Beleidsinformatie Veilig Thuis: stand van zaken in 2017

(1)

å

Veilig Thuis

stand van zaken

in 2017

V

eili

g Th

ui

s

st

an

d v

an zak

en i

n 2017

(2)

Veilig Thuis

stand van zaken

(3)

Verklaring van tekens

Colofon

Niets (blanco) Een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen

. Het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim

* Voorlopige cijfers

** Nader voorlopige cijfers

2016–2017 2016 tot en met 2017

2016/2017 Het gemiddelde over de jaren 2016 tot en met 2017

2016/’17 Oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 2016 en eindigend in 2017

2014/’15–2016/’17 Oogstjaar, boekjaar, enz., 2014/’15 tot en met 2016/’17

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven

totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Uitgever

Centraal Bureau voor de Statistiek

Henri Faasdreef 312, 2492 JP Den Haag

www.cbs.nl

Prepress

CCN Creatie en visualisatie, Den Haag

Ontwerp

Edenspiekermann

Inlichtingen

Tel. 088 570 70 70

Via contactformulier: www.cbs.nl/infoservice

© Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen/Bonaire, 2018.

Verveelvoudigen is toegestaan, mits het CBS als bron wordt vermeld.

(4)

Inhoud 3

Inhoud

1. Inleiding 4

2. Beschrijving van geleverde gegevens 6

3. Kwaliteit van de geleverde gegevens 10

4. Totaal aantal adviezen, meldingen en onderzoeken 14

5. Adviezen naar hoedanigheid adviesvrager en aanleiding contact 20

6. Adviezen naar aard van het geweld 32

7. Meldingen naar hoedanigheid melder en aanleiding contact 36

8. Meldingen naar aanleiding contact en vervolg op de melding 48

9. Meldingen naar direct overgedragen aan derden 54

10. Meldingen naar aard van het geweld 60

11. Onderzoeken naar aard van het geweld 64

12. Onderzoeken per uitkomst van het onderzoek 68

13. Onderzoeken per vervolg na het onderzoek 72

14. Slotbeschouwing 78

(5)

1.

(6)

Inleiding 5

Sinds 2015 verzamelt het CBS elk halfjaar gegevens voor de Beleidsinformatie Veilig

Thuis. Dit gebeurt in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en

Sport (VWS), het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) en de Vereniging van

Nederlandse Gemeenten (VNG).

Veilig Thuis-organisaties (VT’s) zijn op grond van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning

(Wmo 2015) wettelijk verplicht om de gegevens voor de Beleidsinformatie Veilig Thuis aan

het CBS te leveren. De ministeries hebben in een informatieprotocol

1)

_{(IP) vastgelegd welke}

gegevens aangeleverd moeten worden.

Ondanks dit informatieprotocol, zijn de gegevensleveringen van de VT’s onderling niet

goed vergelijkbaar gebleken. De ministeries van VWS en JenV, de VNG en het Landelijk

Netwerk Veilig Thuis

2)

_{(LNVT) voeren een verbetertraject uit om tegemoet te komen aan}

de behoefte aan vergelijkbare cijfers

3)

_{. Het CBS draagt hier aan bij, onder andere door de}

aangeleverde gegevens in deze rapportage inzichtelijk te maken.

Deze rapportage schetst een beeld van de stand van zaken van de Beleidsinformatie Veilig

Thuis, aan de hand van de resultaten per Veilig Thuis-regio over het 1e en 2e halfjaar van

2017. Er is in deze rapportage bewust geen landelijk totaalcijfer opgenomen, omdat de

cijfers tussen de VT’s onderling niet goed vergelijkbaar zijn. Een landelijk totaalcijfer kan op

zichzelf niet op waarde geschat worden.

Het CBS wil met deze rapportage het Landelijk Netwerk Veilig Thuis, de ministeries van VWS

en JenV en de VNG ondersteunen bij het gezamenlijke verbetertraject. Deze rapportage

richt zich qua doelgroep dan ook primair op deze partijen. De rapportage dient altijd

gezien te worden binnen de context van dit verbetertraject. Het wordt sterk afgeraden om

de cijfers in deze rapportage buiten de context van dit verbetertraject te gebruiken.

1) _{Informatieprotocol Beleidsinformatie AMHK/Veilig Thuis – versie 1.1 – april 2017, op 30 mei 2017 gepubliceerd in}

de Staatscourant.

2) _{Het Landelijk Netwerk Veilig Thuis is het samenwerkingsverband van de 26 Veilig Thuis-organisaties in Nederland.} 3) _{Zie bladzijde 5 van het informatieprotocol Beleidsinformatie AMHK / Veilig Thuis versie 1.1.}

(7)

Beschrijving

2. van geleverde

(8)

Beschrijving van geleverde gegevens 7

Elke VT levert elk halfjaar aan het CBS gegevens over de afgegeven adviezen, de afgesloten

meldingen en de uitgevoerde onderzoeken. Deze set van gegevens is door het ministerie van

VWS gespecificeerd in het “Informatieprotocol Beleidsinformatie AMHK/Veilig Thuis”.

Al snel na het ontstaan van de VT’s op 1 januari 2015, werd duidelijk dat de toen geldende

versie van dit informatieprotocol, versie 1.0, niet goed aansloot op de dagelijkse praktijk

bij de VT’s. Dit leidde tot een slechte onderlinge vergelijkbaarheid van de aangeleverde

gegevens van de VT’s. In een werkgroep onder leiding van VWS is eind 2016 / begin 2017 een

verbeterde versie van het informatieprotocol ontwikkeld. Deze versie 1.1, welke op 1 juli 2017

is ingegaan, is bewust ontwikkeld als een tussenversie, waarin beoogd werd alleen relatief

eenvoudige verbeteringen door te voeren. Het Landelijk Netwerk Veilig Thuis, VWS, JenV en

VNG werken toe naar een compleet nieuwe versie 2.0, die aansluit op de doorontwikkeling

en uniformering van producten, diensten en werkprocessen van Veilig Thuis. Het Landelijk

Netwerk Veilig Thuis heeft het initiatief genomen bij de uitwerking van versie 2.0 van het

informatieprotocol, in nauwe afstemming met VWS, JenV, VNG en CBS.

In onderstaande tabel is te zien welke kenmerken van de adviezen, meldingen en

onderzoeken worden meegeleverd aan het CBS.

Deze rapportage is gebaseerd op de leveringen die de VT’s over de beide halve jaren van

2017 hebben gedaan.

Over het 1e halfjaar van 2017 gaat het bij 24 van de 26 VT’s om herleveringen die

gedaan zijn in de periode januari–februari 2018, volgens IP 1.1. Herleveringen bevatten

doorgaans meer of betere gegevens dan een eerste levering. Feitelijk betreft het in deze

herleveringen voor het overgrote deel gegevens die bij de VT’s in het 1e halfjaar zijn

geadministreerd volgens IP1.0 en bij de aanlevering aan het CBS zijn omgezet in het format

van IP1.1, voor zover mogelijk.

De resterende 2 VT’s hebben geen herlevering gedaan, zodat voor hen de eerste leveringen

over het 1e halfjaar 2017 zijn gebruikt, zoals die in de periode juli–augustus 2017 zijn

geleverd volgens IP1.0.

Over het 2e halfjaar van 2017 gaat het bij alle VT’s om eerste leveringen die in de periode

januari–februari 2018 zijn gedaan, volgens IP 1.1.

Informatieprotocol Beleidsinformatie AMHK/Veilig Thuis, versie 1.1

Adviezen Meldingen Onderzoeken

— Aanleiding om contact op te nemen met Veilig Thuis

— De aard van het geweld en/of mishandeling

— De hoedanigheid van degene die advies heeft gevraagd

— Aanleiding om een melding te doen bij Veilig Thuis

— Aard van het geweld en/of de mishandeling

— De hoedanigheid van degene die de melding heeft gedaan

— Datum van de melding — Datum van het triagebesluit — Vervolg op melding/triagebesluit — Onderzoeksnummer

— De aard van de derde partij aan wie (direct) is overgedragen/doorverwezen — Gegevens over de personen waarop de

melding betrekking heeft

— Datum start onderzoek — Datum afronding onderzoek — Uitkomst van het onderzoek — Aard van het geweld en/of de

mishandeling

— Vervolg naar aanleiding van het onderzoek

— Gegevens over de personen waarop het onderzoek betrekking heeft

(9)

8 Veilig Thuis: Stand van zaken in 2017

2.1 Definitie van afgesloten melding en onderzoek

In het informatieprotocol staat beschreven dat de VT’s elk halfjaar de volgende zaken

moeten aanleveren bij het CBS:

— Alle in de betreffende periode afgesloten adviezen;

— Alle in de betreffende periode ‘afgesloten’ meldingen;

— Alle in de betreffende periode ‘afgesloten’ onderzoeken.

Een melding is afgesloten als Veilig Thuis een triagebesluit heeft genomen én alle

handelingen die voortkomen uit dit triagebesluit heeft afgerond.

Een onderzoek is afgesloten als Veilig Thuis een oordeel heeft gevormd naar aanleiding

van het onderzoek en een besluit heeft genomen over wie de verantwoordelijkheid gaat

nemen voor het vervolg.

Bij zowel meldingen als onderzoeken geldt in de praktijk dat de VT-organisatie na de

besluitvorming activiteiten uitvoert, zowel in de praktische uitvoering van het genomen

besluit als in de administratie daarvan

1)

_{. Afgesproken is om meldingen en onderzoeken pas}

aan het CBS te leveren als deze handelingen ook volledig afgerond zijn. In de leveringen

over zowel het 1e als het 2e halfjaar van 2017 zitten dan ook meldingen en onderzoeken

waarbij het besluit al vóór het betreffende halfjaar is genomen. Nader onderzoek wijst uit

dat het overgrote deel van de records in het 2e halfjaars-bestand met een datum van het

besluit in het 1e halfjaar, niet voorkomen in de herleveringen over het 1e halfjaar.

In deze rapportage is de volgende afbakening gehanteerd: alle meldingen en onderzoeken

die opgenomen zijn in het bestand dat geleverd is over een bepaald halfjaar, worden in

dat halfjaar meegeteld; ongeacht de feitelijke datum waarop het (triage- respectievelijk

onderzoeks-)besluit is genomen. In de rapportage worden dus het aantal meldingen

en onderzoeken getoond die in het betreffende halfjaar volledig zijn afgerond. Voor

het merendeel zullen dit meldingen en onderzoeken zijn, die ook daadwerkelijk in het

betreffende halfjaar tot een besluit hebben geleid. Maar er zullen ook meldingen en

onderzoeken bij zijn, waar het (triage- respectievelijk onderzoeks-)besluit al in een eerdere

periode is vastgesteld, maar nu pas volledig is afgehandeld en geadministreerd.

Los van deze afbakening zijn er nog een zeer klein aantal aangeleverde meldingen en

onderzoeken (minder dan 1%) verwijderd, omdat de begin- en einddatum in het geheel

niet zijn ingevuld. Dit betrof grotendeels records waarbij ook geen enkele kenmerk van de

melding of het onderzoek meegeleverd was.

Een gevolg van de gehanteerde afbakening is dat de aantallen afgesloten meldingen

en onderzoeken in deze rapportage een benadering zijn van het aantal meldingen en

onderzoeken die in het betreffende halfjaar tot een (triage- respectievelijk onderzoeks-)

besluit hebben geleid.

Om beter zicht te krijgen op de hoeveelheid meldingen die in het betreffende halfjaar

behandeld zijn, hebben de VT’s ook het totale aantal binnengekomen meldingen in het

1e en in het 2e halfjaar van 2017 aan het CBS geleverd. Dit is dus een aanvulling op de

1) _{Een melding/onderzoek is in de praktijk pas afgesloten als de gehele bemoeienis van VT in de betreffende casus}

(10)

Beschrijving van geleverde gegevens 9

voorgeschreven set gegevens uit het informatieprotocol. Ook dit aantal is opgenomen in

deze rapportage, maar wordt verder niet uitgesplitst naar kenmerken van deze meldingen

(zoals hoedanigheid melder, aard van het geweld, et cetera). Waar in deze rapportage

van meldingen gesproken wordt, zijn afgesloten meldingen bedoeld, tenzij expliciet is

aangegeven dat het de binnengekomen meldingen betreft.

In de rest van deze rapportage worden de uitkomsten over het 1e en 2e halfjaar 2017 per

VT-regio getoond in tabellen en grafieken. Bij duiding van de uitkomsten van de VT-regio’s

dienen de lokale werkprocessen en administraties bij de VT’s in ogenschouw genomen te

worden.

Het is niet gezegd dat opvallende zaken in deze tabellen per definitie ‘fout’ zijn. Die

beoordeling én de eventuele oorzaken of verklaringen kunnen alleen gegeven worden

door de betreffende VT zelf.

Vanwege de verschillen tussen de VT’s is er bewust geen landelijk totaalcijfer opgenomen

in rapportage. Een landelijk cijfer kan op zichzelf niet op waarde geschat worden.

Conform de vooraf vastgestelde publicatiestrategie zijn de cijfers over het 1e halfjaar in

deze rapportage nader voorlopig en de cijfers over het 2e halfjaar van 2017 voorlopig.

(11)

Kwaliteit

3. van de

geleverde

(12)

Kwaliteit van de geleverde gegevens 11

In algemene zin zijn er enkele redenen te noemen waardoor de aangeleverde gegevens van

de VT’s onderling niet goed vergelijkbaar zijn (zowel bij gebruik van IP 1.0 als bij IP 1.1):

— De werkprocessen en administraties van de VT’s wijken op onderdelen van elkaar af. VT’s

werken volgens het uniforme Handelingsprotocol Veilig Thuis, maar in de praktische

uitwerking van dit handelingsprotocol maken VT’s verschillende keuzes, veelal ingegeven

door afspraken die de VT’s maken met hun opdrachtgevers (de gemeenten in de regio).

— Het informatieprotocol, en de daarin gehanteerde concepten en definities sluiten

onvoldoende aan bij de continu veranderende werkprocessen en ontwikkelingen

binnen de VT’s. De VT’s geven daardoor eigen invulling aan de gehanteerde begrippen

in het informatieprotocol.

— De werkprocessen binnen elke VT zijn in ontwikkeling en hierdoor zijn leveringen over

één VT in de tijd niet altijd goed vergelijkbaar.

In gesprekken over het informatieprotocol 1.1 zijn door VT’s de volgende situaties genoemd

die kunnen leiden tot verschillen in registratie en aanlevering van meldingen

1)

_:

— Dubbele meldingen van hetzelfde incident.

Bijvoorbeeld als de politie én de ambulance binnen 1 uur allebei een melding doen van

hetzelfde incident. Volgens het informatieprotocol moeten beide meldingen aan het

CBS worden geleverd, maar in de praktijk wordt dat wellicht niet altijd gedaan.

— Tweede meldingen/hermeldingen op eenzelfde casus.

Eerst is er bijvoorbeeld een melding door de buurvrouw en een week later een andere

melding over hetzelfde gezin door de leerkracht. Ook hier zouden beide meldingen aan

het CBS moeten worden geleverd.

— (Zorg)meldingen van de politie.

Deze (zorg)meldingen kunnen op verschillende manieren bij de VT binnen komen (via

CORV, via query/mutaties). Deze meldingen worden niet door elke VT op dezelfde wijze

geadministreerd. De mate waarin alle politiemeldingen zijn meegeleverd aan het CBS, kan

dan ook verschillen tussen de VT’s

2)

_.

In het informatieprotocol versie 1.1 wordt het volgende gezegd over de variatie in de

registratie van onderzoeken door de VT-organisaties

3)

_:

“Uit de manier waarop VT-organisaties hun inspanningen registreren blijkt een (grote)

variatie. Bij een aantal VT-organisaties worden activiteiten die volgens het VNG-model

Handelingsprotocol niet onder de definitie van het product onderzoek vallen daar wel onder

geregistreerd. Ook registreren een aantal Veilig Thuis-organisaties activiteiten onder het

product triage die door andere Veilig Thuis-organisaties onder het product onderzoek worden

geregistreerd, maar die volgens het VNG-model Handelingsprotocol noch onder triage noch

onder onderzoek vallen. Een aantal Veilig Thuis-organisaties heeft hiervoor een gescheiden

‘product’ gedefinieerd, bv. outreachende interventie, ondersteuningsdienst lokaal veld,

activerend onderzoek, uitgebreide triage, etc.”

Ook kan meespelen dat in het informatieprotocol wordt uitgegaan van de situatie dat

er na een melding ófwel een vervolgtraject ófwel een onderzoek wordt gestart door de

VT (ofwel dat de bemoeienis van de VT meteen ophoudt). In de praktijk komt het echter

1) _{Zie ook bladzijde 12 en 13 van het informatieprotocol versie 1.1.}

2) _{Er is in de afgelopen periode al door justitiepartners, politie, VT’s en verschillende ministeries geïnvesteerd in het}

verbeteren van de meldingen door de politie bij Veilig Thuis. Zo wordt onder andere een uniform meldingenfor-mulier gebruikt.

(13)

regelmatig voor dat er eerst gestart wordt met een vervolgtraject, maar gaandeweg blijkt

dat het complexer ligt en er eerst onderzoek nodig is. Dat onderzoek wordt dan uitgevoerd

en met de resultaten van het onderzoek wordt het vervolgtraject weer voortgezet. Ook als

er wel direct met een onderzoek wordt gestart, volgt er vaak nog een vervolgtraject waarin

de resultaten van het onderzoek met betrokkenen worden besproken en betrokkenen

gemotiveerd worden om hulp te accepteren. In de aanlevering aan het CBS kunnen de VT’s

deze combinatie van vervolgtraject en onderzoek niet goed kwijt.

Voorafgaand aan de leveringen en herleveringen van begin 2018, heeft het Landelijk

Netwerk Veilig Thuis een verbeterslag gecoördineerd bij alle VT’s. Op basis van de

resultaten en ervaringen uit de vorige publicaties is er bij elke VT bekeken op welke

punten de administratie en/of het geleverde bestand verbeterd kon worden om zo

beter aan te sluiten bij de vastgestelde definities en afbakeningen uit versie 1.1. van het

informatieprotocol. Het CBS heeft het Landelijk Netwerk Veilig Thuis gevraagd om die

verbeterslag kort te beschrijven ten behoeve van deze rapportage. Deze beschrijving door

het Landelijk Netwerk Veilig Thuis is hieronder integraal opgenomen.

Veilig Thuis: Fors ingezet op herstel onjuiste registratie

Na de aanlevering van de cijfers over het 1e halfjaar van 2017 hebben we na feedback

van het CBS als Veilig Thuis (VT) organisaties fors ingezet op herstel van onvolledige of

onjuiste registratie. De samenwerking met CBS was hierin belangrijk, op die manier

kregen we meer zicht en grip op onze output naar CBS. De inspanning geldt voor de

herleveringen over het 1e halfjaar van 2017, maar ook voor de goede registratie vanaf

het 2e halfjaar van 2017 volgens informatieprotocol 1.1.

Handmatige correctie was op onderdelen noodzakelijk, ook moesten de drie

cliëntvolg systemen beter worden ingericht. De formats van de rapportage die gebruikt

worden voor de aanlevering vanuit de drie cliënt volgsystemen bleken onjuistheden te

bevatten. In de herlevering 2017 zijn deze rapportagefouten uit gehaald.

Een aantal VT organisaties hebben hun registratie ingericht op een zo efficiënt

mogelijk werkproces passend in hun regio, op basis van lokale afspraken. Dit maakt de

onderlinge vergelijking van de cijfers niet altijd (volledig) mogelijk.

Politiemeldingen verbeterd

Sinds 2017 hebben we in nauwe samenwerking met de politie de politiemeldingen

verbeterd. Dit heeft in een aantal regio’s geleid tot een flinke stijging van het aantal

meldingen waardoor het qua bemensing niet altijd mogelijk bleek om alles op de

juiste, vergelijkbare wijze te registreren. VT organisaties leggen bij hoge instroom

de prioriteit bij het handelen in plaats van het registreren en realiseren zich daarbij

mogelijk niet altijd voldoende welke consequentie dat heeft voor het aanleveren van

beleidsinformatie.

Realiseren eenduidige kwaliteit

Het Landelijk Netwerk Veilig Thuis (LNVT) waarin alle 26 Veilig Thuis organisaties zijn

vertegenwoordigd wil een meer eenduidige kwaliteit realiseren en is daarom in

2017 van start gegaan met een Meerjaren Uitvoerings Programma. In dit Meerjaren

Uitvoerings Programma heeft het LNVT zich uitgesproken voor een – bij het verwerken

en registreren van advies en melding – uniforme werkwijze om zo landelijk goed

vergelijkbare beleids informatie te genereren.

(14)

Kwaliteit van de geleverde gegevens 13

Er wordt op dit moment in samenwerking met onder andere de ministeries van VWS,

JenV en het CBS hard gewerkt aan het informatieprotocol 2.0, dat komend jaar van

kracht wordt. Het LNVT heeft er alle vertrouwen in heeft dat de VT organisaties vanaf

2019 vergelijkbare beleidsinformatie kunnen aanleveren over:

− Aard van het geweld (type, ernst, geschatte duur);

− Omvang van geweld in afhankelijkheidsrelaties (o.b.v. gegevens over adviezen,

meldingen en casussen, betrokkenen, adviesvragers en melders);

− Hoedanigheid van adviesvragers en melders (beroepsgroep en organisatie);

− Interventies van Veilig Thuis (diensten: triage, onderzoek, veiligheidsvoorwaarden);

− Ingezette vervolghulp (overdracht), op persoonsniveau teneinde situaties van

(15)

Totaal aantal

4. adviezen,

meldingen

(16)

Totaal aantal adviezen, meldingen en onderzoeken 15

Als eerste worden het totaal aantal adviezen, meldingen en onderzoeken per VT bekeken

(zie tabel 4.0.1). Van de meldingen is zowel het aantal binnengekomen meldingen als het

aantal afgesloten meldingen bekend.

In deze tabel is te zien dat er VT’s zijn waar het aantal afgeronde meldingen hoger is dan

het aantal binnengekomen meldingen, en dat er VT’s zijn waar dat juist andersom is.

Ook is uit de tabel af te leiden dat de verhouding tussen het aantal meldingen en het

aantal onderzoeken uiteenloopt tussen de VT’s, net zoals de verhouding tussen het aantal

adviezen en het aantal meldingen.

Om te beoordelen of de aantallen in bovenstaande tabel duiden op een correcte

bestands-levering, worden de aantallen per VT omgerekend naar aantallen per 10 000 inwoners in

het werkgebied van de VT. De aanname is dat de aantallen per 10 000 inwoners geen al te

grote verschillen tussen de regio’s laten zien. Maar zoals in hoofdstuk 3 al is beschreven,

zijn er situaties die leiden tot verschillen in de wijze waarop VT’s zaken registreren en

aanleveren bij het CBS. De aantallen per 10 000 inwoners van een VT zijn pas goed te

duiden met gedetailleerde kennis van het (administratieve) werkproces bij de betreffende

VT.

4.0.1 Kerncijfers Veilig Thuis, 2017

1e halfjaar** 2e halfjaar* Adviezen Meldingen Onderzoeken Adviezen Meldingen Onderzoeken binnen-

gekomen afgerond gekomenbinnen- afgerond

Veilig Thuis-regio Amsterdam-Amstelland 2 150 3 630 3 605 960 2 235 3 905 3 945 885 Brabant-Noordoost 1 120 1 300 1 465 550 1 165 1 715 1 645 300 Drenthe 1 370 1 080 995 275 985 955 855 240 Flevoland 1 415 2 385 2 330 385 1 595 2 105 2 205 355 Friesland 2 335 1 695 1 640 340 1 980 1 760 1 720 380 Gelderland-Midden 1 425 2 085 2 070 55 1 390 1 890 1 640 110 Gelderland-Zuid 1 570 555 605 300 1 740 625 585 235 Gooi en Vechtstreek 625 735 675 15 530 890 975 5 Groningen 950 2 350 1 885 190 1 115 1 585 1 435 190 Haaglanden 2 825 3 765 3 655 665 2 805 3 795 3 525 645 Hollands-Midden 1 660 2 070 1 975 360 1 460 2 135 2 155 380 IJsselland 880 925 945 360 905 755 775 270 Kennemerland 990 1 900 1 720 175 1 090 1 475 1 495 265 Midden-Brabant 1 270 2 275 2 310 255 1 200 2 045 2 040 170

Noord- en Midden Limburg 1 025 400 320 145 670 545 485 200

Noord- en Oost Gelderland 1 370 1 885 1 255 90 1 715 1 670 1 240 125

Noord-Holland Noord 1 305 1 110 1 105 315 1 360 1 630 1 285 285

Overijssel regio Twente 1 380 1 490 1 005 105 1 480 1 255 1 000 50

Rotterdam-Rijnmond 2 995 2 535 2 395 620 2 740 2 310 1 355 415 Utrecht 2 705 3 445 3 760 365 2 600 3 375 3 900 365 West-Brabant 1 430 3 070 2 945 185 1 380 3 700 2 955 135 Zaanstreek-Waterland 980 1 005 980 90 1 155 1 005 1 075 125 Zeeland 740 610 615 145 760 595 595 135 Zuid-Holland Zuid 1 420 1 075 1 115 200 1 300 1 285 1 100 165 Zuid-Limburg 1 225 510 470 260 1 135 2 855 2 270 190 Zuidoost-Brabant 1 820 2 285 2 350 340 2 045 2 205 2 210 360 Bron: CBS.

(17)

4.1 Adviezen per 10 000 inwoners

In het 1e halfjaar is te zien dat het aantal adviezen per 10 000 inwoners tussen 16 en 36

ligt, iets meer dan een factor 2 tussen de hoogste en de laagste. In het 2e halfjaar is dat

een factor 3, het aantal adviezen per 10 000 inwoners ligt dan tussen 13 en 39.

4.1.1 Aantal adviezen per 10 000 inwoners, per Veilig Thuis regio, 1e halfjaar

van 2017** en 2e halfjaar van 2017*

Bron: CBS. 0 5 10 15 20 25 30 35 40 Zuidoost-Brabant Zuid-Limburg Zuid-Holland Zuid Zeeland Zaanstreek-Waterland West-Brabant Utrecht Rotterdam-Rĳnmond Overĳssel regio Twente Noord-Holland Noord Noord- en Oost Gelderland Noord- en Midden Limburg Midden-Brabant Kennemerland Ĳsselland Hollands-Midden Haaglanden Groningen Gooi en Vechtstreek Gelderland-Zuid Gelderland-Midden Friesland Flevoland Drenthe Brabant-Noordoost Amsterdam-Amstelland 1e halfjaar 2017 2e halfjaar 2017

(18)

4.2 Meldingen per 10 000 inwoners

Bij meldingen is het verschil tussen de VT’s groter dan bij de adviezen. In het eerste halfjaar

ligt het aantal ontvangen meldingen per 10 000 inwoners tussen 8 en 58 (zie figuur 4.2.1),

de hoogste heeft meer dan zeven keer zo veel meldingen per 10 000 inwoners dan de

laagste. In het tweede halfjaar zijn de verschillen iets kleiner (tussen 11 en 53), waarbij de

hoogste bijna vijf keer zoveel meldingen per 10 000 inwoners heeft.

Voor afgeronde meldingen (figuur 4.2.2) is het beeld vrijwel gelijk aan die voor

binnen-gekomen meldingen.

In zowel figuur 4.2.1 als in figuur 4.2.2 is te zien dat in de regio Zuid-Limburg het aantal

meldingen in het 2e halfjaar fors hoger is dan in het 1e halfjaar. Deze toename komt bijna

volledig voor rekening van de meldingen door de politie (zie ook tabellen 7.0.1 en 7.0.2).

4.2.1 Aantal ontvangen meldingen per 10 000 inwoners, per Veilig Thuis regio,

1e halfjaar van 2017** en 2e halfjaar van 2017*

Bron: CBS. 0 10 20 30 40 50 60 Zuidoost-Brabant Zuid-Limburg Zuid-Holland Zuid Zeeland Zaanstreek-Waterland West-Brabant Utrecht Rotterdam-Rĳnmond Overĳssel regio Twente Noord-Holland Noord Noord- en Oost Gelderland Noord- en Midden Limburg Midden-Brabant Kennemerland Ĳsselland Hollands-Midden Haaglanden Groningen Gooi en Vechtstreek Gelderland-Zuid Gelderland-Midden Friesland Flevoland Drenthe Brabant-Noordoost Amsterdam-Amstelland 1e halfjaar 2017 2e halfjaar 2017

(19)

4.2.2 Aantal afgesloten meldingen per 10 000 inwoners, per Veilig Thuis regio,

1e halfjaar van 2017** en 2e halfjaar van 2017*

Bron: CBS. 0 10 20 30 40 50 60 Zuidoost-Brabant Zuid-Limburg Zuid-Holland Zuid Zeeland Zaanstreek-Waterland West-Brabant Utrecht Rotterdam-Rĳnmond Overĳssel regio Twente Noord-Holland Noord Noord- en Oost Gelderland Noord- en Midden Limburg Midden-Brabant Kennemerland Ĳsselland Hollands-Midden Haaglanden Groningen Gooi en Vechtstreek Gelderland-Zuid Gelderland-Midden Friesland Flevoland Drenthe Brabant-Noordoost Amsterdam-Amstelland 1e halfjaar 2017 2e halfjaar 2017

(20)

4.3 Onderzoeken per 10 000 inwoners

Bij onderzoeken is het verschil tussen de VT’s groter dan bij de meldingen, en dus ook

groter dan bij de adviezen. Als de regio Gooi en Vechtstreek buiten beschouwing wordt

gelaten (vanwege het hele lage aantal onderzoeken in deze regio), dan heeft de hoogste

meer dan 11 keer zoveel onderzoeken per 10 000 inwoners dan de laagste.

4.3.1 Aantal onderzoeken per 10 000 inwoners, per Veilig Thuis regio,

1e halfjaar van 2017** en 2e halfjaar van 2017*

Bron: CBS. 0 2 4 6 8 10 Zuidoost-Brabant Zuid-Limburg Zuid-Holland Zuid Zeeland Zaanstreek-Waterland West-Brabant Utrecht Rotterdam-Rĳnmond Overĳssel regio Twente Noord-Holland Noord Noord- en Oost Gelderland Noord- en Midden Limburg Midden-Brabant Kennemerland Ĳsselland Hollands-Midden Haaglanden Groningen Gooi en Vechtstreek Gelderland-Zuid Gelderland-Midden Friesland Flevoland Drenthe Brabant-Noordoost Amsterdam-Amstelland 1e halfjaar 2017 2e halfjaar 2017

(21)

Adviezen naar

5. hoedanigheid

adviesvrager en

(22)

Adviezen naar hoedanigheid adviesvrager en aanleiding contact 21

Van elk gegeven advies registreert de VT de hoedanigheid van de adviesvrager en de

aanleiding om contact met VT op te nemen. In tabellen 5.0.1 en 5.0.2 wordt het totaal

aantal adviezen in respectievelijk het 1e en 2e halfjaar uitgesplitst naar deze twee

kenmerken.

In deze tabellen is onder andere te zien dat er veel verschillen zijn tussen de VT’s in de

aanleiding om contact op te nemen, met name in het 1e halfjaar. In de meeste regio’s gaat

het merendeel van de adviezen in het 1e halfjaar over alleen kindermishandeling (tot aan

driekwart van alle adviezen), maar er zijn ook enkele VT’s waar de aanleiding in (meer

dan) de helft van de adviezen in het 1e halfjaar alleen huiselijk geweld was. Ook valt

op dat in het 2e halfjaar de adviezen vaker dan in het 1e halfjaar als aanleiding ‘andere

problematiek dan huiselijk geweld en kindermishandeling’ hebben.

De aantallen adviezen naar hoedanigheid van de adviesvrager zijn in tabel 5.0.3 en 5.0.4

als percentages weergegeven.

(23)

5.0.1 Aantal adviezen uitgesplitst naar hoedanigheid adviesvrager en aanleiding contact,

per Veilig Thuis regio, 1e halfjaar van 2017**

Hoedanigheid

adviesvrager Aanleiding om contact op te nemen

Amster-dam- Amstel-land Brabant- Noord-

oost Drenthe Flevo-land Fries- land Gelder- land- Midden Gelder- land-Zuid Gooi en Vecht-

streek ningenGro- landenHaag-

Hol- lands- Midden IJssel-land

Kenne- mer-land Mid- den- Brabant Noord- en Midden Limburg Noord- en Oost Gelder-land Noord- Holland Noord Over- ijssel regio Twente Rotter- dam- Rijn-

mond Utrecht BrabantWest- Zaan- streek-

Water-land landZee- Zuid- Holland

ZuidLimburgZuid- Zuid- oost- Brabant aantal adviezen Totaal Totaal 2 150 1 120 1 370 1 415 2 335 1 425 1 570 625 950 2 825 1 660 880 990 1 270 1 025 1 370 1 305 1 380 2 995 2 705 1 430 980 740 1 420 1 225 1 820 Alleen kindermishandeling 1 235 660 600 775 1 500 930 1 115 390 605 1 540 1 145 545 575 800 290 985 710 805 1 650 1 680 800 580 470 1 085 840 960

Alleen huiselijk geweld 565 365 710 345 705 375 295 170 265 965 330 275 310 330 680 290 415 475 1 060 740 490 285 205 215 305 605

Zowel kindermishandeling als

huiselijk geweld 335 70 60 295 110 115 150 45 80 305 175 55 95 135 55 95 180 90 280 230 140 90 60 120 65 170

Andere problematiek 1) ₁₅ ₂₅ ₀ ₅ ₂₀ ₅ ₅ ₁₅ ₀ ₁₅ ₁₀ ₅ ₅ ₅ ₀ ₀ ₀ ₁₀ ₁₀ ₀ ₀ ₂₀ ₀ ₀ ₁₅ ₈₀

Combinaties hierboven niet

genoemd 0 5 0 0 5 0 5 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 10

Onbekend 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5 0 0 0 0 0 0 0 50 0 0 0 0 0 0

Gezondheidszorg Totaal 325 245 70 60 115 135 390 75 70 240 245 65 130 125 50 140 80 85 410 325 235 50 45 105 240 120

Alleen kindermishandeling 230 170 40 35 85 75 330 45 45 155 180 40 75 90 35 105 50 35 245 225 135 30 20 75 170 75

Alleen huiselijk geweld 45 60 25 10 20 45 50 20 15 60 50 25 40 25 15 30 20 40 120 75 85 15 20 30 60 35

Andere problematiek 1) ₀ ₁₀ ₀ ₀ ₅ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₅ ₀ ₀ ₀ ₀

genoemd 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Onbekend 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5 0 0 0 0 0 0

Onderwijs Totaal 200 90 65 100 110 120 140 85 75 290 180 75 100 120 25 130 100 125 310 285 90 115 65 100 70 95

Andere problematiek 1) ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀

genoemd 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Onbekend 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5 0 0 0 0 0 0

Jeugdzorg Totaal 440 190 180 255 685 260 320 95 280 690 340 185 175 330 640 310 170 335 720 545 305 255 185 430 200 480

Andere problematiek 1) ₁₀ ₅ ₀ ₀ ₅ ₀ ₅ ₅ ₀ ₅ ₅ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₅ ₅ ₀ ₀ ₅ ₀ ₀ ₀ ₂₀

genoemd 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Onbekend 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 10 0 0 0 0 0 0

Politie Totaal 25 40 475 45 435 25 30 20 15 335 25 40 45 35 30 30 85 45 75 45 20 35 25 115 10 230

Andere problematiek 1) ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₅

genoemd 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Onbekend 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Overig beroepsmatig Totaal 245 90 90 150 105 155 155 65 40 205 115 70 85 115 40 90 95 80 205 190 70 70 45 120 150 90

Andere problematiek 1) ₅ ₅ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₅ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₅

genoemd 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

(24)

5.0.1 Aantal adviezen uitgesplitst naar hoedanigheid adviesvrager en aanleiding contact,

per Veilig Thuis regio, 1e halfjaar van 2017**

Hoedanigheid

mond UtrechtBrabantWest- Zaan- streek-

ZuidLimburgZuid- Zuid- oost- Brabant aantal adviezen Totaal Totaal 2 150 1 120 1 370 1 415 2 335 1 425 1 570 625 950 2 825 1 660 880 990 1 270 1 025 1 370 1 305 1 380 2 995 2 705 1 430 980 740 1 420 1 225 1 820 Alleen kindermishandeling 1 235 660 600 775 1 500 930 1 115 390 605 1 540 1 145 545 575 800 290 985 710 805 1 650 1 680 800 580 470 1 085 840 960

Alleen huiselijk geweld 565 365 710 345 705 375 295 170 265 965 330 275 310 330 680 290 415 475 1 060 740 490 285 205 215 305 605

Andere problematiek 1) ₁₅ ₂₅ ₀ ₅ ₂₀ ₅ ₅ ₁₅ ₀ ₁₅ ₁₀ ₅ ₅ ₅ ₀ ₀ ₀ ₁₀ ₁₀ ₀ ₀ ₂₀ ₀ ₀ ₁₅ ₈₀

genoemd 0 5 0 0 5 0 5 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 10

Onbekend 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5 0 0 0 0 0 0 0 50 0 0 0 0 0 0

Andere problematiek 1) ₀ ₁₀ ₀ ₀ ₅ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₅ ₀ ₀ ₀ ₀

genoemd 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Onbekend 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5 0 0 0 0 0 0

Andere problematiek 1) ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀

genoemd 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Onbekend 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5 0 0 0 0 0 0

Andere problematiek 1) ₁₀ ₅ ₀ ₀ ₅ ₀ ₅ ₅ ₀ ₅ ₅ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₅ ₅ ₀ ₀ ₅ ₀ ₀ ₀ ₂₀

genoemd 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Onbekend 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 10 0 0 0 0 0 0

Politie Totaal 25 40 475 45 435 25 30 20 15 335 25 40 45 35 30 30 85 45 75 45 20 35 25 115 10 230

Andere problematiek 1) ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₅

genoemd 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Onbekend 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Andere problematiek 1) ₅ ₅ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₅ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₅

genoemd 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

(25)

5.0.1 Aantal adviezen uitgesplitst naar hoedanigheid adviesvrager en aanleiding contact,

per Veilig Thuis regio, 1e halfjaar van 2017**

Hoedanigheid

mond Utrecht BrabantWest- Zaan- streek-

ZuidLimburgZuid- Zuid- oost- Brabant aantal adviezen Niet-beroepsmatig Totaal 850 420 445 685 795 605 470 255 405 925 695 405 405 495 155 610 720 640 1 150 1 115 660 415 335 460 510 645 Alleen kindermishandeling 385 245 280 360 575 395 295 140 235 560 450 260 225 285 80 415 375 375 565 690 360 230 220 305 335 340

Andere problematiek 1) ₅ ₅ ₀ ₀ ₁₀ ₀ ₀ ₅ ₀ ₅ ₅ ₀ ₀ ₅ ₀ ₀ ₀ ₅ ₅ ₀ ₀ ₅ ₀ ₀ ₅ ₁₀

genoemd 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Onbekend 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 15 0 0 0 0 0 0

Anders dan voorgaande Totaal 65 35 35 105 65 80 60 35 65 120 50 35 45 45 0 45 40 50 80 185 45 35 25 85 25 145

Andere problematiek 1) ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₅ ₀ ₀ ₀ ₄₀

genoemd 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5

Onbekend 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 10 0 0 0 0 0 0

Onbekend Totaal 0 5 15 15 20 55 10 0 10 20 5 10 5 5 80 10 15 25 40 15 0 10 10 5 20 10

Andere problematiek 1) ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₅ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀

genoemd 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Onbekend 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

(slot)

Bron: CBS.

(26)

5.0.1 Aantal adviezen uitgesplitst naar hoedanigheid adviesvrager en aanleiding contact,

per Veilig Thuis regio, 1e halfjaar van 2017**

Hoedanigheid

mond UtrechtBrabantWest- Zaan- streek-

ZuidLimburgZuid- Zuid- oost- Brabant aantal adviezen Niet-beroepsmatig Totaal 850 420 445 685 795 605 470 255 405 925 695 405 405 495 155 610 720 640 1 150 1 115 660 415 335 460 510 645 Alleen kindermishandeling 385 245 280 360 575 395 295 140 235 560 450 260 225 285 80 415 375 375 565 690 360 230 220 305 335 340

Andere problematiek 1) ₅ ₅ ₀ ₀ ₁₀ ₀ ₀ ₅ ₀ ₅ ₅ ₀ ₀ ₅ ₀ ₀ ₀ ₅ ₅ ₀ ₀ ₅ ₀ ₀ ₅ ₁₀

genoemd 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Onbekend 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 15 0 0 0 0 0 0

Anders dan voorgaande Totaal 65 35 35 105 65 80 60 35 65 120 50 35 45 45 0 45 40 50 80 185 45 35 25 85 25 145

Andere problematiek 1) ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₅ ₀ ₀ ₀ ₄₀

genoemd 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5

Onbekend 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 10 0 0 0 0 0 0

Onbekend Totaal 0 5 15 15 20 55 10 0 10 20 5 10 5 5 80 10 15 25 40 15 0 10 10 5 20 10

Andere problematiek 1) ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₅ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀ ₀

genoemd 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

(27)

5.0.2 Aantal adviezen uitgesplitst naar hoedanigheid adviesvrager en aanleiding contact,

per Veilig Thuis regio, 2e halfjaar van 2017*

Hoedanigheid

Amster- dam- Amstel-land Brabant- Noord-

Hol- lands- Midden IJssel- land

Kenne- mer-land Mid- den- Brabant Noord- en Midden Limburg Noord- en Oost Gelder-land Noord- Holland Noord Over- ijssel regio Twente Rotter-dam-

Rijn-mond UtrechtBrabantWest- Zaan- streek-

Water-land Zee- land Zuid- Holland

ZuidLimburgZuid- Zuid- oost- Brabant aantal adviezen Totaal Totaal 2 235 1 165 985 1 595 1 980 1 390 1 740 530 1 115 2 805 1 460 905 1 090 1 200 670 1 715 1 360 1 480 2 740 2 600 1 380 1 155 760 1 300 1 135 2 045 Alleen kindermishandeling 1 130 430 550 635 1 020 675 935 210 555 1 355 790 420 490 610 235 940 630 585 1 085 1 230 690 540 375 830 625 885

Andere problematiek 1) ₂₆₅ ₂₇₀ ₁₇₅ ₃₁₅ ₅₀₀ ₃₀₀ ₂₇₀ ₁₅₀ ₁₈₅ ₂₅₀ ₂₀₀ ₁₄₀ ₁₈₅ ₁₇₅ ₁₄₀ ₁₄₀ ₂₂₀ ₃₁₀ ₅₃₀ ₃₈₅ ₁₉₀ ₂₀₀ ₁₃₀ ₁₁₀ ₁₆₅ ₃₇₅

genoemd 50 40 15 85 60 20 40 15 20 30 20 35 30 35 15 50 35 55 75 50 25 25 20 60 30 65

Onbekend 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 75 0 0 0 0 0 5

Andere problematiek 1) ₃₀ ₈₀ ₂₅ ₁₅ ₄₅ ₃₅ ₃₅ ₂₀ ₁₅ ₂₅ ₃₀ ₁₅ ₂₅ ₁₅ ₁₅ ₁₅ ₁₅ ₂₅ ₈₀ ₃₀ ₄₅ ₂₀ ₅ ₁₅ ₂₀ ₄₀

genoemd 10 10 5 5 5 0 10 0 5 0 5 5 5 5 5 10 5 5 15 10 5 0 0 15 5 10

Onbekend 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 10 0 0 0 0 0 0

Andere problematiek 1) ₂₅ ₁₀ ₁₀ ₂₅ ₃₀ ₁₅ ₂₀ ₁₅ ₁₀ ₁₅ ₁₀ ₅ ₁₅ ₁₅ ₅ ₁₀ ₁₅ ₂₀ ₅₀ ₄₀ ₁₀ ₁₅ ₁₀ ₅ ₁₀ ₁₅

genoemd 0 0 0 10 0 0 0 0 0 5 0 5 5 0 0 0 0 5 5 0 0 5 5 0 0 5

Onbekend 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5 0 0 0 0 0 0

Andere problematiek 1) ₃₀ ₃₀ ₃₅ ₇₀ ₁₄₀ ₆₀ ₅₀ ₂₅ ₄₅ ₃₅ ₃₀ ₂₀ ₃₀ ₃₅ ₅₀ ₂₀ ₃₀ ₆₀ ₁₆₀ ₉₀ ₄₅ ₅₅ ₂₀ ₂₅ ₃₀ ₈₅

genoemd 10 5 5 15 20 0 10 5 5 10 0 5 5 10 5 10 5 10 25 15 5 5 5 15 15 15

Onbekend 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 20 0 0 0 0 0 0

Politie Totaal 35 35 45 65 130 20 20 15 25 60 30 45 45 70 10 40 40 55 20 55 20 25 15 50 25 240

Andere problematiek 1) ₀ ₁₀ ₅ ₁₅ ₃₀ ₅ ₅ ₀ ₅ ₁₀ ₅ ₁₀ ₅ ₂₀ ₅ ₅ ₅ ₁₀ ₅ ₁₀ ₅ ₀ ₅ ₀ ₅ ₃₅

genoemd 0 0 0 5 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5 0 0 0 0 0 5 0 5 0 0 0 10

Onbekend 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Andere problematiek 1) ₅₀ ₃₀ ₁₅ ₃₀ ₄₀ ₃₀ ₃₅ ₂₀ ₁₅ ₉₀ ₃₀ ₁₅ ₃₀ ₂₅ ₁₅ ₁₀ ₂₅ ₂₀ ₂₅ ₃₅ ₁₅ ₂₅ ₃₀ ₅ ₁₀ ₃₀

genoemd 10 5 0 5 5 0 5 5 0 5 5 5 5 5 5 10 0 5 5 5 0 5 0 5 0 0

(28)

5.0.2 Aantal adviezen uitgesplitst naar hoedanigheid adviesvrager en aanleiding contact,

per Veilig Thuis regio, 2e halfjaar van 2017*

Hoedanigheid

Amster- dam- Amstel-land Brabant- Noord-

Hol- lands- Midden IJssel- land

Kenne- mer-land Mid- den- Brabant Noord- en Midden Limburg Noord- en Oost Gelder-land Noord- Holland Noord Over- ijssel regio Twente Rotter-dam-

Rijn-mond Utrecht BrabantWest- Zaan- streek-