a l e producties van suikerriet.

Voor het doel bepaalde liij in suikerrietgronden, welke gedoelte-lijk wel en gcdeeltegedoelte-lijk niet op een phosphorzuurbemesting reageer-den, de hoeveelheid phosphorzuur, oplosbaar in verschillende zuren,

en meer in het bijzonder in koud 2f> % zoutzuur en in koud 2 (

citroenzuur.

(1) TH. MARK: Over kali en phosphorzuur in onzcu bouwgrond. Archicf

(11)

A. Grens- Daarbij vond hij in de gronden met gebrek a a n phos-waarden. p h o r z u u r voor suikerriet in h e t algemeen veel minder

oplosbaar phosphorzuur dan in de andere gronden. I n den regel bleken in eerstgenoenide — dus de p h o s p h o r z u u r a r m e — g r o n d e n , in koud 2~> % zoutzuur en in k o u d 2 % citroenzuur oplosbaar, minder d a n 0.030 % respectievelijk 0.005 % P205 v o o r t e k o m e n ,

terwijl in laatstgenoemde gronden — d u s de phosphorzuurrijke gronden — altijd meer phosphorzuur werd gevonden.

Deze cijfers kregen op J a v a groote b e t e e k e n i s , o m d a t e e n b e o o r -deeling v a n de suikerrietgronden v a n h e t eiland, op grond v a n die cijfers, vrijwel altijd in overeenstemming was m e t de u i t k o m s t e n van bemestingsproeven.

Dit n a d e r e onderzoek werd verricht door G E E R T S (X). Hij h a d daarbij de beschikking over een groot a a n t a l resultaten (185) v a n phosphorzuurbemestingsproeven en over phosphorzuuranalysen van de gronden, w a a r o p die proeven waren genomen. Door beide gegevens m e t elkaar t e vergelijken, k w a m G E E R T S t o t de slotsom,

d a t gronden m e t minder d a n 0.026 % in k o u d 25 % z o u t z u u r en minder d a n 0.009 % in k o u d 2 % citroenzuur oplosbaar z u u r in h e t algemeen gevoelig waren gebleken voor een phosphor-zuur bemesting.

De versohillen m e t de oorspronkelijke cijfers zijn v a n onder-geschikt belang, vooral als in a a n m e r k i n g wordt genomen, d a t

G E E R T S in de verschillende centra v a n suikerrietcultuur niet altijd

t o t precies dezelfde w a a r d e n was gekomen.

Hoofdzaak is, d a t ook bij n a d e r onderzoek een ,,duidelijke p h o s p h a a t g r e n s " werd aangetroffen tusschen de suikerrietgronden, welke wel en die, welke niet op een phosphorzuurbemesting h e b b e n gereageerd.

N a d e r h a n d bleken de grenswaarden ook b r u i k b a a r om, zooals door DEN B E R G E R (2) in 1916 werd geschreven, ,,in het algemeen

fosforzuurgebrek in den grond voor het rijstgewas o p t e s p o r e n . " Helaas is echter een n a d e r uitgebreid onderzoek hiervan nog niet mogelijk, o m d a t d a a r v o o r nog onvoldoende m a t e r i a a l is v e r z a m e l d ; het gevolg v a n een onvoldoende samenwerking t u s s c h e n het proefveldonderzoek en grondonderzoek in vorige jaren.

(1) Dr. .1. M. U E E K T S : Samenvattende bewerking van de resultaten

dor proefvelden bij de rietcultuur op J a v a . Vijfde bijdrage. De werking van superphowphaat in de proeven tot en met het oogstjaar 1913. Archief voor de Java-Suikerindustrie. 1916. p. 543—654 (overdruk).

(2) Dr. L. (I. B E N B E R U E R : De waarde van grondanalyses voor den land-bouw. Algemeen Nederlandsch-Indisch Bodemcongres, gehouden te Djocja*

(12)

Maar voorzoover er gegevens aanwezig waren, t r o k VAN R O S S E M (1)

er de conclusie uit, d a t ,,0.03 % P205 in zoutzuur oplosbaar, en

0.01 % in citroenzuur oplosbaar, gehalten schijnen te zijn, be-neden welke men voor rijst gebrek aan phosphorzuur k a n ver-w a c h t e n . "

Alweer dus alleen een kleine verandering in de cijfers; m a a r in de hoofdzaak een bevestiging van het bestaan van grenswaarden.

Zekerheidshalve hebben G E E R T S en K U Y P E R (2) later ook nog

bij de nieuwere phosphorzuurbemestingsproeven bij suikerriet nagegaan, of de u i t k o m s t e n dezer proeven met den algemeenen regel klopten.

Maar ook hierbij k w a m e n zij t o t geen andere gezichtspunten.

Zelfs konden de cijfers van G E E R T S geheel gehandhaafd blijven.

H e t bestaan van grenswaarden voor suikerriet- en rijstgronden werd d a n ook weinig meer in twijfel getrokken en d a a r m e d e de mogelijkheid erkend om door d e g e b r u i k e l i j k e g r o n d a n a l y s e z i c h een oordeel t e vormen over de phorphorzuurvoorziening dier gronden.

B. Afwijkingen. In enkele gevallen werden ecliter wel eens op

proefvelden andere resultaten verkregen dan op grond van de phosphorzuurgehalten der desbetreffende gronden was verwacht. Bij voorbeeld gaven enkele zeer phosphorzuurrijke gronden van de s i . (*) Medarie, gelegen op de helling van den vulkaan Merapi, volgens G E E R T S 3), met een p l i o s p h o r z u n r b e m e s t i n g e e n h o o g e n i e t

-product en werd in de v l a k t e van Demak, gelegen in de residentie Semarang, volgens D E N B E R U E R (4), bij rijst gebrek aan

phosphor-zuur geconstateerd op gronden met meer phosphorphosphor-zuur d a n 0.030 % in zoutzuur en 0.005 % in citroenzuur oplosbaar.

Maar met zekerheid viel er uit die proeven weinig op t e m a k e n . Eensdeels waren daarvoor de u i t k o m s t e n ervan te wisselvallig — zooals op Medarie — en anderdeels waren de proeven — met name die van D E M A K — van een te zeer orienteerend k a r a k t e r om er met

zekerheid uit t e concludeeren, d a t de gronden werkelijk gebrek a a n phosphorzuur hebben vertoond.

(1) D r . C. VAN K O S S K M : Bemestings-, nawerkings- en

vruchtwisseiings-p r o e v e n ovruchtwisseiings-p J a v a en S u m a t r a . Verslag over den W e s t m o e s s o u 1910—11)20. Mededeelingen v a n h e t Algemeen Proefstation voor den L a n d b o u w . no. 10.

B a t a v i a . 1921. p . 15—16.

(2) Archief voor de J a v a - s u i k e r i n d u s t r i e (later: Archief voor de suiker-i n d u s t r suiker-i e suiker-in N e d e r l a n d s c h I n d suiker-i e ) . 1917. p. 1047 (overdruk) — 1919. p . 2282 (overdruk) — 1915. p . 120—121. Ook de Verslagen der v e r g a d e r i n g e n v a n d e Vereeniging v a n a d v i s e u r s bij d e J a v a - S i r i k e r i n d u s t r i e , vanaf 1922. Archief voor de S u i k e r i n d u s t r i e in N e d . - I n d i e . 3e deel. Verslagen p . 203—204.

(*) s.f.: afkorting voor suikerfabriek.

(3) D r . J . M. G E E R T S : L O C . cit. 1916. p . 621—623 (overdruk).

(13)

s t a t i o n voor de Suikerindustrie op J a v a , dan ook veilig schrijven (3 Maart, 18 Mei en 17 J u n i 1924), d a t h e m in het suikerareaal op J a v a nog geen zeker geval b c k e n d was v a n gebrek a a n phosphor-zuur op een grond m e t meer phosphorphosphor-zuur, d a n 0.025 % in zout-zuur en 0.008 % in citroenzout-zuur oplosbaar.

Inmiddels h a d zich echter in 1922 bij de dessa (dorp) Glonggong. gelegen in de Residentie Semarang, nabij Poerwodadi, op een grond. die volgens de grenswaarden van M A R R - G E E R T S zeer rijk is aan

phosphorzuur, een geval v a n gebrek a a n deze plantenvoedingsstof voorgedaan, w a a r a a n niet viel t e twijfelen, o m d a t het bij

hcr-haling en in meerdere proeven werd bevestigd (1).

E n later bereikten ons berichten, d a t ook in de suiker — in het Sidhoardjosche (Residentie Soerabaja), o.a. op de suikerfabriek P o p p o h — hetzelfde verschijnsel was waargenomen (2).

I n de volgende jaren werd h e t onderzoek bij suikerriet door het suiker proof s t a t i o n vervolgd m e t als r e s u l t a a t , d a t in laatstgenocmde streek op menige plek op gronden m e t veel en zelfs zeer veel phos-p h o r z u u r een phos-phosphos-phorzuurbemesting effect gaf (3).

Met dergelijke uitzonderingen k w a m de bruikbaarheid v a n de grenswaarden wel eenigszins in het gedrang, en het vertrouwen in de cijfers ging d a n ook gaandeweg achteruit, t o e n ook in andere gevallen en op andere grondsoorten meer e n meer gebrek a a n de plantenvoedingsstof werd aangetroffen op gronden, w a a r o p d a t gebrek, afgaande op de analysecijfers, niet was v e r w a c h t . C. Factoren, die de op E r o n t s t o n d b e h o e f t e a a n e e n v e i

neembaarheid van het l i g e r m a a t s t a i o m d e p h o s p h o r z u u r phosphorzuur in den v o o r z i e n i n g i n g r o n d e n t e b e o o r -grond bepalen. d e e l e n .

()m d a a r t o e t e k u n n e n k o m e n , was h e t n o o d i g , de factoren, welke de o p n e e m b a a r h e i d v a n het phosphorzuur in den grond bepalen, in studie t e n e m e n en meer speciaal n a t e gaan, w a a r a a n h e t is toe te schrijven, d a t gronden m e t veel en dikwijls gemakkelijk

oplos-(1) Jaarverslag van den Landbouwvoorlichtingsdienst over 1922 en 1923. Weltevreden. 1923. p. 33—34 en 1924. p. 55.

(2) Honeo-verslagen van de proefvelden van het Proefstation voor de Java-suikerindustrie. Groep Sidhoardjo. 1923 en volgende jaren. Later in: Dr. J . K U Y P E E : Beknopt overzicht der resultaten van de in 1924 geoogste

vakkenproeven. Archief voor de Suikerindustrie in N.-L. 1925. p. 120—121. (3) Dr. J. K U Y P E R : Beknopt overzicht der resultaten van de in 1925 geoogste vakkenproeven. Archief voor de Suikerindustrie in N.-I. 1926. p. 03— 05.

(14)

Met het oog op het groote a a n t a l dier factoren hebben wij bij ons onderzoek v a n het v r a a g s t n k de gronden grondsoortsgewijze be-keken en dus ook de afwijkingen n a a r de grondsoort, waarop zij werden waargenomen, ingedeeld. Hiermede bereikten wij, dat door de verwantwchap binnen de grondsoort tclkens minder factoren tegelijk in beschouwing behoefden to worden genomen.

Het onderzoek o m v a t t e de drie voornaamste stam-grondsoorten van het eiland: de l a t e r i e t g r o n d e n , de v u l k a n i s c h e a s c h -g r o n d e n en de m e r -g e l -g r o n d e n .

Van deze gronden zullen t h a n s alleen de mergelgronden nader worden besproken, waarbij de afwijkingen G l o n g g o n g en S i d -h o a r d j o -het meest opvielen en -het onderzoek resultaten van ook algemeener beteekenis heeft opgeleverd.

1.I e r g e 1 g r o n d e n . (*).

Onder mergelgrond v e r s t a a n wij in Bnitenzorg een groep van zware kleigronden en stugge leemgronden, o n t s t a a n uit kalkhou-dende gesteenten en klei- en leemsteenen, op J a v a bij de geologen bekend onder den n a a m van ,,Merger". De gronden zijn van de andere grondsoorten van het eiland gemakkelijk to onderscheiden door h u n ongunstige physische eigensehappen en hun klenr. Deze is in den regel zwart, m a a r er zijn ook witte en grauvve mergel-gronden. Een v o o r n a a m k e n m e r k der gronden is het voorkomen jji de meestc d a a r v a n van koolzure kalk, een bestanddeel, d a t in de andere belangrijkere grondsoorten van h e t eiland zelden voor-konit.

De koolzure kalk is in de zwarte mergelgronden, welke voor-namelijk in het laagland voorkomen, voorhanden in den vorm van

,,niervormige" concreties. Deze concreties liggen in den grond gebed in een overigens koolzure-kalkvrije massa. Zij vallen in de gronden onmiddeUijk op door h a a r witte t o t grijze kleur en door haar grootte,

(*) H e t omgekeerde verschijnsel v a n g r o n d e n , a r m a a n phosphorziiur?

en d e s o n d a n k s zonder gcbrek aan p h o s p h o r z u u r , sehijnt ook meermalen to zijn voorgokomen. Vooral heeft ons hierop (JKKKTS gewezen. Voor n a d e r uitvoerig onderzoek is dit o n d e r w e r p e e h t e r door gomis a a n voldoende bewijsmateriaal nog m e t voldoende I'ijp.

(1) 7Aa voor een uitvoeriger beschrijving der m e r g e l g r o n d e n :

D r . E . (J. J U L . M O H R : D e grond v a n .lava en S u m a t r a . A m s t e r d a m . 1922.

h\ L K D E B O K R : Verslag v a n de Veldproeven omler leiding v a n lict

Proof-s t a t i o n (Jheribon, g e d u r e n d e 1910/1911. Archief voor de Java-Siiiker-industrie. 1912. p. 707—772.

J . T H . W H I T E : Bijdrage t o t de kennis o m t r e n t den g r o n d en het k l i m a a t

v a n de v o o r n a a m s t e a g a v e s t i e k e n v a n J a v a en S u m a t r a ' s O o s t k u s t . T e y s m a n n i a . 1922. p . 553—558.

(15)

welke die v a n een kindervuist k a n bereiken. D a a r een goede af-beelding dezer concreties — op het veld het beste k e n m e r k der gronden — in de l i t t e r a t u u r niet t e vinden is, voegen wij er hier een t w e e t a l fotografieen v a n bij. Nadere bijzonderheden dienaan-g a a n d e zullen later worden opdienaan-gedienaan-geven, als wij onze onderzoekindienaan-gen over de verdeeling v a n de koolzure k alk in de mergelgronden gaan publiceeren. N a a s t de kalkconcreties k o m e n in de zwarte mergel-gronden m a n g a a n - en ijzerconcreties voor in den v o r m van ,,bagel-e r t s " ,,bagel-en ,,boon,,bagel-erts" ; ook v a n d,,bagel-ez,,bagel-e concr,,bagel-eti,,bagel-es g,,bagel-ev,,bagel-en wij hi,,bagel-erbij ,,bagel-e,,bagel-en af-beelding. Uit het voorkomen v a n vele concreties in den grond mogen wij afleiden, d a t de zwarte mergelgronden in een ouderdoms-s t a d i u m verkeeren. D a a r o m hebben wij ze ,,Oude mergelgronden" genoemd; een n a a m , die o.i. de voorkeur v e r d i e n t boven de gang-bare Inlandsche b e n a m i n g „rant j a-minj ak'', o m d a t daarin oor-sprong en ouderdom der gronden duidelijk u i t k o m e n ; hetgeen bij den Inlandschen n a a m niet het geval is (*).

Geheel a n d e r s is meestal het voorkomen v a n de koolzure kalk in de witte, geelwitte, grijze en grauwe mergelgronden. In deze gronden komen in den regel geen kalkconcreties voor, doch wel resten v a n h e t k a l k h o u d e n d e moedergesteente, zooals stukjes mergel en foraminifeeren, en verder zeer fijn kalkgruis, in den v o r m van agglomeraten van kristalletjes calciet, w a a r v a n wij den diameter konden vaststellen op 20 /J t o t 100 ft. U i t een en ander is af t e leiden, d a t wij in zoo'n geval m e t een jongen grond t e maken hebben en bijgevolg hebben wij dergelijke mergelgronden ,,Jonge mergelgronden" genoemd.

H e t in den landbouw meest opvallende k e n m e r k v a n de mergel-gronden is op J a v a h u n gebrek a a n phosphorzuur. Als oorzaak daar-van werd oorspronkelijk algemeen aangenomen de kleine hoeveel-heid v a n de plantenvoedingsstof in bijna alle bekende mergel-gronden. Mergelgronden, rijk a a n phosphorzuur, h a d men in den landbouw nog weinig aangetroffen. Toen zij echter werden ge-vonden, bleken ook deze mergelgronden voor een phosphorzuur-bemesting gevoelig t e zijn. H e t waren de J o n g e mergelgronden. zooals die v a n Glonggong en locaal ook mergelgronden, zooals die van Sidhoardjo, welke in alle opzichten op de bekende

phosphor-(*) De n a a m ,,r a n t j a - m i n j a k " is afkomstig v a n Cheribon. K a n t j a = mooras (Soendaneeach) en m i n j a k = olie (Maleisch). Blijkbaar s l a a t de b e n a m i n g op de drasRigheid, t e n g e v o l g e v a n de o n d o o r l a t e n d h e i d der gron-d e n , en h u n g l i m m e n gron-d uiterlijk. H e t woorgron-d is in gron-de l i t t e r a t u u r h e t eerst ingevoerd door L E D E B O E R (F. L E D E B O E R : loc. cit. 1912. p . 767), die ook hot eerst de gronden goed heeft beschreven en o n d e r z o e h t . L a t e r is bij het g e b r u i k v a n h e t woord door o n d e s k u n d i g e n veel v e r w a r r i n g o n t s t a a n , zoo-als dit ook bij het gebruik v a n h e t woord ,,lateriet'" h e t geval is.

(16)

Ovule n i o r ^ e l g r o m ] m o t locaal k u l k c o n o r e t i o s . nat. orootti' kalk-coiicretic M a n ^ a n n-ij/.eiH^oiicj'ofics. nat. i»rootte

(17)

Xiorvormi^o kalkconcrotieri.

(18)

E r k o n d e n in de mergelgronden d u s nog andere factoren zijn d a n alleen de hoeveelheid phosphorzuur, oplosbaar in z o u t z u u r en

citroenzuur, welke de opneembaarheid van h e t p h o s p h o r z u u r in die gronden bepalen.

Hoe h e t met die opneembaarheid is gesteld, was nagenoeg onbe-kend, zoodat wij moesten beginnen met d a a r n a a r een onderzoek in t e stellen. Als resultaat van dit onderzoek bleek h e t phosphor-z u u r in de p h o s p h o r phosphor-z u u r a r m e mergelgronden op phosphor-zich phosphor-zelf vrij goed o p n e e m b a a r , en vecl beter o p n e e m b a a r t e zijn d a n in de phosphor-zuurrijke mergelgronden, waarin het p h o s p h o r z u u r al heel slecht voor de p l a n t toegankelijk bleek.

D e v r a a g w a s n u , w a a r a a n d e g e r i n g e o p n e e m b a a r h e i d v a n d e p l a n t e n v o e d i n g s s t o f i n d e m e r g e l g r o n d e n . r i j k a a n p h o s h o r z u u r , z o u zijn t o e t e s e h r i j v e n .

\ a n een weinig oplosbaren vorm van de phosphorzuurverbin-dingen in de gronden bleek hierbij al spoedig geen sprake t e kunnen zijn. Integendeel bleken die phosphorzuurverbindingen in eigen-sehappen overeen te k o m e n met natuurlijke p h o s p h a t e n , welke in

den l a n d b o u w aJs meststof worden g e b r u i k t . Kn dan was ook in

samenstelling tusschen de vrij goed opneernbare en zeer sleeht opneembare phosphorzuurverbindingen in de mergelgronden, die a r m respectievelijk rijk zijn a a n phosphorzuur, geen onderseheid t e

bekennen.

E r m o e s t v o o r h e t v e r s e hij u s e I n a a r a n d e r e , m i n d e r b e k e n d e o o r z a k e n w o r d e n g e z o e h t .

Daarbij h a d d e n wij h o u v a s t a a n het feit, d a t de phosphorzunr-verbindingen in de mergelgronden in eigensehappen en samen-stelling gelijk t e stellen zijn a a n natuurlijke p h o s p h a t e n ; wel te

v e r s t a a n , die natuurlijke p h o s p h a t e n , welke in den landbouw een goeden n a a m hebben.

Wij gingen n a , welke factoren er bekend zijn. die de werking van deze meststof bepalen (*).

In het algemeen k u n n e n natuurlijke phosphaten alleen worden

aanbevolen op z a n d g r o n d e n en zure gronden. Kn dan nog is de werking e r v a n zeer afhankelijk van de fijnheid van de meststof en h a a r verdeeling door den grond. Op zwar:» gronden is er tot

(1) Zie liiervoor: o.a. A. MiiNTZ en A. O H . O I R A R D ; L O S K n ^ i a i s . 181)0.

T o m e I I . p . 333—582 en v o o r a l : N\ P K J A N I S C H N I K O W : I)i<> Diinucrlehrc

(19)

Xiorvormige kalkconcreties.

(20)

Er konden in de mergelgronden dus nog andere factoren zijn dan alleen de hoeveelheid phosphorzuur, oplosbaar in zoutzuur en citroenzuur, welke de opneembaarheid v a n h e t phosphorzuur in die gronden bepalen.

Hoe het met die opneembaarheid is gesteld, was nagenoeg onbe-kend, zoodat wij moesten beginnen met d a a r n a a r een onderzoek in te stellen. Als resultaat van dit onderzoek bleek het phosphor-z u u r in de p h o s p h o r phosphor-z u u r a r m e mergelgronden op phosphor-zich phosphor-zelf vrij goed o p n e e m b a a r , en veel beter o p n e e m b a a r te zijn dan in de phosphor-zuurrijke mergelgronden, waarin het phosphorzuur al heel slecht

voor de plant toegankelijk bleek.

D e v r a a g w a s n u , w a a r a a n d e g e r i n g e o p n e e m b a a r h e i d v a n d e p l a n t e n v o e d i n g s s t o f in d e m e r g e l g r o n d e n , r i j k a a n p h o s h o r z u u r , z o u zijn t o e t e s c h r i j v e n .

Van een weinig oplosbaren vorm van de phosphorzuur verbin-dingen in de gronden bleek hierbij al spoedig geen sprake te k u n n e n zijn. Integendeel bleken die phosphorzuurverbindingen in eigen-schappen overeen t e komen met natuurlijke phosphaten, welke in den landbouw als meststof worden gebruikt. E n dan was ook in samenstelling tusschen de vrij goed opneembare en zeer slecht opneembare phosphorzuurverbindingen in de mergelgronden, die a r m respectievelijk rijk zijn a a n phosphorzuur, geen onderscheid t e

bekennen.

E r m o e s t v o o r h e t v e r s e h i j n s e l n a a r a n d e r e , m i n d e r b e k e n d e o o r z a k e n w o r d e n g e z o c h t .

Daarbij h a d d e n wij h o u v a s t a a n het feit, dat de phosphorzuur-verbindingen in de mergelgronden in eigenschnppen en samen-stelling gelijk te stellen zijn a a n natuurlijke p h o s p h a t e n ; wel te

v e r s t a a n , die natuurlijke p h o s p h a t e n , welke in den landbouw een goeden n a a m hebben.

Wij gingen n a , welke factoren er bekend zijn, die de working v a n deze meststof bepalen (*).

I n het algemeen k u n n e n natuurlijke p h o s p h a t e n alleen worden aanbevolen op z a n d g r o n d e n en zure gronden. E n d a n nog is de werking ervan zeer afhankelijk van de fijnhcid van de meststof en h a a r verdeeling door den grond. Op zwar:> gronden is er t o t

(1) Zie h i e r v o o r : o.a. A. M U N T Z en A. C H . G I R A R D : Les Kngrais, 1800.

T 6 m e I I . p. 333—'582 en v o o r a l : N . P R J A N I S O H M K O W Die Duntrerlehre

(21)

dusverre weinig r e s u l t a a t mede verkregen, o m d a t daarin de mest-stof moeilijk goed verdeeld k a n worden en die verdeeling or in deze gronden bijzonder op a a n k o m t , o m d a t cle circulatie in den grond heel gebrekkig is en de beworteling v a n de p l a n t er meer zal zijn gelocaliseerd d a n in zand- en zandige leemgronden. Ook schijnen natuurlijke p h o s p h a t e n in regenrijke strekcn beter t e voldoen dan in droge streken (l).

K o r t e r k a n worden gezegd, d a t in de practijk natuurlijke

phos-(

>haten alleen d a n goed b r u i k b a a r zijn gebleken, als de omstandig-leden voor een goede oplosbaarheid v a n de meststof (o.a. fijnheid) en voor een groote trefkans v a n plantenwortel en phosphaatdeelen (o.a. verdeeling) gunstig zijn.

Bij de mergelgronden h e b b e n wij in de eerste p l a a t s t e m a k e n m e t zeer zware kleigronden. Will en de p l a n t e n hier v a n het phosphor-zuur profijt t r e k k e n , d a n zal d a t phosphorphosphor-zuur er dus in zeer fijnen t o e s t a n d in aanwezig m o e t e n zijn. Vanzelf zal dan meestal ook de verdeeling v a n de plantenvoedingsstof goed zijn. I n de tweede p l a a t s zijn de mergelgronden eerder a a n den alkalischen dan aan den zviren k a n t en zal koolzuurvorming in den grond, in v e r b a n d m e t zijn geringe hoeveelheid organische stof en zijn ongunstige phy-sische eigenschappen, wel verre v a n overvloedig zijn. De fac-toren, welke de oplosbaarheid v a n het phosphorzuur in gronden k u n n e n bevorderen, zijn d a n ook in de mergelgronden

afwezig-Daarontogen k u n n e n zelfs in sommige mergelgronden zich rem-mende factoren op die oplosbaarheid voordoen, zooals het voor-komen van koolzure kalk. De eenige gunstige factor is, d a t bij den sawah-bouw veel water wordt gebrnikt. Maar overigens liggen de gronden in droge streken, zoodat in den tijd, d a t zij niet voor s a w a h b o u w worden b e n u t en gedurende de periodc, d a t er suiker-riet op s t a a t , de o m s t a n d i g h e d e n voor een goede oplosbaarheid v a n de phosphorzuurverbindingen in de mergelgronden al bijzonder ongunstig zijn. Alles zal d a a r o m des te meer v a n de fijnheid en ver-deeling dier verbindingen afhangen, of zij — o n d a n k s genoemde ongunstige v o o r w a a r d e n — nog voldoende o p n e e m b a a r zullen zijn. D a t zij d i t k u n n e n zijn, bewijzen ons de goede r e n d e m e n t s -cijfers v a n h e t p h o s p h o r z u u r in de mergelgronden, welke a a n de plantenvoedingsstof a r m zijn.

E n zoo k w a m e n wij ertoe, n a a r de f i j n h e i d e n v e r d e e l i n g v a n de p h o s p h o r z u u r v e r b i n d i n g e n in de mergelgronden v a n J a v a een onderzoek in te stellen (*).

(1) (>. S. R O B E R T S O N : Basic slags a n d Rock p h o s p h a t e s . C a m b r i d g e . 1922.

(*) B e h a l v e de fijnheid is op de oplosbaarheid v a n de desbetreffende verbindingen ook v a n invloed de n a t u u r dier v e r b i n d i n g e n , w a a r m e d e b e

(22)

-D. De fijnheid en verdee- Deze factoren blijven bij het grond-ling van de phosphorzuur- onderzoek als regel buitcn beschonwing verbindingen. Dit is eigenlijk heel vreemd. I m m e r s

wordt er bij het onderzoek v a n meststoffen en in de bemestings-leer — d a s in eon zcer verwant gebied — we], en d a n nog zeer veel a a n d a c h t aan geschonken. Dit zien wij duidelijk t o t uiting komen in de eischen van fijnheid, welke er vrijwel overal voor den handol van in water onoplosbare phosphorzuurmest-stoffen en koolzure kalk zijn gesteld. Zoo vermeldt b.v. de

,,Nc-derlandscho codex-meststoffen" (x), d a t Thomasslakkenmeel en

natimrlijke phosphaten minstens voor 75 % een zeef met 0.17 m.m. maaswijdte moeten passeoren, uillen zij als volwaardig kimnen worden beschouwd. Bevatten genoemde meststoffen min-der dan <>5 % van min-dergelijke fijne deelen — z.g. . i i j n m e e l " dan k a n eon kooper van die meststoffen, handelende onder do z.g. ,,Algemeene HandeJsvoorwaarden", de meststoffen weigeren, terwijl voor elk procont minder fijnmeel dan 70 %, de kooper een be-paalde korting op do koopsom kan oisehen. Bij de beoordeeJing van genoemde meststoffen wordt dan o o k h i e r to lande altijd het gohalte aan fijnmeel bepaald. En in de laatste jaren zijn er nog stem men opgegaan om den eisch van fijnheid voor genoemde meststoffen to verzwaren, waarvoor o.i. zeer veel valt te zeggen. Immers kan het materiaal, d a t de ,,fijnmeer'-zeef passeert, van zeer verschil-lende fijnheid en d a a r m e d e van zeer verschilverschil-lende werkzaam-heid zijn, zonder d a t hiervoor t h a n s een offieieele waardeering bostaat.

De groote invloed van do fijnheid op de oplosbaarheid en op-n e e m b a a r h e i d vaop-n hoogergeop-noemde p h o s p h a t e op-n is iop-n eeop-n groot a a n t a l proeven aangetoond. Weliswaar is zooals bij landbouw-kundige proeven algemooner kan worden opgemerkt een groot a a n t a l d a a r v a n sleeht opgezot, maar er zijn er ook bij, die good zijn genomen. Hiervan willen wij t h a n s een onkele gaan vermolden om onze beschouwingen oenigwzins met experimenten te staven.

O m t r e n t den invloed v a n de f i j n h e i d v a n natuurlijke phosp h a t e n ophosp him o phosp l o s b a a r h e i d — of boter: him o phosp l o s s i n g s

-doeld w o r d t , of zij kristallijn d a n wel amorf zijn. Bij do mergolgronden kon» o p enkele staafjes a p a t i e t n a , geen kristallijne n a t u u r tier p h o s p h o r z u u r -v e r b i n d i n g e n worden o n t d e k t ; wel bij sommige l a t e r i e t g r o n d e n . H o t onder-wer|> k a n d a a r o m betor bij laatstgenoernde gronden a a n de ordo worden gesteld.

(I) Eischen voor k w a l i t e i t v a n hulpmeststoffen en chemische h u l p -stoffen voor l a n d - e n t u i n b o u w e n z . ; bij v e r k o r t i n g g e n a a m d ,,('odex mest-stoffen". M a a s t r i c h t . 1911. p . 3—5.

(23)

s n e l h e i d — zijn in MtiNTZ: Les E n g r a i s (l) goede proeven

vermeld.

E e n dier proeven is v a n B A R R A L en M E N I E R (X) . Deze onder-zoekers m a a k t e n phosphoriet uit de A r d e n n e n f i j n i n verschillende korrelgrootten. E l k der n a a r fijnheid ingedeelde partijen werd gedurende een u u r met k o o l z u u r h o u d e n d water geschud. Be r e s u l t a t e n v a n de proef w a r e n : ARDENNENPHOSPHORIET. KORRELGROOTTE Opgeloste phosphoriet in niilligrammen Opgeloste P205 in rnilli-grammen 3 m.m. 4 2 2 m.m. ] ] 5 1 m.m. 48 25 kl. 1 m.m 81 42

Met de fijnheid was de oplosbaarheid v a n h e t phosphoriet zeer snel t o e g e n o m e n . D e deeltjes kleiner d a n 1 m . m . — ,,farine im-p a l im-p a b l e " — waren 20 m a a l beter oim-plosbaar d a n de deeltjes v a n 3 m . m . H i e r u i t blijkt duidelijk de zeer krachtige invloed v a n de fijnheid v a n een stof op h a a r oplosbaarheid.

De o o r z a a k h i e r v a n is, d a t in verhouding t o t h u n massa het opper-v l a k opper-v a n kleinere deeltjes grooter is d a n d a t opper-v a n groopper-vere deelen. Verdeelt m e n b . v . een k u b u s — om ons bij h e t bekende voor-beeld v a n E H R E N B E R G (2) t e h o u d e n — door n e g e n t u s s c h e n s c h o t t e n

in 21 k u b i , elk m e t ribben, die | m a a l zoo lang zijn als v a n d e n o o r -spronkelijken k u b u s , d a n is h e t o p p e r v l a k v a n deze kleinere k u b i t e z a m e n 3 m a a l zoo groot als d a t v a n den oorspronkelijken k u b u s , terwijl de i n h o u d v a n die kleine k u b i t e z a m e n niet grooter is d a n

die v a n den grooten k u b u s . Door een dergelijke vergrooting v a n o p p e r v l a k wordt h e t a a n r a k i n g s v l a k v a n oplosmiddel en op t e lossen stof grooter, waardoor destof gemakkelijker, of liever sneller in oplossing g a a t . De v e r h o u d i n g oppervlak : massa n o e m t men h e t .,specifiek o p p e r v l a k " v a n een stof.

N a a r m a t e d i t o p p e r v l a k grooter is, zal n a a r diezelf de m a t e — onder overigens gelijke o m s t a n d i g h e d e n — de oplossingssnelheid v a n een

(1) A. MUNTZ en A. OH. G I R A R D : Les Engrais. Paris. 1890. Tome II. p. 525—536. Op p. 536 besluit MUNTZ het hoofdstuk over de fijnheid van natuurlijke phosphaten — welke in dit handboek duidelijker en vollediger in behandeld dan in menig moderner hand- of leerboek — met de volgende opmerking: ,,Si nous avons autant insiste sur ces considerations de finesse. c'est que jusqu'ici on n'y a pas attache une assez grande attention. Nous pensons en effet que le succea des phosphates employes en nature depend en grande partie de leur degre de tenuite. De proeven van BARREL en MENIF.R

staan vermeld op p . 528.

(24)

stof toenemen. H e t specifiek oppervlak zal vooral bijzonder groot zijn bij zeer fijne deelen, zooals is te zien a a n de volgende grafiek

v a n A L L A N M U R R A Y (X).

E n zoo zou men zich dan k u n n e n voorstellen, d a t een

ver-binding, welke in groven t o e s t a n d z.g. onopiosbaar is? d.w.z.

zoo langzaam in oplossing g a a t , dan men het niet m e r k t , in zeer

3O0 COO

f

too. Off OlAMMTEJ* 'tO. 'IS. wr-m.

Het verband tusschen korreldiameter en oppervlak.

fijnen t o e s t a n d zoo snel in oplossing gaat, d a t men zegt, d a t dezelfde verbinding dan goed oplosbaar is.

I n den grond brengt de fijne verdeeling van plantenvoedings-stoffen, die in koolzimrhoudend water moeilijk oplosbaar zijn, niet

(I) J . ALLAN' M U R R A Y : T h e available s t a t e . Soil Sience. Vol. X V I I . 11)24. p. 267—371.

Wij k u n n e n v a n do figuur zoo aflezen, d a t vooral beneden een korroldia-m e t e r v a n 50/* verkleining v a n de k o r r e l g r o o t t e bij een b e p a a l d e hoeveelheid m a t e r i a a l tengevolge heoft een relatiof groote en t e n s l o t t e zelfs zeer groote v e r m e e r d e r i n g v a n o p p e r v l a k . ,,Tho region of t h e bend"' zegt M U R R A Y ,

, , p r o b a b l y corresponds to a critical stage between t h e a v a i b l e and non-a v non-a i b l e stnon-ates"', welke h y p o t h e s e origineel is en n non-a d e r znon-al m o o t e n word en

bekeken. J a m m e r is, d a t M U R R A Y bij de h y p o t h e s e is blijven s t a a n .

Toen de mededeeling v a n M U R R A Y verseheen, waren wij m e t ons

on-derzoek n a g e n o e g klaar. Wij begonnen d i t onon-derzoek in 1922, zooals moge blijken uit het J a a r v o r s l a g v a n ons L a b o r a t o r i u m , gepublieeerd in h e t .Taarboek v a n h e t D e p a r t e m e n t v a n L a n d b o u w , Nijverheid en H a n d e l in N . O. 1. over 1922. H o o f d s t u k : Algemeen P r o e f s t a t i o n voor den L a n d -b o u w . 2. Onderafdeeling voor B o d e m k u n d i g onderzoek. p . 3—4 ( o v e r d r u k ) .

(25)

a l l e e n h e t v o o r d e e l m e t zich m e d e v a n een b e t e r e o p i o s b a a r h e i d , m a a r o o k v a n een b e t e r e v e r d e e l i n g d o o r d e n g r o n d , w a a r d o o r in v e r b a n d m e t de l a n g z a m e c i r c n l a t i e v a n h e t w a t e r in d e n g r o n d , m i n d e r locale v e r s c h i l l e n k u n n e n o n t s t a a n . V e r d e r is d a n d e t r e f k a n s v a n p l a n t e n w o r t e l e n v o e d i n g s s t o f g r o o t e r , w a a r d o o r d e v o e d i n g v a n de p l a n t m i n d e r a f h a n k e l i j k w o r d t v a n d e s a m e n s t e l -l i n g v a n h e t w a t e r in d e n g r o n d . E e n a n d e r e proef o v e r d e n i n v l o e d v a n d e fijnheid v a n n a t u u r -lijke p h o s p h a t e n o p h u n o p i o s b a a r h e i d is v a n R O B E R T S O N (1). Deze o n d e r z o e k e r g i n g d e o p i o s b a a r h e i d n a bij h a r d e s o o r t e n r u w p h o s -p h a a t e n m e t b e l r u l -p v a n 2 % c i t r o e n z u u r , w a a r m e d e d e m o n s t e r s g e d u r e n d e een half u u r w e r d e n g e s c h u d in e e n s c h u d m a c h i n e . Ge-n o m e Ge-n w e r d 5 g r a m p h o s p h a a t iGe-n 500 c.c. 2 % c i t r o e Ge-n z u u r . De e x t r a c t i e s w e r d e n 5 m a a l h e r h a a l d . G e d u r e n d e die vijf e x t r a c t i e s w e r d o p g e l o s t :

M AK ATE APH OSPH AAT.

Oplosbaar in 2 % citroenzuur. . . Totaal pliosphor-Z U l l l ' 1 m.m. 17.25 38.90 30" 21.93 39.24 60" 26.97 39.23 90" 1 100' 30.77 35.30 % P205 39.09 38.24 I % P2Os De cijfers 30" t o t 100" g e v e n a a n h e t a a n t a l m a z e n v a n d e zcef o p 1 i n c h . Zeef 100" k o m t de ,,fijnmeel"'-zeef d i c h t n a b i j . Bij d e e e r s t e e x t r a c t i e w e r d o p g e l o s t : )]>losbaar in 2 % citroenzuur. . . 1 m.m, 3.93 30" 4.98 60" 6.40 90" 7.47 100" 9.25 o p o 2w5 U i t de cijfers b l i j k t d u i d e l i j k de veel b e t e r e o p i o s b a a r h e i d v a n h e t p h o s p h a a t , n a a r m a t e h e t fijner is. W e r d v a n d e stof bij e e n k o r r e l d i a m e t e r v a n 1 m . m . bij 5 e x t r a c t i e s n o g n i e t d e helft v a n d e t o t a a l -h o e v e e l -h e i d p -h o s p -h o r z u u r o p g e l o s t , bij een k o r r e l d i a m e t e r v a n 0.25 m . m . e n k l e i n e r w a s o n d e r dezelfde o m s t a n d i g h e d e n v a n h e t p h o s p h a a t t w e e m a a l z o o v e e l e n b i j n a a l h e t p h o s p h o r z u u r i n o p -lossing g e g a a n . R e e d s bij de e e r s t e e x t r a c t i e w e r d e n dezelfde g r o o t e v e r s c h i l l e n w a a r g e n o m e n .

V e r s c h i l l e n in o p i o s b a a r h e i d bij v e r s c h i l l e n d e fijnheid zien wij (1) G. S. R O B E R T S O N : Notes on the nature of the phosphates, contained

in mineral phosphates. The Journal of Agricultural Science. London. Vol. V I I I . 1916—1917. p. lb—25.

(26)

ook bij het Florida-,^pebbles^-phosphaat, d a t nog moeilijker oplos baar is dan het M a k a t e a p h o s p h a a t .

F L O R I D A - P E B I 3 L E S P H O S P H A A T . Oplos b a a r in 2 % c i t r o e n z u u r , gedurendo .r> a c h t e r e e n v o l g e n d e e x t r a c t i e s T o t a a l p h o s p h o r z u u r 30" 17.67 33.27 100" 26.02 31.50 %/o P.O5 L a^fi

Zoowel in de proeven v a n B A R R A L en M E N I E R als in die v a n R O B E R T S O N is met betrekkelijk grof m a t e r i a a l gewerkt, wat

na-tuurlijk voor ons een nadeel is, o m d a t wij in den grond voor-namelijk te maken hebben met veel fijner materiaal. A L L A N M U R R A Y

b.v. wil als direct o p n e e m b a a r beschouwen het ,,superfine" phos-p h a a t in den grond van omstreeks 0 . 1 / / diameter. Dit eijfer lijkt ons overdreven klein. Maar zeker is, d a t in den grond de meeste phosphorzuurverbindingen als regel voorkomen in een fijnheid kleiner dan 0.2 m.m., d.i. de kleinste maaswijdte van de door

R O B E R T S O N gebruikte zeven. E n het k o m t er voor ons nu

voorna-melijk op a a n , de verschillen in oplosbaarheid t e weten van de phosphorzuurverbindingen in de gronddeeltjes van b.v. kleiner dan 2 ft en grooter dan 2 //,. Voorzoover ons bekend is, zijn dergelijke onderzoekingen bij phosphaten nog niet verricht. Wei, zooals wij later zullen zien, bij koolzure kalk. M a a r i n e l k g e v a l l e e -r e n wij u i t d e h i e -r v e -r m e l d e p -r o e v e n v o l d o e n d e d e n g r o o t e n i n v 1 oe d k e n n e n v a n d e f ij n h e i d v a n m o e i 1 ij k o p 1 o s b a r e k a l k p h o s p h o r z u u r v e r b i n d i n g e n o p h u n o p -l o s b a a r h e i d e n d i t is h i e r d e h o o f d z a a k .

Een der eersten, die dien invloed heeft nagegaan, was de Engelsch-m a n V O E L O K E R (*). Zijn proeven over de oplosbaarheid van

phos-p h a t e n dateeren reeds van 1868. V O E L O K E R zag toen al zeer

goed in de beteekenis v a n de fijnheid en v a n den a a r d van moeilijker oplosbare kalkphosphorzuurverbindingen voor den landbouw (zie m o t t o ) . E n wat wel het meeste opvalt is, d a t hij reeds in 1880 voor de veel betere werking in den grond van s u p e r p h o s p h a a t t e n opzichte van beendermeel en natuurlijke p h o s p h a t e n —-een onderwerp dat straks uitvoerig zal worden besproken—• een ver-klaring wist t e geven, welke nog heden t e n dage als de eenige

(1) D r . A. V O E L O K E R : On t h e solubility of p h o s p h a t i c m a t e r i a l s , with

special reference t o t h e p r a c t i c a l efficacy of t h e v a r i o u s forms, in which Bones are used in a g r i c u l t u r e . T h e J o u r n a l of t h e R o y a l A g r i c u l t u r a l Society of E n g l a n d . L o n d o n . 1868. p . 176—196.

(27)

goede is te beschouwen en die wij hier aan de vcrgetelheid

meenen te moeten onttrekken. „The whole secret of the e n e r g y

action of superphosphates," zoo schreef

\ O E L C K E R (

in^1880

..depends upon the production of most minutely ; ^

d

^

l d

«

d

?/

precipitaded insoluble phosphate of lime, within the sod itaell,

and not, as is erroneously supposed by some, on the direct

ab-sorption of soluble phosphates by plantes. '

Onze kennis van een en ander is sinds 1880 al zeer weinig

ver-meerderd; integendeel waren wij tot voor kort nog mets verder

dan VOELCKER.

Wat het verband tusschen f i j n h e i d en o p n e e m b a a r h e i d

van natuurlijke phosphaten en andere niet in water, oplosbare

phosphaten van gelijke samenstelling betreft: h o o v e r zijn proeven

genomen o.m. door

PRJANISCHKIKOW

(

2

). , ,

a r

, .

a n d

In een daarvan zijn de potproeven genomen met kwartszand

e

\ t t o t T d g'egetn 0.25 gram P

2

0

5

in den vorm

van.bender-meel ( < C ( P 0

4

) , ? v a n verschillende fijnheid. Ter vergelykmg

dien-Z pottVn welke geen phosphorzuur hadden gekregen en pot en

met het phosphorzuur, gegeven in den vorm van in water oplos

baar phosphaat. De gemiddelde opbrengsten der verschillende

potten waren:

B E E N D E R M E E L . Superphosphaat Beendermeel Vi m.m. | Vi-V«m.m. j _V»-1 m-m -31.7 18.9 13.1 10.4 Zonder phosphorzuui 3.4

In deze proef bleek — ondanks den liohten grond en de nog

tamelijk kleine verschillen in fijnheid der meststof:.welk l a t e e n

gebrek van nagenoeg alle dergelijke proeven is - het *W™^™

meel bijna tweemaal zoo werkzaam als het grove beendermeeL

Bedroes de werking van het beendermeel, fijner dan \ m.m , ruim

50 t - n l i l v a n het oplosbare phosphaat; de korrels beendermee

van f - 1

m

.

m

. gaven slechts 25 % van de meerproductie van de

met oplosbare phosphaat bemeste potten.

Ook nam

PRJANISCHNIKOW

nog potproeven met phosphonet van

verschillende fijnheid - een natuurlijk phosphaat, waarvan de

(W D r . A. V O E L C K E R : L O C . cit. 1880. p . 159. 2 5 g

(28)

samenstelling van de phosphorzuurverbinding is ongeveer C a3( P 04)2

•— op zuren veengrond, w a a r v a n de oogst van het gewas — welk gewas het is geweest, wordt niet vermeld — bedroeg in gram men (*):

P H O S P H O R 1 E T .

V i o - ' / s m.m.

51

V i - ' / i m . m . I '/a—1 m . i n .

30 27

Zelfs op den zuren grond, waarin toch de meststof beter oplos-baar is dan in andere gronden, en bij de betrekkelijk geringe ver-schillen in fijnheid v a n het phosphoriet, werd nog een groote invloed van de fijnheid v a n het p h o s p h a a t op zijn opneembaar-heid waargenomen.

K o o l z u r e k a l k .

Uitvoeriger dan bij phosphorzuurverbindingen is de invloed van de fijnheid van in water onoplosbare meststoffen op h a a r werkzaamheid in den grond nagegaan bij koolzure kalk of „mcr-gel''. Wij zullen hierbij even stilstaan, o m d a t de oplosbaarheid en de werkzaamheid v a n koolzure kaJk in den grond van dezelfde omstandighcden afhankelijk zijn als die van natuurlijke phos-p h a t e n en de erover genomen phos-proeven dus voor ons van voor-deel k u n n e n zijn. Ook zal in de volgende beschouwingen over de opneembaarheid van het phosphorzuur in de mergelgronden de werkzaamheid van de koolzure kalk daarbij t e r sprake komen, welke werkzaamheid begrijpelijkerwijze eveneens afhankelijk is van de fijnheid der verbinding.

()m ons t o t de allervoornaamste proeven over f i j n h e i d en o p -l o s b a a r h e i d van koo-lzure ka-lk t e beperken, zu-l-len wij hier a-l-leen behandelen de proeven van H A G E R en K E R N (2).

Deze onderzoekers h e b b e n gedurende bepaalde tijden 1 g r a m koolzure kalk van verschillende, sterk uiteenloopcnde fijnheid met 500 c.c. koolzuurhoudend water van een verschillend koolzuur-gehalte geschud en in het filtraat de hoeveelheid kalk bepaald,

welke bij de extracties in oplossing werd gebracht. De koolzuur-concentraties van h e t water werden zoodanig gekozen, d a t zij

(1) ]S\ PitJANist'HNiKOW: L o c . c i t . 1 9 2 3 . }>. 21(>.

(2) O. H A G E R und J . K E R N : (jber die Lcisliehkeit des k o h l e n s a u r e n K a l k e s

verschiedener H e r k u n f t u n d F e i n h e i t in k o h l e n s a u r e h a l t i g e m W a s s e r in ihrer Be z i ehu ng zu Boden und Pflanze. J o u r n a l fiir L a n d w i r t s c h a f t . 1910 p . 325—342.

(29)

eenigszins overeenkwamen met de koolzuurconcentraties, welke zich in het b o d e m v o c h t k u n n e n voordoen, waarbij als m a x i m u m

voor die concentraties w a s a a n g e n o m e n 150—200m.gr. C()2 per liter.

Van de resultaten dezer onderzoekingen zullen wij in de volgende t a b e l enkele noemen, verkregen bij een k o r t e n d u u r van inwer-king v a n het koolzuurhoudende water — namelijk 15 m i n u t e n — en a a n de hand w a a r v a n d a a r o m een goede i n d r u k kan worden verkregen van den invloed v a n de fijnheid der kalk op h a a r oplos-singssnelheid.

Opgeloste hoeveelheden C a C 03 in m.gr. per liter na 15 m i n u t e n

schudden met w a t e r met 30 en 220 m.gr. C 02 per liter:

' ^ ^ T J c a l k T t e e n J Krljt KALKSOORT Gem. korreldiam. in m.m. 30 m . g r . C Oa 2 2 0 m.wr. 0 O2 Manner 0.63 16.0 23.2 Kalksteen 0.26 5 4 . 3 80.1 Marmer kl. 0.025 | 0.005 ! kl. 0.003 ! 0.0025 i 60.4 101.9 73.7 155.2 7 0 . 3 187.3 82.7 2 8 9 . 0

Aan de cijfers is a a n s t o n d s af t e lezen, d a t n a a r m a t e dc kool-zure kalk fijner is, zij n a a r die m a t e veel sneller in oplossing g a a t . Zelfs overtreft de invloed van de fijnheid der verbinding op h a a r oplossingssnelheid die v a n de koolzuurconcentratie v a n het oplos-middel, welke factor meestal als zeer krachtig wordt beschouwd.

Dat de'ze factor werkelijk v a n grooten invloed is — ook bij fijne koolzure kalk — zien wij a a n het verschijnsel, d a t de verschillen in oplossingssnelheid v a n de koolzure kalk bij verschillende fyn h e i d

grooter worden met de hoeveelheden koolzuur per liter oplosmiddel, hetgeen v e r b a n d h o u d t met de betrekkelijk nog moeihjke

oplos-baarheid van zelfs fijne koolzure kalk in koolzuurhoudend water. Bij langer schudden zullen de verschillen in oplosbaarheid ( ), tengevolge v a n verschillen in fijnheid, tenslotte verdwijnen, o m d a t

v a n de kalkdeelen op den d u u r de maximum-hoeveelheid CalA 3

zal zijn opgelost. Die maximum-hoeveelheid — dus meer bepaal-delijk de oplosbaarheid — is onder dezelfde omstandigheden voor dezelfde stof dezelfde en onafhankelijk van den t o e s t a n d der stot. Maar zelfs n a twee dagen s t a a n , waarbij de oplossing elken dag twee uur werd geschud, waren de verschillen in oplosbaarheid tusschen de kalkdeelen van verschillende fijnheid in de proeven

v a n H A G E R en K E R N nog m e r k b a a r . Dit zien wij a a n de volgende

cijfers:

(*) V o o r t a a n zal „ o p l o s b a a r h e i d " g e m a k s h a l v e o o k w o r d e n g e b r u i k t als e r . . o p l o s s i n g s s n e l h e i d " m e d e w o r d t b e d o e l d , t e n m i n s t e a l s d e b e a o e i mB

(30)

Opgeloste hoeveelheden C a C 03 in m.gr. per liter n a 2 dagen

s t a a n en intusschen 2 x 2 u u r schudden m e t water met 30 m.gr. en 198 m.gr. C 02 per liter. KALKSOORT Gem. korreldiam. in m.m. 30 m . g r . COs 198 m . g r . CO. Marmer Kalksteen 0.63 I 0.26 5 0 . 6 1 0 2 . 0 75.8 189.3 Marmer kl. 0.025 7 7 . 1 268.8 Gepraec. kalk 0.005 76.5 3 1 6 . 2 Kalksteen | Krijt kl. 0.003 I 0.0025 76.0 2 8 8 . 3 80.8 3 1 7 . 5

Ook nit deze cijfers blijkt nog duidelijk hot groote belang v a n eon groote fijnheid voor een goede oplosbaarheid v a n koolzurc kalk. Van de vele onderzoekingen over de w e r k z a a m h e i d in den grond v a n koolzurc kalk v a n verschillendc f i j n h e i d , kiezen wij hier als voorbeeld die van L I E C H T I en T R U M N O E K (l).

Deze onderzoekers gingen bij him potproeven uit van een zandi-gen leemgrond, waarop kalkgevoelige planten goen groote

hoe-veelheid good workzame kalk ,als meststof kimnen verdragen. Voordat de grond in de p o t t e n werd gedaan, word hij gemengd met verschillende hoeveelheden koolzurc kalk. .Deze koolzurc kalk werd in vijf verschillende korrelgrootten toegediend. Daarop werd in de p o t t e n o.m. R O O D E K L A V E R uitgezaaid. Dit gewas leverde —

bij twee sneden — in de verschillende p o t t e n de volgende gemid-delde oogsten in g r a m m e n o p : Koolzure kalk in K-G. per H.A. 1000 2000 4000 8000 Zonder kool-zure kalk 87.4

Koolzure kalk met kl. 0.11 — 90.7 70.8 0.2 0.1 0 . 1 1 - 0 . 4 — 90,3 82.0 76.4 62.1 een korreldiameter in m 0.4 - 0 . 5 -93.3 89.7 84.9 78.2 0.5 - 1 . 0 — 95.8 92.8 90.4 82.8 m. van: 1.0-2.0 —— 98.6 99.1 90.5 89.0

De cijfers spreken voor zich zelf. Terwijl reeds 2000 K.U. zeer fijne mergel een duidelijk ongunstigen invlocd op hot gewas h a d uitgeoefend en 4000 K . G . van die zecr fijne kalk op den grond zelfs afsterving van de klaver h a d v e r o o r z a a k t , werd or van 4000 K . ( T . grove mergel nog verbetering in productic verkregen en was 8000 K . G . v a n die grove kalk nog onvoldocnde om de opbrengsten te d r u k k e n . Opvallend was, d a t de groote versehillen in werkzaam-heid pas werden waargenomen bij een korreJgrootte van 0.11 m.m. als grens. Overigens ziet men bij de kalkdeelen, grooter dan 0.11 m.m., de w e r k z a a m h e i d e r v a n r e g e l m a t i g met him fijnheid toencmen.

(!) D r . P A U L L I E C H T I u n d D r . E R N S T T R U N I N C R K : Zur F r a g e der K a l k -diingung. L a n d w i r t s c h a f t l i c h e s J a h r h u c h der Sehwoiz. 1910. p. 475—483 en 1918. p . 571—586 ( t a b e l op p . 578).

(31)

M e t b o v e n s t a a n d e c i j f e r s v o o r o o g e n z a l z e k e r n i e m a n d

m e e r t w i j f e l e n a a n d e n z e e r g r o o t e n i n v l o e d v a n d e f i j n

h e i d v a n i n w a t e r o n o p l o s b a r e p h o s p h a t e n en k a l k v e r

-b i n d i n g e n o p de o p n e e m -b a a r h e i d e n w e r k z a a m h c i d v a n

p h o s p h o r z u u r e n k a l k i n d e n g r o n d .

En wij komen mi terug op de merkwaardigheid, dat de factor

bij het grondonderzoek zoo weinig is nagegaan. Hierbij gaat

men altijd uit van de z.g. ,,fijnaarde" — dus men zondert wel het

al te grove materiaal van den grond, het grint, af - maar verder

gaat men niet. Mogelijk is een der oorzaken van die

merkwaardig-heid te zoeken in de vrees, den grond uit zijn natuurlijken toestand

te moeten brengen om ook de fijnheid van de plantenvoedingsstoffen

te kunnen bepalen. Immers was en is nog het principe bij het

grond-onderzoek, den grond zooveel mogelijk in zijn natuurlijken toestand

te onderzoeken. Maar o.i. is hierbij altijd over het hoofd gezien,

dat de grond zoo niet reeds in het begin van, dan toch tijdens de

meeste analysen uit zijn natuurlij-k verband geraakt en dan verder

in den veranderden toestand wordt onderzocht. Men denke slechts

aan het oplossen der kruimels spoedig nadat de grond met het

ge-wone extractiemiddel, 25 % zoutzuur, wordt samengebracht.

Gedurende den verderen extractieduur verloopen de reacties dan

immers toch bij een grond, die niet meer in zijn natuurlijken staat

is. M a a r h o e h e t zij, de f i j n h e i d —• en o o k de v e r d e e l i n g

—• v a n p l a n t e n v o e d i n g s s t o f f e n w o r d t bij de b e o o r d e e

-l i n g v a n g r o n d e n b i j n a n o o i t n a g e g a a n .

E. Onderzoekingen van Wij kennen slechts een geval, waarbij dit

Szilagyi-Treitz. (

:

). wel geregeld is geschied, n.L bij het

onder-zoek naar den kalktoestand van gronden in de Hongaansche

wijn-districten. Zooals bekend, heeft men in Frankrijk in den loop van

jaren voor den wijnstok een reeks van onderstammen verkregen

met een verschillenden graad van gevoeligheid voor kalk in den

grond. Toen deze onderstammen in genoemde districten werden

geprobeerd, deden zich merkwaardige gevallen voor. Op gronden

met 50 % kalk bleken dikwijls kalkgevoelige wijnstokken van de

vele kalk geen nadeel te ondervinden, terwijl in andere gevallen,

op gronden met 20—30 % kalk, wijnstokken met een geringe

kalk-gevoeligheid aan chlorose te gronde gingen. In het eerste geval

moest de kalk — die er blijkbaar in denzelfden vorm in voorkwam

(1) P . T R E I T Z : D i e B e s t i m m u n g des physiologisch w i r k e n d e n K a l k

-gehaltes in W e i n b o d e n . C o m p t e s r e n d u s de la p r e m i e r e conference Inter-n a t i o Inter-n a l e agrogeologique. B u d a p e s t . 1919. p . 273—287. Z i e o o k : L A U O U S S E :

A.gricole-Encyclopedia illustr^e. deel I I . p . 410—413 (calcaire actif) o n d e r „ P o r t e GreffeV'.

(32)

als op de kalkarmcre gronden — in een veel minder werkzamen t o e s t a n d aanwezig zijn dan in het tweede geval. E n door SZTLAGYI

werd nagegaan, waarin dit kon zitten. W a a r bekend was, datfijne k a l k beter oplosbaar is d a n grove kalk, lag het voor de h a n d om n a a r de fijnheid van de kalk in de beide groepen v a n gronden een onder-zoek in te stellen. Daarbij bleek, d a t in het slib v a n dekalkrijkere gronden 10—15 % kalk aanwezig was, terwijl in de gronden m e t weinig kalk, waarop de wijnstok voor de kalk zeer gevoelig bleek, het kalkgehalte v a n het slib 50 %—60 % bedroeg. H e t onderzoek werd door S Z I L A G Y I en later door T R E I T Z over het geheele

wijndis-triet uitgebreid met als r e s u l t a a t : ,,ohne A usna hme die Richtig-keit der von H. J . S Z I L A G Y I e r m i t t e l t e n Kegel, dasz der

physiolo-gisch wirkende Teil des Kalkgehaltes im Boden in dem Feinboden, in den tonigen Teilen e n t h a l t e n i s t ; der K a l k s a n d , K a l k s t a u b aber keine Wirkung auf die Pflanzen a u s i i b t . "

J a m m e r is, d a t wij van deze ondorzoekingen sleehts over een voorloopige mededeeling beschikken, welke bovcndien n i e t o v e r a l even duidelijk is.

Bijvoorbeeld k u n n e n wij er niet precies uit o p m a k e n , of door

TIIELTZ onder ,,physiologische k a l k " alleen wordt verstaankoolzu.ro

kalk, dan wel nog andere vormen van kalk. Zelfs is hierovcr bij de beschrij ving van de methoden van onderzoek v a n die ,,physiologische k a l k " niets t e vinden, zoodat bovendien deze methode moeilijkis na te volgen. Verder is de methode zuiver empirisch gevonden, speciaal voor de verhouding van grond en wijnstok in Hongarije, zoodat zij voor algemeen gebruik zonder meer weinig k a n s op succes biedt (*).

Maar in beginsel bood de verhandeling op het gebied van g r o n d -o n d e r z -o e k iets nieuws, w a a r v a n h e t belang -o.i. -onv-okl-oende is ingezien.

Moge het ons gelukken, dit belang in de volgende verhandeling a a n te t o o n e n .

(*) D i t o n d e r v o n d ook Mevr. B E U M E E - N I E U W I . A N D , dio de m o t h o d e

S Z I L A G Y I - T R E I T Z bij h a a r onderzoek v a n de D j a t i - b o s c h g r o n d e n v a n J a v a

g e b r u i k t e . Al a a n s t o n d s o n d e r v o n d zij moeilijkheden bij de afseheiding v a n hot, slib der door h a a r o n d e r z o c h t e mergol- en latoriotgrondon, in welk slib dohoevoolhoid „physiologische k a l k " m o e s t worden b e p a a l d . D a t zij bij h a a r onderzoek volgens S Z I L A G Y I - T R E I T Z niet t o t r e s u l t a t e n is gokomen, is voor

een deel zeker t o e to schrijven a a n do govolgde m e t h o d e , wolko was dio v a n de H o n g a a r a c h e o n d e r z o e k e r s . L a t e r k o m e n wij, als onze ondorzoe-kingen over de verdeoling v a n do kalk in den grond v a n J a v a worden g o p u b h c e e r d , op h e t o n d e r w e r p u i t v o e r i g t e r u g . Mevr. B K U M E K - N I E U W L A N D

is e e h t e r in elk geval een der zeer weinigen~ sreweest, dio h e t belangrijke onderzoek v a n S Z I L A G Y I - T R E I T Z niet u i t n e t oog heeft verloren.

N . B E U M E E - N I E U W L A N D : Onderzoekingen v a n D j a t i b o s c h g r o n d e n op J a v a .

Mededeelingen v a n het P r o e f s t a t i o n voor h e t Hoschwezen. No 3 Welte-vretlon. 1922. p . 12—16.

(33)

Vanzelfsprekend bestond het materia&l voor cms onderzoek in

de eerste plaats nit monsters, genomen van de proefvelden, waarop

de afwijkingen werden aangetroffen. I n de tweede plaats hebben wij

ter vergelijking ook nader geanalyseerd monsters van

mergel-gronden, die arm zijn aan phosphorzuur.

Van deze monsters —• zeven in aantal — mogen bier enkele

algemeene bijzonderheden worden opgegeven, opdat men zoo

goed mogelijk worde ingelicht omtrent de objecten, welke wij in

handen hebben gehad. De nummers, welke wij bij elk monster

zullen vermelden, zijn die van de doorloopende collectie

grond-monsters, aanwezig in het Laboratorium voor Bodemkundig

Onderzoek te Buitenzorg —* J a v a .

J O N G E M E R G E L G R O N D E N .

Glonggong. Van de twee proefvelden bij de dessa van dezen naam

werden gemiddelde monsters genomen van 0—40 c.M. diepte en —

toen deze monsters bleken dezelfde samenstelling en eigenschappen

te vertoonen —• later gemengd verder onderzocht onder No.

10396—10401.

Van de afzonderlijke monsters was de g r a n u l a i r e s a m e n s t e l

-l i n g , we-lke wij bij ons onderzoek bepaa-lden vo-lgens de op J a v a

gebruikelijke methode

B U R E A U OF SOILS (U.S.A.)-MOHR

(

x

):

N o . 10396 10401 ZAND 2-1 m.m. 0 0 I-1'. m.m. 0 0.37 m.m. 2.28 1.33 /ft 110 m.m. 1.47 1.23 /io" /ao m.m. 2.09 2.14 STOF 50-20 10.75 9.99 20-5 21.16 19.00 LUTUM 5-2 27.60 27.31 2-V. 23.13 24.84 kl. V. 11.79 14.15

(1) D r . E . C. J . M O H R : Die Mechanische B o d e n a n a l y s e , wie sie zur Zeit

zu B u i t e n z o r g ausgefiihrt wird. Bulletin d u D e p a r t e m e n t de F Agriculture aux I n d e s N e d e r l a n d a i s e s . N o . X L I . 1910. V e r k o r t o v e r g e n o m e n in. de ,,Gecodificeerde Voorschriften. 1913*'. p . 10—13.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

After implementation of debarment, there are two additional effects of an increase in demand, see (33), namely (iii) a leniency applicant that has been exempted

der draadjes te pleiten. Als men hier nu inderdaad met fibrine- draadjes te doen zou hebben, dan zou het melkstremmingsproees in een geheel nieuw licht verschijnen; men zou dan moeten

Van het beschikbare budget is slechts een beperkt deel beïnvloedbaar. Hieraan geeft het beheerplan invulling. Het beïnvloed- bare deel heeft een maximale omvang van circa

- richt zich in het 3D ontwerp op de behoeften en verwachtingen van de opdrachtgever zoals weergegeven in het concept - zet zijn creativiteit en vakdeskundigheid in om ervoor te

De kosten van het afvalbeheer binnen de gemeente worden met name bepaald door de verwerkingskosten van het restafval, de kosten van het afvalbrengpunt en de toegerekende lasten van

Door de resultaten van deze vraag te kruisen met die van de module, kunnen we nagaan in welke mate er verschillen zijn in de verdeling van de werkgelegenheid van personen met

If one wants to understand the potential cognitive benefits of multilingualism for students in South Africa better, a logical first task in a complex-systems approach is

gang lag dit kengetal in Anloo op bijna hetzelfde niveau. Per deel- gebied varieerde de gemiddelde bewerkte oppervlakte per man in de ruilverkaveling Gieten-Gasselte in 19,60 van