• No results found

Archeologisch Onderzoek A436 Ekeren-Oorderseweg

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Archeologisch Onderzoek A436 Ekeren-Oorderseweg"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK

A436 EKEREN-OORDERSEWEG

ARCHEOLOGISCH RAPPORT VAN DE DIENST ARCHEOLOGIE

STAD ANTWERPEN

Anne Schryvers

oktober 2016

(2)

COLOFON Onderzoek Archeologisch onderzoek A436 Ekeren-Oorderseweg Opdrachtgever Stad Antwerpen Uitvoerder

Stad Antwerpen dienst archeologie Anne Schryvers – Tim Bellens – Jef Vansweevelt

Datum onderzoek

4 juli 2016

Auteur

Anne Schryvers

copyright Stad Antwerpen afdeling archeologie

Zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de Stad Antwerpen afdeling archeologie mag geel enkel onderdeel of uittreksel van deze tekst worden weergegeven of in een elektronische databank worden gevoegd, noch gefotokopieerd of op een andere manier vermenigvuldigd.

(3)

INHOUDSTAFEL

1. IDENTIFICATIE……… p. 4 1.1. VAN DE VERSLAGGEVER………... p. 4 1.2. VAN HET ONDERZOEKSTERREIN……… p. 4 1.3. KAART……… p. 5 2. ARCHEOLOGISCHE NOTA……… p. 7 2.1. INLEIDING………. p. 7 2.2. ONDERZOEKSSTRATEGIE……… p. 8 2.3. RESULTATEN VAN HET ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK………. p. 9 2.4. INTERPRETATIE VAN DE RESULTATEN ……….……… p. 14 3. BESLUIT EN VERDERE VERWERKING VAN HET ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK p. 15 4. FOTO’S……….……….. p. 16

(4)

1. IDENTIFICATIE

1.1. VAN DE VERSLAGGEVER

Anne Schryvers – consulent archeologie Stad Antwerpen afdeling archeologie

Postadres: Grote Markt 1 – 2000 Antwerpen

Kantooradres: Francis Wellesplein 1 – 2018 Antwerpen

1.2. VAN HET ONDERZOEKSTERREIN Provincie Antwerpen

Gemeente Antwerpen

Deelgemeente Ekeren Coördinaten 51°16’45’’ N

4°24’48’’ O

Kadastergegevens Afdeling 4; Sectie F; perceelsnummer 777r5 Adres Oorderseweg 83 – 2180 Ekeren

(5)

1.3. KAART

(6)
(7)

2. ARCHEOLOGISCHE NOTA

2.1. INLEIDING

In opdracht van de stad Antwerpen zal er in Ekeren aan de Oorderseweg 83 een nieuwe sporthal worden opgericht. Deze sporthal komt ten zuiden van het huidige zwembad De Schinde en sluit aan bij de achterliggende sportvelden. De totale oppervlakte van de sporthal bedraagt 2167,44 m² waarvan minstens 357,13 m² verstoord is: een deel van de nieuw te bouwen sporthal overlapt namelijk met de locatie van het oude zwembad De Schinde.

Bij de bouw van het nieuwe zwembad in 2007-2008 is er door de archeologische dienst van de stad Antwerpen een archeologisch onderzoek uitgevoerd. In eerste instantie op basis van proefsleuven, nadien gevolgd door een vlakdekkende opgraving.

Tijdens dit onderzoek kwamen sporen uit de ijzertijd aan het licht (sitenummer A267, CAI id152753). Het ging om paalkuilen behorend tot woonhuizen en spiekers, drie

ambachtelijke kuilen waarvan één een grote hoeveelheid ijzerslakken bevatte, en een waterput. De archeologisch relevante laag bevond zich op een diepte van gemiddeld 40-50 cm onder maaiveld, meteen onder de bouwvoor.

De sporen concentreerden zich in de noordelijke zone van het plangebied. Naar het zuidwesten toe bevond zich een depressie. Het huidige onderzoeksterrein bevindt zich ten zuidwesten van het terrein, aansluitend op de depressie dus.

Ten behoeve van de funderingswerken is uiteindelijk besloten het gehele terrein 60-70 centimeter afgegraven, meer bepaald tot op de gele zandgrond of zavel. In eerste instantie wilde men slechts 50 centimeter onder de nulpas of 35 centimeter beneden maaiveld uitgraven en daarop funderen, maar de ondergrond bleek niet stabiel genoeg. Vandaar de latere beslissing het gehele terrein tot op de gele zavel af te graven.

Op sommige plaatsen wordt er sowieso dieper gegraven in functie van het plaatsen van sporttoestellen, zoals een trampoline en een tumblingbaan. In beide gevallen tot 1 – 1,50 meter diepte.

Voor het uitvoeren van de opgraving en de controle met een metaaldetector op het onderzoeksterrein Ekeren-Oorderseweg 83 leverde de Vlaamse overheid vergunningen af (vergunningen nrs. 2016/220 en 2016/220(2)).

(8)

2.2. ONDERZOEKSSTRATEGIE Doelstelling

Het archeologisch onderzoek stelde tot doel het plaatselijke bodemarchief en de

algemene bewaringstoestand ervan in kaart te brengen. Aanvullend op het archeologisch onderzoek dat in 2007 is uitegvoerd bij de bouw van het nieuwe zwembad, stelt zich de vraag naar de aanwezigheid van archeologische sporen en resten. En dan meer bepaald of er sporen zijn die aansluiten bij de ijzertijdnederzetting die deels in kaart gebracht kon worden.

Methodiek

Het projectgebied heeft een oppervlakte van 2167,44 m² en bevindt zich meteen ten zuiden van het zwembad De Schinde. Van het terrein komt 357,13 m² niet in aanmerking voor archeologisch onderzoek omdat zich hier (een deel van) het oude zwembad De Schinde bevond. Op die manier blijft er 1810,31 m² over dat archeologisch moest worden onderzocht.

Omdat het in eerste instantie niet de bedoeling was dat het gehele terrein zou worden afgegraven tot op de gele zandgrond, zou alvast de uitgraving voor de fundering van de sporttoestellen worden uitgevoerd én archeologisch begeleid. Op basis van de resultaten kon een besluit worden genomen ten aanzien van de rest van het terrein. Toen echter duidelijk werd dat ze niet konden funderen op -35 centimeter en beslist werd het gehele terrein af te graven tot op de gele zandgrond, werd besloten de hele afgraving

archeologisch te begeleiden.

Een voorafgaand proefsleuvenonderzoek was sowieso niet opportuun aangezien het gehele terrein toch tot op archeologisch relevante diepte zou worden afgegraven.

Nadat een vlak op de archeologisch relevante diepte is aangelegd, worden de (eventuele) archeologische sporen geregistreerd, gedocumenteerd, geïnventariseerd en gecoupeerd. Vondsten worden per spoor verzameld en er worden stalen genomen ten behoeve van natuurwetenschappelijk onderzoek.

(9)

2.3. RESULTATEN VAN HET ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK

In eerste instantie werden de dieper uit te graven zones voor sporttoestellen

(tumblingbaan en trampolines) uitgegraven en archeologisch begeleid/onderzocht. Er werden twee onderzoekszones onderscheiden die beide tot op archeologisch relevant niveau konden worden aangelegd.

Zone 1

Zone 1 is de zone waar de tumblingbaan zal komen.

Het profiel is opgebouwd uit een bouwvoor van gemiddeld 70 centimeter dik bestaande uit grijsbruin matig fijn homogeen zand met baksteen- en houtskoolfragmenten.

Daaronder bevond zich gele zandgrond met veel spikkels ijzeroer.

In het grote vierkante vlak (‘valput’) in het zuiden van de zone, konden zeven

archeologische sporen worden opgetekend. Verder liep er dwars door deze vierkante zone een recent puinpakket met een zuidwest-noordoost oriëntatie dat dezelfde diepte aanhield als de bouwvoor.

Figuur 3. Uitgraving van de ‘valput’ met twee langwerpige sporen (greppels)

Twee van de opgetekende sporen (S1 en S2) zijn greppels met een zuidwest-noordoost oriëntatie. De greppels bevinden zich meteen onder de bouwvoor en kenden een vulling gelijkaardig aan deze bouwvoor: bruingrijs matig fijn zand, homogeen.

Beide sporen hebben een bewaarde diepte van 10-15 centimeter en een komvormig profiel. Er konden geen archeologische vondsten worden aangetroffen in de vulling.

(10)

Figuur 4. Doorsnede van spoor 2 (greppel)

Vier van de opgetekende sporen bevinden zich op een rij met een noordoost-zuidwest oriëntatie en onderlinge tussenafstand van 40-50 centimeter. Deze sporen zijn uitgeloogd en de vulling bestaat uit witgrijs matig fijn homogeen zand. Spoor 3 is vierkant, sporen 4, 5, 6 zijn rond; ze hebben een diameter van 20-25 centimeter.

De sporen werden gecoupeerd: spoor 3 heeft een schuin aflopend rechthoekig profiel met een diepte van 10-6 centimeter, spoor 4 en 6 hebben een komvormig profiel met een diepte van 10 centimeter en spoor 5 heeft een rechthoekig profiel met een diepte van 15 centimeter. Deze sporen worden geïnterpreteerd als paalkuilen. Er werden geen

archeologische vondsten aangetroffen in de paalkuilen wat de datering moeilijk maakt. Op basis van vergelijkbare sporen in de site onder het nieuwe zwembad, kan hier een datering in de ijzertijd verondersteld worden.

(11)

Figuur 6. Doorsnede van spoor 6 (paalkuil)

Spoor 7 tenslotte is een kleine ronde verkleuring met een diameter van 14 centimeter en een vulling bestaande uit donkergrijs, matig fijn zand. De bewaarde diepte is 10

centimeter en het profiel komvormig. Dit spoor is niet uitgeloogd en vermoedelijk recent.

spoornummer categorie interpretatie profiel

S1 verkleuring greppel komvormig

S2 verkleuring greppel komvormig

S3 verkleuring paalkuil rechthoekig

S4 verkleuring paalkuil komvormig

S5 verkleuring paalkuil komvormig

S6 verkleuring paalkuil rechthoekig

S7 verkleuring niet bepaald komvormig

(12)
(13)

In de sleuf ten noorden van de vierkante zone (de ‘aanloopbaan’) konden geen archeologische sporen worden opgetekend. Hier bevonden zich wel twee recente verstoringen waarin afval (flessen, potten verf, rommel,…) gedumpt was.

Verder bevonden zich in het vlak ook enkele recentere ploegsporen met uiteenlopende oriëntatie.

Zone 2

Zone 2 is de zone waar de trampolines zullen komen.

Het profiel is opgebouwd uit een strook kasseien op aangevoerd, zuiver zand met een totale dikte van 30 centimeter. Daaronder bevond zich een bouwvoor van 55-60 centimeter bestaande uit grijsbruin matig fijn homogeen zand met baksteen- en houtskoolspikkels op gele zandgrond met veel spikkels ijzeroer.

In deze zone konden geen sporen worden ingetekend, met uitzondering van een recente vierkante verstoring waarin bouwpuin gedumpt was in het midden van de westelijke helft van de put, een betonnen ronde structuur (nog niet verwijderd) en een recente verstoring in de hele oostelijke helft van de put. Deze laatste verstoring is vermoedelijk al onderdeel van het afgebroken oude zwembad De Schinde.

Rest van het terrein

Nadat door de aannemer en architect besloten was de rest van het terrein toch ook af te graven tot op de gele zandgrond, werden deze afgravingen eveneens archeologisch begeleid.

De opbouw van de bodem was overal gelijkaardig, met een bouwvoor van gemiddeld 60-70 centimeter dik waarronder zich de ongestoorde gele zandgrond met vele spikkels ijzeroer bevond. Er konden op de rest van het terrein echter geen nieuwe archeologische sporen meer geregistreerd worden, alleen de beide greppels (S1 en S2) liepen nog verder door, maar leverden ook nu geen archeologische vondsten op. Een aanzienljik deel van het verder uitgegraven terrein bleek bovendien sterk verstoord door recentere bouw- en afbraakwerken, voornamelijk ter hoogte van het vroegere zwembad.

(14)

2.4. INTERPRETATIE VAN DE RESULTATEN

De zeven archeologische sporen die geregistreerd werden, kunnen niet worden gedateerd wegens het ontbreken van vondstmateriaal of organische resten.

Twee van de sporen betreffen greppels, mogelijk toe te schrijven aan erfscheiding of uitgegraven ten behoeve van drainage. De vijf andere sporen zijn paalkuilen waarvan er vier dicht bij elkaar op een rij staan. Het is niet duidelijk of ze deel uitmaakten van een structuur, zoals een huis of spieker, of dat ze dienden ter erfscheiding.

De kleur en de samenstelling van de sporen doet een vroege datering veronderstellen (ijzertijd? vroege middeleeuwen?) maar wegens het ontbreken van dateerbaar materiaal kan dit niet worden gestaafd.

Aangezien er over de rest van het terrein geen archeologische sporen zijn gevonden, kunnen bovengenoemde resten ook met moeite aan een archeologische site worden toegeschreven en dienen ze beschouwd te worden als losse vondsten.

De nabijheid van de ijzertijdsite onder het nieuwe zwembad De Schinde doet een datering in die periode veronderstellen, maar het ontbreken van sporen die beide vindplaatsten verbinden sluit een duidelijk verband tussen beide dan weer uit.

(15)

3. BESLUIT EN VERDERE VERWERKING VAN HET ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK Het terrein voor de nieuw te bouwen sporthal in Ekeren aan de Oorderseweg is

archeologisch onderzocht. Het gehele terrein is afgegraven tot op de gele zandgrond, met uitzondering voor de verstoorde delen van het oude zwembad De Schinde.

Tijdens de bouw van het nieuwe zwembad De Schinde in 2007-2008 werden de resten van een ijzertijdnederzetting ontdekt. Het ging om paalkuilen behorend tot woonhuizen en spiekers, drie ambachtelijke kuilen waarvan één een grote hoeveelheid ijzerslakken bevatte, en een waterput. De kans was dan ook reëel dat zich onder deze nieuw te ontwikkelen terreinen ook resten van deze nederzetting bevonden.

Het huidge onderzoek leverde slechts zeven archeologische sporen op, het gaat om twee greppels en vijf sterk uitgeloogde paalkuilen. Er werd geen dateerbaar materiaal

gevonden, waardoor een datering van de sporen moeilijk wordt. Het uitzicht van de sporen en de nabijheid van de ijzertijdnederzetting doen een datering in die periode vermoeden, maar een duidelijk verband tussen beide sites is er niet, daarvoor liggen de sporen te ver uit elkaar.

Het besluit is dan ook dat er zich geen noemenswaardige archeologische resten bevinden in het plangebied. Zoals de resultaten van de opgraving in 2007-2008 al deden

vermoeden, strekt de ijzertijdnederzetting zich veeleer in noordoostelijke dan in zuidwestelijke richting uit. De zeven sporen die geregistreerd werden behoorden vermoedelijk tot een erf, maar meer kan er niet worden gezegd.

Het terrein voor de nieuw te bouwen sporthal werd dan ook vrij gegeven voor de verdere werken.

(16)

4. FOTO’S

Alle kaarten en foto’s in dit verslag zijn eigendom van de dienst archeologie van de stad Antwerpen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De mate waarin een chemische ingreep het milieu belast, wordt Voor het bestrijden van ziekten en plagen kan een paprikateler kiezen uit verschillende mogelijkheden,

Dit is in feite hetzelfde als oppervlakkige afvoer van water naar lagere delen in de golfbaan, echter nu door de grond over het grens- vlak tussen twee

Zowel voor de verwijzers als voor de deel- nemers gaat het er om dat er landbouw is, waar de deelnemers werkzaamheden.. Wat

Figuur D.10 : Een vergelijking van het sedimenttransport berekend op de gemeten bodem voor verdieping (zwarte vectoren, morf1) en bodem met kunstmatige verdieping (rode

In augustus 1970 heeft de Minister van Verkeer en Waterstaat de Stichting Weten- schappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV verzocht 'een onderzoek te doen

The spread within and between the model realizations is used to quantify the uncertainty of the overall forecast From the performance of each model over this training period

Zijn stu- die en die van anderen wees uit dat, bij botsingen van personenauto's tegen starre voorwerpen, inzittenden zonder autogordels geen letsel opliepen, als

Ook aan de herleiding van de fictieve naar de werkelijke aantallen zal een onzekerheid moeten worden toegekend, die groter zal zijn naarmate het verwachtingsjaar