• No results found

De invloed van het rapporteren van Key Audit Matters op de kwaliteit van het jaarverslag : vanuit Nederlands perspectief

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De invloed van het rapporteren van Key Audit Matters op de kwaliteit van het jaarverslag : vanuit Nederlands perspectief"

Copied!
65
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De invloed van het rapporteren van Key Audit Matters

op de kwaliteit van het jaarverslag

Vanuit Nederlands perspectief

Naam: Eva van Stralen Studentnummer: 10576320 Begeleider: S. Bissessur Datum: 25 januari 2018 Aantal woorden: 17822

MSc Accountancy & Control, specialisatie Accountancy

(2)

Verklaring eigen werk

Hierbij verklaar ik, Eva van Stralen, dat ik deze scriptie zelf geschreven heb en dat ik de volledige verantwoordelijkheid op me neem voor de inhoud ervan.

Ik bevestig dat de tekst en het werk dat in deze scriptie gepresenteerd wordt origineel is en dat ik geen gebruik heb gemaakt van andere bronnen dan die welke in de tekst en in de referenties worden genoemd.

De Faculteit Economie en Bedrijfskunde is alleen verantwoordelijk voor de begeleiding tot het inleveren van de scriptie, niet voor de inhoud.

(3)

Abstract

Dit onderzoek heeft de relatie tussen het opnemen van Key Audit Matters (KAMs) in de controleverklaring en de kwaliteit van het jaarverslag in de Nederlandse markt tussen 2014 en 2016 onderzocht. De IAASB heeft de regelgeving met betrekking tot KAMs ingevoerd voor jaarrekeningen eindigend op of na 15 december 2016, waardoor er nog geen onderzoek naar de KAMs opgenomen volgens IFRS is gedaan. In Nederland is de regelgeving twee jaar eerder ingevoerd op basis van het voorstel van de IAASB. KAMs weergeven die punten die volgens het professional judgement van de controlerend accountant het meest significant waren tijdens de controle van de jaarrekening. In dit onderzoek staat de volgende vraag centraal: In hoeverre heeft het opnemen van Key Audit Matters in de controleverklaring van Nederlandse beursgenoteerde bedrijven een positieve invloed op de kwaliteit van het jaarverslag? Met betrekking tot de onderzoeksvraag worden de KAMs gemeten op basis van het aantal KAMs, het gemiddeld aantal woorden van de KAM en de categorie en het soort KAM. De kwaliteit van het jaarverslag wordt op drie manieren gemeten, zijnde de absolute waarde van de abnormale accruals, de kwaliteit van de accruals en het natuurlijke logaritme van de accountantskosten. Op basis hiervan zijn er drie lineaire regressies uitgevoerd voor de drie opgenomen hypotheses. Uit de regressies blijkt dat er geen bewijs is gevonden voor een verbeterde kwaliteit van het jaarverslag doordat er KAMs zijn opgenomen in de controleverklaring. Dit in tegenstelling tot de reden tot aanpassing van de regelgeving, het onderzoek van Bédard et al. en het onderzoek van Sirois et al.

(4)

Inhoudsopgave

1 Inleiding ... 5

2 Theoretisch kader ... 8

2.1 Informatieasymmetrie en de rol van de accountant ... 8

2.2 De verwachtingen van de samenleving ... 9

2.3 De nieuwe controleverklaring ... 10

2.4 Kwaliteit van het jaarverslag ... 13

2.5 Hypothesevorming ... 16

3 Methodologie ... 20

3.1 Conceptueel model ... 20

3.1.1 De afhankelijke variabele – kwaliteit van het jaarverslag ... 20

3.1.2 De onafhankelijke variabele – Key Audit Matters ... 24

3.2 Controlevariabelen ... 25

3.3 Regressiemodellen ... 27

3.3.1 Hypothese 1 ... 28

3.3.2 Hypothese 2 ... 28

3.3.3 Hypothese 3 ... 28

4 Onderzoeksmethode en beschrijvende statistiek ... 34

4.1 Onderzoeksmethode ... 34

4.1.1 Wijze van data verzamelen ... 35

4.2 Beschrijvende statistiek ... 36 4.2.1 Hypothese 1 ... 47 4.2.2 Hypothese 2 ... 49 4.2.3 Hypothese 3a ... 50 4.2.4 Hypothese 3b ... 53 5 Conclusie ... 56 Bibliografie ... 60 Bijlagen ... 64

(5)

1 Inleiding

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) maakt in juli 2017 een rapport openbaar waarin wordt vermeld dat het verbeteren van de kwaliteit van de accountantscontroles te langzaam gaat (AFM, 2017). Niet alleen in dit rapport, maar ook in het rapport “In het publiek belang” wordt kritiek geuit op de onafhankelijkheid van de accountant en de kwaliteit van de controleverklaringen. Uit een onderzoek dat in dit rapport is opgenomen is naar voren gekomen dat het vertrouwen van de maatschappij in de onafhankelijkheid van de accountant is afgenomen (AFM, 2014).

Het beroep accountant is een beroep dat is gebaseerd op het vertrouwen van de maatschappij, omdat verschillende gebruikers gebruik maken van het onpartijdige oordeel van de accountant. Onafhankelijkheid is van belang, omdat de accountant de rol van intermediair voor de rekening neemt. Deze rol heeft als doel de informatieasymmetrie die tussen bedrijven en investeerders bestaat te verminderen, doordat de intermediaries informatie verkrijgen van bedrijven die bij de investeerders onbekend is (Healy & Palepu, 2001, pp. 408-409). De informatieasymmetrie kan alleen worden verkleind, wanneer de informatie betrouwbaar wordt geacht en de accountant onafhankelijk is.

Op basis van het afgenomen vertrouwen in de accountant de afgelopen jaren en de rol van intermediair die door de accountant wordt vervuld, zijn er in het rapport “In het publiek belang” een aantal verbetermaatregelen opgenomen, welke de cultuur binnen deze sector zouden moeten veranderen. Naast het aanpassen van de cultuur is er vanuit de regelgevers een nieuw format van de controleverklaring verplicht gesteld, zodat de transparantie wordt vergroot en de kwaliteit van de controle toeneemt.

Het oordeel van de controleverklaring op een prominente plaats en verbeterde rapportage bij going corcern verklaringen zijn een aantal aanpassingen. De belangrijkste aanpassing is echter de vermelding van de Key (Critical) Audit Matters (KAMs) voor beursgenoteerde bedrijven in de controleverklaring. Deze KAMs weergeven die punten die volgens het professional judgement van de controlerend accountant het meest significant waren tijdens de controle van de jaarrekening. Deze controleverklaring is verplicht gesteld voor jaarrekeningen die gebaseerd zijn op IFRS met een einddatum van op of na 15 december 2016 (EY, 2016, p. 2).

Het opnemen van KAMs zou volgens Bédard, Gonthier-Besacier en Schatt kunnen leiden tot verbeterde controlekwaliteit, doordat het rapporteren van de KAMs de accountant

(6)

accountant voor deze significante elementen van de jaarrekening additionele werkzaamheden verrichten, welke leiden tot een verbeterde kwaliteit (2014, p. 9). Een andere manier waarop de kwaliteit kan toenemen is de review die wordt aangekondigd door de IAASB (2013, p.11). Onderzoek van Deis Jr. en Giroux heeft aangetoond dat wanneer de accountant weet dat er een review wordt gedaan en daar gevolgen aan vast zitten, de kwaliteit wordt verbeterd (1992, p. 467). Daarentegen is er geen verplichting voor het aantal KAMs of de inhoud van de KAM. Een aantal verplichte elementen moeten worden opgenomen, maar de overige vormgeving is vrij en wordt omschreven als het opnemen op basis van professionele oordeelsvorming. Hierdoor kan de informatieve waarde per controleverklaring verschillen door bijvoorbeeld de lengte van een KAM of het aantal KAMs.

In dit onderzoek wordt de relatie tussen het opnemen van de KAMs in de controleverklaring en de kwaliteit van de jaarverslagen onderzocht. Er is niet gekozen voor de kwaliteit van de controle of de kwaliteit van de financiële verslaggeving, omdat deze niet afzonderlijk van elkaar kunnen worden gemeten. Een reden hiervoor is dat de kwaliteit van financiële verslaggeving niet geobserveerd kan worden, doordat er altijd een controle volgt en dat de controle niet meetbaar is, omdat de basis van de controle de financiële verslaggeving is (Gaynor, Kelton, Mercer & Yohn, 2016, pp. 6-7). De relatie tussen de opname van de KAMs en de kwaliteit van het jaarverslag wordt onderzocht door middel van een databaseonderzoek, waarin Nederlandse beursgenoteerde bedrijven worden meegenomen. Er is hierbij gekozen voor Nederlandse beursgenoteerde bedrijven, omdat er in Nederland voor is gekozen om op basis van het voorstel van de IAASB de nieuwe controleverklaring vervroegd in te voeren. Het rapporteren van KAMs is daardoor vanaf 2014 een verplichting voor beursgenoteerde bedrijven in Nederland (NBA, 2014, pp. 4-5), waardoor er over een langere periode data beschikbaar is dan wanneer gebruik wordt gemaakt van data van geheel Europa. Hierdoor is de conclusie van het onderzoek betrouwbaarder. Dit onderzoek probeert antwoord te geven op de volgende onderzoeksvraag:

In hoeverre heeft het opnemen van Key Audit Matters in de controleverklaring van Nederlandse beursgenoteerde bedrijven een positieve invloed op de kwaliteit van het jaarverslag?

Uit dit onderzoek blijkt dat er geen bewijs is gevonden voor de verbetering van de kwaliteit van het jaarverslag door het opnemen van KAMs in de controleverklaring in de Nederlandse setting. Dit in tegenstelling tot de reden tot aanpassing van de regelgeving en het onderzoek van Bédard et al.

(7)

Dit onderzoek draagt op verschillende manieren bij aan de bestaande literatuur. Ten eerste doordat er in dit onderzoek wordt gekeken naar de nieuwe controleverklaring, welke verplicht is sinds het boekjaar 2016 voor IFRS-gebruikers en er hierdoor nog geen kwantitatieve onderzoeken geweest zijn naar de standaarden in deze omgeving. Echter, een aantal onderzoeken naar de relatie tussen KAMs en de controlekwaliteit zijn reeds uitgevoerd in landen waarin het opnemen van KAMs in de nationale regelgeving eerder verplicht was dan bij het gebruik van IFRS, zoals Frankrijk en Engeland (Bédard, Gonthier-Besacier & Schatt, 2014; Reid, Carcello, Li & Neil, 2016). Deze onderzoeken komen tot verschillende conclusies met betrekking tot de invloed van KAMs op de controlekwaliteit. Daarnaast zijn de limitaties van deze onderzoeken dat de rapportageomgevingen vrij specifiek zijn, de regelgeving in die landen erg algemeen is en de periode waarover onderzocht is kort is, waardoor conclusies voorzichtig geïnterpreteerd moeten worden (Bédard et al., 2014, p. 17; Reid et al., 2016, pp. 35-36). Verder is de opname van KAMs in de controleverklaring in Engeland en Frankrijk niet gebaseerd op het voorstel van de IAASB (Bédard et al., 2014, p. 2; Reid et al., 2016, p.8). De Nederlandse setting heeft als bijdrage dat de regelgeving in Nederland gebaseerd is op het voorstel van de IAASB (NBA, 2014, p. 5), waardoor de regelgeving minder algemeen is en er een langere periode kan worden onderzocht. Bovendien draagt dit onderzoek ten opzichte van de voorgaande onderzoeken bij op basis van de manier van het meetbaar maken van de KAMs. In voorgaande onderzoeken is er gekeken naar het aantal nieuwe KAMs. In dit onderzoek wordt er gekeken naar de gemiddelde lengte van een KAM in aantal woorden, het aantal KAMs en de soort en de categorie van de opgenomen KAMs.

Het tweede hoofdstuk geeft allereerst een beschrijving van de bestaande theorie op basis waarvan de hypotheses zijn gevormd. Vervolgens wordt in hoofdstuk drie de methodologie besproken aan de hand van het conceptuele model. Aansluitend volgen de resultaten in hoofdstuk vier en wordt er afgesloten met de conclusie in hoofdstuk vijf.

(8)

2 Theoretisch kader

In dit hoofdstuk wordt het probleem informatieasymmetrie behandeld en wordt er een koppeling gemaakt tussen informatieasymmetrie, de oplossing hiervoor en de rol die de accountant hierbij speelt. Daarnaast wordt er in gegaan op de verwachtingen die de samenleving heeft van de rol van de accountant. Verder worden de regelgeving relevant voor de onderzoeksvraag en de kwaliteit van de controle behandeld. Ten slotte worden er op basis van de bestaande theorie hypotheses gevormd.

2.1 Informatieasymmetrie en de rol van de accountant

De literatuur die betrekking heeft op informatieasymmetrie onderscheidt twee soorten van informatieasymmetrie, informatieasymmetrie tussen managers en investeerders en tussen groepen van investeerders. In dit onderzoek wordt er gebruik gemaakt van de informatieasymmetrie tussen managers en investeerders, omdat de rol van de accountant als intermediair hier voornamelijk op toeziet.

Informatieasymmetrie tussen managers en investeerders is omschreven aan de hand van de Market for Lemons, welke Akerlof heeft toegepast op de markt voor tweedehands auto’s. In deze markt bestaan er twee soorten auto’s, auto’s van goede en auto’s van slechte kwaliteit (de lemons). De investeerders, in dit geval de kopers, hebben minder informatie ter beschikking dan de verkopers en kopen daardoor een auto zonder de kwaliteit van een auto te kennen. De kwaliteit wordt naderhand pas duidelijk. Hierdoor worden volgens Akerlof alle auto’s voor dezelfde prijs, een middenprijs, verkocht. Deze prijs is voor de verkopers van de Lemons een gunstige prijs en voor de verkopers van de auto’s met een goede kwaliteit een ongunstige prijs. Op basis hiervan worden de auto’s met een goede kwaliteit niet verkocht, doordat de prijs te laag is en ontstaat er een markt waarin alleen Lemons worden verkocht (1970, pp. 489-490). Hieruit kan worden opgemaakt dat in het geval van bedrijven en investeerders, de investeerders minder informatie tot hun beschikking hebben en de kwaliteit van de bedrijven niet goed kunnen vaststellen.

De accountant is volgens Healy en Palepu een intermediair die private informatie bekend maakt om de informatieasymmetrie te verkleinen (2001, p. 408). Het bekend maken van private informatie wordt omschreven als signaling. Door middel van signaling kunnen bedrijven de kwaliteit bekend maken en wordt er voorkomen dat er geen efficiënte allocatie van de middelen is. Echter, voor informatie om van waarde te zijn is het belangrijk dat de

(9)

informatie geloofwaardig is. Gebruik maken van een intermediair is hierbij een oplossing (Brealey, Leland & Pyle, 1977, p. 383). Hierdoor is een controleverklaring een voorbeeld van geloofwaardige informatie, wanneer een accountant onafhankelijk is en voldoet aan de

verwachtingen van de samenleving.

2.2 De verwachtingen van de samenleving

Doordat de accountant als intermediair fungeert tussen de samenleving en de bedrijven is er vanuit de maatschappij een verwachting van de rol van de accountant. In de ethische standaarden voor accountants zijn hierom de fundamentele principes, professionaliteit, integriteit, objectiviteit, vakbekwaamheid en zorgvuldigheid en vertrouwelijkheid, opgenomen (Hayes, Wallage & Gortemaker, 2014, pp. 78-79). Daarnaast wordt er in de ethische standaarden aandacht geschonken aan het begrip onafhankelijkheid. Dit begrip bestaat uit twee delen, onafhankelijkheid in schijn en onafhankelijkheid in wezen. Onafhankelijkheid in wezen betreft het daadwerkelijk handelen overeenkomstig met de fundamentele principes. Onafhankelijkheid in schijn houdt in dat de accountant de belangrijkste omstandigheden die een redelijk geïnformeerde derde, gezien alle feiten en omstandigheden, zou kunnen laten concluderen dat de integriteit, de objectiviteit of het professionele scepticisme van de accountant wordt gecompromitteerd, vermijdt (Hayes et al., 2014, p. 95).

Er wordt door de samenleving van de accountant verwacht dat er wordt gehandeld volgens deze ethische standaarden. Echter, Porter, Ó Hogartaigh en Baskerville stellen dat de kritiek op en rechtszaken tegen accountants duiden op een kloof tussen de verwachtingen van de samenleving en de prestaties van accountants (2012, p. 102). Een voorbeeld van de verwachtingen van de samenleving is opgenomen in de ‘trends in accountancy’, waarin de reputatie van de accountant wordt besproken. Hierin is opgenomen dat de maatschappij in 2016 (6,3), in vergelijking met 2013 (6,0), het beroep accountant meer vertrouwen geeft. Echter, de gebruikers van de informatie blijven sceptisch over de kwaliteit en de onafhankelijkheid (accountant.nl, 2016, p. 24). Een verklaring voor deze scepsis zou volgens het artikel van Porter et al. kunnen voortkomen uit de verwachtingskloof (2012, p. 102).

Liggio definieerde in 1974 als eerste de verwachtingskloof als “het verschil tussen de geleverde prestatie van de accountant en de prestatie die de maatschappij verwacht”. Volgens Porter is de definitie van Liggio ontoereikend, omdat deze definitie geen rekening houdt met

(10)

De verwachtingskloof bestaat volgens Porter uit twee subkloven, zoals opgenomen in figuur 1. De kloof opgenomen op de linkerkant is de kloof zoals Liggio die omschreef. De kloof aan de rechterkant is de uitbreiding van Porter.

Figuur 1: Structuur van de verwachtingskloof voor accountants. Overgenomen uit “An empirical study of the audit expectation-performance gap,” door B. Porter, 1993, Accounting

and Business Research, 24, p. 50.

De prestatiekloof, het linkerdeel van de opgenomen figuur, is daarnaast opgesplitst in twee subcomponenten, ontoereikende prestaties en ontoereikende regelgeving. Onvoldoende presteren van een accountant wordt gezien als het niet of slecht uitvoeren van een taak, terwijl een toereikende prestatie op basis van de standaarden wel zou mogen worden verwacht. De ‘geldende standaarden’ worden in het onderzoek van Porter et al. omschreven als de taken die de accountant uitvoert in het kader van wetgeving, verordeningen vanuit de beroepsorganisatie, jurisprudentie, of omdat de toezichthouder dat verlangd. Er is sprake van ontoereikende regelgeving, wanneer de accountant een taak kostenefficiënt kan uitvoeren, maar deze taak niet is opgenomen in de regelgeving. Het kostenefficiënt kunnen uitvoeren van een taak geeft het verschil tussen de redelijkheidskloof en de prestatiekloof weer. Wanneer een taak onredelijk is om uit te voeren, de kosten niet opwegen tegen de baten, is het niet gegrond deze taak op te nemen in de regelgeving en dit van de accountant te verwachten (2012, pp. 108-110).

2.3 De nieuwe controleverklaring

De nieuwe standaarden met betrekking tot de controleverklaring leiden ertoe dat de subcomponent ontoereikende standaarden in de prestatiekloof wordt ingeperkt, waardoor de verwachtingskloof op die manier wordt verkleind. Het verkleinen van de verwachtingskloof door deze standaard heeft tot gevolg dat de manier van communiceren via de controleverklaring

(11)

wordt veranderd. Dit heeft invloed op groepen van aandeelhouders, degenen die de jaarrekening voorbereiden (CFO en het team van financials), de directeur, investeerders en regelgevers (EY, 2016, p. 1).

ISA 700 is de overkoepelende standaard die verandert voor jaarrekeningen onder IFRS die eindigen op of na 15 december 2016. Daarnaast zijn er nog een aantal specifieke standaarden die zijn aangepast of zijn opgesteld. De veranderingen zijn door de IAASB opgenomen in het rapport “The new auditor’s report: greater transparency into the financial statement audit”.

Het oordeel van de controle moet als eerst worden gepresenteerd, gevolgd door de basis voor het oordeel. Bovendien wordt er meer aandacht geschonken aan het rapporteren over going concern, waaronder het opnemen van de verantwoordelijkheden van het management en de accountant en het opnemen van een additionele paragraaf wanneer materiële onzekerheid bestaat in het kader van going concern. Een andere verandering in deze regelgeving heeft betrekking op een aangepaste onafhankelijkheidsverklaring van de accountant, welke de ethische verantwoordelijkheden benoemd. Deze veranderingen gelden voor alle controleverklaringen. Hiernaast zijn er nog een aantal aanpassingen van de regelgeving voor beursgenoteerde bedrijven. In de controleverklaring van beursgenoteerde bedrijven moet de naam van de verantwoordelijke partner worden opgenomen. Daarnaast is er een verplichting voor het opnemen van Key Audit Matters (KAMs) (IAASB, 2015, p. 3).

KAMs weergeven die punten die volgens het professional judgement van de controlerend accountant het meest significant waren tijdens de controle van de jaarrekening. Over het algemeen zijn dit de punten die complex zijn, zoals de waardering van goodwill en andere vaste activa, de waardering van financiële instrumenten, ingewikkelde of unieke aspecten bij verwerking van de omzet of significante overnames. Wanneer er een KAM wordt opgenomen in de verklaring dienen in ieder geval de reden voor het meest significant zijn van dit punt en de manier waarop met dit punt is omgegaan bij de controle, worden vermeld. KAMs zijn geen manier voor de accountant om een afkeuring uit te drukken. Daarnaast is een belangrijk aandachtspunt dat KAMs niet de enige punten in de jaarrekening zijn die significante aandacht vereisen van de accountant, zoals opgenomen in figuur 2 (EY, 2016, pp. 2-4).

(12)

Figuur 2: Beslissingsraamwerk KAMs. Overgenomen uit “The new auditor’s report: greater transparency into the financial statement audit,” EY, 2016. Geraadpleegd van

http://www.ey.com/Publication/vwLUAssets/EY-enhanced-auditors-reporting/$FILE/EY-enhanced-auditors-reporting.pdf, p. 3.

Het opnemen van KAMs in de jaarrekening is voor Nederlandse beursgenoteerde bedrijven verplicht vanaf het boekjaar eindigend op of na 15 december 2014 (NBA, 2014, p. 5). Dit is een aanpassing die de Nederlandse regelgever heeft gemaakt op basis van het voorstel van de IAASB voor de nieuwe controleverklaring uit 2014. De veranderingen ten opzichte van de oude controleverklaring in Nederland zijn gelijk aan de veranderingen voorgesteld en later ook ingevoerd door de IAASB.

De nieuwe regelgeving heeft als gevolg dat de transparantie en de informationele waarde toenemen (IAASB, 2015, p. 2). Een ander gevolg van het opnemen van KAMs in de jaarrekening kan volgens Bédard et al. (2014, p. 9) zijn het toenemen van de controlekwaliteit. Zij stellen dat dit wordt veroorzaakt doordat de accountant additionele werkzaamheden verricht ten aanzien van de KAMs. Een andere manier waarop de controlekwaliteit kan toenemen is de review die wordt aangekondigd door de IAASB (2013, p.11). Onderzoek van Deis Jr. en Giroux heeft aangetoond dat wanneer de accountant weet dat er een review wordt gedaan en daar gevolgen aan vast zitten, de kwaliteit wordt verbeterd (1992, p. 467).

KAMs moeten helder, beknopt, begrijpelijk en bedrijfsspecifiek zijn (EY, 2016, p. 2). Er zijn een aantal voorbeelden voor de opmaak van KAMs en verplichtingen voor de structuur, maar geen algehele verplichtingen voor de tekst van een KAM. Hierdoor kan een KAM in een controleverklaring van een bedrijf veel korter zijn dan die van een ander bedrijf en precies hetzelfde vermelden. Daarnaast is er geen regelgeving met betrekking tot het aantal KAMs in

(13)

een controleverklaring. Dit zijn elementen waardoor de ene controleverklaring een hogere informatieve waarde kent dan de andere controleverklaring.

2.4 Kwaliteit van het jaarverslag

De kwaliteit van het jaarverslag bestaat uit de kwaliteit van de financiële verslaggeving en de kwaliteit van de controle.

Controlekwaliteit wordt door DeAngelo omschreven als de kans dat de accountant het vermogen heeft een materiële fout in de jaarrekening te ontdekken én te rapporteren. Het eerste deel van de definitie ziet toe op het feit dat de accountant capabel is en werkzaamheden uitvoert een fout te kunnen ontdekken. Daarnaast ziet het tweede deel van de definitie erop toe dat de accountant onafhankelijk is (1981, p. 186). Ondanks deze duidelijke definitie is de IAASB van mening dat er geen eenduidige definitie te vinden is voor controlekwaliteit.

De definitie van controlekwaliteit wijkt af van de definitie van financiële verslaggevingskwaliteit, maar deze zijn wel met elkaar verbonden. Controlekwaliteit wordt gedefinieerd als het verzamelen van voldoende en toereikend bewijs dat de jaarrekening de onderliggende economie getrouw weergeeft. Daarnaast ziet financiële verslaggevingskwaliteit toe op een complete, neutrale, vrij van fouten zijnde verslaggeving, welke meer nuttige voorspellende en bevestigende informatie biedt ten aanzien van de onderliggende economische positie en prestatie van het bedrijf (Gaynor et al., 2016, pp. 2-5). Gaynor, Kelton, Mercer en Yohn stellen dat de kwaliteit van financiële verslaggeving verbonden is met de kwaliteit van de controle, omdat er een aantal karakteristieken zijn die voor beide van belang zijn. Dit zijn voornamelijk omgevingsfactoren, zoals de regelgeving, auditcomité, de onderliggende economie en de vraag en verwachting van de gebruikers (Gaynor et al., 2016, p. 8). Dit zijn volgens de IAASB contextfactoren.

Controlekwaliteit kan volgens de IAASB worden opgedeeld in en beïnvloed worden in vier categorieën, input, proces, output en context. De factoren die van invloed zijn op de input categorie zijn de waarden en normen en kennis, skills en ervaring van de accountant. Het toepassen van controleprocedures die overeenkomen met de regelgeving is van invloed op de procesfactoren. Bruikbaarheid en tijdigheid zijn factoren die betrekking hebben op de outputcategorie. De contextfactoren zijn ten slotte van invloed op het proces als geheel, omdat de factoren per land, sector of zelfs bedrijf verschillen. Voorbeelden van contextuele factoren

(14)

De factoren van de input en de output worden volgens het onderzoek van Gaynor et al. gebruikt om de kwaliteit meetbaar te maken. Echter, de outputfactoren die voornamelijk worden gebruikt voor het meetbaar maken van de controlekwaliteit komen niet overeen met het raamwerk van de IAASB, maar overeen met het meetbaar maken van de kwaliteit van de financiële verslaggeving, omdat het meten van tijdigheid en bruikbaarheid moeilijker is dan het meten van de output van de financiële verslaggeving (2016, p. 8). Hierdoor zijn de kwaliteit van de financiële verslaggeving en de controlekwaliteit op dezelfde manier meetbaar gemaakt en is er sprake van een onderling verbonden begrip, welke niet onafhankelijk van elkaar kunnen worden besproken. Een reden hiervoor is dat de kwaliteit van financiële verslaggeving niet geobserveerd kan worden, doordat er altijd een controle volgt en dat de controle niet meetbaar is, omdat de basis van de controle de financiële verslaggeving is (Gaynor et al., 2016, pp. 6-7). De werkzaamheden die worden uitgevoerd bij de controle van de jaarrekening zijn veelal afgeleid van de kwaliteit van de financiële verslaggeving (Gaynor et al., 2016, p. 7). Hierdoor zijn de begrippen op verschillende manieren aan elkaar gerelateerd en van invloed op elkaar.

Op basis van wetenschappelijk onderzoek zijn er nog een aantal variabelen die van invloed zijn op de controlekwaliteit.

Ten eerste is uit onderzoeken gebleken dat de grootte van accountantskantoren een positief effect kent ten aanzien van de controlekwaliteit. DeAngelo (1981, pp. 183-184) geeft aan dat dit wordt veroorzaakt doordat grotere accountantskantoren minder afhankelijk zijn van individuele klanten en een reputatie hebben opgebouwd, waardoor deze kantoren minder snel geneigd zijn misleidende verklaringen te geven.

Ten tweede wordt de controlekwaliteit positief beïnvloed, wanneer de controlerend accountant gespecialiseerd is in de industrie. Een industrie gespecialiseerde accountant heeft meer en diepere kennis in een bepaalde industrie, omdat het accountantskantoor meer klanten in een bepaalde industrie heeft, waardoor er meer mogelijkheden zijn om kennis op te doen over die industrie. Hierdoor werken deze accountants efficiënter en is het oordeel van de accountant gegronder en accurater (Francis, 2004, p. 354).

Daarnaast heeft de duur van de relatie tussen accountant en klant invloed op de controlekwaliteit. Uit het onderzoek van Carey en Simnett blijkt dat een accountant-klantrelatie van langer dan zeven jaar wordt gezien als van negatieve invloed op de controlekwaliteit. Dit wordt veroorzaakt door een vertrouwelijkheidsrisico, wat zou kunnen leiden tot een beperking in de creatieve controleprocedures die in het begin van de controleperiode worden uitgevoerd.

(15)

Daarentegen stellen zij ook dat de kwaliteit van de audit in de eerste jaren van controle kan toenemen, doordat er een leercurve ontstaat bij de klant. Deze leercurve ontstaat volgens hen in de eerste twee jaar van de opdracht (2006, pp. 656-657).

Bovendien wordt de kwaliteit van een controle volgens het onderzoek van Cahan en Sun (2015, pp. 81-82) positief beïnvloed door de ervaring van de accountant. Accountants met meer ervaring bezitten over meer praktijkkennis en kunnen informatie makkelijker verwerken en daardoor makkelijker een mening vormen en meer weerstand bieden.

Ten slotte is ook veel onderzoek gedaan naar de fee die betaald wordt en de kwaliteit van de controle. Hieruit zijn volgens het artikel van Francis (2004, p. 353) verschillende conclusies gekomen. Een mogelijkheid is dat een hogere fee leidt tot een betere kwaliteit, doordat de accountant meer budget heeft om te controleren en daardoor tot gegrondere conclusies komt. Echter, de kwaliteit hoeft niet hoger te worden, doordat er bijvoorbeeld pricing power is. Daarnaast wordt de prijs niet alleen bepaald door de duur van de werkzaamheden. Big-4 kantoren en industriegespecialiseerde kantoren rekenen vaak een hogere fee.

Uit het bovenstaande kan worden opgemaakt dat een accountant de rol van intermediair op zich neemt, omdat er informatieasymmetrie bestaat tussen bedrijven en investeerders. Een manier waarop de accountant dit oplost is signaling. De gebruiker van het jaarverslag heeft baat bij een jaarverslag van hoge kwaliteit, omdat hierdoor de beste investeringsmogelijkheden duidelijk worden en een inefficiënte allocatie wordt voorkomen. De samenleving heeft een bepaald verwachtingspatroon van de accountant als intermediair. De regelgeving ziet er daardoor op toe dat accountants handelen volgens de ethische principes en onafhankelijk zijn. Ondanks deze regelgeving ontstaan er verschillen tussen de verwachtingen van de maatschappij en de prestaties van de accountant. Onredelijke verwachtingen in het kader van kostenefficiëntie kan hiervoor een verklaring zijn. Een andere verklaring ligt in de prestatiekloof, welke bestaat uit ontoereikende prestaties van de accountant en ontoereikende regelgeving. De nieuwe regelgeving met betrekking tot de controleverklaring ziet erop toe dat de kans op ontoereikende regelgeving wordt ingeperkt. De belangrijkste verandering voor de controleverklaring is het opnemen van KAMs bij beursgenoteerde bedrijven en de additionele aandacht voor de rapportage over going concern. Deze vernieuwingen leiden tot een hogere

(16)

aangekondigd is dat er een review komt, waardoor accountants een groter verantwoordelijkheidsgevoel kennen ten opzichte van de KAMs en daardoor aanvullende werkzaamheden worden verricht.

2.5 Hypothesevorming

Vanuit het theoretisch kader blijkt dat de gewenste gevolgen van het invoeren van de nieuwe controleverklaring verhoogde transparantie en verhoogde informationele waarde zijn. De voornaamste reden dat deze nieuwe regelgeving is ingevoerd, is het behouden van de relevantie van de controle en de toename van de controlekwaliteit. Een controle is relevant wanneer de jaarrekening van communicatieve waarde is voor de gebruikers (IAASB, 2015, p. 2). De gebruikers van het jaarverslag zijn erbij gebaat dat het jaarverslag van hoge kwaliteit is, omdat zij alleen dan de waarde van de onderneming kunnen bepalen en een investeringsbeslissing kunnen maken, zodat een inefficiënte allocatie van de middelen wordt voorkomen. Het opnemen van KAMs zou volgens Bédard et al. kunnen leiden tot verbeterde controlekwaliteit en daardoor een verbeterde kwaliteit van de financiële verslaggeving, doordat het rapporteren van de KAMs de accountant het gevoel geeft dat er een grotere verantwoordelijkheid ligt bij deze punten. Hierdoor zou de accountant voor deze significante elementen van de jaarrekening additionele werkzaamheden verrichten, welke leiden tot een verbeterde kwaliteit (2014, p. 9). Een andere manier waarop de controlekwaliteit kan toenemen is de review die wordt aangekondigd door de IAASB (2013, p.11). Onderzoek van Deis Jr. en Giroux heeft aangetoond dat wanneer de accountant weet dat er een review wordt gedaan en daar gevolgen aan vast zitten, de kwaliteit wordt verbeterd (1992, p. 467). Uit voorgaand onderzoek is gebleken dat het opnemen van KAMs in plaats van voetnoten een verhoogde informatieve waarde geven (Sirois, Bédard & Bera, 2017, p. 30). Daarentegen is er geen verplichting voor het aantal KAMs of de inhoud van de KAM. Een aantal verplichte elementen moeten worden opgenomen, maar de overige vormgeving is vrij en wordt omschreven als het opnemen op basis van professionele oordeelsvorming. Hierdoor kan de informatieve waarde per controleverklaring verschillen door bijvoorbeeld de lengte van een KAM of het aantal KAMs.

Op basis hiervan wordt er gekeken of het verschillend opnemen van KAMs in de controleverklaring ertoe leidt dat controlekwaliteit toeneemt en daardoor de communicatieve waarde van de controle wordt vergroot. Dit wordt op vier manieren getoetst, zijnde op basis

(17)

van de gemiddelde lengte van de KAMs in woorden, het aantal KAMs dat is opgenomen en de soort en categorie KAM die is opgenomen.

De IAASB (2013, p. 89) geeft aan dat het opnemen van een groter aantal KAMs er over het algemeen toe leidt dat de gebrachte boodschap minder waarde heeft, omdat er dan een risico op informatieoverschot ontstaat en de gebruiker de belangrijkste informatie hierdoor niet kan onderscheiden. Echter, het onderzoek van Sirois et al (2017, p. 30) laat zien dat het opnemen van meerdere KAMS ervoor zorgt dat de niet relevante disclosures minder waarde krijgen en de KAMs een hogere informatieve waarde. Op basis hiervan wordt hypothese 1 gevormd. Er is gekozen voor een positieve invloed, omdat de KAMs in eerste instantie zijn ingevoerd om de informatieverschaffing te verbeteren.

H1: Het opnemen van een groter aantal KAMs heeft een positieve invloed op de kwaliteit van het jaarverslag.

In het verlengde hiervan ligt de lengte van een KAM. Wanneer KAMs langer zijn, een groter aantal woorden bevatten, kan het zo zijn dat de begrijpelijkheid, beknoptheid en helderheid afnemen en de informatieve waarde afneemt.

H2: Het opnemen van een KAM met een groter aantal woorden heeft een negatieve invloed op de kwaliteit van het jaarverslag.

Hiernaast zijn er verschillende soorten en categorieën KAMs die kunnen worden opgenomen. In het onderzoek van Brouwer, Eimer en Langedijk (2016, p. 599) worden vijf categorieën en twintig soorten KAMs onderscheiden, zoals opgenomen in figuur 3.

Op basis van het artikel van Brouwer et al. wordt duidelijk dat 66% van de KAMs die zij onderzocht hebben, betrekking hebben op de balans, omdat accountants over het algemeen gefocust zijn op de balans. Voorbeelden van soorten KAMs met een hoog rapportage percentage zijn de goodwill en de belastingpositie, met respectievelijk 13 en 16% van het totaal aantal gerapporteerde KAMs (2016, pp. 594-599). Het zou kunnen zijn dat het opnemen van deze soorten KAMs ertoe leidt dat de informationele waarde voor de gebruiker afneemt, omdat

(18)

dit een standaard KAM wordt en de toegevoegde waarde van de informatie daardoor kleiner is. Op basis hiervan komen de volgende hypotheses tot stand.

H3a: Het opnemen van een bepaalde soort KAMs heeft een positieve invloed op de kwaliteit van het jaarverslag.

H3b: Het opnemen van een bepaalde categorie KAMs heeft een positieve invloed op de kwaliteit van het jaarverslag.

Hierbij is er gekozen voor het opnemen van een positieve invloed, omdat het opnemen van een KAM zou moeten leiden tot een hogere controlekwaliteit, doordat de accountant het gevoel heeft meer werkzaamheden voor deze post te moeten verrichten.

Figuur 3: Aard van de kernpunten. Overgenomen uit “De kernpunten uit de uitgebreide controleverklaring in relatie tot de risico's in het bestuursverslag en de schattingen en oordelen in de toelichting,” door Brouwer, Eimers en Langendijk, 2016, Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, 90, p. 594-609.

(19)

Op basis van de drie bovenstaande hypotheses kan een antwoord worden gegeven op de onderzoeksvraag: In hoeverre heeft het opnemen van Key Audit Matters in de controleverklaring van Nederlandse beursgenoteerde bedrijven een positieve invloed op de kwaliteit van het jaarverslag?

In hoofdstuk drie wordt in de methodologiesectie beschreven hoe deze hypotheses worden onderzocht.

(20)

3 Methodologie

In dit hoofdstuk wordt de methodologie besproken. Allereerst worden de hypotheses geoperationaliseerd, waardoor er een model ontstaat. Vervolgens worden de variabelen en de controlevariabelen verder toegelicht en ten slotte worden deze opgenomen in een regressiemodel.

3.1 Conceptueel model

In het conceptuele model worden de hypotheses omgezet in meetbare variabelen. De afhankelijke variabele in de hypothese is de kwaliteit van het jaarverslag en de onafhankelijke variabele betreft de KAMs.

3.1.1 De afhankelijke variabele – kwaliteit van het jaarverslag

De kwaliteit van het jaarverslag bestaat uit de controlekwaliteit en de kwaliteit van de financiële verslaggeving. De kwaliteit van de controle en de kwaliteit van het jaarverslag zijn daarnaast afhankelijk van elkaar en kunnen niet afzonderlijk van elkaar worden bekeken.

Controlekwaliteit wordt door DeAngelo omschreven als de kans dat de accountant het vermogen heeft een materiële fout in de jaarrekening te ontdekken én te rapporteren. Het eerste deel van de definitie ziet toe op het feit dat de accountant capabel is en werkzaamheden uitvoert om een fout te kunnen ontdekken. Daarnaast ziet het tweede deel van de definitie erop toe dat de accountant onafhankelijk is (1981, p. 186). De elementen van controlekwaliteit, competentie en onafhankelijkheid, die DeAngelo (1981, p. 186) benoemt in haar onderzoek, zijn niet meetbaar. Daarnaast zijn in de richtlijn van de IAASB elementen opgenomen die kenmerkend zijn voor een hoge controlekwaliteit, welke terugkomen in andere onderzoeken. In het onderzoek van Balsam, Krishnan en Yang worden vier proxies genoemd voor het meten van de controlekwaliteit. Dit zijn handhaving van de regelgeving, de rankings van analisten ten aanzien van de kwaliteit van disclosures, rechtszaken tegen accountants en de kwaliteit van de winst (2003, p. 72). Daarnaast worden er in het onderzoek van DeFond en Zhang een aantal output en input maatstaven genoemd, zoals materiële fouten, going concern opinions, accrual kwaliteit, de markt reactie, kosten van kapitaal en accountants karakteristieken (2014, pp. 285-286).

(21)

Uit het onderzoek van Francis (2004) en het onderzoek van Defond en Zhang (2003) blijkt dat er in voorgaande onderzoeken voornamelijk is gekozen om controlekwaliteit en financiële verslaggevingskwaliteit te meten aan de hand van de proxies discretionary accruals, de kwaliteit van de accruals, accountantskosten en de ondertekening van de jaarrekening door een Big-4 accountant. Deze maatstaven kunnen worden gebruikt, omdat gezien het onderzoek van Gaynor et al. de financiële verslaggevingskwaliteit een maatstaf is die voor de controlekwaliteit kan worden gebruikt. Daarnaast houden de controlekwaliteit en financiële verslaggevingskwaliteit verband met elkaar en kunnen deze niet los van elkaar worden gezien. Dit wordt bijvoorbeeld veroorzaakt, doordat de werkzaamheden van de controle worden afgestemd op basis van de kwaliteit van de financiële verslaggeving (2016, pp. 6-8).

In dit onderzoek is ervoor gekozen om drie van deze manieren te volgen, omdat dit de betrouwbaarheid en de vergelijkbaarheid van het onderzoek vergroot. Dit betreffen de absolute waarde van de abnormale accruals, de kwaliteit van de accruals en het natuurlijke logaritme van de accountantskosten. Daarnaast zijn er andere proxies die veelvuldig worden gebruikt, zoals materiële fouten en een going concern opinion. Deze hebben als nadeel dat dit niet altijd voorkomt, waardoor de sample hierdoor verkleind wordt (DeFond & Zhang, 2014, p. 285). Gezien de relatief kleine sample in dit onderzoek is er daardoor niet gekozen om deze maatstaven te volgen.

De drie gekozen maatstaven worden nader verklaard in paragrafen 3.1.1.1 tot en met 3.1.1.3.

3.1.1.1 Kwaliteit van het jaarverslag op basis van discretionary accruals

De waarde van discretionary accruals kan worden gemeten op basis van het Modified Jones Model, welke als sterkste model kan worden gezien om dit te meten (Dechow, Sloan & Sweeney, 1995, p. 199). Er wordt gebruik gemaakt van het Jones Model om de totale accruals te bepalen en het Modified Jones Model om de non-discretionary accruals te bepalen. De aanpassing ten opzichte van het Jones Model is dat er rekening wordt gehouden met de verandering van de economische situatie van een bedrijf. Dit wordt gedaan door een correctie op de omzet van de verandering in debiteuren, om de mogelijkheid om discretie uit te oefenen op de omzet eruit te filteren. De onderstaande formules geven de berekening van de totale accruals, de schatting van de jaar specifieke coëfficiënten en non-discretionary accruals weer

(22)

𝑇𝐴𝑡 = ∆𝐶𝐴𝑡− ∆𝐶𝐿𝑡− ∆𝐶𝐴𝑆𝐻𝑡+ ∆𝑆𝑇𝐷𝑡− ∆𝐷𝐸𝑃𝑡 𝐴𝑡−1 𝑇𝐴𝑡 = 𝛼1( 1 𝐴𝑡−1) + 𝛼2(∆𝑅𝐸𝑉𝑡) + 𝛼3( 𝑃𝑃𝐸𝑡 𝐴𝑡−1) + 𝜀𝑡 𝑁𝐷𝐴𝑡 = 𝛼1( 1 𝐴𝑡−1) + 𝛼2(∆𝑅𝐸𝑉𝑡− ∆𝑅𝐸𝐶𝑡) + 𝛼3(𝑃𝑃𝐸𝑡) Waarin: 𝑇𝐴𝑡 = 𝑇𝑜𝑡𝑎𝑙𝑒 𝑎𝑐𝑐𝑟𝑢𝑎𝑙𝑠 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 𝑁𝐷𝐴𝑡 = 𝑁𝑜𝑛 − 𝑑𝑖𝑠𝑐𝑟𝑒𝑡𝑖𝑜𝑛𝑎𝑟𝑦 𝑎𝑐𝑐𝑟𝑢𝑎𝑙𝑠 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 ∆𝐶𝐴𝑡 = 𝑉𝑙𝑜𝑡𝑡𝑒𝑛𝑑𝑒 𝑎𝑐𝑡𝑖𝑣𝑎 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 − 𝑣𝑙𝑜𝑡𝑡𝑒𝑛𝑑𝑒 𝑎𝑐𝑡𝑖𝑣𝑎 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 − 1 ∆𝐶𝐿𝑡 = 𝑉𝑙𝑜𝑡𝑡𝑒𝑛𝑑𝑒 𝑝𝑎𝑠𝑠𝑖𝑣𝑎 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 − 𝑣𝑙𝑜𝑡𝑡𝑒𝑛𝑑𝑒 𝑝𝑎𝑠𝑠𝑖𝑣𝑎 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 − 1 ∆𝐶𝐴𝑆𝐻𝑡 = 𝐿𝑖𝑞𝑢𝑖𝑑𝑒 𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑒𝑛 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 − 𝑙𝑖𝑞𝑢𝑖𝑑𝑒 𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑒𝑛 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 − 1 ∆𝑆𝑇𝐷𝑡 = 𝐾𝑜𝑟𝑡𝑙𝑜𝑝𝑒𝑛𝑑 𝑑𝑒𝑒𝑙 𝑣𝑎𝑛 𝑑𝑒 𝑙𝑎𝑛𝑔𝑙𝑜𝑝𝑒𝑛𝑑𝑒 𝑠𝑐ℎ𝑢𝑙𝑑𝑒𝑛 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 − 𝐾𝑜𝑟𝑡𝑙𝑜𝑝𝑒𝑛𝑑 𝑑𝑒𝑒𝑙 𝑣𝑎𝑛 𝑑𝑒 𝑙𝑎𝑛𝑔𝑙𝑜𝑝𝑒𝑛𝑑𝑒 𝑠𝑐ℎ𝑢𝑙𝑑𝑒𝑛 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 − 1 ∆𝐷𝐸𝑃𝑡 = 𝐴𝑓𝑠𝑐ℎ𝑟𝑖𝑗𝑣𝑖𝑛𝑔𝑒𝑛 𝑒𝑛 𝑏𝑖𝑗𝑧𝑜𝑛𝑑𝑒𝑟𝑒 𝑤𝑎𝑎𝑟𝑑𝑒𝑣𝑒𝑟𝑚𝑖𝑛𝑑𝑒𝑟𝑖𝑛𝑔𝑒𝑛 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 − 𝑎𝑓𝑠𝑐ℎ𝑟𝑖𝑗𝑣𝑖𝑛𝑔𝑒𝑛 𝑒𝑛 𝑏𝑖𝑗𝑧𝑜𝑛𝑑𝑒𝑟𝑒 𝑤𝑎𝑎𝑟𝑑𝑒𝑣𝑒𝑟𝑚𝑖𝑛𝑑𝑒𝑟𝑖𝑛𝑔𝑒𝑛 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 − 1 𝐴𝑡−1 = 𝑇𝑜𝑡𝑎𝑙𝑒 𝑎𝑐𝑡𝑖𝑣𝑎 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 − 1 ∆𝑅𝐸𝑉𝑡 = 𝑂𝑚𝑧𝑒𝑡 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 − 𝑜𝑚𝑧𝑒𝑡 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 − 1 ∆𝑅𝐸𝐶𝑡 = 𝐷𝑒𝑏𝑖𝑡𝑒𝑢𝑟𝑒𝑛 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 − 𝐷𝑒𝑏𝑖𝑡𝑒𝑢𝑟𝑒𝑛 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 − 1 𝑃𝑃𝐸𝑡 = 𝑉𝑎𝑠𝑡𝑒 𝑎𝑐𝑡𝑖𝑣𝑎 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 𝜀𝑡 = 𝐸𝑟𝑟𝑜𝑟 𝑡𝑒𝑟𝑚 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 𝛼1; 𝛼2; 𝛼3 = 𝐽𝑎𝑎𝑟 − 𝑒𝑛 𝑏𝑒𝑑𝑟𝑖𝑗𝑓𝑠𝑠𝑝𝑒𝑐𝑖𝑓𝑖𝑒𝑘𝑒 𝑐𝑜ë𝑓𝑓𝑖𝑐𝑖ë𝑛𝑡𝑒𝑛

(23)

Wanneer de totale accruals vanuit het Jones Model worden verminderd met de non-discretionary accruals vanuit het Modified Jones Model blijven de gemanipuleerde accruals over. 𝐷𝐴𝑡 = 𝑇𝐴𝑡− 𝑁𝐷𝐴𝑡 Waarin: 𝐷𝐴𝑡 = 𝐷𝑖𝑠𝑐𝑟𝑒𝑡𝑖𝑜𝑛𝑎𝑟𝑦 𝑎𝑐𝑐𝑟𝑢𝑎𝑙𝑠 𝑖𝑛 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 𝑇𝐴𝑡 = 𝑇𝑜𝑡𝑎𝑙𝑒 𝑎𝑐𝑐𝑟𝑢𝑎𝑙𝑠 𝑖𝑛 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 𝑁𝐷𝐴𝑡 = 𝑁𝑜𝑛 − 𝑑𝑖𝑠𝑐𝑟𝑒𝑡𝑖𝑜𝑛𝑎𝑟𝑦 𝑎𝑐𝑐𝑟𝑢𝑎𝑙𝑠 𝑖𝑛 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡

Er is in dit onderzoek gekozen voor het meten van de discretionary accruals op basis van de absolute waarde, omdat het uitvoeren van discretie kan leiden tot zowel positieve of negatieve accruals (Klein, 2002, p. 384).

3.1.1.2 Kwaliteit van het jaarverslag op basis van de kwaliteit van accruals

De kwaliteit van de accruals kan gemeten worden op basis van het model van Dechow en Dichev (2002). Volgens dit model hebben bedrijven met een lagere kwaliteit van accruals meer abnormale accruals en daardoor een lagere kwaliteit van het jaarverslag (Dechow & Dichev, 2002, p. 37). Deze maatstaf is gebaseerd op de gedachte dat accruals veranderen met de tijd en afhankelijk zijn van bedrijfs- en industrie specifieke factoren, zoals de duur van de cyclus binnen het bedrijf (pp. 36-37). Om deze specifieke factoren te onderkennen worden van bedrijven drie opeenvolgende jaren gebruikt om de kwaliteit van de accruals te bepalen. De onderstaande formules geven de berekening van de totale kortlopende accruals, en de schatting van de jaar specifieke coëfficiënten weer.

𝑇𝐶𝐴𝑡 =

∆𝐶𝐴𝑡− ∆𝐶𝐿𝑡− ∆𝐶𝑎𝑠ℎ𝑡+ ∆𝑆𝑇𝐷𝑡 𝐴𝑡−1

(24)

Waarin: 𝑇𝐶𝐴𝑡 = 𝑇𝑜𝑡𝑎𝑙𝑒 𝑘𝑜𝑟𝑡𝑙𝑜𝑝𝑒𝑛𝑑𝑒 𝑎𝑐𝑐𝑟𝑢𝑎𝑙𝑠 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 ∆𝐶𝐴𝑡 = 𝑉𝑙𝑜𝑡𝑡𝑒𝑛𝑑𝑒 𝑎𝑐𝑡𝑖𝑣𝑎 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 − 𝑣𝑙𝑜𝑡𝑡𝑒𝑛𝑑𝑒 𝑎𝑐𝑡𝑖𝑣𝑎 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 − 1 ∆𝐶𝐿𝑡 = 𝑉𝑙𝑜𝑡𝑡𝑒𝑛𝑑𝑒 𝑝𝑎𝑠𝑠𝑖𝑣𝑎 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 − 𝑣𝑙𝑜𝑡𝑡𝑒𝑛𝑑𝑒 𝑝𝑎𝑠𝑠𝑖𝑣𝑎 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 − 1 ∆𝐶𝐴𝑆𝐻𝑡 = 𝐿𝑖𝑞𝑢𝑖𝑑𝑒 𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑒𝑛 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 − 𝑙𝑖𝑞𝑢𝑖𝑑𝑒 𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑒𝑛 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 − 1 ∆𝑆𝑇𝐷𝑡 = 𝐾𝑜𝑟𝑡𝑙𝑜𝑝𝑒𝑛𝑑 𝑑𝑒𝑒𝑙 𝑣𝑎𝑛 𝑑𝑒 𝑙𝑎𝑛𝑔𝑙𝑜𝑝𝑒𝑛𝑑𝑒 𝑠𝑐ℎ𝑢𝑙𝑑𝑒𝑛 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 − 𝐾𝑜𝑟𝑡𝑙𝑜𝑝𝑒𝑛𝑑 𝑑𝑒𝑒𝑙 𝑣𝑎𝑛 𝑑𝑒 𝑙𝑎𝑛𝑔𝑙𝑜𝑝𝑒𝑛𝑑𝑒 𝑠𝑐ℎ𝑢𝑙𝑑𝑒𝑛 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 − 1 𝐴𝑡−1 = 𝑇𝑜𝑡𝑎𝑙𝑒 𝑎𝑐𝑡𝑖𝑣𝑎 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 − 1 𝐶𝐹𝑂𝑡 = 𝐾𝑎𝑠𝑠𝑡𝑟𝑜𝑚𝑒𝑛 𝑖𝑛 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 ∆𝑅𝐸𝑉𝑡 = 𝑂𝑚𝑧𝑒𝑡 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 − 𝑜𝑚𝑧𝑒𝑡 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 − 1 𝑃𝑃𝐸𝑡 = 𝑉𝑎𝑠𝑡𝑒 𝑎𝑐𝑡𝑖𝑣𝑎 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑡 𝛼0− 𝛼5 = 𝐽𝑎𝑎𝑟 − 𝑒𝑛 𝑏𝑒𝑑𝑟𝑖𝑗𝑓𝑠𝑠𝑝𝑒𝑐𝑖𝑓𝑖𝑒𝑘𝑒 𝑐𝑜ë𝑓𝑓𝑖𝑐𝑖ë𝑛𝑡𝑒𝑛

3.1.1.3 Kwaliteit van het jaarverslag op basis van accountantskosten

De kwaliteit van het jaarverslag kan ten slotte op basis van de accountantskosten worden gemeten, omdat de accountantskosten als maatstaf voor de geleverde prestaties van de accountant gelden. Des te meer inspanning de accountant voor de controle van de jaarrekening levert, des te hoger de kwaliteit en des te hoger de accountantskosten (DeFond & Zhang, 2003, p. 289). Echter, de accountantskosten zijn afhankelijk van meerdere variabelen, zoals de grootte van een bedrijf. Hierom wordt in dit onderzoek het logaritme van de accountantskosten genomen, zodat de andere van invloed zijnde variabelen een kleiner effect hebben.

3.1.2 De onafhankelijke variabele – Key Audit Matters

Het opnemen van de KAMs in de controleverklaring, de onafhankelijke variabele, wordt in hypothese 1 getoetst op basis van het aantal KAMs dat wordt opgenomen in de controleverklaring, in hypothese 2 op basis van de gemiddelde lengte, het gemiddeld aantal woorden, van de KAM en in hypothese 3a en 3b op basis van het soort en categorie KAMs. Het soort en de categorie KAMs wordt bepaald op basis van het artikel van Brouwer et al. (2016, p. 599), zoals opgenomen in paragraaf 2.5. Alle vijf categorieën en twintig soorten die zijn onderscheidden worden in de regressie opgenomen.

(25)

Dit leidt tot de conceptuele modellen in figuur vier. De controlevariabelen worden besproken in paragraaf 3.2.

Figuur 4: Conceptuele modellen hypotheses

3.2 Controlevariabelen

In dit onderzoek worden dertien controlevariabelen meegenomen. Er komen uit voorgaande onderzoeken een aantal variabelen naar voren die invloed hebben op de controlekwaliteit, zoals opgenomen in paragraaf 2.4. Een aantal van deze variabelen wordt in dit onderzoek opgenomen als controlevariabelen. De controlevariabelen zijn gebaseerd op basis van het onderzoek van DeFond en Zhang (2014, pp. 285-286), waarin inputvariabelen zijn opgenomen op basis waarvan de controlekwaliteit te meten is. Dit betreffen de grootte van een accountantskantoor, de industriespecialisatie van een accountant en de lengte van de relatie tussen bedrijf en accountant.

De eerste controlevariabele, de grootte van het accountantskantoor, wordt in dit onderzoek meegenomen op basis van wel of niet Big-4 accountant. Hierdoor wordt er voor deze variabele een dummyvariabele aangemaakt. Er wordt een positieve relatie verwacht, omdat grotere accountantskantoren minder afhankelijk zijn van individuele klanten en een reputatie hebben opgebouwd, waardoor deze kantoren minder snel geneigd zijn misleidende

(26)

De tweede controlevariabele, industriespecialisatie van de accountant, wordt in het artikel van Francis (2004, p. 354) omschreven als een gemiddelde van 50% of meer van de klanten in een bepaalde industrie. Industriespecialisatie kan worden gemeten door het aandeel van de accountant in bepaalde Standard Industry Classification-Codes (SIC-codes) te bepalen. Een manier van het meten van een aandeel is volgens Dunn en Mayhew het meten op basis van marktaandeel. Zij stellen dat accountants met hoge industrie specifieke omzet sterke prikkels hebben om een hoge kwaliteit te leveren (2004, p. 41). Een positieve relatie wordt verwacht op basis van het feit dat een industrie gespecialiseerde accountant meer en diepere kennis in een bepaalde industrie heeft, omdat het accountantskantoor meer klanten in een bepaalde industrie heeft, waardoor er meer mogelijkheden zijn om kennis op te doen over die industrie. Hierdoor werken deze accountants efficiënter en is het oordeel van de accountant gegronder en accurater (Francis, 2004, p. 354).

Vervolgens wordt de controlevariabele, duur van accountant-klantrelatie, in de regressie meegenomen op basis van de theorie van Carey en Simnett (2006, pp. 656-657). Een korte relatie, van een of twee jaar, zorgt voor een verbeterde controlekwaliteit, en een lange relatie, van meer dan zeven jaar, zorgt voor een verminderde controlekwaliteit. Op basis van deze theorie worden er twee dummy’s meegenomen, waarvan een dummy staat voor een korte relatie en de ander voor een lange relatie. Een positieve relatie wordt verwacht bij de relatie van twee jaar of minder, omdat hier een leercurve ontstaat en een negatieve relatie wordt verwacht bij een relatie van meer dan zeven jaar, omdat de onafhankelijkheid van de accountant hier in het geding kan komen (Carey & Simnett, 2006, pp. 656-657).

Naast deze controlevariabelen die van invloed zijn op de controlekwaliteit, zijn er ook controlevariabelen die van invloed zijn op de financiële verslaggevingskwaliteit. Doordat de kwaliteit van het jaarverslag afhankelijk is van de controlekwaliteit en de financiële verslaggevingskwaliteit is het van belang deze mee te nemen in de regressie. Een aantal veelgebruikte variabelen zijn grootte van het bedrijf, omzetgroei, rendement op activa, verlies, schulden, operationele kasstroom en boek- marktwaardeverhouding (DeFond en Zhang, 2014, p. 291). Het betrekken van deze variabelen in de analyses leidt ertoe dat de bedrijfsafhankelijke factoren worden beperkt en de analyse betrouwbaarder wordt. Een voorbeeld hiervan is dat de grootte van een bedrijf. Als een bedrijf groter is kan dat ertoe leiden dat er meer accruals worden opgenomen, maar dat de abnormale accruals afnemen.

Ten slotte wordt er nog gecontroleerd voor industrie en jaar, om de industrie- en jaar specifieke invloeden te verminderen. Gecontroleerd voor industrie wordt gedaan op basis van

(27)

een 2-digit SIC-code model, waaruit twaalf industrieën voortkomen, zoals bepaald in het onderzoek van Bissessur en Hodgeson (2012). Hierbij worden groepen van drie of meer aangemerkt als industrie. Groepen met een kleiner aantal waarnemingen zijn verwijderd. Er is gekozen voor een splitsing in twaalf industrieën om zo weinig mogelijk data te verliezen. De splitsing van industrieën is opgenomen in tabel één, welke bepaald zijn op basis van Worldscope code WC06011.

Tabel 1: 2-digit SIC-code model

2-digit SIC-code Industrie

58 Olie en gas 25, 52, 61 Standaard materialen 28, 37, 49 Machines en apparaten 16, 22, 46, 73, 76 Consumenten goederen 34 Gezondheidszorg 64, 67 Consumenten diensten 70 Retail 82 Nutsbedrijven 43 Financiële bedrijven 79 Transport 13, 19, 40, 55 Duurzame fabrikanten 31, 85 Anderen 3.3 Regressiemodellen

In deze paragraaf worden voor iedere hypothese de bovengenoemde variabelen verwerkt in een regressiemodel. Hiernaast worden de variabelen uitgewerkt en wordt het verwachte effect benoemd. In de onderstaande drie regressies is als afhankelijke variabelen de Y opgenomen, omdat er drie verschillende afhankelijke variabelen worden gebruikt in de regressies.

(28)

3.3.1 Hypothese 1

Hypothese 1 ziet op de invloed van het aantal KAMs op de kwaliteit van het jaarverslag. De IAASB (2013, p. 89) geeft aan dat het opnemen van een groter aantal KAMs er over het algemeen toe leidt dat de gebrachte boodschap minder waarde heeft, omdat er dan een risico op informatieoverschot ontstaat en de gebruiker de belangrijkste informatie hierdoor niet kan onderscheiden. Echter, het onderzoek van Sirois et al (2017, p. 30) laat zien dat het opnemen van meerdere KAMS ervoor zorgt dat de niet relevante disclosures minder waarde krijgen en de KAMs een hogere informatieve waarde. Op basis hiervan ontstaat de volgende vergelijking.

𝑌 = 𝛽0+ 𝛽1#𝐾𝐴𝑀𝑠 + 𝛽2𝑑𝐵𝐼𝐺4 + 𝛽3𝑑𝑆𝑃𝐸𝐶 + 𝛽4𝑑 ≤ 2𝑌 + 𝛽5𝑑

> 7𝑌 + 𝛽6𝑆𝑖𝑧𝑒 + 𝛽7𝑆𝑎𝑙𝑒𝑠𝑔𝑟𝑜𝑤𝑡ℎ + 𝛽8𝐵𝑇𝑀 + 𝛽9𝑅𝑂𝐴 + 𝛽10𝑑𝐿𝑜𝑠𝑠 + 𝛽11𝐿𝑒𝑣𝑒𝑟𝑎𝑔𝑒 + 𝛽12𝑂𝐶𝐹 + 𝛽13−24𝑑𝐼𝑛𝑑𝑢𝑠𝑡𝑟𝑖𝑒 + 𝛽25−26𝑑𝐽𝑎𝑎𝑟 + 𝜀

3.3.2 Hypothese 2

Hypothese 2 ziet op de invloed van het aantal woorden van de KAMs op de kwaliteit van het jaarverslag. Wanneer KAMs langer zijn, een groter aantal woorden bevatten, kan het zo zijn dat de begrijpelijkheid, beknoptheid en helderheid afnemen en de informatieve waarde afneemt. Op basis hiervan ontstaat de volgende vergelijking.

𝑌 = 𝛽0+ 𝛽1𝐺𝐸𝑀𝑊𝐾𝐴𝑀 + 𝛽2𝑑𝐵𝐼𝐺4 + 𝛽3𝑑𝑆𝑃𝐸𝐶 + 𝛽4𝑑 ≤ 2𝑌 + 𝛽5𝑑

> 7𝑌 + 𝛽6𝑆𝑖𝑧𝑒 + 𝛽7𝑆𝑎𝑙𝑒𝑠𝑔𝑟𝑜𝑤𝑡ℎ + 𝛽8𝐵𝑇𝑀 + 𝛽9𝑅𝑂𝐴 + 𝛽10𝑑𝐿𝑜𝑠𝑠 + 𝛽11𝐿𝑒𝑣𝑒𝑟𝑎𝑔𝑒 + 𝛽12𝑂𝐶𝐹 + 𝛽13−24𝑑𝐼𝑛𝑑𝑢𝑠𝑡𝑟𝑖𝑒 + 𝛽25−26𝑑𝐽𝑎𝑎𝑟 + 𝜀

3.3.3 Hypothese 3

Hypotheses 3a en 3b zien op de invloed van de soort en categorie van de KAMs op de kwaliteit van het jaarverslag. De variabelen die worden gebruikt zijn de twintig soorten en vijf categorieën die opgenomen zijn in het verslag van Brouwer et al. (2016, p. 599). Het zou kunnen zijn dat het opnemen van bepaalde soort KAMs ertoe leidt dat de informationele waarde voor de gebruiker afneemt, omdat dit een standaard KAM wordt en de toegevoegde waarde van de informatie daardoor kleiner is. Op basis hiervan ontstaan de volgende vergelijkingen.

(29)

𝑌 = 𝛽0+ 𝛽1−20𝑆𝑜𝑜𝑟𝑡𝐾𝐴𝑀1 − 20 + 𝛽21𝑑𝐵𝐼𝐺4 + 𝛽22𝑑𝑆𝑃𝐸𝐶 + 𝛽23𝑑 ≤ 2𝑌 + 𝛽24𝑑 > 7𝑌 + 𝛽25𝑆𝑖𝑧𝑒 + 𝛽26𝑆𝑎𝑙𝑒𝑠𝑔𝑟𝑜𝑤𝑡ℎ + 𝛽27𝐵𝑇𝑀 + 𝛽28𝑅𝑂𝐴 + 𝛽29𝑑𝐿𝑜𝑠𝑠 + 𝛽30𝐿𝑒𝑣𝑒𝑟𝑎𝑔𝑒 + 𝛽31𝑂𝐶𝐹 + 𝛽32−43𝑑𝐼𝑛𝑑𝑢𝑠𝑡𝑟𝑖𝑒 + 𝛽44−45𝑑𝐽𝑎𝑎𝑟 + 𝜀 𝑌 = 𝛽0+ 𝛽1−5𝐶𝑎𝑡𝐾𝐴𝑀1 − 5 + 𝛽21𝑑𝐵𝐼𝐺4 + 𝛽22𝑑𝑆𝑃𝐸𝐶 + 𝛽23𝑑 ≤ 2𝑌 + 𝛽24𝑑 > 7𝑌 + 𝛽25𝑆𝑖𝑧𝑒 + 𝛽26𝑆𝑎𝑙𝑒𝑠𝑔𝑟𝑜𝑤𝑡ℎ + 𝛽27𝐵𝑇𝑀 + 𝛽28𝑅𝑂𝐴 + 𝛽29𝑑𝐿𝑜𝑠𝑠 + 𝛽30𝐿𝑒𝑣𝑒𝑟𝑎𝑔𝑒 + 𝛽31𝑂𝐶𝐹 + 𝛽32−43𝑑𝐼𝑛𝑑𝑢𝑠𝑡𝑟𝑖𝑒 + 𝛽44−45𝑑𝐽𝑎𝑎𝑟 + 𝜀 Waarin: 𝑌 = 𝐸𝑒𝑛 𝑣𝑎𝑛 𝑑𝑒 𝑑𝑟𝑖𝑒 𝑎𝑓ℎ𝑎𝑛𝑘𝑒𝑙𝑖𝑗𝑘𝑒 𝑣𝑎𝑟𝑖𝑎𝑏𝑒𝑙𝑒𝑛 #𝐾𝐴𝑀𝑠 = 𝐻𝑒𝑡 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑜𝑝𝑔𝑒𝑛𝑜𝑚𝑒𝑛 𝐾𝐴𝑀𝑠 𝑖𝑛 𝑑𝑒 𝑗𝑎𝑎𝑟𝑟𝑒𝑘𝑒𝑛𝑖𝑛𝑔 𝐺𝐸𝑀𝑊𝐾𝐴𝑀 = 𝐻𝑒𝑡 𝑔𝑒𝑚𝑖𝑑𝑑𝑒𝑙𝑑 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑤𝑜𝑜𝑟𝑑𝑒𝑛 𝑝𝑒𝑟 𝐾𝐴𝑀 𝑆𝑜𝑜𝑟𝑡𝐾𝐴𝑀𝑛 = 𝐻𝑒𝑡 𝑜𝑝𝑛𝑒𝑚𝑒𝑛 𝑣𝑎𝑛 𝑑𝑒 𝑠𝑜𝑜𝑟𝑡𝑒𝑛 𝐾𝐴𝑀𝑠 𝑧𝑜𝑎𝑙𝑠 𝑖𝑛 𝑝𝑎𝑟𝑎𝑔𝑟𝑎𝑎𝑓 2.5 𝐶𝑎𝑡𝐾𝐴𝑀𝑛 = 𝐻𝑒𝑡 𝑜𝑝𝑛𝑒𝑚𝑒𝑛 𝑣𝑎𝑛 𝑑𝑒 𝑐𝑎𝑡𝑒𝑔𝑜𝑟𝑖𝑒ë𝑛 𝐾𝐴𝑀𝑠 𝑧𝑜𝑎𝑙𝑠 𝑖𝑛 𝑝𝑎𝑟𝑎𝑔𝑟𝑎𝑎𝑓 2.5 𝑑𝐵𝐼𝐺4 = 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦 𝑣𝑎𝑟𝑖𝑎𝑏𝑒𝑙𝑒; 0 𝑎𝑙𝑠 𝑔𝑒𝑒𝑛, 1 𝑎𝑙𝑠 𝑤𝑒𝑙 𝑏𝑖𝑔 − 4 𝑎𝑐𝑐𝑜𝑢𝑛𝑡𝑎𝑛𝑡 𝑑𝑆𝑝𝑒𝑐 = 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦 𝑣𝑎𝑟𝑖𝑎𝑏𝑒𝑙𝑒; 0 𝑎𝑙𝑠 𝑔𝑒𝑒𝑛, 1 𝑎𝑙𝑠 𝑤𝑒𝑙 𝑖𝑛𝑑𝑢𝑠𝑡𝑟𝑖𝑒𝑠𝑝𝑒𝑐𝑖𝑎𝑙𝑖𝑠𝑡 𝑑 ≤ 2𝑌 = 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦 𝑣𝑎𝑟𝑖𝑎𝑏𝑒𝑙𝑒; 0 𝑎𝑙𝑠 𝑟𝑒𝑙𝑎𝑡𝑖𝑒 𝑙𝑎𝑛𝑔𝑒𝑟 𝑑𝑎𝑛 2 𝑗𝑎𝑎𝑟, 1 𝑎𝑙𝑠 𝑟𝑒𝑙𝑎𝑡𝑖𝑒 1 𝑜𝑓 2 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑑 > 7𝑌 = 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦 𝑣𝑎𝑟𝑖𝑎𝑏𝑒𝑙𝑒, 0 𝑎𝑙𝑠 𝑟𝑒𝑙𝑎𝑡𝑖𝑒 𝑘𝑜𝑟𝑡𝑒𝑟 𝑑𝑎𝑛 8 𝑗𝑎𝑎𝑟, 1 𝑎𝑙𝑠 𝑟𝑒𝑙𝑎𝑡𝑖𝑒 𝑚𝑒𝑒𝑟 𝑑𝑎𝑛 7 𝑗𝑎𝑎𝑟 𝑆𝑖𝑧𝑒 = 𝑁𝑎𝑡𝑢𝑢𝑟𝑙𝑖𝑗𝑘 𝑙𝑜𝑔𝑎𝑟𝑖𝑡𝑚𝑒 𝑡𝑜𝑡𝑎𝑙𝑒 𝑎𝑐𝑡𝑖𝑣𝑎 𝑆𝑎𝑙𝑒𝑠𝑔𝑟𝑜𝑤𝑡ℎ = 𝑃𝑒𝑟𝑐𝑒𝑛𝑡𝑎𝑔𝑒 𝑔𝑟𝑜𝑒𝑖 𝑖𝑛 𝑜𝑚𝑧𝑒𝑡 𝐵𝑇𝑀 = 𝑃𝑒𝑟𝑐𝑒𝑛𝑡𝑎𝑔𝑒 𝑏𝑜𝑒𝑘𝑤𝑎𝑎𝑟𝑑𝑒 𝑡. 𝑜. 𝑣. 𝑚𝑎𝑟𝑘𝑡𝑤𝑎𝑎𝑟𝑑𝑒 𝑎𝑎𝑛𝑑𝑒𝑙𝑒𝑛 𝑅𝑂𝐴 = 𝑂𝑚𝑧𝑒𝑡 𝑡. 𝑜. 𝑣. 𝑎𝑐𝑡𝑖𝑣𝑎 𝑑𝐿𝑜𝑠𝑠 = 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦 𝑣𝑎𝑟𝑖𝑎𝑏𝑒𝑙𝑒, 0 𝑎𝑙𝑠 𝑤𝑖𝑛𝑠𝑡, 1 𝑎𝑙𝑠 𝑣𝑒𝑟𝑙𝑖𝑒𝑠 𝑖𝑛 𝑏𝑜𝑒𝑘𝑗𝑎𝑎𝑟 𝐿𝑒𝑣𝑒𝑟𝑎𝑔𝑒 = 𝑃𝑒𝑟𝑐𝑒𝑛𝑡𝑎𝑔𝑒 𝑠𝑐ℎ𝑢𝑙𝑒𝑛 𝑡. 𝑜. 𝑣. 𝑎𝑐𝑡𝑖𝑣𝑎 𝑂𝐶𝐹 = 𝐾𝑎𝑠𝑠𝑡𝑟𝑜𝑜𝑚 𝑢𝑖𝑡 𝑜𝑝𝑒𝑟𝑎𝑡𝑖𝑜𝑛𝑒𝑙𝑒 𝑎𝑐𝑡𝑖𝑣𝑖𝑡𝑒𝑖𝑡𝑒𝑛 𝑡. 𝑜. 𝑣. 𝑎𝑐𝑡𝑖𝑣𝑎 𝑡 − 1 𝑑𝐼𝑛𝑑𝑢𝑠𝑡𝑟𝑖𝑒 = 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦 𝑣𝑎𝑟𝑖𝑎𝑏𝑒𝑙𝑒 𝑔𝑒𝑏𝑎𝑠𝑠𝑒𝑒𝑟𝑑 𝑜𝑝 2 − 𝑑𝑖𝑔𝑖𝑡 𝑆𝐼𝐶 𝑐𝑜𝑑𝑒, 𝑧𝑖𝑒 𝑡𝑎𝑏𝑒𝑙 1 𝑑𝐽𝑎𝑎𝑟 = 𝐷𝑢𝑚𝑚𝑦𝑣𝑎𝑟𝑖𝑎𝑏𝑒𝑙𝑒 𝑣𝑜𝑜𝑟 𝑘𝑎𝑙𝑒𝑛𝑑𝑒𝑟𝑗𝑎𝑎𝑟

(30)

Voor de variabelen die zijn opgenomen in dit onderzoek wordt ten slotte in tabel twee een overzicht gegeven van het gebruikte acroniem, de verwachte relatie en een toelichting voor deze relatie. De opgenomen verwachte relatie is ten opzichte van de kwaliteit van het jaarverslag, omdat er drie afhankelijke variabelen worden gebruikt in dit onderzoek die verschillende verklaringen geven. Hierdoor is er voor de afhankelijke variabelen ook een verwachte relatie opgenomen.

TABEL 2: Verklaring variabelen hypotheses

Variabele Acroniem Verwachte

relatie

Toelichting Afhankelijke variabele:

Absolute waarde discretionary accruals

|DAt| - Absolute waarde van discretionary accruals in jaar t. Wordt berekend a.d.h.v. het Modified Jones Model (3.1.1.1). Absolute waarde, omdat het positieve en negatieve bedragen kunnen zijn (Klein, 2002, p. 384) Hoe hoger de abnormale accruals zijn, hoe lager de kwaliteit van het jaarverslag is.

Kwaliteit accruals AccQual + De kwaliteit van de accruals in jaar t. Wordt berekend a.d.h.v. het Dechow Dichev model (3.1.1.2). Volgens dit model hebben bedrijven met een lagere kwaliteit van accruals meer abnormale accruals en daardoor een lagere kwaliteit van het jaarverslag (Dechow & Dichev, 2002, p. 37).

Accountantskosten lnAuditfee + Het logaritme van de accountantskosten wordt genomen, omdat dit de bedrijfs- en industrie specifieke invloeden verkleind. Wanneer de accountantskosten hoger zijn, wordt er door de accountant meer aandacht besteed en is de kwaliteit hoger (DeFond & Zhang, 2003, p. 289).

(31)

Variabele Acroniem Verwachte relatie

Toelichting Onafhankelijke

variabelen: Aantal Key Audit Matters

#KAMs +/- Het opnemen van een groter aantal KAMs zorgt er over het algemeen voor dat de gebrachte boodschap minder waarde heeft, door het risico op informatieoverschot (IAASB, 2013, p. 89). Echter, uit ander onderzoek blijkt dat het opnemen van een groter aantal KAMs ervoor zorgt dat niet relevante disclosures minder waarde krijgen en de KAMs een hogere informatieve waarde (Sirois et al, 2017, p. 30). Gemiddeld Aantal

woorden Key Audit Matter

#GemWKAM - Een KAM moet begrijpelijk, beknopt en helder zijn (EY, 2016, p.2). Het toenemen van het aantal woorden kan leiden tot afbreuk hieraan. Soort Key Audit Matter SoortKAM +/- Deze relatie is nog niet onderzocht, waardoor

niet bekend is wat het effect is van het opnemen van de verschillende soorten. Daarnaast kan dit per soort verschillen.

Categorie Key Audit Matter

CatKAM +/- Deze relatie is nog niet onderzocht, waardoor niet bekend is wat het effect is. Daarnaast kan dit per categorie verschillen. Wel blijkt uit onderzoek dat de meest opgenomen KAM betrekking heeft op de balans (Brouwer, 2016, p. 599). Dit zou kunnen leiden tot een afname van de informatieve waarde van deze categorie. Controlevariabelen:

Grootte kantoor dBig4 + De grootte van accountantskantoor kent een positief effect op de controlekwaliteit, doordat grotere kantoren minder afhankelijk zijn van een bepaalde klant (DeAngelo, 1981, pp. 183-184). Industrie specialisatie dSPEC + Gespecialiseerde kantoren bezitten meer kennis,

waardoor de werkzaamheden efficiënter kunnen worden uitgevoerd (Francis, 2004, p. 354) en daardoor de kwaliteit kan worden verhoogd. Duur klant accountant

relatie

d≤2 d>7

+ -

Het opdoen van kennis in de eerste twee jaar zorgt voor een leercurve, waardoor de controle efficiënter kan worden uitgevoerd. Na zeven jaar is er kans op het vertrouwelijkheidsrisico, waardoor de onafhankelijkheid in het geding komt en de controlekwaliteit lager wordt (Carey & Simnett, 2006, pp. 656-657).

(32)

Variabele Acroniem Verwachte relatie

Toelichting

Grootte van het bedrijf Size + Er wordt gecontroleerd voor grootte van het bedrijf, omdat grotere bedrijven hogere, maar wel stabielere en daardoor minder abnormale accruals rapporteren, waardoor de controlekwaliteit hoger is (Myers, Myers & Omer, 2003, p. 790). Daarnaast hebben grotere bedrijven hogere accountantskosten en kiezen deze eerder voor een Big-4 accountant.

Groei van de omzet Salesgrowth - Omzetgroei wordt meegenomen, omdat de groei van omzet leidt tot een toename in de accruals en een afname in de controlekwaliteit. (Myers et al., 2003, p. 790).

Book to market ratio BTM - Wanneer deze ratio hoger is, is de kans op overnames groter (Bartov, Gul & Tsui, 2000, p. 440) en bedrijven die mogelijk worden overgenomen rapporteren hogere abnormale accruals (Easterwood, 1997, p. 29), waardoor de kwaliteit lager is.

Rendement op activa ROA +/- Wanneer abnormale accruals worden

gecorrigeerd voor de resultaten is het een betrouwbaardere maatstaf. Er is echter geen bewijs dat winststuring afhankelijk is van de resultaten. (Kothari, Leone, Wasley, 2005, p. 163)

Verlies Loss - Bedrijven met verliezen hebben, zo blijkt uit

voorgaande onderzoeken, hogere abnormale accruals (Reichelt & Wang, 2010, p. 662), waardoor de kwaliteit lager is.

Schulden Leverage - Wanneer bedrijven veel schulden hebben is de kans op schending van deze schuld-verbintenissen groter en hierdoor zijn de verwachte accruals hoger en de controlekwaliteit lager (Becker, DeFond, Jiambalvo & Subramanyam, 1998, p. 13). Operationele

kasstromen

OCF + Hoge kasstromen uit operationele activiteiten zijn een teken van een beter presterend bedrijf. Kasstromen en accruals kennen een negatief verband (Myers et al, 2003, p. 790), waardoor de controlekwaliteit toeneemt.

(33)

In dit hoofdstuk is de methodologie besproken. Allereerst zijn de hypotheses geoperationaliseerd, waardoor er een model ontstaat. Vervolgens zijn de variabelen en de controlevariabelen verder toegelicht en zijn deze opgenomen in een regressiemodel. Het regressiemodel is ten slotte per variabele opgenomen in tabel twee, waarin de variabelen inclusief de verwachte relatie en verklaring zijn opgenomen. In het volgende hoofdstuk volgt de dataselectie en de regressies op basis van de in dit hoofdstuk opgenomen modellen.

(34)

4 Onderzoeksmethode en beschrijvende statistiek

In dit hoofdstuk wordt de manier van het verzamelen van data benoemd. Vervolgens wordt er voor een aantal variabelen beschreven op welke wijze deze zijn bepaald en verkregen. Daarna volgt de beschrijvende statistiek.

4.1 Onderzoeksmethode

Dit onderzoek is een onderzoek gebaseerd op gegevens uit een database, waarbij daarnaast een aantal gegevens uit de jaarverslagen van de desbetreffende bedrijven is gehaald. De data voor dit onderzoek bevat alle Nederlandse beursgenoteerde bedrijven in de jaren 2014 tot en met 2016. Dit zijn de bedrijven die genoteerd zijn aan de EuroNext Amsterdam. Er zijn in de jaren 2014 tot en met 2016 124 bedrijven aan de Nederlandse beurs genoteerd, waardoor er 372 waarnemingen zijn. Nederland is gekozen, omdat het invoeren van KAMs in Nederland gebaseerd is op het voorstel van de IAASB en deze specifieke jaren zijn gekozen, omdat het rapporteren van KAMs in Nederland verplicht is voor beursgenoteerde ondernemingen vanaf boekjaren eindigend op of na 15 december 2014 en 2016 het meest recente boekjaar is. De data wordt verzameld uit de Datastream database, waarbij de gegevens met betrekking tot de afhankelijke variabele, de kwaliteit van het jaarverslag, uit deze database worden gehaald. De benodigde data voor de onafhankelijke variabele, KAMs, wordt uit de jaarrekeningen van de ondernemingen gehaald. In de database is geselecteerd op genoteerd aan de EuroNext Amsterdam. Daarnaast worden alle variabelen die benodigd zijn voor het Modified Jones Model en het Dechow Dichev model geselecteerd. Naast deze selectie in Datastream worden de benodigde gegevens met betrekking tot de KAMs en de controlevariabelen handmatig uit de jaarrekening verkregen. De wijze waarop deze gegevens zijn verkregen en bepaald, is opgenomen in de deelparagraaf 4.1.1.

Na het verkrijgen van de data zijn er om diverse redenen verschillende bedrijfsjaarregels verwijderd. In tabel drie is inzichtelijk gemaakt welke stappen zijn gevolgd om tot een dataset van 224 waarnemingen te komen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

This study sought to establish, from five female high school principals how they had attained their positions and what their perceptions and experiences were of

To achieve this aim, the following objectives were set: to determine the factors that play a role in the pricing of accommodation establishments; to determine

Die filosofies- opvoedkundige mandaat (grondslag) van die Pretorius-kommissie was tweërlei van aard: dat “die Christelike beginsel in onderwys en op- voeding erken, openbaar en

Asked why their demands turned political, many participants echoed Maluleke’s (2016) assertion that the shutting down of universities in the context of student protests

Voor enkele onderwerpen werden de verbeter- mogelijkheden geschetst aan de hand van korte pitches: over de implementatie van richtlijnen door Menno Tusschenbroek (LPGGZ);

Laat zien wat jullie bezig zijn te ontwikkelen, vanuit de multidisciplinaire capacite- it waarover de grote kantoren beschikken, en geef aan wat jullie van anderen nodig hebben om

Juridisch is het zo dat indien vastgesteld wordt dat een gebied behoort tot de naar aantal en oppervlakte meest geschikte gebieden voor de instandhouding van een in bijlage I van de

For that purpose, we perform a standard live/dead assay on HeLa microtissues, which are analysed before and after exposure to a model drug, using scanning electrochemical microscopy