A. Martens
Column
Een strijd is nooit (vooraf) verloren
In België worden er op dit ogenblik enkele zwa re bedrijfssluitingen en -overnames verwerkt. Het gaat onder meer om twee staalbedrijven Usines Gustave Boël (UGB) in La Louvière, de Forges de Clabecq (Tubeke/Brabant) en het au- tomobielbouwbedrijf Renault (Vilvoorde/Brus- sel). Uiteindelijke werd in die drie bedrijven, na maanden acties, stakingen en betogingen, een 'sociaal plan' door de vakbonden aanvaard. Het banenverlies is aanzienlijk: 800 op de 2.100 bij UGB en 1.200 bij de Forges de Cla becq. Bij de bedrijfssluiting van Renault ver dwijnen 3.100 arbeidsplaatsen. Deze laatste sluiting heeft in Vlaanderen diepe sporen ach tergelaten. De Renault-groep kampte reeds lang met financiële en rentabiliteitsproble- men, maar het bedrijf in Vilvoorde was, na een vroegere herstructurering, vrij productief.
Alhoewel binnen de vrijemarkteconomie sluitingen en herstructureringen schering en inslag zijn, hebben de protestacties van de werknemers steeds iets onvoorspelbaars. Van daar de gedwongen noodzaak van de georgani seerde werknemers om tegen wil en dank, de strijd aan te gaan. 'Wie strijdt kan verliezen, wie ondergaat heeft al verloren' schreef E. Van der Smissen, secretaris van de socialistische be- diendenbond, als reactie op een artikel van twee sociologen die van bij de aankondiging van de Renaultsluiting meteen op een zo duur mogelijk betaald sluitingsplan aanstuurde.
En inderdaad, acties trekken het onvoorspel bare mee, omdat dan bepaalde zaken (opnieuw) mogelijk worden. Maar de vraag stelt zich nu of deze acties de grenzen van de Belgische over- legtraditie verleggen en hoever zij daarin sla gen.
Wie binnen enkele jaren op de arbeidsver houdingen van de periode 1996-97 zal terug blikken, zal waarschijnlijk de volgende vaststel lingen maken: (a) een status-quo in de uitwer king van de sociale plannen die de afvloeiing van de werknemers moeten begeleiden en dit zonder gezichtsverlies voor de bonden, (b) een kentering in het optreden van de rechtbanken, (c) een stap vooruit in de organisatie van acties binnen Europese multinationale ondernemin gen.
Ik stel voor om die drie punten even toe te lichten.
(a) In die drie bedrijven hebben de vakorgani saties gelijkaardige sluitingsplannen of sociale
begeleidingsplannen kunnen afdwingen. Brug
pensioenen, afvloeiings- en sluitingspremies, (hogere) opzegvergoedingen, morele schade vergoedingen, enz. moeten het inkomensver lies van de ontslagen werknemers enigszins verlichten. De zwaar onder druk gezette vak- bondstop heeft belet dat (te ?) strakke principië le eisen voor het behoud van banen de voorstel len voor 'sociale afvloeiingsplannen' zouden opblazen. Dit pleit alvast voor de verantwoor delijkheidsethiek van de vakorganisaties. Aan geloofwaardigheid hebben de bonden in deze zaken zeker niet verloren. Het leed van de ont slagen werknemers moet dan met een reeks maatregelen (creatie van nieuwe jobs, mobili teitsplannen, outplacement, enz.) worden ver licht.
(b) Tijdens de acties zijn rechtbanken opge treden. Dit is op het eerste gezicht in België niet zo merkwaardig, zij het dat het nu op aan vraag of ten voordele van de actievoerende werknemers was. Tot nu toe kwamen de
recht-* Albert Martens is verbonden aan de Katholieke Universiteit Leuven.
Column
banken vaak tussen op aanvraag van de werk gevers met een eenzijdig verzoekschrift en dwangsommen tegen de stakingspiketten. Drie innoverende tussenkomsten van recht banken zou ik nu willen overlopen.
1 Er was eerst de veroordeling van handels
rechtbank van Nijvel, waarin een rechter vier banken verplicht een krediet van 650 mil joen BEF te openen voor de curatoren. Hier mee zouden deze laatsten in staat zijn om de activiteiten van het failliete bedrijf, Forges de Clabecq, opnieuw te doen starten. De dienstdoende voorzitter van de rechtbank wilde zo de verantwoordelijkheid van de ban ken in het voorkomen van faillissementen afdwingen. Dit is toch een nieuw geluid... 2 Belangrijker nochtans is het vonnis (3/4/
97) van de arbeidsrechtbank van Brussel (en in beroep bevestigd) waarbij het bedrijf Re nault, wegens het niet eerbiedigen van col lectieve arbeidsovereenkomsten (CAO n<144> 9 en CAO n<144> 24) de sluitingspro- cedure en het collectief ontslag wegens on geldigheid, moet overdoen. Aangespannen door een werknemer van het bedrijf en on dersteund door twee vakbonden, blijkt de na leving van CAO's en van overlegprocedures nu bij rechtbanken afdwingbaar te zijn.
3 Een gelijkaardige uitspraak werd in Frank
rijk door het Europese overkoepelende groepscomité van de Renaultbedrijven (Co mité de groupe Européen Renault) (ook in be roep) afgedwongen. De Europese onderne mingsraad werd hier ook vooraf niet inge licht, laat staan de kans gegeven om hierover van gedachte te wisselen met de directie. De rechtbank verbiedt het bedrijf over te gaan tot sluiting (zelfs van een filiaal in het bui tenland) zolang de informatie- en overlegver- plichtingen niet zijn nagekomen. Bovendien
wordt de moedermaatschappij veroordeeld tot het betalen van 15.000 FF aan het Euro pees comité.
In België heeft deze uitspraak de bonden alert gemaakt op het bestaan van een zeer soepele sluitingswet (althans veel minder zwaar dan de Nederlandse, Duitse en Franse sluitingswet- ten). Een Europese harmonisatie dringt zich op, wil men voorkomen dat buitenlandse be drijven bij voorkeur in België gaan sluiten.
(c) Ten slotte heeft de sluiting van Renault Industrie België de Europese metaalbond op de proef gesteld. De Belgische vakbonden hebben vanaf de aankondiging van de sluiting met de Franse en Spaanse Renault-werknemers en hun respectievelijke bonden contact genomen en om hun solidariteit gevraagd. Aan deze op- roep werd een duidelijk gehoor gegeven. Tij dens betogingen in Brussel en in Parijs zag men de talrijke vlaggen van de verschillende Europese vakbondsdelegaties. Er was een op rechte belangstelling voor wat in Vilvoorde aan de gang was. Maar buiten deze enkele symboli sche acties, werd in de andere Renault-bedrij- ven (buiten België) de productie niet stil ge legd. Dat was in alle geval mogelijk geweest, maar (nog altijd) onwaarschijnlijk.
Het is nog te vroeg om de impact van deze acties op werking van het Europees syndica lisme in te schatten. Afwachten dus.
De media (pers, radio en TV) hebben in de eerste helft van dit jaar aan werknemers- en vakbondsacties een grote weerklank gegeven. Maar enkele van de hier behandelde punten werden vaak niet onderstreept. Nochtans zou den zij op de ontwikkelingen van de arbeids verhoudingen in België en in Europa effecten kunnen hebben die men pas later gaat (kun nen?) waarnemen.