• No results found

Radioactieve dreiging voor verzamelaars in rook opgegaan

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Radioactieve dreiging voor verzamelaars in rook opgegaan"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

AFZETTINGEN WTKG 26 (4), 2005 65

Radioactieve

dreiging

voor

verzamelaars

in

rook opgegaan

Tom van Loon*

In de

Kernenergiewet (Kew)

is

vastgelegd

hoeveel

straling

zogeheten radiologische

werkers

(dat zijn

personen die

be-roepsmatig

met

stralingsbronnen

of

straling

worden

gecon-fronteerd)

mogenontvangen,enhoeveel datvooralle andere

personen is. Tevens is in dewet

vastgelegd

voorwelketypen

radioactieve bronnen

(d.

w.z.voorwerpen die

straling

uitzen-den)

men

toestemming

moethebbenom zein bezitte

heb-ben. VROM

dreigde

op basis daarvanmet

eenzijdige

maat-regelen

die “de

consequentie

kunnen hebben dat mineralen

verzamelaars

(sic!) onverhoopt

tocheen

vergunning

in het

kadervande Kew zoudenmoeten

aanvragen”.

Natuurlijke

radioactiviteit

In Nederland

loopt

men,

afhankelijk

vande

plaats

waar men

woontenhettype

gebouw

waarinmenwoont, per

jaar

ca.2

mSvaanioniserende

straling

op

(mSv

=millisievert= 1/

1000

Sievert;

de Sievert iseeneenheid die

aangeeft

hoeveel

schadelijk

effecteenhoeveelheid

straling

statistisch opeen

levend weefsel

heeft).

Aan deze

zogeheten natuurlijke

ach-tergrondstraling

valt

nauwelijks

teontsnappen,alwashet

maaromdatca. eenderde deel daarvan het

gevolg

isvan

kos-mische

straling.

Vanuit de bodem

krijgt

men een

bijna

even

grote

dosis,

vooral via deradioactievevormen vande

chemi-sche elementen

kalium,

thoriumenradium die in

kleimi-neralen- endus in

kleigrond

-

voorkomen;

vanuit

bouw-materialen nogeenszo’n 10%vande

natuurlijke

achter-grondstraling,

vanuit het

eigen

lichaameenkleine 20%en

via luchtenvoedsel de rest, ca. 10%.

Hierbij

moetverderworden bedacht dat

vrijwel

alle stoffen

vannature inmeerof minderemateradioactief

zijn.

Daar-omkan de Kew niet het bezitvanalle radioactieve stoffen

verbieden.

Wettelijk

is daarom

vastgelegd

watde overheid

-in

overeenstemming

metvoorstellen daartoevanhetmeest

gezaghebbende

internationaleorgaan- de International

Commissionon

Radiological

Protection

(1CRP,

Internation-ale

Vereniging

voor

Stralingshygiëne)

- beschouwtalseen

radioactieve stof.

Zo vallen onder de Kew

bepaalde

ertsen,enwel: “a. ertsen,

andere dan

monaziet,

welkenaar

gewicht

berekendtenmin-steeentiendeprocenturanium of drieprocentthorium

bevatten;

b. monaziet

[(Ce,La,Y,Th)P04],

datnaarhet

ge-wicht berekendeentiendeprocenturanium of tienprocent

thorium bevat”. Dit is uiteraardeen

formulering

die alleen

door

politici

kan wordenverzonnen, wanthet zal iedereen

duidelijk zijn

dateeneventueel

gezondheidsrisico

ten

gevol-gevan

uitgezonden straling

mede

afhangt

vande

hoeveel-heiderts;eenmineraalvanenkele grammenlevert per

defi-nitie minder gevaar op daneenhoeveelheidertsgesteenten

vanvele honderdenofduizendentonnen.Daarommoet

de-ze

regelgeving oorspronkelijk

wel

gericht zijn

geweestop

industriële

hoeveelheden,

enniet

op

particuliere

verzame-lingen.

Dat

blijkt

ook uit het feit dat dewetgever

verzamelingen

niet

vergeten is.Hetbezitvanonder de Kew vallendeertsenis

namelijk

ineenaantal

gevallen

nietverboden;onder die

gevallen

behoren: “c. ertsen, dieuitsluitendvoorhanden

worden

gehouden

voor

onderwijs-

of

tentoonstellings-doeleinden”. Dit is ookweer een

merkwaardige

gedachten-gang,wantdit betekent in feitevoor een

particuliere

verza-melaar dat

hij zijn verzameling

- met daarin enkele

radio-actieve mineralen-welpermanentin

zijn

woonkamer ineen

vitrine

mag

uitstallen,

maardiezelfde mineralen niet ineen

doos in dekelder mag

opbergen.

Toch zal het iedereen

duide-lijk zijn

dateen

uitstalling

in de woonkamer leidttoteen

hogere stralingsdosis

voordebewoner. Hoe dan

ook,

iedere

verzamelaarstaatin

zijn

rechtwanneer

hij zijn

radioactieve

mineralenmaarpermanent tentoonstelt.

De

gevolgen

van

blootstelling

aan

straling

Over de effectenvanioniserende

straling

is veel

bekend,

al

bestaanerook nog

onduidelijkheden.

Uit historische feiten

(de gevolgen

vande atoombommenop Hiroshimaen

Naga-saki,

alsmede de

vrijwel ongel

imiteerde

toepassing

van

rönt-genstraling

nadat daarvan de

diagnostische mogelijkheden

bekendwaren

geworden)

staat vastdater een

rechtevenredig

Veelmensenontdekken

geologie

alseeninteressante

hobby

nahet vindenvan eenmooi

fossiel,

eenfraai

kristal,

ofeen

interessantesteen.Zo ’n vondst is vaak het

begin

van een

ver-zameling.

Het

probleem

van

dergelijke verzamelingen

is dat

zesteeds

uitgebreider worden,

teveel

plaats

gaan

innemen,

endaarom op den duurhaast vanzelftot

specialisatie

leiden.

Zo

zijn

er

fossielenverzamelaars,

mineralenverzamelaarsen

stenenverzamelaars. In veel

gevallen

bewaartmenechter

toch ook

nogwelwatvondsten die buitende

eigenlijke

speci-alisatie vallen. Zo hebben veel mineralenverzamelaarswel

watleuke

fossielen,

en

omgekeerd

hebben veel

fossielen-verzamelaars ook welwatmooiestenenenmineralenin hun

collectie.

Zowasdat althans totenkele

j

aren

geleden,

wantin 1999

werd de wereldvande Nederlandse

amateur-geologen

op-geschrikt

dooreenberichtvanhet

toenmalige

Ministerievan

Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

enMilieubeheer

(VROM).

Datministeriehad

namelijk

in

zijn

grote

wijsheid

TNO

opdracht

gegeveneenonderzoek uittevoeren naarde

mogelijke radiologische consequenties

van

mineralenver-zamelingen.

Daarmee werd inwezenbedoeld dat TNO

moestnagaan of radioactieve mineralen in

verzamelingen

een

gezondheidsrisico

vormen voorde verzamelaar ofvoor

degenen

die de

verzameling bekijken.

Ineen

(ongedateerde)

briefvanhet Hoofdvanhet TNO Centrumvoor

Stralingsbe-scherming

en

Dosimetrie,

Ir. P. de

Jong

werdverwezennaar

Europese regelgeving, “waarbij

in de Nederlandse

wetge-ving regels gesteld

moeten wordenvoorwerkzaamheden

(2)

AFZETTINGEN WTKG 26(4), 2005 66

verbandbestaattussende

opgelopen

dosis

(uitgedrukt

in

sieverts, Sv)

ende

negatieve gevolgen.

Voor

lage

doses is dat

verbandniet

aangetoond,

watop zich niet

verwonderlijk

is

alsmenziet hoe

hoog

de dosesmoeten

zijn

voordat

blijvende

schadelijke

effecten

(of erger) optreden; extrapolatie

vande

effecten

bij hoge

dosesnaar

lage

doses leertdat,alser

inder-daad

negatieve

effecten

bij lage

doses zouden

bestaan,

die

in ieder

geval

zo

gering zijn

datzeniet

zijn

vast testellen.

In feite is de discussieoverde vraag of

lage stralingsdoses

wel of niet leidentot

negatieve effecten,

dan ookvan

acade-mische aardenzeker nietvan

belang

voorde

praktijk.

Er

ko-menzelfs steedsmeer

overtuigende aanwijzingen

dat

lage

stralingsdoses

eerdereenheilzame daneen

schadelijke

uit-werking

hebben. Datmentoch

voorzichtig

moet

zijn

met

stralingsbronnen,

iseen

logische consequentie

vanhet feite

dat de

negatieve

effecten

(bij

voldoende

hoge dosis)

zeer

ern-stig

kunnen

zijn.

Deze effecten

zijn

onderteverdelen inacute

effecten

(oplopend

van

misselijkheid

totde

dood),

carcino-gene

(kankerverwekkende)

effecten

(die

pas op

langere

ter-mijn optreden)

enmutageneeffecten

(veranderingen

in het

genetisch materiaal).

Deze effecten

zijn

zeer

goed gedocumenteerd.

Zo is bekend

dat in

gebieden

waarhet

stralingsniveau

vannature vele

malen

hoger

is dan in

Nederland,

demensenniet eerder

sterven, nietmeerkanker

krijgen

ennietmeermutaties

ver-tonen dan inonsland. Deangstvoor

straling

is echterzeer

groot.Dat leiddeondermeer,nahet

ongeval bij Tsjemobyl,

tot

aanpassingen

vande kerncentrale in Dodewaardomde

kans op

overlijden

vanNederlandersna een

ongeval

metde

kerncentraleteverminderen.

Omgerekend

betekenden die

aanpassingen

de

(statistische) redding

vanéén mensenleven

tenkoste vanfl. 25.000.000.000.000(25

biljoen gulden),

d.w.z. meerdan fl. 16.000.000per Nederlander. Hetgaat

bij

overheidsmaatregelen

in verbandmet

straling

dusvaakom

overtrokken reacties. In het

geval

vanradioactieve

minera-len in collecties

lijkt

dateveneenshet

geval.

Stralingsdoses t.g.v.

een

verzameling

In 1975

publiceerde

Ernst Burke in het

tijdschrift

vande

Stichting

Geaeenartikeloverrisico’s

bij

het verzamelenvan

radioactieve mineralen.

Daarbij gaf hij

aandateen

Neder-landervan natureper

jaar

81-172 milliremaan

straling

oploopt.

Sindsdien

is,

door

verandering

van

omrekenings-factoren,

die waarde

bijgesteld

totca.200 millirem. Omdat

bovendien de eenheidrem

(röntgen equivalent

man)

sinds-dien- in hetkadervande

omschakeling

naarSl-eenheden

-is

vervangen door de sievert

(Sv;

1 Sv=100

rem),

wordtnu

voorde

gemiddelde

Nederlandereen

stralingsbelasling

door

natuurlijke

oorzaken

(kosmische straling, e.d.) aangehouden

van2 millisievert

(2 mSv).

Wie 50

jaar is,

heeft dus

inmid-dels, afgezien

vaneventuele medische

stralingsdoses,

zeker

zo’n 100 mSvaan

straling

ontvangen.Is dat

gevaarlijk?

Burke voerdein

zijn

artikel enkele

berekeningen

uit,onder

meer voor eenstuk autuniet

[Ca(U02).(P04)2.8H20]

van

10x5x3cm, met50

gewichtsprocent

uranium. Dat uranium

vertoonteenmatevanradioactiviteitvan“78 microcurie”

(we

zoudennuzeggen,weerin verbandmet

overschakeling

naarSl-eenheden:

2,9 miljoen becquerel, Bq;

een

bequerel

vertegenwoordigt

hetspontaanuiteenvallenvan1 radioac-tiefatoomper

seconde). Bij

het hebbenvande

verzameling

in de

slaapkamer,

waar men

dagelijks

achtuuropdriemeter

afstandvande

verzameling verblijft,

zoudat

volgens

Burke

resulteren ineen

stralingsbelasling

van

“ongeveer

20

milli-remper

jaar”(0,2

mSv per

jaar). Bij

tienvan

dergelijke

stuk-kenzou mendus uitkomen op “200 milliremper

jaar” (2

mS

v),

“wat al boven demaximaal toelaatbaredosisop

gene-tische

gronden

van170

millirem/jaar

is”.

Die alarmerende conclusievanBurkewasechter-

gelukkig

-opeenaantal

misvattingen gebaseerd. Bij blootstelling

aan

eenextradosisvan

1,7

mSv per

jaar

treedt

namelijk

absoluut

geen aantoonbare

genetische

schade op; het is zelfs minder

dan de

natuurlijke achtergrondstraling

in Nederland die-

in-ternationaal

gezien

-zeer

laag

is. Een

dergelijke opmerking

is,hoewelte stavenmet

bergen

vakliteratuur,voorvelen

waarschijnlijk

niet

overtuigend. Belangrijker

is danook dat

Burkeeenaantal andere fouten maakte in

zijn berekening,

omdat

hij

geenexpertis op het

gebied

vanditsoort

straling.

Dat is hem

overigens

nietaante

rekenen,

wantook in interne

rapportenvan VROM heb ik heelwat

misvattingen

en

rekenfoutenmet

betrekking

totdeze uiterst

lastige

materie

gezien!

Wellicht het

belangrijkste

aspectdat Burke-in

zijn

overi-gensheldereeninformatieveartikel-overhet hoofd zag, is

dat

je becquerels

nietzomaarmag ‘vertalen’naar

stralings-belasting.

Een radioactiviteitsniveauvan1

Bq

betekent

im-mers, zoals hierboven al

genoemd,

het

natuurlijke

vervalvan

één atoomkern per seconde.

Bij

dat proces wordt

straling

opgewekt,

maar

lang

niet al die

straling

weetooktotbuiten

het broksteendoorte

dringen.

De vraag welkpercentage

naarbuiten

doordringt,

is niette

beantwoorden,

wantdat

hangt

afvande

verhouding

tussen

oppervlakte

eninhoud:

een

lang,

dun handstuk zendtmeer

straling

uit daneen

bol-vormig

stuk.

Verder

hangt

dematevan

schadelijkheid

afvande aardvan

de

straling:

niet iedertypeheeft hetzelfde effect.

Bij

het

na-tuurlijk

vervalvanuranium

(of thorium)

ontstaanbovendien

andere radioactieve

stoffen,

die ookweer

uiteenlopende

hoe-veelheden

straling gedurende uiteenlopende tijdsduren

uit-zenden.

Deconclusie isdan ook

gewettigd

dathet

weinig

relatiemet

de

werkelijkheid

heeft als

je

wattheoretischesommen

maakt. Maar dat betekent niet

datje

niette wetenkunt

ko-menhoeveel

straling

eenstukgesteente

(of

een

mineraal)

uitzendt. Dat is

namelijk eenvoudig

te meten metde

daar-voorthans beschikbareapparatuur,die bovendien in de

meeste

uitvoeringen

ook onderscheid maakttussende

diver-setypen

straling.

Dat maakt het

mogelijk

omheel

precies

vast testellenwatde

stralingsbelasling

is op

bijv.

1,3,5of 10meter

afstand,

maarook hoeveel

straling

ernog ‘over’ is

alseersteen muurwordt

gepasseerd.

Wie

twijfelt

of

hij

een

gezondheidsrisico loopt,

moetzeker

zo’n

meting (laten)

uitvoeren.Maar het

lijkt mij bij

voorbaat

vast te staandat de

werkelijke

waarde veel

lager

zal uitvallen

(3)

AFZETTINGEN WTKG 26 (4), 2005 67

Ongefundeerde regelzucht

VROM wilde

destijds bij

eengrootaantal

amateur-verza-melaars

metingen

verrichten. Ze zeiden dat uiteraardnietzo,

maarstelden in brieven wel dat hun

project

‘mineralen’

be-doeldwas“om relevante

gegevensteverzamelenwaarmee

deoverheideenzinvolle

grenswaarde

kan vaststellen

opdat

mineralenverzamelaars

vrijgesteld

zouden kunnen worden

vande

vergunningsplicht”.

Interessantaandezezinsnedeis

dat VROM

uitging

van‘de

vergunningsplicht’.

Die bestaat

immers niet.

Het

lijkt

ook

moeilijk

voorstelbaar dat VROM

bij tientallen,

zoniethonderden,verzamelaars

werkelijk metingen

zou

kunnen gaan verrichtenom een

grenswaarde

vast testellen.

Een

grenswaarde

hoort bovendien

getrokken

teworden op

redelijke

argumenten,nietop de

steekproefsgewijze

bevin-dingen bij

verzamelaars. Hetwasdan ook

nauwelijks

aan-nemelijk

-enin ieder

geval

rechttegende

regelzucht

van

VROM uit hetrecente enverdere verleden in-dat VROM

naevaluatievande

metingen

zou

uitspreken

dat alle

verza-melingen

van een

vergunningsplicht

vrijgesteld

konden

wordenomdat degemetenwaardenzo

laag

waren.Danzou

VROM immerstoegevendat veelonrust

bij

de verzamelaars

teweegwas

gebracht

voorniets,endatmentenonrechte niet

naar

redelijke

adviezen had willen luisteren.

Daaromwashet

waarschijnlijk

datVROM,op basisvande

verrichte

metingen,

een

grenswaarde

zouvaststellen die

bijv.

25%vande verzamelaars

vergunningplichtig

zouhebben

gemaakt.

Dan had VROM immers terecht

gehandeld,

ende

verzamelaars

tegenzichzelf beschermd!Uiteraardkoner

nooiteen

vergunningsplicht

vooralle verzamelaars

komen,

wantiedereen

begrijpt

dat

je

niet alle schoolkinderen dieeen

stenencollectie

beginnen,

kunt controleren.

De conclusieis derhalveonontkoombaar: VROM

gebruikte

oneigenlijke

middelenom eenbeleidtotstandte

brengen

dat

geen realistisch doelnastreefde,dat geen

inhoudelijke

over-eenkomstmethet beleid binnen de andere landenvande

Europese

Unievertoonde,endat slechts afbreuk deedaan

de

volksgezondheid,

enwel door het

opwekken

van

onte-rechteangsten

(vgl.

de

‘spinazie-maatregel

na

Tsjemobyl).

Dat daarvoor

goedwillende

amateursbenaderdzouden

wor-den,

was

schrijnend.

Als VROM immerszograagzou

wil-lenwetenwelkegesteentenof mineraleneen

stralingsrisico

opleveren

dat door de desbetreffendeinternationale

organi-saties als

(potentieel) schadelijk

wordt

beschouwd,

danhad

eerst- in

overleg

metdie

organisaties

-een

duidelijke

norm

moeten worden

vastgesteld.

Daarnazou

VROM,

aande

handvandieinternationalenorm,

metingen

hebben kunnen

verrichtenin

professionele

museaen/of

bij

mineralenhande-laars. Zozou een

lijst

kunnen

zijn

ontstaan metvoorelk

re-levant mineraal

(eventueel

ook

ertsgesteenten)

het maximale

gewicht

dateen

exemplaar

zoumogenhebben zonder dateen

vergunning

zou

zijn vereist, waarbij

eensoort puntensy-steemzoukunnen worden

ingevoerd.

Wie danvooral

zijn

mineralensamenboveneen

bepaald puntenaantal

zou

uit-komen,

zou een

deskundige (al

dan nietvande

overheid)

moeten

raadplegen,

die

vervolgens

zoukunnen beslissen of

een

vergunning

moest/kon worden

aangevraagd,

endie

sug-gesties

aandehandzoukunnen doenomdooreenandere

op-bergmethode,

door het

verwijderen

van

bepaalde

exem-plaren,

of door

enige

andere zinvolle

handeling,

het

‘punten-aantal’totonderte‘kritische

grens’

terugte

brengen.

Olifant bleek mug

Van al die

goede (kwade?)

voornemensvanVROM is

-gelukkig

- niets terecht

gekomen.

Wat iser

gebeurd?

Nie-mandweethet.

Kennelijk

is het volstrekt

belachelijke

idee

vanVROMvan

destijds

in rookopgegaan. Maardaaraan is

geen ruchtbaarheid gegeven. DefanfareswaarmeeVROM

destijds zijn

ideeënlanceerde,

zwijgen.

Een

smadelijke

aftochtvanVROM dus. Maareen

gelukkige ontwikkeling

voor

amateur-geologen. Zij

kunnenweergewoonvanhun

mineralenverzameling genieten.

En wie zichtotnutoe tot

Tertiaire

schelpen

heeft

beperkt,

diezou

juist

nuook

zijn

blik

eenskunnenrichten op de

prachtige

mineralendie ook vaak

voorhet

grijpen liggen.

*Tom

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In artikel 4 wordt “de bijzondere munten met de hoedanigheid van wettig betaalmiddel” vervangen door “munten voor verzamelaars”. In artikel 5, vierde en zesde lid vervalt “,

Mensen die zich vergissen, mensen die niet kunnen bewijzen dat de uitvoeringsorganisatie een fout heeft gemaakt, mensen die iets verkeerd begrepen hebben, mensen die nog niet over

Al deze signalen bij elkaar waren voor de Nationale ombudsman reden om een onderzoek te starten naar de inzet van het dwangmiddel gijzeling bij niet betaalde verkeersboetes

Het is duidelijk uit de Schrift dat degenen die deze vervaardigde evolutionaire verhalen omarmen - ongeacht hoe slim ge- rangschikt en slim geformuleerd - dit doen omdat ze

Vele van deze nood- plannen zijn evenwel zeer sterk geïnspireerd door de grote ongevallen zoals Tsjernobyl, en in die zin zijn ze misschien niet altijd aangepast aan de situaties

De sociale psychologie leert ons dat, wanneer een soms terechte vraag tot recht wordt - en we zijn verlekkerd op rechten, niet op plichten - er altijd druk ontstaat om die uit

Illustraties werden beschikbaar gesteld door het Free Radio Magazine, Postbus 10252, 1001 EG

Na het overlijden van haar moeder in 1619 nam Anna het huishouden en de zorg voor haar vader en zusjes Geertrui en Tesselschade over (zie Maria Tesselschade Roemers Visscher).