• No results found

Die goede nieuwe tijd : urban jeugdcultuur van binnen en buiten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Die goede nieuwe tijd : urban jeugdcultuur van binnen en buiten"

Copied!
53
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

die goede nieuwe tijd urban ontwerper Jochem Joosse AKV/St. Joost

2006

die goede nieuwe tijd

urban jeugdcultuur van binnen en buiten

Jochem Joosse AKV/St. Joost 2006

(2)
(3)

inleiding

• Een sociaal verschijnsel 4

•• Het enige ‘urbanblad’ met toekomst 6

een

• Urban cultuur 9

•• De rol van muziek 10

••• Identiteit 13

•••• Vermainstreaming 19

twee

• Cultuurverhouding 20

•• Drie reacties 21

••• Van tegencultuur tot cultuur 25

drie • Levensstijl expressie 27 •• Straattaal 28 ••• Visuele expressievormen 29 •••• Fysieke expressie 32 vier • Cultuur in beeld 33 •• Muziekzenders 34 vijf • Frederic Jameson 37 •• Pastiche 38 ••• Schizofrenie 39 zes • Tegencultuur 42 •• Andersglobalisten 43 zeven • Samenvatting 46 acht • Conclusie 47 negen • Bronnenlijst 50 inhoud 3

(4)

Een sociaal verschijnsel

Je bent jong en je wilt wat. De wereld verkennen en je plaats daar-binnen bepalen. Plezier maken met leeftijdgenoten en af en toe eens helemaal uit je dak gaan. Grenzen aftasten en er soms ook overheen gaan. Het bestaan van jongerenculturen lijkt vandaag de dag als vanzelfsprekend, maar is historisch gezien nog jong. Zij dateren van de tweede helft van de jaren vijftig, wanneer voor het eerst aan zogenaamde randvoorwaarden wordt voldaan: voldoende vrij te besteden geld en vrije tijd. Aanvankelijk stuiten zij op forse tegenstand van ouders, scholen, kerken en andere autoriteiten. Een jongerencultuur is, zoals de naam aangeeft, geformeerd op basis van leeftijd. Het gaat hier om de periode waarin jongeren een toenemende zelfstandigheid krijgen, maar nog geen volledige ver-antwoordelijkheid voor een loopbaan of gezin dragen. Het betreft hierbij jongeren van twaalf, wanneer ze hun intrede doen in het vervolgonderwijs, tot eind twintig waarop afgestudeerde jongeren aan het werk gaan.1

Een deel van de reden voor de keuze van het onderwerp jeugdcul-tuur ligt hem in het feit dat ik, ten tijde van het schrijven van deze scriptie, 23 jaar ben en daarmee deel uitmaak van een jeugdcultuur waar ik weinig vanaf weet. Welke jeugdcultuur is dit en waar komt ze vandaan?

De leden van een jeugdcultuur besteden veel tijd, geld en aandacht aan het cultiveren van de juiste stijl. Deze verwijst naar waarde,

normen en opvattingen, kortom een identiteit. Wat is de identiteit achter de jeugdcultuur waar ik deel van uitmaak. Hoe geeft deze jeugdcultuur expressie aan die identiteit oftewel hoe treedt ze naar buiten?

Jongeren subculturen kennen over het algemeen geen langdurig bestaan. Sommigen vinden geen aanhang en doven uit. Andere krijgen juist een enorme schare volgelingen, waardoor het subcul-turele karakter verloren gaat. Welke ontwikkelingen maakt de hui-dige jeugdcultuur door of heeft ze net doorgemaakt?

Het huidige maatschappelijke systeem, de consumptie maatschap-pij en de aanwezigheid van nieuwe media moeten invloed hebben gehad op de zogenaamde Internet Generatie en zijn specifieke jeugdcultuur. Hoe reageert de jongerencultuur op deze externe invloeden?

Het ander deel van de reden voor de keuze van dit onderwerp heeft met het ontwerperschap te maken. Wat is de inhoudelijke kwaliteit van de huidige beeldtaal en communicatie gericht op de jeugdcul-tuur? Wat voor perspectief biedt dit mij als grafisch ontwerper? Mijn doel van deze scriptie is tweeledig. Enerzijds wil ik onderzoek doen naar en tot inzicht komen over de jeugdcultuur waar ik zelf deel van uitmaak. Anderzijds wil ik me verdiepen in kwaliteit van de jeugdculturele beeldtaal en communicatie zodat ik deze kan re-flecteren op de positie die ik in wil nemen als grafisch ontwerper.

1. K. de Leeuw, Jong! Jongerencultuur en stijl in Nederland 1950-2000

inleiding

(5)

Om enigszins een kader te bepalen omtrent mijn eerste vraagstel-ling haal ik een artikel aan van Menno Pot uit de Volkskrant van woensdag 15 augustus 2005. Dit artikel verwoord tevens een be-langrijke ontwikkeling voor de jeugdcultuur op Nederlandse bo-dem.

(6)

Het enige ‘urbanblad’ met toekomst

‘Urban lifestyle in Nederland: hotter dan ooit!’, lezen we op de cover van Vibe. Het verklaart waarom Nederland het eerste land buiten de VS is waar het tijdschrift een eigen editie heeft gekregen. Goed opletten in de kiosk, want de Nederlandse editie heeft dezelfde cover en hetzelfde (vertaalde) omslagartikel als het Amerikaanse juninum-mer. Dikke kans dat de nummers in het schap naast elkaar liggen. Dat urban ‘hot’ is, zien we allemaal wel zo’n beetje (en anders heb-ben we het wel ergens gelezen), maar het probleem blijft dat ei-genlijk nog steeds niemand een precieze definitie kan geven. Op de website www.vibe.nl is er dus maar meteen een poll aan gewijd: ‘Wat betekent urban in Nederland?’ De meeste stemmers vinden dat de term primair op popmuziek slaat, vooral hiphop, R&B en dance-hall.

Zo zag de redactie het ook. Op het omslag prijst het blad zichzelf uitsluitend aan met verhalen over muziek: het coververhaal over Faith Evans (weduwe van rapper Notorious B.I.G. en volgens rod-dels tevens scharrel van Tupac Shakur) en interviews met de Neder-landers Brainpower en Raymzter. De Amerikanen pronken naast Evans met Beenie Man en Fat Joe. Vibe richt de schijnwerper ook op Nederlands raptalent: Heavy, Jay Colin, Ziggy, Morocka en Gio. Heel goed, want als urban hier zo ‘hot’ is, moet je dat ook uitdragen. De Nederlandse Vibe manifesteert zich nadrukkelijk als Nederlands, en dat is te prijzen. Op de website geeft slechts een enkele stemmer

in de poll aan dat hij de Nederlandse urban cultuur een kopie van de Amerikaanse vindt. Die gedachte draagt Vibe ook uit.

Wat naast de muziek verder deel uitmaakt van de urban lifestyle? We bladeren door het tijdschrift, dat er (het moet gezegd) voortref-felijk uitziet: films, een make-over, tips voor volle, glanzende lippen en veel sportkleding in zowel advertenties, koopjesrubrieken als in een fotoreportage. Aan prestigieuze adverteerders is zo te zien geen gebrek, en tegen de grote Amerikaanse broer is het natuurlijk pret-tig aanleunen. Vibe wekt de indruk een blijvertje te zijn. Aan alle voorwaarden lijkt voldaan.

Het probleem is: daarmee ben je er in de ‘urban cultuur’ nog niet. De grote risicofactor is de doelgroep, waarop platenmaatschappijen, concertpromotors en partyorganisaties zich allemaal de tanden stuk beten. Urban kids weten amper nog wat een platenzaak is (de cd-recensies achter in het blad zijn gewoon downloadtips) en Missy Elliott of 50 Cent zien ze net zo lief op de draaitafel van een goede deejay, als in levende lijve op een podium. Grote, dure festivals? Je krijgt ze er met geen stok naartoe.

De vraag is: gaat die doelgroep, die alleen nog in een tastbaar pro-duct is geïnteresseerd als je het kunt aantrekken, opeten of opdrin-ken, een kiosk binnenlopen om vier euro neer te tellen voor een tijd-schrift? We zullen het snel weten, maar één ding staat wel vast: als ‘Vibe NL’ het niet redt, redt geen enkel urbanblad het.2, afb. A ••

(7)

Hier heb ik mijn twijfels bij. Niet of Vibe NL het wel of niet redt. Deze vraag interesseert me niet zo. Hier wordt gesuggereerd dat als Vibe NL het niet redt, geen enkel urbanblad het redt. Vibe NL is dus het blad dat de gevoelige snaar zou moeten raken bij de urban jeugdcultuur.

De meeste Vibe-websitebezoekers, en daarnaast poll-deelnemers, vinden dat urban in Nederland primair op popmuziek slaat, vooral Hiphop, R&B en Dancehall. De redactie van Vibe ziet dit ook zo, en prijst het blad op de omslag aan met uitsluitend verhalen over mu-ziek. En als het blad opengeslagen wordt en de rest van de urban-lifestyle met film, een make over, tips voor volle, glanzende lippen en sportkleding, wordt aangeduid dan slaan, naar mijn mening, de poll-deelnemers, de Vibe-redactie en de Volkskrant de plank vol-ledig mis. Wat houdt de term urban cultuur dan in? Hierna volgt een beknopte omschrijving waar de term vandaan komt en wat ze globaal inhoud.

(8)

afb. A. Het eerste nummer van VIBE in Nederland. Adformatie 2004 8 afb. A

(9)

Urban Cultuur

We worden vandaag de dag steeds vaker geconfronteerd met ge-integreerde Engelse termen. De wereld van de kunst en cultuur verrijkte zich met termen als ‘public art’, community art’, ‘sonic fiction’ en sinds kort ‘urban culture.’

Nieuw is het begrip urban culture niet. De oudste variant is de academische traditie, waarmee wetenschappelijk onderzoek naar grootstedelijke culturele bewegingen en ontwikkelingen werd aan-geduid. Een tweede variant van urban culture betreft de kunste-naars en activisten van de jaren tachtig en negentig, die de groot-stedelijke cultuur als uitgangspunt voor hun werk gebruikten. Een voorbeeld vinden we in het in Amsterdam gevestigde 66 East: Cen-tre for Urban Culture.

De huidige urban culture staat voor een toonaangevende jeugdcul-tuur, typerend voor de hedendaagse grootstedelijke samenleving. Op deze actuele variant, volgens het magazine Vibe ‘hotter dan ooit’, wil ik nader ingaan.

De term ‘urban culture’ wordt te gemakkelijk gebruikt als politiek correct synoniem voor de vergane term allochtone cultuur. ‘Urban culture’ omvat echter een grotere variatie van culturele uitingen in een stedelijke samenleving. Het verbindt globale culturele ver-schijnselen met lokale culturele verver-schijnselen. Urban is mondiaal te vinden, maar lokaal afhankelijk van bevolkingssamenstelling, artistieke en culturele voorkeur van een specifieke stad.3

Het is iets totaal nieuws dat de jongeren bindt. Het urban-gevoel is dat onze jongerenmaatschappij een mix-cultuur is geworden, en daar wil men bij horen. De cultuur is diffuus, complex en veelom-vattend. Het heeft jongeren met verschillende culturele achtergron-den verenigd, en dat is het unieke en de verdienste van deze stadse lifestyle.

Met urban duiden Nederlandse platenwinkels of discotheken door-gaans hiphop, R&B, soul en 2step aan, maar urban culture onder-scheidt zich door een breder spectrum aan culturele uitingen, on-der anon-dere: taal, poëzie, straatkunst en mode. Een aantal grootste-delijke lifestyles zijn samengevat onder de noemer ‘urban culture.’4

een

3. Siebe Thiessen, Wat is ‘urban culture’? (my Adidas) 2005

(10)

De rol van muziek

De relatie tussen jongeren en muziek is een zeer specifieke en van doorslaggevende betekenis voor de totstandkoming van een jeugd-cultuur. Alle jongerenculturen worden in meer of mindere mate gekenmerkt door een bepaalde mix van stijl, gedachtegoed, taalge-bruik, rituelen en muziek. Bij een aantal jeugdculturen is muziek zelfs het leidende principe voor de totstandkoming ervan en in die gevallen heeft de subcultuur zelfs de naam van de muziek gekre-gen.5

Om de actuele urban-ontwikkelingen enigszins op waarde te schat-ten is het belangrijk de oorsprong van de muziek te belichschat-ten. De basis voor de urban culture is, in het midden van de jaren negen-tig, ontstaan in de Verenigde Staten. De bewegingen die noodzake-lijk voorafgingen aan en vele deuren openden voor de Nederlandse urban cultuur omschrijf ik hierna.

Hiphop

Hiphop begint in New York City in de jaren tachtig, wanneer Jamaicaanse jongeren de deejaycultuur, introduceren. Door toe-voeging van beats en een nieuwe wending aan toasting, een Ja-maicaanse benaming voor ritmisch snel praten, gebruikt door de deejays, ontstaat rap. De Jamaicaan Kool Herc wordt nog steeds gezien als grondlegger van de toen subculturele beweging hiphop. Begeleiding door beats en scratches voortgebracht door een geniale bediening van vinylplaten op twee platenspelers was revolutionair.

Grandmaster Flash, eveneens afkomstig uit de Caraïben, beheerste de kunst van het turntablisme, die hij leerde van pioniers als deejay Pompadoo. Muzikaal was hiphop revolutionair. Met de nadruk op beats provoceerde hiphop de melodie en harmonie uit de blanke popmuziek.

Tot ongeveer het midden van de jaren tachtig was hiphop een alter-natieve, underground jeugdbeweging, tegen de commercie en het gedachtegoed van de gevestigde orde. Hiphop won echter veel ter-rein en veroverde de harten van blanke jongeren uit de New Yorkse graffiti cultuur en clubcircuit. Dit enorme, onverwachte succes bracht een nieuwe ontwikkeling op gang: Hiphop werd geleider voor ondernemerschap gebaseerd op de stedelijke straatcultuur, ofwel urban cultuur.6

R&B

R&B is momenteel een erg belangrijke muziekstijl, en is genoemd naar een muziekgenre uit de beginjaren zestig: de Rythm and Blues. De naam bevat twee elementen: allereerst het ritme dat mensen motiveert tot dansen en als tweede de blues die verwijst naar de roots van de Afro-Amerikaanse muziek.

R&B is een rustgevende populaire muziekcultuur die ontstond midden jaren negentig in de Verenigde Staten. Anders dan bij de Hiphop-protestcultuur staat R&B voor welvaart, vrijheid,

••

5. K. de Leeuw, Jong! Jongerencultuur en stijl in Nederland. 2000

(11)

individualiteit en multiculturaliteit. R&B is plezierige muziek waarin melodie weer belangrijk werd, bedoeld voor sexueel getinte dansstijlen. De teksten gaan over thema’s als liefde, verlangen, ver-leiding, uiterlijke verschijning, faam en rijkdom.

R&B is een heterocultuur waar de mannen een imago hebben van jagers op buitengewoon mooie vrouwen. De vrouwen op hun beurt, bezingen hun onafhankelijkheid en gelijke positie, met Destiny’s Child als grote voorbeeld.7

Soul

Soul is de naam van een muziekstijl ontstaan uit de Rythm and Blues en gospelmuziek. Het kwam op in de jaren zestig van de vo-rige eeuw en leefde vooral onder de Afro-Amerikaanse bevolking in het zuiden van de Verenigde Staten. Een soulgroep bestaat uit een enkele zangeres of zanger met ondersteuning van een band bestaande uit een ritmesectie en koperblazers. De naam Soul staat voor Sound Of United Love. Enkele bekende Soul-artiesten zijn: Ray Charles, Sam Cooke, Aretha Franklin, Marvin Gaye, Otis Red-ding en James Brown.8

Reggae

De Reggaemuziek ontstond eind jaren zestig op het Caraïbische eiland Jamaica. Reggae wordt tegenwoordig gebruikt als overkoe-pelende term voor een aantal Jamaicaanse muziektypes waaronder: Ska, Rocksteady, Dub, Dancehall en Ragga. Reggae wordt regelma-tig met het Rastafarianisme geassocieerd omdat een aantal promi-nente Reggae-figuren hierdoor waren geïnspireerd. Reggae heeft echter meerdere onderwerpen dan het Rastafarigeloof. De belang-rijkste zijn: maatschappelijk betrokken onderwerpen, historisch besef, liefde en sex.

Reggae is karakteristiek door zijn ritmiek met een slag op de laat-ste beat, gespeeld door de ritme gitarist. Deze slag wordt ook wel de ‘bang’ genoemd. Hoofdrolspelers van de Reggae-muziek waren Bob Marley, Jimmy Cliff en Peter Tosh.

Tegenwoordig is Dancehall de populaire Reggaevariant onder de urban cultuur. Dancehall heeft een sneller ritme dan Reggae, voort-gebracht door de ‘up tempo’ drums. Dancehall dankt zijn naam aan de populaire Jamaicaanse uitgaansgelegenheden waar deze muziek werd gemaakt door een deejay. Dancehall staat niet alleen voor de muziek, maar ook voor de ruimte en de cultuur waar mu-ziek, dans en gezelschap samenkomen. Dancehall beleeft een twee-de hoogtepunt op het moment. Nadat Yellowman en General Echo in ’89 succes genoten zijn nu Sean Paul, Beenie Man en Shaggy razend populair.9

7. T. Palmaerts, R&B Glitter. 2005 8. http://nl.wikipedia.org/

(12)

2Step

2Step, ook wel bekend als Two Step of Two Step Garage, is een ty-pisch moderne Britse dansmuziek. De wortels van de 2Step liggen in de ‘Garage’ van de Verenigde Staten. Een housemuziek variant genoemd naar de New Yorkse club Paradise Garage, waar een aan-tal deejays deze muziek introduceerde.

Op het moment dat Jungle & Techno hoogtij vierden in de Engelse discotheken werd Garage in de kleinere zalen gedraaid. Omdat Jungle sneller was, werd de Garage snelheid opgevoerd zodat ook het Jungle publiek de 2Step-voorloper konden waarderen. 2Step is een stijlensoep van voornamelijk House, Jungle, R&B en Hiphop. De muziekstijl heeft de afgelopen jaren een breed spectrum aan verschillend klinkende tracks opgeleverd. Wat alle 2Step-producties verbindt, zijn de logische drumpatronen. Dit toendertijd vernieu-wende patroon lag aan de basis voor de overgang van Garage naar 2Step. Uit de Garagemaat werden de tweede en vierde bas verwij-derd. Het producersduo The Artfull Dodger en Mark Hill stonden samen met Craig David aan de basis van de 2Step-scene.10

(13)

Identiteit

Welke muziek jongeren als ‘mooi’ ervaren, verschilt nogal. Voor-keur voor een bepaald genre popmuziek valt ten eerste te verklaren uit de identificatie met de inhoud van de songs. Jongeren zoeken muziek die aansluit bij hun belevingswereld. In de meeste muziek draait de tekst om liefde, seksualiteit, verdriet of om het vinden van die ene ware, kortom de voorkeur gaat uit naar romantische pop-songs.

In sommige muziekstijlen reflecteren de songteksten het bestaan binnen het sociale milieu waaruit zij stammen. Zij geven vorm aan de angsten en verlangens die onder hun publiek sluimeren. Teksten van muziekstijlen uit een minder bedeeld sociaal milieu hadden dan ook vaak een politieke lading of handelen over de pro-blematiek uit het alledaagse leven.

Zo ook de muziek waar de urban jeugd naar luistert. De verschil-lende populaire muziekstijlen zijn niet nieuw en hebben allemaal een eigen ontwikkeling doorgemaakt. Voorheen gebruikte men deze muziek als middel voor het uiten van een overtuiging. Per-sonen met de meest uitzichtloze posities kregen via muziek een kans hun stem te laten horen. De overtuiging stond aan de basis en bepaalde het karakter van de muziekstijl. Hoewel de bedoelingen van de voorlopers van het eerste uur in veel gevallen vergeten zijn en oude normen en overtuigingen zijn vervangen door nieuwe of compleet verdwenen zijn, is het interessant alsnog tot inzicht te komen wat de avant-garde van de muziek bewoog.11

•••

(14)

Roots Reggae

Roots Reggae is de naam voor de op het Rastafarigeloof geïnspi-reerde Reggae. Het Rastafarigedachtegoed ontwikkelde zich tot een Jamaicaanse versie van het christelijk geloof. Het is gebaseerd op de Bijbel en de verering van ‘Jah’ ofwel God. De Jamaicaanse zwart-bewustzijn-leider Marcus Garvey werkte het geloof begin twintigste eeuw verder uit. Garvey spande zich in voor de terugkeer van alle zwarte mensen naar Afrika. Tevens geloofde hij in de komst van een zwarte messias. Ethiopië, het stamland van de Jamaicaanse voorma-lige slaven, kwam centraal te staan in het Rastageloof. Garvey’s vol-gelingen zagen de Ethiopische Ras (prins) Tafari Makonnen als mes-sias. Het geloof kreeg zijn naam. Later werd hij keizer Haile Selassie van Ethiopië en werd hij als afgezant van God op aarde vereerd. Hij gaf zichzelf de titel van onoverwinnelijke leeuw van de stam van Juda, waardoor de leeuw een belangrijk rastasymbool werd. In Europa werd Rastafari een levenshouding waarin iedereen zijn eigen keuzes moet kunnen maken. Het ging erom je eigen weg te kunnen zoeken en trouw te zijn aan jezelf. Iedereen heeft een gave, zoek uit wat die is en ga daarmee verder.

De Reggae werd ook gebruikt voor politieke doeleinden. Blanke po-litieke tegenstanders zorgden voor een burgeroorlog op Jamaica. De Amerikaanse CIA en de communisten hadden beide tegengestelde belangen in de toekomst van Jamaica, en zetten de Jamaicanen te-gen elkaar op. Reggae pleitte voor geweldloosheid en betere betrek-kingen tussen blank en zwart.12, afb. B

(15)

Hiphop als identiteit

In veel discussies over de multiculturele samenleving wordt Ame-rika vaak aangehaald als het goede voorbeeld. De Verenigde Staten als ideaal, waar alle burgers, ongeacht welke huidskleur, op goede voet met elkaar samenleven. De werkelijkheid is minder rooskleurig. Waar de Amerikaanse vlag voor ‘the land of opportunities’ zou staan, zijn veel Afro-Amerikanen zich bewust van het heden en recente verleden.

De afschaffing van de slavernij heeft er niet voor gezorgd dat die ‘opportunities’ ook in praktijk voor iedereen gelijk zijn. Afro-Ame-rikaanse mannen hebben in de Verenigde Staten nog steeds een statistisch hogere kans om verdacht te worden van een misdrijf en in de gevangenis te komen dan hun blanke medeburgers. De werk-loosheidscijfers liegen er niet om. De Verenigde Staten tellen een bevolking van grofweg 296 miljoen mensen en een werkloosheids-percentage van 5,5 procent. Dat wil zeggen dat 16,8 miljoen mensen werkloos zijn. Van deze 16,8 miljoen mensen is 4,3 procent blank en 16,6 procent van Afro-Amerikaanse of Latijns-Amerikaanse afkomst. Het aantal blank-Amerikaanse werkloze bedraagt hiermee 0,7 mil-joen mensen, en niet-blank-Amerikaanse werkloze 2,8 milmil-joen.13 Rassensegregatie is een wettelijke vastgelegde discriminatie op basis van ras, waarbij de verschillende rassen, in een samenleving, van elkaar gescheiden worden. Deze vorm van segregatie wordt vaak doorgevoerd door middel van aparte faciliteiten en wetgeving voor de verschillende bevolkingsgroepen.

In de Verenigde Staten bestond een lange traditie van rassenschei-ding, die geregeld werd door de zogenaamde Jim Crow-wetten. De wetgeving die de afstammelingen van de Afrikaanse slaven beper-kingen oplegde, werd ingevoerd in de decennia na de Amerikaanse burgeroorlog, met name in de zuidelijke staten. Deze wetgeving werd in 1964 met de Civil Rights Act afgeschaft. Tot die tijd moes-ten Afro-Amerikanen op veel plekken gebruik maken van aparte restaurants, openbare toiletten en scholen. Een aantal staten kenden zelfs wetten die het verboden dat Afro-Amerikanen met blanke Ame-rikanen trouwden.14

Burgerrechtenactivisten zoals de in 2005 overleden Rosa Parks en de in 1968 vermoorde Martin Luther King, en organisaties als de NAACP probeerden de wettelijk vastgelegde rassensegregatie af te schaffen.afb. C, D

Andere landen die een geschiedenis van rassenscheiding kennen, zijn het Nazi-Duitsland met de Nuerenberger-wetten, die de Joden in de jaren dertig tot een afgescheiden bevolkingsgroep maakten, en Zuid-Afrika kende van 1948 tot 1994 de ‘apartheid’.

Public Enemy noemde Hiphop ooit ‘het zwarte CNN’. Een alterna-tief voor de traditionele door blanken gedomineerde media. Het was het medium voor de Afro-Amerikaanse jeugd om hun visie op de wereld te verkondigen, met enkel twee draaitafels en een microfoon. Soms zelfs zonder apparatuur, in een kring op een hoek van de

13. http://www.cia.gov/cia/publications

(16)

straat, ‘een cipher’, rappend bij vocale ritmes van een human beat-box. Een medium waar traditionele regels niet meer gelden. Nigger is geen scheldwoord meer van blanke buitenstaanders maar een geuzennaam waar de Afro-Amerikaan trots op is.afb. E

Hiphop werd een speurtocht naar de Afro-Amerikaanse identiteit. Deejays gaven hun visie op de muziek- en cultuurgeschiedenis door het combineren en rangschikken van scratches en samples met aan hun zijde de rapper die de achtergestelde positie van min-derheden in de Verenigde Staten in grove straattaal aan de kaak stelde.

De rapgroep N.W.A. (Niggers With Attitude) schetste de harde situ-atie van het straatleven in de Amerikaanse achterbuurten, en daag-de daag-de gevestigdaag-de ordaag-de uit. Ze kregen een officiële aanklacht van daag-de FBI, en een superster status onder de nieuwe generatie jongeren. Het zoeken naar rebellen is van alle tijden. Dat geldt ook voor de jongeren van eind jaren tachtig. Of is dit niet van alle tijden? De kracht van de straatcultuur is vandaag de dag compleet ver-dwenen. Het commerciële succes heeft de inhoud van de ‘lyrics’ veranderd van maatschappelijk verzet naar de karikaturale imago hooghoudende teksten. De inspiratie lijkt nu eerder een combina-tie uit pornofilms, de Jerry Springer Show en slechte misdaadfilms voort te komen dan uit de drang achtergestelde jongeren een stem te geven. De meest bekende rappers hebben hun cultuur in de uitverkoop gedaan. De rebellen van weleer zijn marionetten van

de markt geworden. Het lijkt erop dat ook hiphop, net als andere jeugdculturen zal worden overgenomen en opgeslokt door de blan-ke zablan-kenwereld. Het blijft echter wel een cultuur die hen het gevoel van trots en eigenwaarde geeft. Hiphop is het bewijs dat de Afro-Amerikaan op eigen kracht iets kan bereiken, in een samenleving waarin hij minder kansrijk is.15, afb. F

(17)

afb. B afb. C afb. D

afb. B. Keizer Haile Selassie van Ethiopie.

afb. C. Arrestatie van Rosa Parks. http://mit.edu/ran/Public/MLK%20Slides/

(18)

afb. E afb. F

afb. E. S. van Stapele, Van Brooklyn naar Breukelen. 2002

(19)

Vermainstreaming

Jongerensubculturen kennen over het algemeen geen langdurig bestaan. Sommige doven na enige tijd uit doordat er geen nieuwe aanhang bijkomt en oudere leden er genoeg van hebben. Andere trekken juist een enorme schare volgelingen aan, waardoor zij het subcultureel karakter verliezen en mainstream worden.

Vermainstreaming betekent dat het gedachtegoed verwatert en de levenstijl wordt omgezet in een consumptieve stijl. In deze fase worden de al in de subcultuur actieve producenten commerciële ondernemers en/of buitenstaanders betreden de markt.

Ontdekking van de zwarte consument door multinationals uit de Verenigde Staten stuurde de marktwaarde van de ‘urban cultuur’ naar ongekende hoogte. Russel Simmons was een van de eersten die tot dit inzicht kwam. Hij vergaarde een fortuin met het suc-cesvolle Def Jam label, waartoe onder andere LL Cool J, Run DMC, Public Enemy en de Beasty Boys behoorden. Vervolgens schoot hij in de roos met de oprichting van zijn eigen kledinglijn Phat Pharm. Hiphop veranderde snel van een ‘sonic fiction’, voornamelijk op geluid gebaseerde cultuur, in de urban cultuur ofwel ‘visual fiction.’ Een beeldcultuur waarin lifestyle, design, mode, commercials, vi-deoclips, glossies, dvd’s en fotografie de actuele ontwikkelingen bepalen. Hedendaagse Hiphop gaat steeds minder over beats, rhy-mes en maatschappij kritiek, maar veel meer over imago, lichame-lijkheid en maatschappelijk succes.

Er is een duidelijk onderscheid te maken tussen uitingen van de vooroplopende jeugdcultuur, zonder enige commerciële belangen, en de dominante cultuur die graag een graantje mee wil pikken in de stijgende populariteit van de urban cultuur. Wat is de actuele cultuurverhouding en welke ontwikkelingen liggen hieraan ten grondslag? De interventie van de dominante cultuur heeft vergaan-de gevolgen voor ievergaan-dere jeugdcultuur. Aan vergaan-de hand van enkele voor-beelden komt het resultaat van onvermijdelijke interactie tussen de dominante- en de tegencultuur naar voren.16

••••

(20)

Cultuurverhouding

Het woord cultuur komt van het latijnse ‘colere’ wat bebouwen, verzorgen, vereren of bewonen betekent. Het begrip heeft in de geschiedenis meerdere betekenissen achtergelaten, die in verschil-lende mate afwijken van de oorspronkelijke. Het is daarom belang-rijk om duidelijk te maken hoe cultuur gedefinieerd en toegepast wordt. We maken hierbij gebruik van het onderscheid tussen hoge en lage cultuur.

Tot aan het begin van de twintigste eeuw verwees cultuur naar dit samenhangende niveau van beschaving, uitgedrukt in een term als de schone kunsten. Het stond voor verrijking van de geest en verheffing boven de ‘gewone mensen’, die weinig met kunst en beschaving van doen hadden. Onder deze cultuuropvatting vallen kunstuitingen als: klassieke muziek, literatuur, beeldende kunst, architectuur en serieus theater. Het werd ook wel elite-cultuur ge-noemd en verwees naar een kleine ‘gecultiveerde’ groep mensen. Een meer actuele opvatting van cultuur ontstond na de Tweede Wereldoorlog. Door de industrialisatie ontstond een andere vorm van cultuurbeleving. In plaats van aan familie of directe leefomge-ving ontlenen individuen steeds vaker hun identiteit aan commer-ciële produkten en de massamedia. Mensen kregen meer vrijheid voor het inrichten van hun eigen leven, waarna de sociale weten-schappen meer aandacht kregen voor de zogenaamde populaire cultuur. Cultuur verwijst tegenwoordig naar manieren van leven en gedeelde opvattingen die daaraan ten grondslag liggen.

In deze cultuuropvatting ontstaan cultuurvarianten overal waar mensen samenleven.

Het onderscheid tussen hoge en lage cultuur is niet uit het denken van mensen verdwenen, maar lijkt steeds moeilijker te definiëren, en ligt tevens onder vuur vanuit de zogenaamde ‘lage cultuur.’ Hoge cultuur staat dan meestal gelijk aan: door professionele critici erkende kunsten. De bres in de muur van de hoge cultuur komt echter uit eigen kamp. Waar Duchamp’s pissoir en Warhol’s soep-blikken uiteindelijk waardering genieten, daar is het onderscheid, gemaakt door de critici, onderuit gehaald.

Tegenwoordig willen de protagonisten van de urban cultuur, de grenzen tussen hoge en lage cultuur minder scherp zien. De urban cultuur moet zich emanciperen binnen het bestaande aanbod van kunst en cultuur. Het cultureel aanbod voor jongeren tegenwoor-dig luidt: brass, drumbands, R&B feesten, poetry slams en turn-tablistische festivals in plaats van toneel, museabezoek of literaire middagen. Uit dit aanbod blijkt dat er animo bestaat vanuit de do-minante cultuur voor ontwikkelingen in de urban cultuur.

De urban cultuur is begonnen als tegencultuur. Deze ontstaat wan-neer mensen niet wensen te leven volgens normen en waarden van de dominante cultuur. Interessant is hoe de meerderheids-, ofwel dominante cultuur omgaat met de tegencultuur. Er zijn drie reac-ties mogelijk.

twee

(21)

Drie reacties 1

De repressieve reactie wordt gemanifesteerd wanneer de afwijken-de levenswijze als ontoelaatbaar wordt gezien. Plekken kunnen ont-ruimd of onleefbaar gemaakt worden, en overtreders moeten zich aanpassen aan de normen en waarden van de dominante cultuur. Een voorbeeld van een repressieve reactie op een tegencultuur is de ontruiming van kraakpanden.

Kraken is het bezetten van een verlaten ruimte of gebouw, zonder toestemming van de eigenaar. Een persoon die een gebouw kraakt wordt vervolgens ‘kraker’ genoemd en de ruimte het kraakpand. De kraker claimt, door middel van de kraak, de rechten op de ruimte. In de jaren tachtig van de twintigste eeuw namen krakers in Neder-land het heft in eigen handen. Onvrede omtrent de woningnood werd in heel Nederland geuit door middel van een ware kraakhaus-se. Er ontstond een grote en actieve kraakbeweging met een duide-lijke anarchistische inslag.

In een aantal kraakpanden vinden regelmatig culturele activiteiten zoals exposities, optredens en filmvertoningen plaats. Kenmerkend voor de meeste activiteiten is een bepaald verzet tegen de domi-nante cultuur en de consumptiemaatschappij. Krakers tonen veelal maatschappelijke betrokkenheid door actief te zijn in tegenbewe-gingen.

Krakers uit de jaren tachtig participeerden bijvoorbeeld in de anti-kernenergiebeweging, en sommige krakers van de 21ste eeuw zijn betrokken bij de andersglobalisten.

Nederland is een van de weinige landen waar kraken niet speci-fiek verboden is in de wet. Wanneer een pand langer dan een jaar niet in gebruik is geweest en de eigenaar geen intenties ervoor kan overleggen, dan mag een pand gekraakt worden. Het enige illegale aspect is de braak, het openbreken van de ruimte. Dit kan echter al-leen bij een betrapping op heterdaad ten laste gelegd worden. In het begin van de jaren tachtig genoten krakers nog een relatief grote bescherming. Ze werden als bewoners beschouwd en om te ontruimen was een dagvaarding nodig die op naam van de bewo-ner moest staan. Doordat de bewobewo-ners hun identiteit goed verbor-gen hielden kon men lang in het betreffende pand blijven wonen. Deze maas in de wet werd al snel gedicht door een noodwet, voor-gesteld door het CDA onder leiding van Van Agt, die ontruimingen mogelijk maakte.

Hoewel kraken in veel gevallen als een begrijpelijke uiting van maatschappelijke onvrede werd gezien, heeft het door de jaren aan-zienlijk gezichtsverlies geleden. Bij sommige ontruimingen wordt door krakers en hun sympathisanten geweld gebruikt, en worden soms lukraak vernielingen aangericht. Door met name het geweld bij de ontruimingen in de jaren tachtig is de brede maatschappe-lijke steun voor de krakers verdwenen.17, 18, afb. G, H, I

••

(22)

afb. G afb. H afb. I

afb. G. Kraakcultuur, E. Duivenvoorden, Met emmer en kwast. 2005 afb. H. Kraakcultuur, E. Duivenvoorden, Met emmer en kwast. 2005

(23)

2

Een tweede reactie vanuit de dominante cultuur is een reactie van laissez-faire. Zolang de tegencultuur zich buiten het gezichtsveld van de dominante cultuur manifesteert en geen overlast veroor-zaakt kan deze oogluikend toegelaten worden. Als politici, ontwik-kelaars of omwonenden geen last hebben van de leefwijze en om-dat er door hen nog geen claim is gelegd op de plek waar de leef-wijze zich manifesteert, is gedogen een optie.

Dat gedogen echter niet altijd zekerheid voor de toekomst geeft, blijkt bijvoorbeeld uit het verhaal van Zijkanaal B. In deze afge-damde vaart tussen het Noordzeekanaal en Spaarndam zijn de laatste twintig jaar zo’n 120 woonschepen zonder officiële ligplaat-sen aangemeerd. Bewoners leven zonder een netwerk van water, elektriciteit en riolering, maar lijken tevreden met hun bestaan aan en op het water. De overheid heeft dit al die jaren gedoogd, maar wil de situatie nu reglementeren en saneren. De drijvende onder-komens zouden ‘lelijk’ en onveilig zijn en moeten nu gaan voldoen aan allerlei regels. Bewoners zijn bang dat met deze regels het ‘anders leven’ zoals dat plaats vond steeds moeilijker wordt en dat nieuwe bewoners er een doorsnee woonbotenstraat van maken. De laissez faire houding van de overheid is overgegaan in een reactie van toe-eigening: er mag nog wel op het water gewoond worden, maar alleen volgens bepaalde voorschriften.18

(24)

3

Het kan echter ook zijn, dat van bepaalde aspecten van een tegen-cultuur het belang wordt ingezien, en deze worden overgenomen. Deze toe-eigenende reactie geeft bestaansrecht aan elementen van zo’n tegencultuur. Dit is er vaak geen vervanging voor, omdat enkel bepaalde commercieel interessante delen overgenomen worden. Dit is in feite het geval bij de urban cultuur. In Amerika is deze tendens al langer waarneembaar. Het Def Jam-label van Russel Simmons is hiervan het bewijs. In Nederland ontbreekt tot nu toe een gezonde infrastructuur voor de urban cultuur. Het gebrek aan radiostations, studio’s, clubs en platenlabels is tekenend voor het nog in de kinderschoenen staan van de ‘urban scene’.

Of is het helemaal geen ramp dat de zelfbewuste ondernemers zich nog maar in beperkte mate met urban bemoeid hebben? De urban cultuur heeft, tot op bepaalde hoogte, haar boontjes zelf moeten doppen. Urban culturele uitingen in Nederland zijn daarom erg in-teressant om te bekijken. Zoals gezegd onderscheidt urban cultuur zich, buiten muziek, met onder andere: taal, poëzie, straatkunsten, dans en mode.

De urban-uitingen vanuit de dominante cultuur met achterliggen-de commerciële belangen zijn onachterliggen-der anachterliggen-dere: moachterliggen-de, commercials, videoclips, glossies, dvd’s, fotografie en promotiemateriaal rondom urban-evenementen. Voor de verandering was het ditmaal niet een geniale ondernemer die als eerste de sleutel tot succes in handen

had. In de Verenigde Staten waren het juist een aantal leden van de tegencultuur die als eerste over de dam kwamen.19

(25)

Van tegencultuur tot cultuur

Wat voor de meeste tegenculturen de nekslag is geweest heeft Hip-hop juist opgezocht. Tot omstreeks het midden van de jaren tachtig was Hiphop underground, een tegencultuur, anti-commercie en tegen de gevestigde orde. Public Enemy, in een unieke actie, riep op tot het boycotten van de Nike produkten. Merknamen werden uit de kledij geknipt en velen droegen eenzelfde zwarte sweater met capuchon.

Het enorme, onverwachte succes van Hiphop bracht een ontwikke-ling op gang. De tijd was rijp voor succesvol ondernemerschap. De Afro-Amerikaanse jeugd voelde er niets voor om weer de minder-heid te zijn, in een zogenaamd hip, underground circuit, met pier-cings, versleten kleding en het ontbreken van glamour en mooie vrouwen.

Het cruciale omslagpunt was het experiment van Run DMC. In 1986 gaven ze een optreden in Madison Square Garden te New York. Het populaire drietal verzocht de bezoekers van het optreden op Adidas schoenen te komen. Voordat de rappers het lied, ‘My Adidas’, inzette vroegen ze het publiek hun schoenen uit te trek-ken en boven hun hoofd te houden. De op uitnodiging aanwezige directieleden van Adidas, wisten natuurlijk niet wat ze zagen. Deze grote live-commercial zorgde voor een dik sponsorcontract, en zette de toon voor de ondernemers van de toekomst.

Run DMC opende de deuren, daarna was er geen houden meer aan. In Amerika in ieder geval. De eerste succesvolle door Hiphop beïnvloede ontwerpers heetten ‘Cross Colours’. Simmons volgde en kwam naast het Def Jam-label met zijn eigen kledinglijn ‘Phat Pharm’. Vervolgens was er Threads 4 Life en Carl Williams kwam met de Karl Kani-voltreffer. Een ander hoogtepunt was de oprich-ting van Spike/DDB, door Spike Lee, op het gebied van ‘branding advertising and urban consumption.’ Hij wist de zwarte consu-menten een cool imago te bezorgen: Jong, trendsettend, sportmin-nend en modebewuste consumenten, oftewel ‘urban consumen-ten’. Urban cultuur heeft alles te maken met het verlangen cool te zijn.20, afb. J

•••

(26)

afb. J

(27)

Levenstijl expressie

De urban cultuur beperkt zich niet alleen tot ‘sonic fiction’, maar heeft ook verbale, visuele en fysieke aspiraties zich uit te drukken die niet onopgemerkt zijn gebleven. Hoe verliepen de ontwikkelin-gen in deze expressievormen van de grootstedelijke jeugdcultuur en wat hadden zij voor consequenties die nu nog waarneembaar zijn?21

drie

(28)

Straattaal

De vorm van communicatie onder urban jongeren is een eigen taal. Straattaal, of het uit het Engels overgenomen woord ‘slang’, is de mengtaal die jongeren van verschillende etnische en culturele achtergrond in het dagelijks leven spreken op school en op straat. Straattaal kent meerdere varianten en is in het algemeen niet toe te schrijven aan een jeugdcultuur. Iedere jeugdcultuur heeft een eigen straattaalvariant, simpelweg omdat iedere cultuur andere in-vloeden heeft. Echter taal van jeugdculturen met dezelfde culturele interesses zullen veel overeenkomsten hebben.

De aanduiding straattaal wordt door taalkundigen gebruikt voor de Nederlandse mengtaal ontstaan op plaatsen waar autochtone en allochtone jongeren met elkaar samenleven. Deze taal wordt als een nieuw Nederlands dialect gezien en is ontstaan door spontane communicatie onder omstandigheden waarbij met name alloch-tone jongeren het Nederlands niet volledig beheersten.

De twintigste eeuwse straattaal is een mengelmoes van Engels, Turks, Marrokaans-Arabisch, Berber, Surinaams, Antilliaans en Nederlands. Niet alleen de woordenschat is beïnvloed ook de woordvolgorde is veranderd. Voorbeelden van geïntegreerde woor-den zijn Doekoe wat staat voor geld en Bakra voor blanke.

Staattaal wint aan populariteit, ook onder de dominante cultuur. Er zijn zelfs voorbeelden waar straattaal in de klas gesproken wordt. Is dit een slechte ontwikkeling?

Wat is de waarde van dit nieuwe dialect? Sommigen vinden het een verpaupering van de Nederlandse taal en cultuur. Het is een lo-gisch gevolg van een natuurlijk proces. Zodra mensen met verchil-lende culturele achtergrond met elkaar samenleven, beïnvloeden ze elkaar. De Nederlandse samenleving bestaat uit meerdere culturen. Het is normaal dat dit zich ook manifesteert in de taal, die ieder-een wordt geacht te beheersen. Er wordt trouwens met gieder-een woord meer gerept over de niet meer uit de Nederlandse taal weg te den-ken woorden uit het Frans en Engels.

‘Verwar jongeren- of straattaal niet met een geringe taalvaardig-heid’, waarschuwt René Appel. ‘Om zo creatief en effectief buiten-landse woorden door het Nederlands te kunnen mengen, moet je het Nederlands juist bijzonder goed beheersen’. ‘En zeker: er zal op den duur vast wel een woord of wat van die straattaal doordringen in het standaard-Nederlands. Niets om je druk over te maken, want de invloed zal klein zijn en niet bepaald dodelijk voor het

Nederlands,’ aldus Appel.

De invloed van straattaal is belangrijk bij het vormen van een sociale identiteit. Met uitzondering van schuttingtaal, maar deze staat, letterlijk, haaks op straattaal.22

••

(29)

Visuele expressievormen Graffiti

Het woord graffiti komt uit het Italiaans, en is het meervoud van graffito wat kras of krab betekent. Graffiti anno 2005 heeft een andere betekenis. Graffiti is een mededeling of tekening illegaal gespoten op een oppervlakte op straat of op soortgelijke openbare plaatsen. Graffiti wordt meestal gemaakt met behulp van spuitbus-sen in verschillende kleuren verf. Er is een onderscheid te maken in ‘tags’ en ‘pieces’. Een tag is een korte paraaf of handtekening van de maker ter herkenning voor de collega-artiesten. Een piece is een groot, complex en kunstzinnig uitgevoerd werk.23

De voorloper van de graffitikunst is ontstaan in Philadelphia, waar de straatjeugd vliegensvlug hun schuilnaam met viltstift op trein-stellen plaatste. Begin jaren tachtig werd de uitingsvorm overgeno-men door de New Yorkse jongerenscene die de stift al snel door de spuitbus verving. In New York moest de metro het ontgelden voor het bereiken van een miljoenenpubliek.

De tags, zowel met stift als met spuitbus, bezitten het unieke hand-schrift van de maker, maar hebben ook een aantal overeenkom-sten. Door de snelheid waarmee de tag gezet wordt, hebben de letters vloeiende curves. Aan het einde van letters die niet overgaan in een volgende zitten lange uitschieters waardoor de tag een be-paalde snelheid krijgt.24

In Nederland worden de graffiti aangebracht op bouwwerken van grote organisaties, treinen en omgevingen waar dagelijks veel pas-santen voorbij komen zoals langs de autowegen en het spoor. Be-kende namen uit de beginjaren van de Nederlandse graffiti scene zijn Delta en Shoe.

In 1979 begint Niels Meulman zijn bijnaam ‘Shoe’ in Amsterdam op muren te schrijven met een getekend schoentje ernaast. De eer-ste jaren dat hij Shoe schreef ging hij voornamelijk in zijn eentje op pad. Later ontmoette hij andere schrijvers als Delta en Joker. Steeds meer graffiti-artiesten spraken met elkaar af en er ontstond een ware beweging.

Naar aanleiding van een piece in Amsterdam-Zuid uit 1983 van Quick, een New Yorkse graffiti-schrijver, realiseerde Shoe zich wat de mogelijkheden van graffiti zijn. Na een aantal ontmoetingen en gezamelijke coffeeshopbezoeken ontstond er een band tussen de Nederlandse en de Amerikaanse schrijvers.

Ter afsluiting van het ‘overseas chapter’ besluiten de Nederlandse schrijvers Delta, Joker, Jezis, Bandi en Shoe, zich te verenigen in een crew genaamd United Street Artists ofwel U.S.A. Na verloop van tijd worden de United Street Artists niet alleen geroemd in de culturele supplementen van de dagbladen, maar hun werk wordt ook vol lof besproken in het graffiti-boek Spraycan Art uit 1987. Ze zijn op dat moment de onbetwiste graffiti-koningen van de lage landen.

•••

23. http://nl.wikipedia.org/

(30)

Tegen het eind van de jaren tachtig viel de U.S.A. langzaam uit el-kaar. De graffiti-artiesten zochten dringend nieuwe uitdagingen. Shoe’s ambitie om zijn naam overal terug te zien en met letters te werken bleef, alleen de vorm veranderde. Niels Meulman was meer geïnteresseerd in drukwerk als posters en flyers, en besloot een vak te leren. Niet op een academie, maar in de leer bij Anthon Beeke kwam Niels ‘Shoe’ Meulman in aanraking met grafisch ontwerpen. Drie jaar lang werkt Shoe als assistent van Anthon Beeke, en be-sloot begin jaren negentig zijn eigen ontwerpstudio Cauldfield & Tensing op te richten. Naast het werk dat hij in opdracht maakt, ontwerpt Shoe ook de posters voor het maandelijkse hiphop pro-gramma in Paradiso B-Boy Extravaganza en heeft hij zijn eigen T-shirt-lijn Top Billin. Samen met zijn nieuwe protegé Marco Sterk van Mixed Media Designbureau ontwierp hij het veelbesproken Talpa Logo.25, 26, afb. K

Stencils

Een stencil is een illustratie, beeld, letter(s), nummer(s), symbool of een andere vorm uitgesneden uit een stevig materiaal. Het sten-cil is een mal en wordt gebruikt om een scherp omlijnde schilde-ringen te maken van een gewenste boodschap.

Het stencil wordt voor een oppervlakte gehouden en bespoten met verf zodat de uitgesneden vorm achterblijft. Voor een afbeelding met meerdere kleuren zijn meerdere stencils nodig. Stencilgebruik

werd populair onder de graffitiscene aangezien het sneller en mak-kelijker aan te brengen is. Deze voordelen zijn belangrijk geweest in de populariteitsstijging van het stencilmedium. Het is namelijk even illegaal als graffiti, maar de kans gepakt te worden is kleiner door de snelheid van het proces.

Het stencilmedium wordt gebruikt voor een grote variëteit aan on-derwerpen. Als een soort handtekening, voor politieke onderwer-pen, poëzie, bekende filmstills, of om een reactie uit te lokken.afb. L

Stickeren

Stickerkunst is een straatkunst waarbij de boodschap niet met verf maar met geprinte of gedrukte stickers wordt overgebracht. De stickers worden meestal geplakt op oppervlaktes in verkeersdrukke gebieden. De onderwerpen lopen eveneens uiteen van maatschap-pijkritiek, tot kledingmerkpromotie. De stickerkunst is erg po-pulair onder de urban jeugd en wordt gezien als een subcategory van moderne kunst. De populariteit van stickerkunst komt, net als het stencilmedium, door het voordeel dat het snel kan geschieden waardoor de kans gepakt te worden kleiner is.27, afb. M

25. S. van Stapele, Van Brooklyn naar Breukelen. 2002 26. http://www.nielsshoemeulman.com/

(31)

afb. K afb. L afb. M

afb. K. Shoe, Museumplein, 1983. http://www.nielsshoemeulman.com/ afb. L. Pacino stencil, Tristan Manco, Stencil Graffiti. 2002

(32)

Fysieke expressie

Naast alle muzikale, visuele en verbale expressie moet er nog een vorm van uitdrukken aangehaald worden die onlosmakelijke ver-bonden is met Hiphop en daardoor tegenwoordig met urban.

Breakdance

Breakdance is net als rap in de New Yorkse achterbuurten, begin jaren tachtig ontstaan. Breakdance ontwikkelde zich om op de nieuwe muziek te kunnen dansen. Voordat de dans breakdance of breaken werd genoemd had het de naam ‘B-boying’. Een B-boy liet zijn unieke dansbewegingen ofwel ‘moves’ zien binnen een cirkel van mensen op de muziek van een scratchende deejay. De eer-ste B-boys zaten in de “Yoke City Mob”, “Young City Boys” en de “Rockwell Association.”

Breakdance had ook een sociale functie. Het werd gebruikt als een soort geweldloze vechttechniek. In een ‘battle’ (soort van danswed-strijd) namen verschillende breakdance crews het tegen elkaar op, voor het winnen van bijvoorbeeld territorium. Aan het eind van de battle gingen de crews op goede voet uit elkaar zonder dat er slacht-offers vielen. Tegenwoordig is breakdance een hobby waar men les in kan krijgen.

Breakdance moves zijn in te delen in verschillende categorieën. Een van de beginselen van breakdance is de ‘stand-up’ dans of in vakjargon: ‘top rock’. De top rock wordt meestal gedaan als

inlei-ding wanneer de danser net de cirkel is ingegaan. De tweede op-volgende category is de ‘down-rock’, ofwel ‘floorwork’. Hieronder vallen moves als de 6-step, 3-step en de switch. De meest bekende categorie is de ‘powermoves’. Dit zijn de meest spectaculaire moves als de ‘windmill’, ‘flare’, ‘swipe’ en de ‘headspin’. De laatste categorie waarmee een run wordt beëndigd is een b-boy pose beter bekend als ‘freeze’.28, 29

••••

28. http://nl.wikipedia.org/

(33)

Cultuur in beeld

De hegemonie van het beeld boven het geluid is te danken aan het medium televisie. Waar de radio het beeld aan de fantasie overliet, daar kouwt de televisie alles voor. De jeugd luistert niet meer naar muziek, maar kijkt muziek. De rapper uit de Bronx danst niet al-leen meer voor zijn buurtgenoten, maar bereikt bijna ieder huis-houden dat het medium bezit.

Jongeren tussen de 13 – 19 jaar besteden van hun dagelijkse zes uur vrije tijd, twee uur achter de beeldbuis. Geen wonder dat com-plete zenders hun programmering richten op de jeugdige kijker. Deze ontwikkeling bleef niet zonder verststrekkende gevolgen. Hoe heeft deze nieuwe vorm van entertainment zich ontwikkeld? Wat is het geheim achter de populariteit en het succes van deze zenders. En de voornaamste vraag is: wat zijn de gevolgen van deze ontwik-keling?30, 31

vier

30. E. van der Zande, De MSN-generatie. 2004

(34)

Muziekzenders MTV

Het non-stop muziekstation MTV ofwel Music Television, werd in augustus 1981 in de Verenigde Staten gelanceerd. Het continu vertonen van videoclips en de directe presentatiestijl van de video-jockeys was revolutionair. Sinds 1987 is MTV ook in Europa te ont-vangen, en al snel volgde Azië en Zuid-Amerika. MTV bereikte in 1994 wereldwijd een kwart van alle huishoudens.

Qua inhoud en presentatie week MTV af van de voorheen gangbare programmeringen, wat veel cultuurkritische reacties veroorzaakte. MTV wordt beheerd door MTV Networks, wat weer onderdeel is van Viacom.

Ondertussen beheert MTV verscheidene muziekstations als MTV Europe en MTV Nederland. De netwerken TMF en the Box zijn eveneens eigendom van MTV Networks.

Aanvankelijk wijdde MTV voornamelijk aandacht aan populaire rockmuziek. Na verloop van tijd ontstonden er naast muziek-georiënteerde programma’s ook ‘reality shows’ als Jackass, the Real World en the Osbournes. MTV is dan al lang niet meer ‘het zender-tje’ waar alleen videoclips getoond worden. MTV heeft een rol van betekenis voor de Westerse jeugdcultuur. Het vormt jongeren op muzikaal-, mode- en lifestylegebied.

TMF

TMF, afkorting voor The Music Factory, is een Nederlandstalige televisiezender die vanuit Bussum voornamelijk videoclips van populaire muziek uitzendt. TMF is sinds 1 mei 1995 ‘on air’ door de inspanningen van: voormalig Radio 538 directeur Lex Harding, producer Herman Braakman, regisseur Ewart van der Horst en het multimediabedrijf Arcade.

Aanvankelijk was TMF niet door heel Nederland te ontvangen, maar hier kwam snel verandering in. TMF’s populariteit groeide en de kijkcijfers stegen tot boven die van concurrent MTV. Het duur-de dan ook niet lang tot MTV van zich liet horen. In 2002 werduur-den de TMF-aandelen overgenomen.

The Music Factory is nu een interactieve muziekzender met mi-nimale presentatie. Veel TMF-videojockeys zijn overgegaan naar MTV Nederland.32, 33

De visuele presentatie van de programma’s op deze muziekzenders zijn tekenend voor de huidige populaire tendens. Ze proberen een visueel jargon te beheersen wat de jongeren voor de buis houdt. Zo te zien slagen ze er continu in, want de kijkcijfers liegen er niet om. Gemiddeld behaalde MTV in het 3e kwartaal van dit jaar een marktaandeel van 4,5% en had hiermee haar beste kwartaal ooit. Wat zijn de ingrediënten die samen deze nieuwe tendens tot zo’n succesverhaal maken?

••

32. http://nl.wikipedia.org/

(35)

Het heeft te maken met bepaalde omstandigheden omtrent de nieuwe generatie, ofwel de Patat-, Cyberspace-, Magnetron-, Nin-tendo-, TMF-generatie. De nieuwe generatie groeit op met belang-rijke technologische ontwikkelingen. De meeste ontwikkelingen heeft ze zich gemakkelijk eigen weten te maken. MSN, het world wide web, mobiele telefonie, de jongeren draaien er hun hand niet voor om. Alle handelingen gaan vliegensvlug, en in de voorheen meest onbereikbare behoeften, wordt met een druk op de knop voorzien. Ze kunnen meerdere handelingen tegelijk verrichten. Bijvoorbeeld met iemand praten, internetten en TMF kijken tege-lijk.34

Door de stortvloed van informatie van deze massamedia ontstaat er een veelheid aan tekens en wereldbeelden waardoor er niet langer een realiteit te ontwaren valt. Geen enkel verhaal kan zich nog op de werkelijkheid beroepen. Stijlen worden nagebootst en zonder enige verwijzing uit hun historische context gehaald. Ieder me-dium dat de jeugd als doelgroep heeft, probeert dit visueel jargon te beheersen en in een snel tempo te spreken. De urban jeugd wordt aan een soort stortvloed van schijnbeelden onderworpen.

Samenvattend kan deze populaire tendens gezien worden als een ‘continuous flow’ waarin structuur en betekenis ontbreekt en daar-mee elke verwijzing naar historisch grote momenten verdwijnt. Er wordt in het wilde weg uit het verleden geciteerd zonder enige po-ging een betekenisvolle relatie te construeren.35, afb. N, O

34. G. Tillekens, Nuchterheid en nozems. 1990

(36)

afb. N afb. O

afb. N. Eigen Foto, Clip aankondiging MTV, een overdaad aan informatie. 2006

(37)

Frederic Jameson

Federic Jameson (1934) is een vooraanstaand cultuur criticus. De afgelopen drie decennia heeft hij een grote variëteit aan cul-tuur analiserende teksten uitgegeven. Jameson stelt in zijn artikel Postmodernism and Consumer Society, uit 1983, dat het concept van het postmodernisme niet algemeen begrepen en geaccepteerd wordt. Met dit artikel wil Jameson een beschrijving geven hoe het postmoderne concept de ‘inner truth’ van de cultuur weergeeft. Hij beperkt zich daarbij tot de twee belangrijkste kenmerken: pastiche en schizofrenie. Aan de hand van deze twee kenmerken geeft hij ons de kans om de bijzondere postmoderne ervaring van ruimte en tijd te begrijpen.36

vijf

(38)

Pastiche

Een van de meest gewichtige praktijken van het postmodernisme is pastiche. Pastiche wordt vaak verward met het fenomeen parodie. Dit komt doordat zowel pastiche als parodie betrekking hebben op de imitatie van andere stijlen. De letterlijke betekenis van pastiche is een slechte nabootsing van iets wat werkelijk bestaan heeft. Paro-die slaat munt uit de uniciteit van de betreffende stijl en grijpt aan op de eigenaardigheden en excentriciteiten om een imitatie te pro-duceren die de draak steekt met het origineel.

Pastiche is een inhoudsloze nabootsing. Pastiche mist het motief van parodie, namelijk het satirische, hilarische of het gevoel dat iets werkelijk bespot of uitvergroot wordt.

Als nieuw stukje aan de puzzel, om te verklaren dat het postmoder-nisme de plaats heeft ingenomen van het moderpostmoder-nisme, introdu-ceert Jameson het onderdeel: ‘death of the subject.’ Ofwel het dernistische individu of individualistische concept is dood. De mo-dernisten pleitten voor de ontwikkeling van een persoonlijke stijl. Een unieke persoonlijkheid die een eigen unieke visie op de wereld kan samenstellen en verkondigen via een onmiskenbare stijl. Er zijn, volgens Jameson, twee standpunten tegen deze modernis-tische opvatting. Het eerste standpunt houdt in dat de tijd van het competitieve kapitalisme, waarin de bourgeoisie de overwichtige sociale klasse is, ten einde is. Tegenwoordig, in het ‘corporatieve kapitalisme’, waarin verouderde individualistische opvattingen niet meer bestaan, kent men de zogenaamde ‘organisation man’.

Het tweede meer radicale standpunt voegt er nog aan toe: Het indi-vidu is niet alleen verleden tijd, het is tevens een mythe. Het auto-nome subject heeft nooit bestaan.

Jameson vindt het niet relevant voor het artikel een van deze stand-punten te kiezen, maar bevestigt, bij deze, dat het individualisti-sche subject niet bestaat, en daarmee niet aan de basis kan staan van de moderne kunst en andere culturele uitingen. Uniciteit is vervangen door slechte imitatie van oude stijlen en combinaties hiervan. Deze vorm van imiteren duidt Jameson aan als pastiche. Aangezien dit erg abstract lijkt haalt Jameson als voorbeeld de nos-talgische film aan. Daarbij neemt hij het genre breder dan alleen de historische film, die de gebeurtenissen van een bepaalde tijd in de geschiedenis laat zien. Een nostalgische film is een film die tracht kijkers de sentimenten van vervlogen tijden opnieuw te laten bele-ven, aldus Jameson.

Hij stelt zichzelf de vraag: ‘Wat betekent het als we veronderstel-len dat Star Wars een nostalgische film is?’ Het is duidelijk dat dit geen nostalgische film in enge zin is. Het is geen film over een geschiedenis die daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Star Wars probeert te voorzien in de behoefte terug te gaan naar het gevoel van bepaalde oudere generaties. De werkelijkheid van onze ge-schiedenis blijft bij zulke nostalgische films buiten beeld. We zijn genoodzaakt verbanden met het historische verleden te zoeken in onze eigen populaire beelden en stereotypen over deze geschiede-nis, maar de werkelijkheid blijft uiteindelijk buiten bereik.37 ••

(39)

Schizofrenie

Het tweede belangrijke kenmerk van de postmoderne cultuur is de omgang met tijd, vervolgt Jameson. Met behulp van huidige theo-rieën, ontwikkeld door de Fransman Jacques Lacan, legt hij verban-den tussen de omgang met tijd en het verschijnsel schizofrenie. Hij gebruikt schizofrenie ter verduidelijking van zijn standpunt over de postmoderne consumptiecultuur.

Het originele van Lacans gedachte is de beschouwing van frenie als een wanorde in taalvaardigheid. Hij verbindt de schizo-frene ervaring met een complete opvatting van taalverwerving als fundamentele bouwsteen van de vorming van de volwassen geest. Kortom: schizofrenie is een handicap die met zich meebrengt dat een persoon niet volledig kan deelnemen aan de wereld van taal en spraak.

Lacans model is gebaseerd op het concept dat een taalkundig teken drie componenten heeft. Een teken, woord of tekst fungeert als een relatie tussen een aanduider, in dit voorbeeld een woord, teken of tekst, en het aangeduide ofwel de betekenis van de aanduider. Het derde bestanddeel is de zogenaamde verwijzing. De echte kat te-genover het concept van een kat of het geluid “kat”.

Over het algemeen worden zinnen niet op die manier geïnterpre-teerd. We vertalen niet iedere individuele aanduider of woord van een zin naar hetgeen aangeduid in een één op één verhouding. We lezen een complete zin en doordat we aanduiders met elkaar in

verband kunnen brengen, ontlenen we een meer globale betekenis uit de betreffende zin. Dit verschijnsel wordt het ‘meaning-effect’ genoemd. Het aangeduide is een effect voortgekomen uit onderlin-ge verbanden, onderlin-gemaakt door de ontvanonderlin-ger, tussen de verschillende aanduiders.

Met dit in gedachten kunnen we schizofrenie begrijpen als een storing in het leggen van verbanden tussen de aanduiders. Volgens Lacan is de ervaring van tijdelijkheid, verleden, heden, geheugen, het aanhouden van een persoonlijke identiteit over maanden en jaren ook een taaleffect. Omdat taal gerelateerd is aan het verleden, heden of de toekomst kan men een concrete ervaring van tijd bele-ven.

Wanneer er in het verbanden leggen tussen verschillende aan-duiders en de relatie tussen aanduider en aangeduide een storing plaatsvind ontstaat een gefragmenteerde ervaring. Een zogenaam-de schizofrene ervaring is een geïsoleerzogenaam-de, ongekoppelzogenaam-de, afgebro-ken ervaring van aanduiders die falen samenhangende verbanden te leggen.

De schizofreen kent geen persoonlijke identiteit zoals een niet schizofreen deze ervaart, aangezien ons identiteitsgevoel afhangt van het bewustzijn van het ‘ik’ of ‘mij’ in tijd.38

•••

(40)

De schizofreen, daarentegen, zal iedere ontvangen impuls extra in-tens ervaren. Een niet schizofreen realiseert zich dat de betreffende impuls altijd deel uit maakt van een groter geheel en is daarmee genoodzaakt selectief om te gaan met waarneming en aandacht-besteding. De schizofreen is overgeleverd aan een ongedifferenti-eerde visie van de huidige wereld, ongeacht de aantrekkelijkheid of angstaanjagendheid van de ervaring.

Jameson geeft aan hoe de geïsoleerde aanduider extra tastbaar of letterlijk wordt. Een schizofrene taalstoring zorgt ervoor dat indi-viduele woorden een andere richting krijgen doordat de woorden meer letterlijk genomen worden. Normaliter probeert men de vorm van de aanduider geen aandacht te geven, en te concentreren op de betekenis. Factoren als een onbekend geluid, vreemd geprint voorkomen, een bepaald accent of klankkleur zijn ondergeschikt. Totdat iedere, of in ieder geval de juiste, betekenis ontbreekt dan kan de vorm van de aanduider obsessief worden. Bijvoorbeeld wan-neer kinderen een woord continu herhalen totdat de betekenis ver-loren is en het woord abracadabra wordt. Een aanduider die iedere betekenis heeft verloren is daarmee omgevormd tot een autonoom beeld.

Zulke ervaringen zijn waar te nemen bij verscheidene culturele producties van deze tijd. Jameson illustreert aan de hand van het gedicht ‘China’ van Bob Perelman, omdat de auteur met dit gedicht een ervaring van tijdelijke discontinuïteit wil schetsen.

China

We live on the third world from the sun. Number three. Nobody tells us what to do. The people who taught us to count were being very kind. It’s always time to leave. If it rains, you either have your umbrella, or you don’t. The wind blows your hat off. The sun rises also. I’d rather the stars didn’t describe us to each other; I’d rather we do it for ourselves. Run in front of your shadow. A sister who points to the sky at least once a decade is a good sister. The landscape is motorized. The train takes you where it goes. Bridges among water. Folks straggling along vast stretches of concrete, heading into the plane. Don’t forget what your hat and shoes will look like when you are nowhere to be found. Even the words floating in sir make blue shadows. If it tastes good we eat it. The leaves are falling. Point things out. Pick up the right things. Hey guess what? What? I’ve learned how to folk. Great. The person whose head was incomplete burst into tears. As it fell, what could the doll do? Nothing. Go to sleep. You look great in shorts. And the flag looks great too. Everyone enjoyed the explosions. Time to wake up. But better get used to dreams.

Nu kan men bezwaar aantekenen tegen het feit dat dit niet precies een schizofrene ervaring is, geschreven vanuit een objectief stand-punt. Deze zinnen zijn geen ongebonden zwevende aanduiders waarvan het aangeduide is vervlogen. Het lijkt erop dat dit gedicht op een geheimzinnige manier een politieke lading bezit. Het ge-heim van het gedicht zit echter ergens anders in.39

(41)

Perelmans gedicht refereert niet naar al deze voorstellingen. Perelman refereert naar foto’s uit een boek dat hij tegenkwam in een stationswinkel in Chinatown. De zinnen van het gedicht zijn de onderschriften bij de betreffende foto’s. De onderschriften verwij-zen naar andere beelden, andere tekst en de eenheid van het gedicht ligt helemaal niet in de tekst, maar in de gebonden eenheid van een afwezig boek.

Als conclusie probeert Jameson de relatie tussen culturele uitingen en de hedendaagse sociale leefomstandigheden te karakteriseren. Met betrekking tot de actuele omstandigheden wijst hij eerst op de oneindige culturele veranderingen die hebben plaatsgevonden. Niet alleen Picasso is tegenwoordig niet meer vreemd en afstotelijk. Er is intussen vrij weinig meer, in zowel vorm als inhoud, dat de ei-gentijdse samenleving ontoelaatbaar of schandalig vindt. De meest aanstootgevende uitingen blijken commercieel succesvol en worden op deze manier terloops afgedaan. De produktie van uiteenlopende verbruiksartikelen is nu nauw verbonden met stijlveranderingen ontleend aan allerhande culturele uitingen, waardoor deze uiteinde-lijke ontdaan zijn van voormalig subversief bedoelde kracht. Jameson gelooft dat de opkomst van het postmodernisme nauw verbonden is met de verschijning van dit nieuwe moment van laat-, consumptie- of multinational-kapitalisme. Jameson gelooft ook dat de vormelijke kenmerken veelal de diepere betekenis van een speci-fiek sociaal systeem uitdrukken. Hij is enkel in staat dit aan de hand van een hoofdthema aan te tonen: namelijk het verdwijnen van

historisch besef. De manier waarop ons eigentijdse sociale systeem beetje bij beetje het vermogen heeft verloren om het eigen verleden vast te houden.

Men leeft in een eeuwigdurend heden en in een voortdurende ver-andering die bepaalde tradities uitwist die eerdere sociale formaties op een of andere manier in ere hebben kunnen houden. Denk bij-voorbeeld aan de nieuwsuitputting van de media: Kennedy lijkt nu een figuur uit een ver verleden. Jameson is verleid te zeggen dat het voornaamste doel van de media is om zulke recent historische ge-beurtenissen zo spoedig mogelijk naar een ver verleden te degrade-ren. De informatieve rol van de media is om ons te helpen vergeten, als werktuig of mechanisme dient het ons historisch geheugenver-lies.

Maar in de vorm van de twee postmoderne kenmerken waar Jameson over uitweidde - de transformatie van de werkelijkheid in beelden, en de fragmentatie van het ‘ik’ in een serie eeuwigdurende tegenwoordigheden – zijn beide buitengewoon consonant met dit proces.

Jamesons conclusie is in de vorm van een kritische vraag over wat de waarde van de nieuwe culturele uitingen is. We hebben gezien dat het postmodernisme op een bepaalde manier de logica van het consumptie kapitalisme kopieert, reproduceert en daarmee ver-sterkt. Een meer gewichtige vraag is: Is er ook een manier zich te-gen deze logica te verzetten.40

(42)

Tegencultuur

Volgens een Shell-woordvoerder in Trouw, 21 juli 2005, is globali-sering een onvermijdelijke golf die over ons heen komt. Er wordt zelfs gesproken over het TINA-argument. ‘There Is No Alternative’ als argument waarmee de neo-liberale globalisering van de vrije markt wordt verdedigd. Als je economisch wilt overleven, zo luidt de redenering, dan is er geen alternatief voor de vrije markt. Is er dan niemand die zich iets aantrekt van het mondiale kapita-lisme dat het streven naar winst laat prevaleren boven respect voor mens en natuur. De urban cultuur in ieder geval niet aangezien deze zonder slag of stoot ingesloten is door een systeem dat ieder origineel en kritisch tegengeluid onmiddelijk onschadelijk kan maken door het in zich op te nemen en er geldelijk gewin uit te slaan.41

zes

(43)

Andersglobalisme

De andersglobalisten lieten voor het eerst van zich horen tijdens een World Trade Organisation top in Seattle in 1999. Ze worden ook wel antiglobalisten genoemd, maar wijzen dit van de hand. Ze zijn namelijk niet tegen de globalisering. Ze verzetten zich tegen de huidige manier van globalisering. Tegen het mondiale kapitalis-tische systeem dat het streven naar winst boven respect voor mens en natuur plaatst.

Het is een bont internationaal gezelschap van activisten en organi-staties die zich inzetten voor het milieu, de Derde Wereld, arbeid en vrede. De demonstratie uit 1999 in Seattle was de internatio-nale ‘lift off’ van het andersglobalisme. Zo ook voor Nederland. Vooral vergaderingen van grote organisaties als het Internationaal Monetair Fonds (IMF), de Wereldbank en de WTO, als topbijeen-komsten van de EU of G8 waren het doelwit van acties van de an-dersglobalisten. Het andersglobalistische protest geeft ook uiting aan een soort claustrofobie. Een angst ingesloten te worden door hetzelfde kapitalistische systeem dat ieder tegengeluid onschadelijk maakt door het op te nemen en er geldelijk gewin uit te slaan. Een lot dat alle van oorsprong tegenbewegingen te wachten staat en wat ook de urban cultuur inhoudsloos lijkt te gaan maken.42, afb. P Misschien is deze angst wel de voedingsbodem voor het geweld dat hand in hand met ieder andersglobalistisch protest gaat. Alsof ge-weld de enige manier is om de vercommercialiserende kracht van het kapitalisme tegen te gaan.

De andersglobalisten vrezen ook de meer en meer monocultureel wordende wereld. De internationale handel en multinationals ver-drijven culturele diversiteit en veroorzaken een eentonig consump-tiegedrag. Ze spreken van een McDonaldisering van de wereld en het Coca Cola evangelisme. Acties gericht tegen het verlies van de publieke ruimte aan de reclame uitingen van de grote ondernemin-gen heet ‘culture jamming’. Reclame uitinondernemin-gen worden vervormd om ze een kritische betekenis te geven. Ook ‘reclaim the streets’ groepen organiseren feesten om tijdelijk de straten te heroveren op verkeer en commercie.

Anders dan de urban cultuur zorgen de anderglobalisten ervoor dat hun idealen niet verloren kunnen gaan. Iedere andersglobalistische uiting heeft juist als doel dezelfde ondernemingen die een protest-cultuur kunnen opnemen en onschadelijk maken, tegen te werken. Andersglobalistisch verzet is geen algemeen verzet tegen de do-minante cultuur en de bijhorende ongerechtigheden. Een onder-nemer kan zich gemakkelijk profileren als tegenstander van zulke ongerechtigheden en zich zogenaamd scharen achter de idealen van de tegencultuur. Een instituut kan moeilijk uitingen absorbe-ren die als doel hebben het instituut tegen te werken.

Is het anderglobalisme hiermee een blijvende tegencultuur? Adbusters is een Canadees tijdschrift opgericht door Kalle Lasn. De organisatie is de laatste jaren met knappe acties en reclame parodiën gekomen, met vergelijkbare overtuiging als die van de ••

(44)

andersglobalisten. Een goed voorbeeld is de Amerikaanse vlag waar de sterren van de staten vervangen zijn door de logo’s van Ame-rikaanse multinationals, tekenend voor de machtspositie van de ondernemingen. Daarnaast wordt de vlag het meest onaantastbare symbool van de Verenigde Staten geschonden.

Op de website www.adbusters.org staan reclames die visueel mi-nimaal gemanipuleerd zijn, maar inhoudelijk lijnrecht tegenover het oorspronkelijke doel staan. Voor de ondernemingen gaat het er voornamelijk om zoveel mogelijk winst te maken door de mensen aan te zetten tot consumptie. Het Adbusters magazine probeert door middel van culture jam acties aan te zetten een betreffend produkt te boycotten en een organisatie financiële tegenslagen te bezorgen.

Adbusters kwam met het initiatief van een ‘buy-nothing-day’. In-middels wordt de ‘buy-nothing-day’ gehonoreerd door voorstanders in 65 verschillende landen. Zulke campagnes zijn aanvallen op de consumptiemaatschappij en het machtige bedrijfsleven doet er al-les aan deze culture jammers te weren. Ze worden negatief afge-schilderd of simpelweg geweigerd gebruik te maken van bestaande media voor het tonen van hun overtuigingen.

De culture jammers winnen een hoop terrein. Allerlei mensen, zowel liberaal als conservatief, beginnen zich te ergeren an de heer-schappij van de ondernemingen in het publieke domein.

Het leek er even op of de culture jammers de enige ongrijpbare

re-actie op de advertentie industrie hadden. Helaas, alles wordt opge-pikt en op de markt gebracht voor een groot publiek. De band Ne-gativland die met het begrip culture jammen op de proppen kwam werd zelfs benaderd om de muziek van een bierreclame te doen. Inmiddels is Adbusters zelf een brand geworden. Op de site kun-nen de bezoekers allerlei Adbuster artikelen kopen. De activist die tegen van alles en nog wat is koopt zijn actie shirt op de Adbuster site. Zo verschillen anti-advertenties van culture jammers bijna niets van marketing gericht op jeugdcultuur. Uiteindelijk wordt er geconsumeerd.43, afb. Q

(45)

afb. P afb. Q

afb. P. Foto EPA, arrestatie demonstrant WTO-top. de Volkskrant

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Larger and better resourced organisations can use their position and assets to support smart urban intermediation by ‘opening doors’ for people to approach decision-makers

Initiatives aimed at including popular culture phenomena in the classrooms often argue that by combining activities and practices that students engage in outside the classroom

Because knowledge and sense of urgency are two new criteria, the structure of their scanning in the policies is presented in the last part of Appendix 8.2 (with key

Tyrone van der Meer, founder of The Notorious IBE (IBE), an international breaking event, and Angelo Martinus, founder of the urban scene in Eindhoven and initiator of EMOVES, an

Accessibility is defined as a quantification of green space avail- ability to general or specified public groups in relation to distance, expressed in service radius, or

Additionally we found that controlled breathing, either slow or fast, results as well in an increase in cardiorespiratory coupling, compared to spontaneous breathing, which

the external forces (the enactment of neo-liberal policies) acting on the system do not directly determine or cause its behaviour but instead trigger this internal

Omdat voor kippen geen ELISA beschikbaar is voor het aantonen van antilichamen tegen salmonella serogroep C (zowel C1 als C2), kon dus niet met een andere test worden nagegaan of