• No results found

Steenberghen handout

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Steenberghen handout"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Geo-informatie, spiegel van de unie in Europa?

Thérèse Steenberghen, Jos Van Orshoven en Danny Vandenbroucke

‘Europa wordt niet in één keer of volgens één plan opgebouwd, maar door middel van concrete vorderingen die eerst een feitelijke solidariteit tot stand brengen’ Robert Schuman, 9 mei 1950

Kaart van Europa

Doel = duidelijk stellen dat de geo-informatie het Europese integratieproject reflecteert, en omgekeerd.

Geo-informatie bevat de objectieve componenten in de mentale kaarten, en is een historische bron die in deze uiteenzetting wordt gebruikt om de evolutie van de tijdgeest weer te geven.

1. Het eerste decennium (1945-1959)

1.1. Het Verdrag van Rome: zes oprichtende landen samen voor een blijvende vrede 1.2. Technische evoluties aan de vooravond van het ontstaan van GIS

1.3. Geo-informatie in de EEG: ieder voor zich 2. Het tweede decennium (1960-1969)

2.1. Van bloei tot overvloed

2.2. De opkomst van het concept ‘Geografische InformatieSysteem (GIS)’ 2.3. Nieuwe statistische collecties van Eurostat

3. Het derde decennium (1970-1979) 3.1. De eerste uitbreiding

3.2. De eerste bouwblokken voor de ontwikkeling van digitale geo-informatiesystemen 3.3. Gezamenlijk aanpak van grensoverschrijdende problemen weerspiegeld in geo-informatie

(2)

4. Het vierde decennium (1980-1989)

4.1. Verdere uitbreiding van Europa, hereniging van Duitsland

4.2 Evoluties in de computertechnologie zijn nodig voor een doorbraak van GIS 4.3. Eerste belangrijke GIS-ontwikkelingen in het domein van landgebruik 5. Het vijfde decennium (1990-1999)

5.1. Het Verdrag van Maastricht, het Verdrag van Amsterdam, de Schengenakkoorden en drie nieuwe leden

5.2 Toenemend aantal data servers, ontstaan van het Word Wide Web 5.3. GISCO: geografische informatie krijgt een plaats in Eurostat

6. Het zesde decennium (2000-2009)

6.1. De euro, de ‘War on Terror’, van 15 naar 27 lidstaten, het Verdrag van Lissabon 6.2. De INSPIRE-richtlijn

7. Het zevende decennium (2010- vandaag) 7.1. Een vermoeid en verdeeld Europa? 7.2. De digitale agenda voor Europa 8. Besluit

Waarom geo-informatie?

• Top-down: EU-nationaal-lokaal: ruimtelijke verscheidenheid weerspiegelen met ruimtelijk gedifferentieerde sterktes en zwaktes

 om beleid te voeren;  om beleid te evalueren;  om beleid aan te passen;

dat overal opportuniteiten creëert en bedreigingen afwentelt • Bottom-up: ‘tiranny of small decisions’ (Khan, 1966)

 om inzicht te krijgen in de heterogeniteit van beslissingen;

 om bij te dragen aan het voorkomen dat negatieve gevolgen van beslissingen op één locatie of in één domein, afgewenteld worden op een andere locatie, al dan niet in hetzelfde domein.

Wanneer gezamenlijke EU aanpak op basis van geo-informatie?

 wanneer fenomenen zich uitstrekken over politieke en administratieve grenzen heen, bijvoorbeeld: LFA, natuurgebieden, grensoverschrijdende rivieren, …;  wanneer fenomenen zich verplaatsen over politieke en administratieve grenzen,

bijvoorbeeld: vluchtelingenstromen;

 wanneer fenomenen zich verspreiden over politieke en administratieve grenzen, bijvoorbeeld: epidemieën.

Geharmoniseerde geo-informatie was cruciaal voor de EEG en is het nog meer voor de EU om een territoriaal integratiebeleid te formuleren dat een voldoende draagvlak heeft voor uitvoering binnen elk van de lidstaten. De geschiedenis, de volkeren en hun cultuur en het grondgebied van de EU zijn dermate heterogeen dat het samenbrengen en integreren van eerst kaarten en later geografische databanken in pan-Europese geografische informatiesystemen absoluut geen sinecure was en is. Samen met de groeiende wens en behoefte aan grensoverschrijdend beleid inzake voedselzekerheid en voedselveiligheid, milieubewaking en natuurbescherming, handels- en transportbevordering, regionale economische ontwikkeling, grensbewaking en andere is ook de geo-informatiesector in de EU tot volle ontwikkeling gekomen en draagt deze substantieel bij aan de Europese integratie. Cruciaal hierin waren Europese pilootprojecten als CORINE en MARS, verwezenlijkingen van GISCO/Eurostat en het EEA. Momenteel is de implementatie van de INSPIRE-richtlijn de belangrijkste drijvende kracht. INSPIRE doet in belangrijke mate beroep op nieuwe informatie- en communicatietechnologieën en zet sterk in op harmonisatie en standaardisatie. De resultaten worden steeds meer zichtbaar: nationale en regionale geo-informatie wordt nu effectief samengebracht voor gebruik op Europees niveau; Overal in de EU wordt innovatieve bedrijvigheid die verband houdt met geo-informatie, bevorderd; burgers worden beter geïnformeerd en krijgen meer mogelijkheden tot participatie aan beleid.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

informatie infrastructuren en de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening (WRO) schrijft voor dat nieuwe ruimtelijke plannen digitaal en uitwisselbaar gemaakt moeten

Begrotingsresultaten 2004 – Schuldontwikkeling Begin 2005 verspreidde de minister een persmede- deling over de begrotingsresultaten 2004 waarin de schuldreductie in 2004 op

Whole School Evaluation has become one of these governance and management tools that the Department of Education in South Africa is utilising for an effective monitoring

Cite this article as: Lutge et al.: Economic support to improve tuberculosis treatment outcomes in South Africa: a qualitative process evaluation of a cluster randomized

Synthamin (SABAX), the crystalline amino acid solution which was commercially available to us at the time of this study for use in parenteral nutrition, is not balanced according.ro

This fathers the conclusion that in South African townships the influence of employment status on life satisfaction is higher than the influence of other

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is te komen tot een verplichte centrale eindtoets in het basisonderwijs en in het speciaal onderwijs en de voortgang van

Men kan zich evenwel bedenken dat geo-informatie wel een rol zou kunnen spelen, omdat de locatiebepaling van mobiele telefoons steeds nauwkeuriger wordt en de politie het gebruik