• No results found

Informatieblad Mineralen en Milieukwaliteit : nitraatuitspoeling uit gewasresten van broccoli, prei en suikerbiet

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Informatieblad Mineralen en Milieukwaliteit : nitraatuitspoeling uit gewasresten van broccoli, prei en suikerbiet"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Informatieblad Mineralen en Milieukwaliteit

Inleiding

Om nitraatuitspoeling terug te dringen is het nodig om het N-overschot te verlagen. Bij sommige gewassen (bijv. broccoli en suikerbieten) zit het N-overschot grotendeels in de gewasresten. De vraag is in welke mate het N-overschot in de vorm van gewasresten bijdraagt aan nitraatuitspoeling, en in hoeverre dit overeenkomt met een overschot van N dat niet eerst door het gewas is opgenomen.

Wanneer N uit gewasresten grotendeels uitspoelt kan afvoer van gewasresten perspec-tiefvol zijn om het N-overschot en N-uitspoeling te verlagen. Wanneer er slechts een klein deel van N uit gewasresten uitspoelt lijkt afvoer niet zinvol. Beleidsmatig kan dit van belang zijn bij verdere normstelling, waarbij een differentiatie aangebracht kan worden tus-sen het wel of niet afvoeren van gewasresten, of rekening gehouden kan worden met een lage uitspoelingsfractie uit gewasresten. Het lot van N uit gewasresten van broccoli, prei en suikerbiet is in een literatuurstudie en veldproeven bekeken.

Het lot van N uit gewasresten

Gewasresten ontstaan bij de oogst van een gewas en blijven op het perceel liggen of wor-den in meer of mindere mate ingewerkt in de grond. Om een antwoord te kunnen geven op de vraag ‘Welk deel van de N spoelt uit naar het grondwater?’ dient gekeken te worden naar de verschillende posten waarheen de N kan gaan (Figuur 1). Het tijdsaspect speelt een belangrijke rol bij de verdeling over de verschillende pools omdat de gewasresten geleidelijk afbreken en de vrijgekomen N niet direct tot onder de wortelzone is verplaatst. In een literatuurstudie bleek dat er weinig gegevens zijn met rechtstreekse vergelijking tus-sen wel en niet afvoeren van gewasresten op N-uitspoeling of nitraatconcentraties in het grondwater (De Ruijter & Smit, 2007. Het lot van stikstof uit gewasresten. Plant Research International, rapport 133). Het lot van N uit bovengrondse gewasresten van broccoli, prei en suikerbiet is daarom in veldproeven onderzocht.

Proefopzet

Bovengrondse gewasresten zijn verzameld en uitgereden op een perceel met droge zand-grond, Gt VII. In 2006 was de voorvrucht aardappel, in 2007 mais. De gewasresten zijn aangebracht begin november en telkens zowel oppervlakkig toegediend als ingewerkt. De plotjes met gewasresten zijn vergeleken met een behandeling met kunstmest en met kale grond (Tabel 1). Van november t/m maart zijn de verschillende posten gemeten waarheen N kan gaan, evenals nalevering voor het volggewas (Tabel 2).

Nitraatuitspoeling uit gewasresten van broccoli,

prei en suikerbiet

Uitrijden van bovengrondse gewasresten van broccoli, prei en suikerbiet

Nylon zakjes met gewasresten voor bepa-ling van de afbraaksnelheid

Meetopstelling voor bepaling van de ammoniakemissie

Figuur 1. Schem atische weergave van het lot van N uit gewasresten N in gewasresten G edenitrificeerd O rganische stof Nm in Uitgespoeld G edenitrificeerd NH3-vervluchtiging O pnam e volggewas

(2)

Tabel 2. Metingen van N-pools

Meting Frequentie (nov - mrt)

Afbraaksnelheid (N in gewasresten in nylon zakjes) Maandelijks Ammoniakemissie (meetopstelling Wageningen) Continu Denitrificatie (grondkolommen uit veld, analyse in lab) Maandelijks Nmin (0-30, 30-60 en 60-90 cm) Maandelijks N in microbiële biomassa (0-30 cm) Maandelijks N in bodemvocht (30, 60, 90 … 210 cm) 2x per maand

N-opname volggewas gerst zaai half maart, oogst eind juni

De nitraatuitspoeling uit gewasresten is op verschillende manieren uit de metingen te berekenen, waarbij veelal het verschil t.o.v. het kale veldje wordt bekeken:

• verticaal transport berekenen vanuit het neerslagoverschot tezamen met de nitraat concentraties op verschillende dieptes,

• balansberekening vanuit de afbraaksnelheid minus de emissies naar de lucht minus N dat nog aanwezig is in het profiel als Nmin of in bodemleven,

• Vergelijking van de concentratie in het grondwater met die van het kunstmestobject met een bekende N-hoeveelheid.

Bovenstaande berekeningen zijn nog niet afgerond en dienen op sommige punten nog nader geanalyseerd te worden. Tabel 3 geeft de gemiddelde lijn zoals die er nu uit te ha-len is, afgerond op eenheden van 5. Te zien is dat de uitspoeling in 2006-07 ongeveer twee keer zo groot was als in 2007-08. Dit is vooral veroorzaakt door het warme najaar in 2006: november en december waren gemiddeld 2,5ºC warmer dan in 2007

(Figuur 2). Tevens viel er meer neerslag in het voorjaar van 2007 (Figuur 3) waardoor er half maart minder N in de bovenste 90 cm resteerde. Inwerken verhoogde de N-uitspoe-ling bij broccoli en suikerbiet. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door een hogere afbraaksnelheid van de resten, en bij inwerken werd een snellere toename van Nmin gemeten.

In 2007-08 zijn tevens metingen aan bodemvocht verricht op een suikerbietenperceel om het verticale transport te bepalen bij kale grond, suikerbietenresten en kunstmest. De eerste indruk is dat de verschillen met het perceel met voorvrucht mais gering zijn, en dat de lage Nmin en lage N-uitspoeling bij suikerbieten zoals gemeld in de literatuur vooral door de aard van het blad komen en niet zozeer door de resten van de bieten die ook achterblijven.

Conclusies

• 20 tot 60% van de N in gewasresten van broccoli en prei kan in de wintermaanden uitspoelen.

• Uitspoeling van N uit suikerbiet was lager dan van prei of broccoli.

• Inwerken lijkt N-uitspoeling te verhogen. Verklaring hiervoor is een snellere en eerdere afbraak van de resten na inwerken.

• Er zijn verschillen tussen jaren door verschillen in temperatuur (afbraaksnelheid) en neerslag (uitspoeling).

• Later oogsten (=later resten toedienen) vergroot de kans op overdracht van N uit gewasresten naar het volgende groeiseizoen.

• Effect van afvoer gewasresten op N-uitspoeling is het grootst bij vroege oogst.

Tabel 1. Behandelingen en aangevoerde N-hoeveelheden. Behandeling N-aanvoer (kg ha-1) 2006-07 2007-08 Kunstmest 150 150 Broccoli oppervlak 136 118 ingewerkt 136 118 Prei oppervlak 110 155 ingewerkt 110 155 Suikerbiet oppervlak - 72 ingewerkt - 72

Voor meer informatie: Dr. Ir. F.J. (Frank) de Ruijter Plant Research International Postbus 16, 6700 AA Wageningen Tel.: 0317-480531

e-mail: frank.deruijter@wur.nl

BO-05-infoblad-23, Cluster BO-05 Mineralen en Milieukwaliteit, Gefinancierd door ministerie LNV, http://www.kennisonline.wur.nl/BO/BO-05, deccember 2008

Figuur 2.

Gemiddeldedelde temperatuur (0C) per dag gedurende

de winters van 2006-07 en 2007-08

Figuur 2. Gemiddelde temperatuur per dag © Figuur 3. Cumulatieve neerslag (mm)

-5 0 5 10 15

1-nov 1-dec 31-dec 30-jan 1-mrt

2006-07 2007-08 0 100 200 300 400

1-nov 1-dec 31-dec 30-jan 1-mrt

2006-07 2007-08

Figuur 3.

Cumulatieve neerslag (mm) gedurende de winters van 2006-07 en 2007-08.

Figuur 2. Gemiddelde temperatuur per dag © Figuur 3. Cumulatieve neerslag (mm)

-5 0 5 10 15

1-nov 1-dec 31-dec 30-jan 1-mrt

2006-07 2007-08 0 100 200 300 400

1-nov 1-dec 31-dec 30-jan 1-mrt

2006-07 2007-08

Tabel 3. Indicatieve waarden voor het aandeel van de N-inhoud dat half maart is uitgespoeld tot dieper dan 90 cm

Behandeling N-aanvoer (kg ha-1) 2006-07 2007-08 Kunstmest 100 100 Broccoli oppervlak 40 20 ingewerkt 60 35 Prei oppervlak 45 20 ingewerkt 35 20 Suikerbiet oppervlak - 5 ingewerkt - 10

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

To study genotype-environment interaction (GEI) and stability analysis for grain yield in the single cross hybrids produced from CIMMYT provitamin A and drought

Braunschweig, Germany (A Karch MD); Quality and Equity Health Care, Kigali, Rwanda (C K Karema MSc); University of Washington—Tacoma, Tacoma, WA, USA (S M Karimi PhD); All

Figure 11: Results of nematode bioassays to determine the effect of secondary metabolites produced by bacterial cultures cultivated in minimal broth.. M, C and P indicates the

As stated in the title of this study, the selected brain regions of Ndufs4 KO mice were investigated with a biochemical and metabolomics approach. The three

minimum number of cells required (detection limit) for detecting the variation between the sample groups. Chapter 7 describes the application of the metabolomics

Using such a metabolomics approach, we were able to prove that a modified Bligh-Dyer extraction method, followed by GC-MS fatty acid metabolome analysis and

tuberculosis rpoB mutants and the wild-type parent strain, and additionally identified, amongst others, a number of fatty acid metabolite markers characterising

Considering these results, both the fatty acid metabolome and total metabolome extraction procedures developed and investigated in this chapter, in conjunction