• No results found

Bedrijfsresultaten glastuinbouwsectoren in 2004 verslechterd

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bedrijfsresultaten glastuinbouwsectoren in 2004 verslechterd"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

BEDRIJFSRESULTATEN GLASTUINBOUWSECTOREN IN 2004 VERSLECHTERD

Anita van der Knijff

Voor alle glastuinbouwsectoren zijn in 2004 de bedrijfsresultaten verslechterd ten opzichte van vorig jaar. Ondanks deze algemene neergaande lijn zijn de verschillen niet alleen tussen de sectoren, maar ook binnen sectoren groot.

Glasgroenteteelt: sterke prijsdaling

De prijsvorming voor de hoofdgewassen tomaat, komkommer, paprika en aubergine, stond in 2004 sterk onder druk. Belangrijkste oorzaken hiervan zijn de Spaanse concurrentie, lokale concurrentie op afzetmark-ten (met name in de Verenigde Staafzetmark-ten), de tegenvallende consumenafzetmark-tenvraag door het matige zomerweer (nauwelijks barbecueweer) en de dure euro ten opzichte van de dollar. Met name de opbrengstprijzen voor trostomaten en losse tomaten waren dit jaar bijzonder laag, circa 40% onder het niveau van 2003. De pri-jzen voor rode paprika daalden eveneens fors (-15%). Groene paprika's moesten circa 5% inleveren. Bij komkommer is het moment van teeltwisseling van grote invloed op de middenprijs per bedrijf, waardoor de verschillen groot zijn.De meeste telers hadden in het begin van het seizoen te kampen met achterstand in de gewasgroei en een lagere productie per vierkante meter als gevolg van de relatief donkere wintermaan-den. Gedurende het jaar werd de achterstand in productie minder mede door de gunstige weersomstandigheden in de zomermaanden. Het productieniveau bleef hierdoor voor de meeste glasgroen-ten ongeveer gelijk aan dat van vorig jaar. Bij trostomaglasgroen-ten en losse tomaglasgroen-ten is zelfs sprake van een lichte productiestijging. De totale kosten per vierkante meter zijn dit jaar ongeveer gelijk aan die van vorig jaar. Lagere energiekosten compenseren de stijging van de andere kostenposten. Hoewel de wereldolieprijs, waaraan de gasprijs gekoppeld is, in de loop van het jaar naar een recordhoogte steeg, zullen de meeste tuinders dit pas volgend jaar in de portemonnee voelen. Door de sterke daling van de opbrengsten nam het nettobedrijfsresultaat per vierkante meter gemiddeld met ruim zes euro af. Hierdoor daalde de geraamde rentabiliteit van 106% in 2003 naar 89% in 2004 (tabel 1). Ook het gezinsinkomen uit bedrijf nam af, tot circa 19.000 euro. Door deze sterke achteruitgang van de bedrijfsresultaten wordt gemiddeld per bedrijf circa 27.000 euro ontspaard, terwijl vorig jaar nog forse besparingen genoteerd werden.

Tabel 1 Bedrijfsresultaten en inkomens van glastuinbouwbedrijven (x1.000 euro).

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯

Glasgroentebedrijven Snijbloemenbedrijven Pot- en perkplanten-bedrijven

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯

Opbrengsten/kosten (%)

2002 96 95 101

2003 (v) 106 92 98

2004 (r) 89 90 95

Gezinsinkomen uit bedrijf

2002 56,6 57,2 92,9 2003 (v) 124,6 37,9 64,4 2004 (r) 19,0 30,0 47,0 Besparingen 2002 -5,1 -0,7 30,7 2003 (v) 78,1 -27,0 -10,5 2004 (r) -27,0 -35,0 -28,0

⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯

Bron: Bedrijven-Informatienet van het LEI.

(2)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

Sierteelt: ook lagere prijzen

De maandelijkse omzetontwikkeling aan de bloemveilingen kende dit jaar een grillig verloop, waarbij flinke omzetstijgingen en -dalingen elkaar afwisselden. Per saldo is de veilingomzet van Nederlandse snijbloemen de eerste tien maanden van dit jaar 3% lager dan in dezelfde periode vorig jaar, terwijl de omzet voor ka-merplanten iets hoger is (+1%). Absoluut gezien zijn er in 2004 minder kaka-merplanten verkocht. Wel zijn er relatief meer duurdere planten verkocht. Hierdoor lijkt de gemiddelde opbrengstprijs gestegen te zijn. Wan-neer echter rekening wordt gehouden met deze verschuiving in het assortiment zijn de gemiddelde opbrengstprijzen van kamerplanten met 5% teruggelopen. De gemiddelde prijsdaling bij snijbloemen lag on-geveer op hetzelfde niveau (-4%). Een zeer sterke daling deed zich voor bij tuinplanten, waartoe ook perkplanten behoren. De prijzen zijn de eerste tien maanden van dit jaar zelfs met 11% gedaald. Oorzaken van deze sterke prijsdaling zijn de grotere aanvoer van tuinplanten en een teruglopende vraag van consu-menten. De kosten op snijbloemenbedrijven zijn gemiddeld met iets gestegen (+1%), net als bij pot- en perkplantenbedrijven (+2%). Doordat het aandeel van de energiekosten op sierteeltbedrijven lager is dan op glasgroentebedrijven is het effect van lagere gasprijzen op de totale kosten minder sterk. De kosten voor elektriciteit zijn voor belichtende bedrijven die (een deel van de) elektriciteit inkopen wel gestegen als gevolg van een hogere elektriciteitsprijs (+4%). Lagere opbrengsten in combinatie met toegenomen kosten, leiden tot een daling van de rentabiliteit van gemiddeld twee procentpunten voor snijbloemenbedrijven en drie pro-centpunten voor pot- en perkplantenbedrijven (tabel 1). Hierdoor dalen de inkomens voor beide bedrijfstypen tot respectievelijk 30.000 en 47.000 euro. Op de sierteeltbedrijven zijn de inkomens dit jaar dusdanig laag dat er gemiddeld ontsparingen optreden. Samenvattend zijn de resultaten voor de glastuinbouwbedrijven dit jaar slecht tot matig te noemen (figuur 1).

80,0 90,0 100,0 110,0 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003(v) 2004(r ) Opbrengsten-kostenverhouding groentebedrijven snijbloemenbedrijven potplantenbedrijven

Figuu 1 Ontwikkeling opb engst pe 100 euro kosten op glastuinbouwbedrijven (vanaf 2001 r r r gelden nieuwe definities van de kengetallen).

Bron: Bedrijven-Informatienet van het LEI.

Meer informatie:

Rapport 1.04.05

Actuele ontwikkeling van bedrijfsresultaten en inkomens in 2004

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Data analysed was descriptive and the following are some of the findings: The results revealed that: rehabilitation is a process of change which aims at correcting and

Firstly, a return gift (in other words from recipient to initial giver/provider of the gift) should not be provided immediately (Milbank, 1995:125). As a result, there must be

Therefore, it is not only the number but also the exact location of phosphorylation sites within the linker histone protein sequence which modulates its stage specific

Experimental techniques such as electrochemical impedance spectroscopy (EIS), potentiodynamic polarization, scanning electrochemical microscopy (SECM) and scanning electron

In this paper it is argued that the Reformed Churches in South Africa has a positive view of state government in the light of the Belgic Confession article 36 and Church Order Article

Micrograms Microlitres Micromolar Micrometer RNA1 gene coding for a putative proteinase cofactor RNA1 gene coding for a putative helicase and NTP-binding domain RNA1 gene coding for

Muscle strips at 37 °C reached a maximum tension value (completion of rigor) within 4.1 ± 3.89 h post mortem, while the minimum pH was also reached within 4.8 ± 3.82 h post mortem

Lung volume reduction coil treatment in chronic obstructive pulmonary disease patients with homogeneous emphysema: A prospective feasibility trial. Hartman J, Klooster K, Gortzak