• No results found

Dries Raeymaekers, One Foot in the Palace: The Habsburg Court of Brussels and the Politics of Access in the Reign of Albert and Isabella, 1598-1621

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Dries Raeymaekers, One Foot in the Palace: The Habsburg Court of Brussels and the Politics of Access in the Reign of Albert and Isabella, 1598-1621"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

© 2014 Royal Netherlands Historical Society | KNHG

Creative Commons Attribution 3.0 Unported License

URN:NBN:NL:UI:10-1-110182 | www.bmgn-lchr.nl | E-ISSN 2211-2898 | print ISSN 0615-0505

BMGN - Low Countries Historical Review | Volume 129-4 (2014) | review 99

Dries Raeymaekers, One Foot in the Palace: The Habsburg Court of Brussels and the

Politics of Access in the Reign of Albert and Isabella, 1598-1621 (Leuven: Leuven University

Press, 2013, 366 pp., ISBN 9789058679390).

De hofhouding van vroegmoderne vorsten werd (te) lang vanuit een soort antiquarische interesse bestudeerd: het ceremonieel van hovelingen in de nieuwe tijd leek immers niet te rijmen met het gelijktijdig opkomend bureaucratisch bestuursapparaat. Het inmiddels stevig gevestigde domein van court studies heeft daar grondig verandering in gebracht: het vroegmoderne hof wordt niet langer beschouwd als een soort anachronistisch fossiel van vervlogen middeleeuwse tijden, maar als een locus van macht en toegang tot de vorst, een ruimte waarin beslissingen over staat, oorlog en vrede mede vorm kregen. Historici als David Starkey en Jeroen Duindam hebben met methodologische en historiografische bijdragen sterk meegewerkt tot de inhoudelijke vernieuwing van vroegmoderne

hofstudies in het bijzonder, en vroegmoderne politieke cultuur in het algemeen. Dries Raeymaekers brengt hun aanbevelingen hier in de praktijk. Hij doet dat aan de hand van een concrete maar niettemin vaak bediscussieerde gevalstudie: de hofhouding van Albrecht en Isabella tussen 1598 en 1621, wanneer beide aartshertogen door de Akte van Afstand een verregaande (maar nooit volledige) soevereiniteit over de Nederlanden hadden gekregen van de Spaans-Habsburgse vorsten. Over deze aartshertogelijke hofhouding was natuurlijk al één en ander bekend door de rijk geïllustreerde uitgave van essays over de aartshertogen onder redactie van Werner Thomas en Luc Duerloo

(Turnhout 1998), die reeds ruimschoots aandacht schonken aan hof, kunst en ceremonie. Dries Raeymaekers onderzoekt hier echter de hele hofhouding van naald tot draad: van de kapel tot de wacht, van de cámara tot de caballeriza.

De grondigheid van deze gevalstudie biedt een belangrijk voordeel: het boek haalt de aartshertogen weg uit het steriel geworden debat over hoe soeverein die

aartshertogen nu precies waren, en het ontkracht oude conclusies van Joseph Lefèvre uit 1924 als zou een ‘Spaans ministerie’ het boeltje in Brussel overgenomen hebben (een visie die overigens nog tot 1998 doorsijpelde in publicaties van James Tracy). In de plaats daarvan brengt Raeymaekers een neutrale studie over doel, werking en impact van een belangrijk onderdeel in de machinerie van de vroegmoderne politiek. De voornaamste vaststelling van het eerste deel van zijn studie is misschien wel simpelweg dat de

(2)

huwelijk in 1598 herorganiseerden ze hun hofhouding op ‘Spaanse’ (i.c. Bourgondische) leest, met bijhorend ceremonieel en compartimentering van het dagdagelijkse hofleven. Deze herstructurering was, zo argumenteert de auteur overtuigend, een doelbewuste rehabilitering van het hof nadat dit tijdens de Opstand was gedecimeerd; tegelijkertijd impliceerde de hervorming ook een stellingname van de aartshertogen als

semi-soevereine vorsten in het machtsspel van Habsburgse hoven in Europa. De invoering van het Spaanse ceremonieel verschijnt zo niet langer als een complot van hypocriete

Spanjaarden, maar als een symbolische zet van leden van de Habsburgse dynastie. Tijdens hun regime zouden de aartshertogen ook belangrijke architecturale wijzigingen aan het Coudenbergpaleis doorvoeren, en de reeds indrukwekkende hofhouding gestaag en zichtbaar uitbreiden, met als doel steeds meer adel uit de Habsburgse Nederlanden letterlijk en figuurlijk aan het hof te brengen, ook al bracht dat zware financiële

kopzorgen met zich mee. De auteur toont duidelijk dat de selectie gebeurde aan de hand van een hele reeks criteria (afkomst, geslacht, ervaring, netwerken et cetera), waardoor de precieze uitkomst ervan – een reeks edelen met Spaanse of Italiaanse origine op sleutelposities – nooit op voorhand vastlag, en zeker niet behoorde tot een vooraf vastgelegde Grand Strategy van de aartshertogen.

In een tweede deel verschijnt het hof minder vanuit een institutioneel perspectief, maar vanuit de vraag waar macht en politiek zich nu precies situeerden aan, in en rond het hof. Daarbij vertrekt Raeymaekers van het historiografisch dominant concept van ‘toegang’ tot de vorst (wie mag fysiek welke ruimte betreden, al dan niet in het bijzijn van de vorst? of wie mag welke handeling – zoals opstaan, eten, slapen, etc. – bijwonen?). Vroegmoderne vorsten wilden dan wel als toegankelijk overkomen, maar toch

reguleerden ze sterk wie hen kon benaderen: kortweg, zo blijkt, hoe meer privileges of hoffuncties, hoe dichter men tot de vorst kon komen, en hoe meer men vernam, kon vertellen en/of verder vertellen. Bovendien, zoals de auteur betoogt, werden deze intimi steeds vaker ingezet als ‘oren en ogen’ van de vorst, zowel als provinciegouverneurs ten lande, bevelhebbers ten velde, of als diplomaten op het Europese schaakbord. Zo

probeerden de aartshertogen de inheemse en internationale adel aan de Habsburgse dynastie te binden, zeker toen bleek dat hun huwelijk geen vrucht zou baren en de

Nederlanden zouden terugvallen aan de Spaanse kroon. In één enkel geval (uitgewerkt in het laatste hoofdstuk) groeide de geprivilegieerde toegang uit tot zelfs een favorietenrol: Rodrigo Niño y Lasso, graaf van Añover, cumuleerde de drie belangrijkste hoffuncties (en uiteindelijk ook gages) en oefende grote politieke invloed uit in de politieke raden (zeker op vragen van oorlog en vrede). Añover opereerde misschien wel naar het voorbeeld van zijn eigen voormalige patroonheer, de hertog van Lerma, toen de gran valido van Filips III. Ook dit tweede deel komt tot dezelfde conclusie: macht verwerven aan het

aartshertogelijke hof verliep niet volgens ‘nationale’ lijnen, maar wel volgens een

complex samenspel van afkomst, vertrouwen winnen en vooral dat weten te behouden. Dit boek is niets minder dan een huzarenstukje: hofordonnanties en vele

(3)

wijze materiaal uit verschillende archieven geïntegreerd in een mooie (en vaak ook statistisch onderbouwde) analyse. Hij slaagt er daarbij in Spaanse historiografie te

ontsluiten in een eerder Angelsakische geïnspireerde en gerichte studie. Misschien kan als kanttekening vermeld worden dat het genderaspect toch wat onderbelicht blijft in een studie die daar gemakkelijk aanleiding had kunnen toe geven (over aartshertogin Isabella is reeds veel in die zin gebeurd), but you can’t have it all. De studie draagt vooral bij tot het ontkrachten van nationale historiografische kaders over deze aartshertogen, zoals recent ook in verschillende biografische bundels en monografieën is gebeurd door Luc Duerloo et alia. Bovenal zal de lezer een levendig, bijzonder vlot geschreven en vooral gestructureerd verhaal vinden over hovelingen en hun vroegzeventiende-eeuwse leefwereld.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De onderliggende competenties zijn: Samenwerken en overleggen, Vakdeskundigheid toepassen, Materialen en middelen inzetten, Instructies en procedures opvolgen, Op de behoeften

The author introduced a survey as an identified and preferred tool in addressing the issues of generalisation in the appraisal of Immigration Officers stationed at IMS, O R

The measured sensitivity curve is related to the resistivity curve of silicon as a function of tem- perature (figure 2) in two ways: a) the power flow from heater to

The Minister of Security and Justice has asked, in response to a concrete case, for a study of possible abuses in the world of sadomasochism or, as practitioners nowadays use to

Regarding the effect of the measure on access to justice, one would expect an im- pact on the behavior of (potential) claimants as well as defendants. Claimants in these cases

In deze tweede fase zal tevens meer aandacht besteed worden aan de effecten van de heterogene mesttoediening t.g.v. beweiding op

Twee ruwvoerrantsoenen worden hier- voor onderzocht; een rantsoen van 100 % gras- kuil en een rantsoen 50 % graskuil en 50 % snijmais.. In de ligboxenstal van De Vlierd worden

Bijlage 1: Overzicht potplantenkassen Kastanjelaan Bijlage 2: Overzicht verdeling planten over een tafel Bijlage 3: Volgorde waarin de metingen gedaan zijn Bijlage 4: Planthoogte