• No results found

Het gebruik van biologisch versus traditioneel geteeld bosplantsoen in de praktijk

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het gebruik van biologisch versus traditioneel geteeld bosplantsoen in de praktijk"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

23

juni.juli2004 De vraag naar biologisch geteeld materiaal mag

dan groeien, het is de vraag hoe biologisch geteeld plantmateriaal zich na uitplant in het bos zal ont-wikkelen in vergelijking met traditioneel geteeld bosplantsoen. Alterra doet onderzoek maar ziet na twee jaar nog geen belangrijke verschillen.

Biologisch geteelde boomkwekerijgewassen komen in Nederland steeds meer in de belang-stelling omdat een dergelijke productiewijze van het teeltmateriaal maatschappelijk belang-rijk wordt geacht. De vraag naar biologisch geteeld plantsoen zal in de toekomst naar ver-wachting nog toenemen, aangezien zowel over-heden als particuliere instellingen steeds meer zorg aan het milieu besteden. De Nederlandse Bond van Boomkwekers (NBvB) ziet de biolo-gische boomteelt als één van de mogelijke pro-ductiemethoden om goed te kunnen voldoen aan de wensen van de markt en de maatschap-pij. Maar dan moet het biologisch geteelde ma-teriaal wel minstens even goed zijn.

Veldproeven

Alterra heeft samen met de Kultuurgroep voor Bos- en Haagplantsoenkwekers van de NBvB, Staatsbosbeheer en het Bosschap een

onder-Het gebruik van biologisch

versus traditioneel geteeld

bosplantsoen in de praktijk

— Gert Kranenborg & Sven de Vries

zoek opgezet waarbij het teeltmateriaal van biologisch en niet-biologisch geteeld plantsoen met elkaar wordt vergeleken. Doel was om te onderzoeken of er bij de aanleg verschillen optreden en of deze verschillen gevolgen heb-ben op de slaging en de verdere ontwikkeling. Bovendien is het belangrijk om te weten welke verschillen wat voor verdere ontwikkelingen veroorzaken.

In de begeleidingsgroep zitten behalve Staatsbosbeheer en de NBvB ook het Expertisecentrum van het ministerie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EC-LNV) en de gebruikers van bosplantsoen. In overleg met deze begeleidingsgroep is er voor gekozen om het onderzoek te beperken tot de eik, es, beuk, zoete kers, meidoorn, els, veldes-doorn en grove den. Bij de start van het onder-zoek was echter niet van al deze soorten zowel biologisch geteeld als niet-biologische geteeld materiaal aanwezig. Daarom zijn meidoorn en veldesdoorn niet verder in het onderzoek mee-genomen.

Van de resterende zes soorten waren negen her-komsten beschikbaar, die zowel biologisch als traditioneel geteeld werden. Met deze soorten zijn in het voorjaar van 2002 drie

proefbeplan-tingen aangelegd. Direct na aanleg zijn de groei en de vorm onderzocht. Dit onderzoek werd na het eerste groeiseizoen herhaald en tevens de slaging vastgesteld. De waarnemingen zullen tot en met eind 2004 worden herhaald.

Voorlopige resultaten

Na een groeiseizoen blijkt er tussen de beide teeltwijzen geen verschil te zijn in het slagings-percentage. Wel is er behalve verschil in groei door de teeltwijze is er verschil in groei tussen de herkomsten geconstateerd. Bij uitschakeling

van het herkomsteffect werd bij de soorten eik, els, beuk en grove den een iets betere groei van het regulier geteeld plantsoen waargenomen dan bij het biologisch geteelde plantsoen. De es en de zoete kers zijn daarentegen biologisch geteelde iets beter af. Deze groeiverschillen zijn echter nog zeer gering en niet significant. Waarschijnlijk zal er na vier groeiseizoenen een duidelijker beeld zijn van de eventuele verschil-len.

Gebruikers van de resultaten

Bosbeheerders en beheerders van landschap-pelijke beplantingen kunnen de resultaten van dit onderzoek gebruiken bij een beslissing om al dan niet biologisch geteeld plantmateriaal te gebruiken voor bosaanleg of herbebossin-gen. Boomkwekers kunnen op hun beurt dan weer beter inspelen op die vraag. Afhankelijk van de boomsoort en de doelstelling van de beplanting, kan in ieder geval bewuster worden gekozen voor de teeltwijze van het te gebruiken plantsoen.◆

Gert Kranenborg en Sven de Vries werken bij Alterra Overzicht van de proefaanleg kort na het planten. Leden van de begeleidingsgroep in de proefbeplanting Het uitplanten van Es met een twee rijige plantmachine. ( foto’s Sven de Vries) twee groeiseizoenen na aanleg.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

www.witgelekruis.be is er voor iedereen die een zorg wil aanvragen of informatie nodig heeft over thuiszorg, financiële tegemoetkomingen, de alarm- en zorgcentrale,

Met het project Urkerveld wordt beoogd een beleefbare overgangszone van natuur te cre- eren van Urkerbos naar de dijk en het open agrarische landschap. De gemeente Urk en Het

Na weiden niet te lang door laten groeien (2 weken)... Oplossingen Voeding en Ureum 3

Alle hoeveelheden mest zijn, tenzij nadrukkelijk anders vermeld, bedoeld per vierkante roe.. Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder glas te

De fosfaattoestand van de bodem conform deze twee parameters wordt in het Nederlands mestbeleid gebruikt om de ruimte voor P-bemesting te kwantificeren: percelen met een hoog

Relation between the copper aspergillus number and the relative grain yield of spring wheat in 1954 (yield without copper sulfate manuring in percentage of the yield with a

De bouwkundig onderhoudsmedewerker verzamelt voor de uitvoering van het werk benodigde, geschikte en voldoende materialen, gereedschappen en materieel en controleert deze, zodat er

werkzaamheden het resultaat en lost eenvoudige problemen die zich tijdens het schoonmaken voordoen zelf op en meldt complexere problemen aan zijn (operationeel) leidinggevende, zodat