0 0
De toekomst van de
De toekomst van de
welvaartsstaat
welvaartsstaat
BeaBea CantillonCantillon
Centrum voor Sociaal Beleid Herman
Centrum voor Sociaal Beleid Herman DeleeckDeleeck, Universiteit Antwerpen, Universiteit Antwerpen Leuven, 17 november 2008
Het sociaal pact van 1944
Het sociaal pact van 1944
het compromis tussen
het compromis tussen
arbeid en kapitaal
arbeid en kapitaal
over
over
welvaart en verdeling
welvaart en verdeling
binnen het raam van de
binnen het raam van de
natiestaat
natiestaat
als antwoord op de 19de
als antwoord op de 19de
eeuwse
eeuwse
sociale
sociale
kwestie
2 2
In
In
na
na
-
-
oorlogse
oorlogse
periode erg succesvol: de
periode erg succesvol: de
arbeider ‘
arbeider ‘
gedeproletariseerd
gedeproletariseerd
’
’
De voorbije decennia:
De voorbije decennia:
groeivertraging
groeivertraging
en
en
toenemende ongelijkheden
toenemende ongelijkheden
Waarom? En is dat een probleem?
Waarom? En is dat een probleem?
Enkele reflecties voor de toekomst
Enkele reflecties voor de toekomst
over
over
welvaart en verdeling
welvaart en verdeling
Welvaart en verdeling in
4 4
Welvaart en verdeling doorheen de tijd: België
Welvaart en verdeling doorheen de tijd: België
0 0,05 0,1 0,15 0,2 0,25 0,3 0,35 0,4 0,45 1 9 6 5 1 9 6 9 1 9 7 3 1 9 7 6 1 9 7 8 1 9 8 0 1 9 8 2 1 9 8 4 1 9 8 6 1 9 8 8 1 9 9 0 1 9 9 2 1 9 9 4 1 9 9 6 1 9 9 8 2 0 0 0 2 0 0 2 2 0 0 4
Gini voor belasting (fiscale statistieken) Gini na belasting (fiscale statistieken)
Welvaart en verdeling
6 6
Welvaart en verdeling
Welvaart en verdeling doorheen de tijd: de OESOdoorheen de tijd: de OESO
In a number of OECD countries, inequality in
disposable income decreased until the 80’s, and then
increases again (but not
everywhere)
Welvaart en verdeling
Welvaart en verdeling doorheen de tijd: de OESOdoorheen de tijd: de OESO
By contrast, market income inequality increases more or less continuously
8 8
Welvaart en verdeling
Welvaart en verdeling doorheen de tijd: de OESOdoorheen de tijd: de OESO
The equalizing impact of taxes and transfers increased strongly until the 80’s, and then leveled off
Waarom ?
10 10
De grote veranderingen sedert 1970
De grote veranderingen sedert 1970
a.
a.
economische groeivertraging
economische groeivertraging
b.
b.
post
post
-
-
industriële
industriële
transitie en globalisering
transitie en globalisering
c.
c.
veranderingen in de gezinsvorming
veranderingen in de gezinsvorming
d.
-4 -2 0 2 4 6 8 10 12 1953 1958 1963 1968 1973 1978 1983 1988 1993 0 50 100 150 200 250 300 350 400
reële groei BNP Reëel BNP, 1953 = 100 economische groeivertraging
12 12 post-industriële transitie 0 5 10 15 20 25 30 35 40 1953 1957 1961 1965 1969 1973 1977 1981 1985 1989 1993 1997 In p ro ce n t v an h et B B P i n f ac to rk o st en Nijverheid
Handel, verkeer, communicatie, financiële diensten en immobiliën Andere diensten
Landbouw, bosbouw en visserij
veranderingen in de gezinsvorming
Bron: NIS, Private huishoudens.
33 13 48 2004 28 9 58 1991 19 5 64 1970 17 5 65 1961 Alleenwonenden Eenoudergezinnen Echtparen met en zonder kinderen Jaar
14 14
emancipatie van de vrouw
Vrouwen 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 15-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 leeftijdscategorie % w e rk e n d 1961 2006
Gevolgen
Gevolgen
1.
1. Budgettaire beperkingenBudgettaire beperkingen 2.
2. Nieuwe sociale risico’sNieuwe sociale risico’s: :
-- laaggeschooldheid (nieuwe sociale laaggeschooldheid (nieuwe sociale kwestie ?)
kwestie ?)
-- echtscheiding, één inkomenechtscheiding, één inkomen
-- combinatie combinatie arbeidarbeid--gezingezin 3.
3. Toenemend gebruik SZToenemend gebruik SZ
-- werkloosheidwerkloosheid
-- oudere werknemersoudere werknemers
16 16
De beleidsuitdaging
De beleidsuitdaging
fiscale
fiscale
discipline
discipline
Nieuwe behoeften werkgelegenheid
Beleidsingrediënten
Beleidsingrediënten
focus op werkfocus op werk (strijd werkloosheidsvallen, (strijd werkloosheidsvallen,
arbeidskostverlaging
arbeidskostverlaging, , aktiveringaktivering, subsidiëring), subsidiëring)
kostenbesparingenkostenbesparingen (selectiviteit, privatisering)(selectiviteit, privatisering)
Bescherming van nieuwe sociale risico’sBescherming van nieuwe sociale risico’s
(loopbaanonderbreking, kinderopvang …)
(loopbaanonderbreking, kinderopvang …)
Focus op Focus op gelijkheid van kansengelijkheid van kansen (meer dan op (meer dan op
gelijkheid van uitkomsten)
18 18
ook in België, maar vaak later en trager
ook in België, maar vaak later en trager
activering vanaf tweede helft 90’er jaren
activering vanaf tweede helft 90’er jaren
privatisering ‘
privatisering ‘
by
by
default
default
’
’
meer selectiviteit in 80’er jaren
meer selectiviteit in 80’er jaren
resultaten
resultaten
groei tewerkstelling
groei tewerkstelling
Vertraagde groei sociale overheidsuitgaven
Vertraagde groei sociale overheidsuitgaven
20 20
Aantal werkenden en aantal gewerkte uren (België)
Vertraagde groei sociale overheidsuitgaven
Vertraagde groei sociale overheidsuitgaven
1950-1989-1960: M.G. Schmidt (1997), Acta Politica, summer. BRONNEN: 0 5 10 15 20 25 30 35 1960 1980 1990 2003 Oostenrijk België Denemarken Finland Frankrijk Duitsland Nederland Noorwegen Zweden
22 22
nieuwe sociale risico’s: voorbeelden voor België
nieuwe sociale risico’s: voorbeelden voor België
• •
kinderopvang
kinderopvang
• •loopbaanonderbreking/tijdskrediet
loopbaanonderbreking/tijdskrediet
• •zorgverzekering
zorgverzekering
• •dienstencheques
dienstencheques
• •brugpensioenen
brugpensioenen
••
gelijke kansen in onderwijs
gelijke kansen in onderwijs
•
Welvaart en verdeling:
Welvaart en verdeling:
de nieuwe
de nieuwe
puzzle
puzzle
Waarom is ondanks de groei van
Waarom is ondanks de groei van
tewerkstelling en sociale
tewerkstelling en sociale
overheidsuitgaven de ongelijkheid
overheidsuitgaven de ongelijkheid
toegenomen?
toegenomen?
24 24
Het antwoord:
Het antwoord:
nieuwe
nieuwe
Mattheüseffecten
Mattheüseffecten
(pm Grotere marktongelijkheden)(pm Grotere marktongelijkheden)
Inzet op werk
Inzet op werk
: : erosie van sociale uitkeringen erosie van sociale uitkeringen
Inzet op nieuwe sociale risico’s
Inzet op nieuwe sociale risico’s
: : tendentieel tendentieelmeer naar hogere inkomens (kinderpovang)
meer naar hogere inkomens (kinderpovang)
Inzet op gelijke kansen
Inzet op gelijke kansen
: : leidt vaak pas later naar leidt vaak pas later naargrotere gelijkheid van uitkomsten (bv onderwijs)
Erosie van de minima in de kopgroep van de EU
Erosie van de minima in de kopgroep van de EU Bijstandsuitkering in % van gemiddeld loon: evolutie van 1992 tot 2002
-16% -19% Luxemburg -16% -19% Zweden -26% -25% Nederland +2% -Frankrijk -5% -6% België -11% -10% Noorwegen -8% -12% Duitsland Alleenstaand/2 kinderen Koppel
26 26
Minima vergeleken met de
Minima vergeleken met de EUEU--armoedegrenzenarmoedegrenzen
Bron: CSB, 2004 101 115 Nederland 113 106 Zweden 93 89 Luxemburg 90 84 Frankrijk 90 74 België 93 70 Duitsland Eenouder + 2 kinderen koppel
Groeiende ongelijkheden in
Groeiende ongelijkheden in
rijke welvaartsstaten:
rijke welvaartsstaten:
een probleem?
een probleem?
28 28
Focus op de onderkant
Focus op de onderkant
Het inkomen op de
Het inkomen op de
EU
EU
-
-
armoedegrens
armoedegrens
--
alleenstaande: 821 euro
alleenstaande: 821 euro
Wat koopt een gezin op de EU
Wat koopt een gezin op de EU--armoedegrens?armoedegrens? Het geval van een Het geval van een alleenstaande moeder met 2 kinderen in België
alleenstaande moeder met 2 kinderen in België
100 100 1.422 1.422 Totaal budget Totaal budget 25 25 351 351
Huur in private sector Huur in private sector
2 2 38 38 Verzekering, belasting Verzekering, belasting 8 8 106 106 Vrije tijd Vrije tijd 1 1 16 16 Schoolkosten Schoolkosten 4 4 50 50 Vervoer Vervoer 2 2 28 28 Gezondheidszorg Gezondheidszorg 2 2 26 26 Persoonlijke verzorging Persoonlijke verzorging 2 2 24 24 telefoon telefoon 10 10 144 144 Huishoudelijke goederen en diensten
Huishoudelijke goederen en diensten
35 35 508
508 Voeding, kleding, schoenen
Voeding, kleding, schoenen
% % euro per euro per maand maand
30 30
16%
16% van alle personen leeft in een gezin met een van alle personen leeft in een gezin met een inkomen gelijk of lager dan de
inkomen gelijk of lager dan de EUEU--armoedegrensarmoedegrens 25%
25% van de 75van de 75--plussersplussers 23%
23% van de niet werkendenvan de niet werkenden 36%
36% van de kinderen van alleenstaande oudersvan de kinderen van alleenstaande ouders 78%
78% van de kinderen die opgroeien in een gezin van de kinderen die opgroeien in een gezin zonder arbeidsinkomen
Alle bijstandsuitkeringen, álle invaliditeitsuitkeringen
Alle bijstandsuitkeringen, álle invaliditeitsuitkeringen
en álle minimumwerkloosheidsuitkeringen zijn in
en álle minimumwerkloosheidsuitkeringen zijn in
België lager dan de
België lager dan de EUEU--armoedegrenzenarmoedegrenzen
83% 83% 100% 100% Invaliditeit Invaliditeit 72% 72% 91% 91% Werkloosheid Werkloosheid 68% 68% 76% 76% Bijstand Bijstand Koppel Koppel Alleenstaand Alleenstaand Minimumuitkering in % van
32 32
21% van de kinderen in arme gezinnen loopt 21% van de kinderen in arme gezinnen loopt
schoolse achterstand
schoolse achterstand opop
22% heeft 22% heeft gedragsproblemengedragsproblemen (heeft zorgen, is (heeft zorgen, is
bang, wordt gepest, is overactief, heeft moeite
bang, wordt gepest, is overactief, heeft moeite
om zich te concentreren)
om zich te concentreren)
DepressiviteitDepressiviteit komt significant meer voor onder komt significant meer voor onder
de armoedegrens
de armoedegrens
ProblematischeProblematische schuldsituatiesschuldsituaties
Ongelijkheid een probleem?
Ongelijkheid een probleem?
Relatie met welbevinden
34 34