MULO-B Meetkunde Algemeen 1936
(Tijd voor de drie vraagstukken 1 2
1 uur)
Opgave 1
Uit een punt P buiten en cirkel trekt men de raaklijnen PA en PB en een snijlijn, die de cirkel in C en D snijdt. Bewijs: AC x BD =BC x AD (A en B zijn de raakpunten).
Opgave 2
Van een trapezium zijn gegeven: de beide evenwijdige zijden, een opstaande zijde en de hoek der diagonalen. Construeer dit trapezium.
Opgave 3
Van driehoek ABC is AC > BC; C is 36o. Men past op CA een stuk CD = CB = a af en op
het verlengde AC een stuk CE = CB. Druk nu de oppervlakte van de driehoek DBE uit in de zijde a van ABC.