Persoonlijke hygiëne
patiënt en bezoeker
H .4 0 028. 0420Inleiding
Micro-organismen zoals bacteriën en virussen zijn overal om ons heen. Iedereen draagt meer bacteriën dan menselijke cellen bij zich. De meeste “eigen” bacteriën zijn nuttig, daar wordt u niet ziek van. Micro-organismen kunnen vanuit diverse bronnen overgedragen worden. Vooral ouderen en zieken zijn vatbaarder voor “vreemde” bacteriën, omdat de afweer minder wordt.
Infecties voorkómen
Goede handhygiëne is belangrijk om overdacht van (ziekmakende) micro-organismen te voorkomen. Er zijn twee vormen van
handhygiëne: wassen of desinfecteren. Hieronder is beschreven op welke manier u de handen moet wassen of desinfecteren.
Altijd bij het betreden en verlaten van de kamer desinfecteert u de handen d.m.v. handdesinfectans.
Handen wassen:
maak de handen nat en voorzie ze van vloeibare zeep;
wrijf de handen minimaal 10 seconden over elkaar, waarbij vingertoppen, duimen, handpalmen, gebied tussen de vingers en polsen goed
ingewreven worden, zie afbeelding;
spoel de handen goed af;
droog de handen met wegwerphanddoekjes;
sluit de kraan met de elleboog of gebruik wegwerphanddoekjes.
3 Handen desinfecteren:
gebruik voldoende handdesinfectans (2x pompen), zodat de handen na 30 seconden wrijven droog zijn;
zorg dat alle delen van de handen bereikt worden, zoals vingertoppen, duimen, handpalmen, tussen de vingers en de polsen, zie afbeelding;
wrijf tot de handen droog zijn, niet droog wapperen, geen wegwerphanddoekje gebruiken.
Infectiepreventiemaatregelen voor de patiënt
Infectiepreventiemaatregelen voor de opgenomen patiënt en ouder(s)/verzorger(s) van (minderjarige) patiënten:
Pas handhygiëne toe:
voor het eten;
na toiletbezoek;
na gebruik van po of urinaal;
na hoesten of niezen.
Verzorger(s) moeten bij het uitvoeren van verzorgende
handelingen, zoals voor het helpen van cliënten bij het eten en na het helpen bij het toiletbezoek handhygiëne toepassen.
Gebruik voor de algemene lichaamsverzorging schone en persoonsgebonden toiletartikelen.
Raak wonden, katheters en/of verbanden niet met de handen aan.
Gebruik bij niezen, hoesten en/of neus snuiten een papieren zakdoek of hoest in de elleboog. Pas daarna handhygiëne toe.
4
Infectiepreventiemaatregelen voor bezoekers
Ga bij voorkeur niet op bezoek als u een infectie heeft (zoals bijv. een huidinfectie), diarree, koorts, verkoudheid of
griep(verschijnselen). Voor kinderen geldt dit ook als zij een
kinderziekte hebben (zoals bijvoorbeeld waterpokken) of korter dan drie weken voor het bezoek in contact zijn geweest met iemand met een kinderziekte. Wanneer bezoek aan een patiënt toch
noodzakelijk is, moet u/uw kind zich eerst melden bij de verpleging.
Pas handhygiëne toe:
na toiletbezoek;
na hoesten of niezen;
Bij het uitvoeren van verzorgende handelingen (helpen bij het eten en helpen bij het toiletbezoek).
Raak wonden, katheters en/of verbanden niet met de handen aan.
Gebruik bij niezen, hoesten en/of neus snuiten een papieren zakdoek, of hoest in de binnenkant van de elleboog. Gooi de zakdoek direct weg na gebruik. Pas daarna handhygiëne toe.
Volg de instructie(s) van de medewerker/deurkaart op als u iemand bezoekt die in isolatie wordt verpleegd.
Vragen
Voor eventuele vragen kunt u terecht bij de verpleegkundige of u kunt bellen met de afdeling infectiepreventie