Onderzoek naar de ingeleide kracht van een
elektrodynamische excitator
Citation for published version (APA):
Bos, K. S. (1972). Onderzoek naar de ingeleide kracht van een elektrodynamische excitator. (TH Eindhoven. Afd. Werktuigbouwkunde, Laboratorium voor mechanische technologie en werkplaatstechniek : WT rapporten; Vol. WT0291). Technische Hogeschool Eindhoven.
Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1972
Document Version:
Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record
Please check the document version of this publication:
• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.
• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.
• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.
Link to publication
General rights
Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain
• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.
If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:
www.tue.nl/taverne Take down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us at: openaccess@tue.nl
providing details and we will investigate your claim.
technische hogeschool eindhoven
lahoratoriwm voor mechanische technologie en werkplaatstechniek rapport van de sectie: WT
titel:
ONDERZOEK NAAR DE INGELEID8 KRACHT
VAN EEN EL8KTRODYNAMISCHE EXCITATOR
auteur(s):
K.S. BOS
Selctiel eider:
hoogleraar: A.
c.
H. van der WOLFsamenvatting
In dit onderzoek wordt op twee manieren bepaald hoe
groot de leide kracht is van vier kleine
excita-toren (hetzel:fde type) en
een
grote excitator. De enEkrachtmeting geschiedt aan de hand van de stroom doo] de spoel van de excitator, de andere krachtmet
m.b.vo een kwartskristal, aangebracht tussen
excita-tor en te onderzoeken object. Het frequentiegebied
ligt tussen 50 en 600 Hz. Uit een vergelijking
tus-sen de twee krachtmetingen b1ijkt, dat de ingeleide
kracht, bepaald m.b.v. het kwartskristal, voor de
beste van de k1eino Bxcitatoren, ca. hoger t
dan de kracht, bepaald aan de hand van de stroom,
00-afhankeli van de frequentie en de stroomsterkte.
V~~r de grate excitator is dit
4-
,echter weIaf-hankelijk van de :frequentie, maar bijna niet van de
stroomsterkte. Bij de kleine excitator is de kracht
onafhankelijk van de f'requentie, a1thans in het
ga-bied van
50
tot 600 Hz, terwijl bij de groteexcita-tor dit niet het gBval is. Voor beidn excitaexcita-toran is de kracht rechtevenredig met de strooIDste
prognose
biz. van biz.
rapport nr0291 I codering: M
4
I
f - - - -J trefwoord: Dynamische crachtmeting [ datum: aantol biz. 29 geschikt voor pl.iblicatle in:- 2
-INLEIDING
Een elektrodynamische excitator is een apparaat, dat aan een object een sinusvormige kracht kan doorgeven. De groot-te en de frequentie van de kracht is insgroot-telbaar.
Verondersteld is tot nu toe dat de (sinusvormige) kracht evenredig is met de stroom door de spoel van de
elektrody-namische e~tator. De evenredigheidsfaktor wordt opgegeven
door de fabrikant. Ret is echter zeer goed mogelijk, dat deze evenredigheidsfaktor niet constant blijft.Bijvoorbeeld doordat wikkelingen van de spoel kortsluiting maken, het elektromagnetisch veld verandert of het membraam in de
exci-tat~r niet naar behoren functioneert en de invloed van de
toenem~nde versnellingskracht met de frequentie~
Het is nu mogelijk am de opgewe.kte kracht m. b. v. een k\varts-kristal rechtstreeks te meten. Ret kwartsk\varts-kristal dient hier-voor aangebracht te worden tussen excitator en te onderzoeken object.
In dit onderzoek worden deze twee krachtmetingen naast elkaar ge5teld en vergeleken. Onderzocht zijn vier excitatoren van
het type
v47 (3
ohm model) ene
excitator van het type V50 mkl,be ide van GOODMANS INDUSTHIES LTD., welke aanwezig zijn in de sectie ELECTRONICA van de groep WT.
J -MEETOPSTELLING 6 8 1.0 ]'iguur 1 1. - excitator 2 - blok staal J - kwartskristalring
4 -
verbindingsas 5 - messing propje6 -
dempingslaag (doek)7 -
touw 8 - tafel9 -
dempingsrubber 10 - fundament 11 - versne11ingsopnemer 7 1.4
-Zie figuur 1
De exeitator (1) is aan een touw (7) (80 em) opgehangen.
Het aan te stoten object is een blok staal (2) met een
mas-sa van 25 kg. Om invloeden van buiten (via fundament (10»
te reduceren is de gehele meetopstelling d.m.v.
dempings-rubber (9) gescheiden van het fundament.
De excitator en aan te stoten object worden d.m.v. een
ver-bindingsas (4) zo star mogelijk met elkaar verbonden. In de
verbindingsas wordt het kwartskristal (3) (een ring)
opgeno-men voor het meten van de ingeleide kracht (zie figuur 2)
verbindingsas
n
,.
I
-
t-Tv
~
ring 80 figuur 2De constructie van de verbindingsas met de kwartskristalring geeft aanleiding tot meettechnische problemen • De kwarts-kristalring wordt d.m.v. een klein asje, welke door het
ringetje loopt, ingeklemd tussen de delen van de
verbindings-as (zie figuur J)
kleine asje
2
figuur
J
Het probleem, dat zich nu voordoet, is dat er nu twee
kracht-stromen zijn, n , l . l;6n door de en ~6n door het kleine asje.
5
-Maar aIleen de krachtstroom door de ring wordt gemeten. Wan-neer nu de stijfheden van de ring en het kleine asje exact bekend zijn, kan bepaald worden hoe groot deze t1;ree kracht-stromen zijn. M.b.v. stijfheidsdiagrammen van het kleine asje en de ring is de totale doorgeleide kracht te berekenen.
De stijfheid van de ring wordt opgegeven door de fabrikant. De stijfheid van het asje kan berekend worden. Daze is af-hankelijk van het materiaal. de lengte en de diameter. De beste meetresultaten zullen verkregen worden wanneer de krachtstroom door de ring zo groot mogelijk is. Dit bete-kent, dat het kleine asje zo soepel mogelijk moet zijn, maar tech zo stijf, dat tijdens het exciteren de ring niet los komt van de t1;ree delen van de verbindingsas. i'lanneer di t evenwel
tech optreedt, dan is de hierdoor ontstane contactresonantie direct waarneembaar ep een oscilloscoop.
Fing
...
F6
-Fing=
Fa - Fr-SSj---J-
~
Fing,.. ring Fa Fv -Fr -as verkorting ring f'iguur h7
-In figuur
4
is de kracht als functie van de ver1enginguit-gezet voor de ring en het k1eine asje en wel zo, dat in ge-monteerde toe stand de 1ijnen e1kaar in M snijden. De kracht
op de ring en het asje is dan Fv (voorspankracht). De
inge-1eide kracht is sinusvormig" i1e kunnen dus als het ware ten
opzichte van de voorspanning een trek en een drukperiode onderscheiden. Veronderste1 er is een trekperiode. Dan wordt er aan de verbindingsas en dus ook aan het k1eine aaje
ge-trokken. Het k1eine asje wordt een stukje ~lA 1anger. De
kracht in het asje is dan Fa. De verkorting van de ring moet
ookA1 zijn (ring mag niet loskomen). De kracht in de ring is
A
dan Fr en de inge1eide kracht Fa - Fr (momentaan). De gemeten
kracht is Fv - Fr, omdat de 1ijn Fv
=
constant dere:ferentie-1ijn is. Eenzelfde situatie treedt op tijdens de drukperiode. Uit de gemeten kracht
n.l. Fing
=
Fgemetenis nu de inge1eide Casje ).
kracht te berekenen,
met Casje
=
tanoc( 1 + C . .. rlng
en C.
=
tanA
rlng / ..
De metingen zijn verricht met een asje van aluminium met een
1engte van 27 mm eneen diameter van 3 mm.
De schroefdraad aan het ej.nd van het k1eine asje is groot ge-nomen (M6; groter kan niet i.v.m. binnendiarn" ring) om een zo goed moge1ijke verbinding tot stand te brengen ..
De stiji'heid van het asje is dan:
1r II 1T I -:5 2-10
8
E - d 0 ..7
10 ·4,3.10 ) N/m Casje ::::; tan 0( =..
~=
-.
0,,183 1 27.10 Cring=
tan(3
:;:;; 11.108
N/men dus Fing = ten
(1
+ 0,,016)Dit betekent dat 1.6% van de totaal ingeleide kracht door het kleine asje gaat.
8 -MEETSCHE:t>1A
I
FHEQUENTIETELLER1
SINUS GENERATOR OSCILLOSCOOP LADINGS VEH·· STERKER VERMOGENS-VERSTERKER VOLT:t<lETER OBJECT Irl EXCITATOH K\f ARTSKRISTAL nr. f'requentieteller 14'1' 2295f3i:nusgenera toX' lIT 228J
ampercmeter I<1T 2050
ladingsversterker 1'lT 24.02
kwart sk.ri s tal \vT 2h2J
osc:Ll1oscoop IlT 2261
9
-MEETRESULTATEN
Getest zijn vier excitatoren van het type v47 (3 ohm model),
welke hier genummerd zijn met 1, 2,
3
en4.
Deze nummerscorres-ponderen met de volgende nummers op de excitatoren: 1 -
610B
2 - 6607
3 -
660B
4 - 6609
Gemeten wordt bij frequenties van 50 tim 600 Hz, oplopend met
50 Hz, bij stroomsterkten door de spoel van 0.2 - 0. 1(. - 0.5
-0.6 -
o.B -
1.0 - 1.2 - 1.4 en 1.5 ampere.op de R.M.S. voltmeter wordt een spanning afgelezen, welke even-redig is met de amplitude van de ingeleide kracht. De afgelezen spanning moet vermenigvuldigd worden met;
V2,
i.v.m. R.M.S. meter1.016 i.v.m. stijfheid k1e1ne asje en ring De ladingsversterker kan worden ingesteld zo, dat de uitslag
R.H.S. meter x
V2
x 1.016 x 9.81 Newton precies de amplitudevan de leide kracht is, dus de amplitude van de kracht,
die de excitator afgeeft aan het te onderzoeken object. De al-dus verkregen resultaten staan in tabel 1.
In de tlieede ko1om van tabel 1 staat vermeld hoe groot de
kracht tude zou moeten zijn, berekend m.b.v. de stroom
naar opgave van de fabrikant.
In de bij 1 tim
4
is de ingeleide kracht uitgezet als1'unctie van de frequcntie. De onderbroken streeplijn ste1 t
voor de leide kracht, bep~ald aan de hand van de stroom.
Uechts staan de procentuele afwijkingen van de leide
leide kracht,
kracht,
m.b.v. kwartskrista1 t.o.v. de aan de hand van stroom.
t-l '-" o o s:! r-l '-0 aj 0 ~-,. " . ~t' H • ..:~ rD • r--. ' 7 ~¥-{ ' . - ' 'd r - l :~ o:i () 0j 0 Pi ~-i aJ .. I-) lQ 1~ 2
50
1.01
.., ,..
3'1,.03
l~ 1.31 1 1 .. 2 3INGELEIDE KRACHT (N) BIJ FREQUENTIE& VAN 50 -
600
Hz100
150
200
300
350
1,,00' 0.99
1 ..00
0 .. 99
1.07' 1,,06
0.99
1.07
1 .. 1 ".07 1 .. 07 1 "OL:-1.03
1.. 1 .. ,03
1 1 .. 31 1,,181.14
1 .. 11
1.90
1.93
1.92
1~931.03
1.03
1 .. 10
1,.09
1.92
1.93
400
0.99
1.06
0.99
1 ..06
1 ..03
1.03
1.09
1.071.92
1.90
500
0 .. 99
1.061.04
1.07
1.90
2.68
2 ..06
2.06
2.06
2.06
2.06
2.06
2.06
2.04
550
0.99
1.06
0.99
1.06
1.04
1.04
1 ..07
1.07
1.90
1.90
2.04
2.03
2. 2 ..02
2.02
2.03
2.02
2.02-
2.02
2.02
1 ______-+. ________
r_4-r_2_A __ -+_2_._3_7-+ ___
2_7-+_2_,,_1_8-+_2_,,_1_7-+_2_,,_1_2-+_2_,,_1_°-+_2_,,_0_9-+_2_,,_0_9-+_2_,,_0_9-+_2_,,_0_9-+_2_._0_9~
I
I
12.
2,,38
2041
2,,Lro
2.40
2.,L~0
2.ll1 2. LI-O2 .. 40
2.40
2.38
2.38
0 .. 5 0.8 23
4 1 2 3 43.00
08
1
4.02
3
4.
'-i- 4., 37 2.2.86
2. 2.2.83
1+.15 4 .. 094.51
2.,57
2.3.88
4.15
Lt-.07
2.57
2.57
2.57
2057
2.57
2.
2 ..51
2.68
2.92
3.89
4.15
4.094.33
2.51
2.65
2.93
3.123.06
3.88
4 .. 15
4.10
4.30 2 ..62
2.93
3 .. 133.06
3 .. 182.51
2.61
2.92
3.12
3.06
3.18
3.88
4.18
48094.
3.89
4
016
4.10
4 .. 26
2.51
2.61
2.90
3 ..12
3.06
3.173.88
4.16
4.10
4.20
2.2.52
2,,61
2.90
3.12
3,,07
3.16
2 ..2 .. 52
2.59
2.90
3.12
3.07
3016
3.8L I-1+016
4.10
4020
.--.
.
~ ,,..,.
Q,1
.
HH ' - ' ".0 ;;:;
'0
INGEL:EIDE KRACHT (N) BIJ FREQUENTIES
VAN 50
600
Hz-:) .... ,-.., H H
-!"7 .~ cj '0 ' - ' 0 , ~[2
:> +' +' M ,~ cd.'"
r-l +' '0 +, 0 C> .r! '0 .r! H 0 U H U100
150
200
250
300
350
400
450
500
550
600
!..p p~ >~ ~ . .) MP
::) ::1 IJ)1
1, .•4.72
4. '7'04.79
4.79
4.79
4.79
4.79
4.79
4.77
4.77
4.77
' iii ( .7!
1.0 L~ •2
5.19
5.11
5.11
5.09
5.09
5.10
5.11
5.11
5.13
5.15
5.10
5.10
I
3,
Lj.5.00
5~15
5.37
5.07
5.05
5.
5.03
5.
5.
5.05
5.30
5'.03
5.
5.03
5.03
5.21
5.03
5.21
5.03
5.19
5.06
5.21
5.06
5 .. 17
t
1
5
• t:.L!. \,..1 ,5
964
5.5.70
5.64
5.70
5.70
5.70
5.68
5.68
.5066-
68
1.2
5.
2
6.13
6.11
6.10
6.09
6.09
6.10
6.09
6.11
6.10
6 .. 10
6 .. 09
6.07
I
3
6005
6.05
6.05
6 .. 00
5e99
6.00
6 .. 02
6.00
6.03
6.03
6.03
6.03
~I
4 .'6 ..
'+16.57
/''.-6"
6.30
6.
6.23
6.20
6.20
6.20
6.19
OQ 0.1.;-) II
16.
6"
6.62
6.62
6.62
6.
6.70
6.
6.64
6.61
6.61
6.61
1 II
' I
2
M7,,15
7,,11
7.10
7.08
7.10
7.11
7 .. 10
7,,08
7.08
7.10
'7.10
r ( 0I
1 ..
if I:: (I3
t77.00
6.97
6 ..
6.99
6.
7.00
6 ..
6.99
7.00
6.99
7 .. 02
I
( " Lf-7.,
7,,36
7.50
7.L!-67.40
7.32
7.27
7,,25
7.
7.20
7.18
7.18
1-3 tL'" I -to t:-:l -" t-' 0 .1-' I 0-.-.. <: CD Ii <: 0 f-J Cq...-I
1
7.18
7.05
7.18
7.11
7.05
7.05
7.11
7.11
7.08
7.07
7.08
7.07
., c:; r2
7.7.61
7.
7.58
7.
7.61
7.61
7.61
7.61
7.61
7.61
7.61
, " . / o. !3
7.62
7.52
7.53
7.46
7
I,?,..7 .. 46
7 .. Lt67.46
7.46
7.46
7 .. 48
7.48
L
.. 'TvI
4
7 ..
7.88
8.00
8 .. 00
7.92
7.85
7.78
7.76
7.75
7.75
7.74
7.72
- 11
-Ook getest is een grote excitator type V50 mkl (n~ 2259) bij
dezel~de ~requenties als de kleine excitatoren en stroomsterk-ten tot 2 amp.
De vermenigvuldigings~actoren, om tot de juiste
krachtsamplitu-de te komen, zijn voor dit type excitator dezel~de als voor de
kleinere typen. De verkregen waarden staan in tabel 2.
Onder deze tabel staan de waarden van de krachtsamplitude bij
1.0 amp. naar opgave van de ~abrikant. Bij andere
stroomsterk-ten veranderen deze waarden evenredig mee.
In tegenstel1ing tot de kleinere excitatoren is de kracht over
het genomen ~requentiegebied niet constant.
Aangenomen is dat in de handleiding van de excitator de gra~iek
G 1226, waar de eff. kracht tegen de ~requentie uitgezet is, de
hierin genoemen stroomsterkten corresponderen met de max.
stroom-sterkten uit gra~iek G 1228. Genomen is curve C.
In de bijlagen
5
tim7
is de ingeleide kracht als ~unctie vande ~requentie uitgezet voor de stroomsterkten 0.5 - 1.0 -
1.5
en 2.0 amp.De procentuele af\djking van de inge1eide kracht, bepaa1d m. b.v. kwartskrista1 t.o.v. de kracht, bepaa1d aan de hand van de stroom
bedraagt gemidde1d
4
tot.8%.Tenslotte is in bi.jlage 8 de ingeleido kracht, bepaa1d m.b.v. het kwartskristal, als f'unctie van de stroomsterkto, uitgezet bij een
~requentie van 200 H.z voor de k1eine exci tat~r (nr. 6108) en de
12
-TABEL 2
"...,.
<1 Ingeleide kracht bij frequenties van
50 - 600
HzJ..! "--" 0 o ~ ~, 'dmO >.p
a
m o r-t .p50 100 150 200
450 500 550 600
o (l) 0.-\250 300 350 400
J..! 0 0 +' Pi X t11 til (l) ~0.2
6.8 6.0 5.8 5.6 504 5.2 5.1 4.9 4.8 4.7 4.7 4.5
0.4 13.5 12.1 11.6
11 .. 110.1 10.4 10.1
9.9 9.6 9.3 9.2 8.9
0.5 16.6 14.8 14.4 14.0 13.4 13.0 12.5 12.3 11.8 11.6 11.4 11.1
0.6 20.0 18.2 17.5 16.8 16.1 15.5 15.0 14.7 14 .. 4 14.1 13.1 13.4
0.8 26.8 24.1 23.3 22.4 21.3 20.7 20.0 19.6 18.9 18.5 18.0 17.8
1.0 33.3 30.2 28.9 21.9 26.6 25.9 24.8 24.2 23 .. 5 23.0 22.4 22.0
1.2 39.0 35.9 34.4 33.1 31.7 30 .. 8 29.6 29.0 28.0 27.5 26.8 26.2
1.4 45.5 41.7 39.9 38.8 36.9 35.9 34.5 33.7 32.4 31.8 31 .. 0 30.6
1.5 47.2 44.7 42.8 41.1 39.5 38.6 37.0 36.2 35.1 34.2 33.2 32.8
1.650.7 46.8 45.4 43.8 42.2 40.9 39.5 38.6 37.4 36.8 35.4 35.0
1 .8 57.1 52.4 50.2 48.2 46.6 45.5 44.2 43e3 41.1 40.7 39.5 39.0
2.0 63.4 58.5 56.1 53.5. 51.9 50.2 48.2 46.6 45.6 45.0 45.8 45.1
I
~i
1
Ingeleide kracht,0 bepaald m .. b.v. stroom door 8poe1 (N)
o ~ ~ 't:SmO >+' ~ ('0 o r-t +' o ill 0.-\
50 100 150 200 250 300 350 400 450 500 550 600
~ 0 0 +' Pi X t11 Ul (j)1.0
26 .. 712960 27
~826.4 25,,5 24.5
6'[
1 2 O¢219.6
__ ,",-,_~_ II
I
- 13"-OPMERKINGEN
1. De traagheidskracht t.g.v. de massa voor de kwartskristalring,
bestaande uit de helf't van de massa van de ring + een deel van
de verbindingsas + exciterende massa in excittator
=
ca" 20 gr.,o
is een kracht, die voortdurend 180 in fase verschoven is t.o.v. de gemeten kracht. Deze kracht werkt dus constant tegen. De grootte van de traagheidskracht is het product van de massa van 20 gr. en de versnelling van die massa. Nu is de versnel-ling van het grote blok staal eenvoudiger te meten dan de ver-snelling van de massa van 20 gr. Aangenomen wordt nu dat deze twee versnellingen in dezelfde orde van grootte liggen. Hier-onder voIgt een tabel 3 van gemeten versnel1ingen bij een stroomsterkte van 1.0 amp. voor verschillende frequenties. De versnelling is gemeten in het verlengde van de excitatierich-ting. De waarden gelden voor een kleine excitator.
FREQUENTIE (Hz) VERSNELLING m/s2 50 0.626 100 0.361 150 0.250
.
0.224 200 2,50 0.158 300 0.319 350 0.305 400 0.316 4,50 0.318 tabel 3De grootst gemeten versnelling trad op bij ,50 Hz, n.l. 0.626 m/~ •
Dit geeft een traagheiciskracht van 200163 x
006;~6=
0.012,5 N. Deingeleide kracht bedraagt ca. ,5 N.
De traagheidskracht is dus slecb.ts 0.3% van de ingeleide kracht en mag derhalve weI verwaarloosd worden.
~
14
-2. Bij verschi11ende frequenties werden pieken in de versne11ing geconstateerd, zonder dat er een verandering in de kracht op-trade Zo was bij
545
Hz de versnelling van de massa ca. J m/s2 ,hetgeenlO x zo groot was als bij
540
en555
Hz. De daarbijbe-horende kracht van
5
N bleef onveranderd. Door boven op de massate gaan staan, verdween deze versnellingspiek. Kennelijk
onder-vond de massa,op een doek (6) gelegd, toch een stijfheid en
ver-oorzaakte een hogere druk een toename van de demping in het systeem.
J.
Geen enkele excitator vertoont na enkele uren exciteren eennoemenswaardige verandering van de ingeleide kracht.
4.
Tot een frequentie van400
Hz behoudt de ingeleide kracht eengoede sinusvorm. Boven de
400
Hz ontstaat er op de top van desinus een rimpel, die bij hogere frequenties wat groter wordt. Dit geldt voor beide excitatoren.
tot
400
Hz550
HzDe ingeleide kracht, gemeten m.b.v. het kwartskristal is bij elke excitator groter dan de ingeleide kracht, bepaald aan de hand van de stroom!
6.
Gemetcn is in het gebied van50
tot600
Hz, omdat aIleen ditge-bied voor de groep WT interessant is.
7.
Om een betcre spanningsverdeling over het oppervlak van hetkristal te krijgen$ is een koperfolie aangebracht tussen meet-kristal en de delen van de verbindingsas. Hierdoor werden geen
-- 1.5
-8. Om zonder correctief'aktoren, veroorzaakt door stijf'heden. te me-ten zou het beter zijn de kwartskristalring tussen excitator en object vast te lijmen. Dit gaat dan weI ten koste van de uit-wisselbaarheid.
9. De metingen zijn eveneens uitgevoerd met asjes uit staal (Emod
H 0 0 rei S 0 0 H
18
3 x groter) met een 1engte van 8 mm en een diameter van 3 en 6 mm (schroef'draad aan het eind van het k1eine asje is M6). Voor de
be-rekening van de kracht is weer gecorrigeerd i.v.m. de st~jf'heid
van het k1eine asje.
Geexciteerd i~ met een excitator (nr. 6108). De resu1taten
staat in tabe1 4.
,,-... ~ ~
(N)
<11 rei
,
.
""" doorge1eide kracht bij f'req. 100-
.500 Hz• .-1 d),D Z ..., $:I H ClJ,D
..
" - / m 0 rl S 100 200 300 400 ,500 :> .p (j) .p S m bO...cirei 0 rl .p H () rl 0<!) • .-1 o m m H asje asje asje asje asje asje asje asje asje asje
0 () OHm.p Pi X rei ~ Pi l')
¢
3¢
6¢
3¢
6 ¢ 3¢
6¢
3¢
6¢
3¢
6 U} C) 0 • .5 2.23 2.49 3.20 2 • .50 3.24 2 .. .50 3.24 2.49 3 .. 20 2.49 3.18 1.0 4.45 5.04 6.12 5 .. 04 6.12 5.06 6.15 5.06 6.15 5.06 6.1.5 1 • .5 6.68 7.30 8.90 7.31 8.90 7.41 8.92 7.41 8 .. 95 7.41 8.95 tabe14
Een verge1ijking van de resu1taten toont aan da t het verschi1 tus-sen de kracht, bepaa1d m.b.v. het kwartskristal en de kracht, be-paa1d aan de hand van de stroom vee1 groter is dan bij het aluminium
asje. Voor het asje
¢
3 mm is het verschi1 10 - 13% en voor hetasje
¢
6 mm is dit 34 - 43% (Vg1. met aluminium6%).
A1s oorzaken kunnen genoemd worden:
1. minder ge1ijkrnatige inleiding van de kracht, omdat de stijf'heid van het k1eine asje in het geva1 van staal groter is en daar-door de flanken van de verbindingsas minder goed aan1iggen tegen de meetringo
2. de krachtstroom door de 15 veel kleiner, waardoor de
16
-IJKING KWARTSKRISTAL a. Dynamische ijking
Door een versnellingsopnemer te exciteren, is m.b.v. de wet van Newton (K=mx a) de grootte van de opgewekte kracht van de excitator te bepalen. Tavens kan m.b.v. het kwarts-kristal bepaald worden hoe groot de kracht is.,
Omdat de massa tussen meetring en excitator, d.i. de helft
van de massa van de meetring + het rechter deel van de
ver-bindingsas + de geexciteerde massa in de excitator (zie
fig.
5),
geen massatraagheidskracht levert, die door demeet-ring geregistreerd wordt, moet voor de kracht, bepaald m.b.v. massa x versnelling, als massa worden genomen: de
versnellings-opnemer + het linker deel van de verbindingsas + de helft van
de massa van de meetring. De grootte van deze massa bedraagt
0.431 kg. versn. opnemer. linkerdeel verb. as rechterdeel verb. as figuur
5
geexciteerde massa in de excitatorVoor de k1eine excitator (nr. 6108) worden in tabe1 5 de
re-sultaten van deze twee krachtmetingen vermeld voar enlcele frequenties en stroomsterkten. Idem voor de grote excitator
.i. 17 -v Frequentie (Hz) .p .!4 H 100 200 300 400 500 600 Cll .p tQ
a rnassa kr. massa kr. massa kr. massa kr. massa kr. massa kr.
0
0 x via x via x via x via x via x via
H
iversn ring ring ring rin.g ring versn ring
+) versn versn versn versn
tQ
(N)
(N)
(N)
(N)
(N)
(N)
(N)
(N)
(N) (N)
(N)
(N)
b •.5
2.29 2.40 2.28 2.38 2.29 2.37 2.31 2.37 2.31 2.37 2.33 2.37 1.e 4.60 4.79 4.60 4.74 4.62 4.72 4.65 4.72 4.66 4.72 4.66 4.72 1.5 6.73 7,13 6.67 7.08 6.79 7.02 6.82 7.00 6.82 7.02 6.85 7.02 tabel 5 Cll Frequentie (Hz) .p ~"l H 100 200 300 400 500 600 <i> .p tQS massa kr. massa kr. massa kr. massa kr. massa leI'. massa kr.
0
0 x via x via x via x via x via x via
H
rversn ring ring ring ring ring ring
.p versn versn versn versn versn
w
(N)
(N)
(N)
(N)
(N)
(N)
(N)
(N)
(N)
(N)
(N)
(N)
0 .. 5 12.4 1.3,,0 11.5 11.8 10.7 11,0 10.0 10.3 9.6 9.9 9.1 9.3 1.0 24.6 25.9 22.7 23 .. 6 21.2 21.9 19.8 20.4 19.1 19.4 17.9 18.3 1.5 36.6 38.5 3309 35.1 31.5 .32.4 29.4 .30.4 28.2 29.0 26.3 27.2 'J 0 ~. 1{8.7 50.6 1~·5.1 46.2 41.7 ltJ.O 39.5 40.6 37.1 .38.1 3504 36.9 tabe1 6Uit de resu1taten blijkt dat Vaal' de k1aine excitator (nr. 6108) de
kracht, bepaald m~b~v. masaa x veranel , ca. 2.5% lager ligt dan
de kracht, bepaald m.b.v. het IG'iartskristal$' Voor de grate excitator
18
-b. Statische ijking
Door €len massa midden op de kwartskristalring te leggen en daarna 'veer te verwijderen is de ring statisch te ijken
(fig.6)
massa om meetring te testen
figuur
6
massa met centreerrand voor passing in ;r-ing
vlakke onderplaat
Gemeten is met drie verschillende massa's en elk tien maal.
De resultaten staan in tabel
7.
22.37 10.48 7.65 22.77 9.74 7.41 22.94 10.05 7.95
.
22.61 10.01 7.80 Kracht m.b.v. 23.07 10.25 7.72 meetring 22.88 10.15 7.77 (N) 22.86 10.36 7.79 22.96 9.98 7.92 22.99 10.087.69
23 .. 09 10.29 7.83 gem. kr. m.b.v. 22.85 10.147.75
meetring (N) kracht m.b.v. 24.20 10.86 8,,25 balans (N) -~ proc. afw.506
606
6u~
C'& tabel7
19
-Ret kwartskrista1 gee£t bij een statische ijking een waarde
aan, die ca.
6%
te 1aag is.OEm. Wegens de grote spreiding in de waarnemingen van de
statische ijking (ca.
7%)
moet aan de dynamische ijkingde voorkeur worden gegeven.
, I
, '
- 20 -CONCLUS1:ES
In de tabellen 1 en 2 en in de bijlagen is geen rekening gehou-den met de ijking van het kwartskristal.
Kleine excitator type
v47 (3
ohm model)Frequentiegebied Stroomsterkten
50 - 600 Hz
0.4 - 1.5 amp.
Excitator 1 (nr. 6108): af'wijking ca. 6%
Excitator 2 (nr. 6607) : afwijking 10
-Excitator 3 (nr. 6608) : afwijking 10
-Excitator
4
(nr. 6609) : afwijking 15-Excitator
4
is slecht, vooral bij lagereGrote excitator type V,50 mkl (nr. 2259)
Frequentiegebied 50 - 600 Hz Stroomsterkten 0.2 - 2.0 amp. l2?b 12% 25% frequenties.
De af'wijkingen bedragen gemiddeld
4
tot 8%, waarbij de grotereaf'wijkingen behoren bij lagere stroomsterkten.
In bijlagen
5
tim7
moet de curve van de ingeleide kracht,be-paald aan de hand van de stroom, toch met enige terughoudend-heid bezien worden, omdat de bepaling daarvan aan de hand van de grafieken in de handleiding van de excitator niet eenduidig vast-ligt door gebrek aan gegevens van de fabrikant.
Uit bijlage 8 blijkt dat voor zowel de kleine als de grote exci-tator de ingeleide kracht evenredig is met de stroomsterkte.
~ o +> 11l +>
°8
(N) >< (!) ~ 11l I> r-I 1. (!) o ~ 1. <0 ;:; @ (N) ~ .i:l (!) (!) P <0 +> ~ (!) 11l S 11l <0 <0 r-I r-I oj oj oj 11l Pi Pi Cll (!) P Pt
(N) 2. 2. 2. 2. Bijlage 1INGELEIDE KRACHT ALS FUNCTIE VAN DE_FREQUENTIE
stroomsterkte 0.2 amp. 100 200 300 400 500 600 st;roomsterkte
0.4
amp.===
100 200 300 400 500 600 4 stroomsterkte 0.5 amp.%
40 30 20 10o
(Hz)%
25 2015
10.5
o
(Hz)
%
2.5
2015
10 2 .Il_.5
2.3o
2.2 k -___ ~ _ _ - L _ _ ~ _ _ _JL ___
I ____ L _ _ _ ~ _ _ ~I _---L-~ ____ L -_ _ ~ _ _ _ _ _ 100 200 300 hoosoo
600 (Hz) ~,,". FrequenticBij1age 2
!-l 0
..p
til
..p INGELEIDE KRACHT ALS FUNCTIE VAN DE FREQUENTIE
°rl 0 >< Q)(N) ~ til
>
3. 3 stroomsterkte 0.6 amp. 2.5 4 r l Q) 8.3.2 20 tQ /'"1 til !-l ..pg
3 .1 . tQ oM rd=---
3 1.5 !-l .l4 S 3. 0 tQ 0 ..p 0 !-l ~ til ..p ~ tQ 2.9 .l4 10 ~ ~ cD cD :> 2.8 :> .5 rd Pi ~ r l ~ 2.7 ;:f .c:o
Q) Q) P rd 2.6 ..p ~ Q) cDs
m rd rd r l r l cD cD 100 200 300 400 .500 600 (Hz) til til Pi Pi QJ Q) P P(N)...
..p ..;'4.ll-..£: .c: 0 0 cD cD !-l ~4 3 ~'XI ,.\4 • _ stroomsterkte 0.8 amp.4 .
20%
Q) Q) rd rd °rl orl4 .2 Q) Q) r l r l Q) Q) Qo Qo4.1 ~ ~ H H>---======:::::
15
t
4. 0I
3.9I
~
_ _ 1 - . 3 _ _ _ _ _ _ _ - 10I
3.8I
3.7 3.6 -3 ,.' .~) ~-~__ L---L __
~__
~____
L -_ _ _ _ _ _ 100 200 300 400 .500 600 (Hz) ---~ frequentieSol 0 +> ro(N) +> 'ri 05.3 X (l) r:::5.2 m I> c!5.1 0 Pi r-f CJ:l5 •0 m Sol +> 0 CJ:l 0 ..; '04.9 Sol .!>4
a
CJ:l 0 +> ~4.8 Sol m +> ~ CJ:l .!>4 r:::4.7 r::: m m ::-I> -g4.6 Pi r-f m ~ ~ ~ (l) (l)4.5 .0 '0 +> (l) r::: ro4.4a
m '0 '0 r-f r-f m m m m Pi Pi (l) (l) .0 .0 ... "(N) +> +> ~ ~6 .3 0 0 m ro F-I Sol .!>4 .!>4 6.2 0.1 (l) rei '0 'ri (l) ..; (l) 6.1 r-f r-f (l) (J) till till r::: ~6.0 Ht
5 •
915.
8I
15 •
7I
5.65.5
5.h
5.3
BiJlage 3INGELEIDE KHACHT ALS FUNCTIE VAN DE FHEQUENTIE
stroomsterkte 1.0 amp. 2 1
---100 200 300 400 500 6004
stroomsterkte 1.2 amp. 15 105
o
(Hz)%
15 3 ___---
2 10 1 5 - - - 0 L -_ _ L -_ _ ~ _ _ -L.~-L ___ l 100 200 I l __ ~~ __ ~ __ ~ __ ~ __ ~ ____ __ 300· 400 500 600 (Hz) frequentieBijlage
4
(N) INGELEIDE KRACHT ALS FUNCTIE VAN DE FRE UENTIE
..
'" ..p ..p ~-g
(N) ~ ~7 .. 7 ~ ~ Q) Q) rei '07.6 -..-! .,-j Q) Q) r-I r-I ~g;;.5
s::: s::: H Ht
7 •4 17 •3
17.2
I
17
.1 6.6 stroomsterkte 1.4 amp. 1 100 200 300 400 500 6004
stroomsterkte1.5
amp. 1,..,,' ,..,,' ,..,,' ,..,,' ,..,,' ,..,,' ,..,,' ,..,,' ,..,,' ,..,,' ,..,,' ,..,,'
-15
105
o
(Hz)%
15
10.5
o
_ _ _ _ _ ...c~ frequentif'.~ 16 til I> M (!) 15 0 PI til rI 14 til J.! .p 0 m 0 ... 't1 J.! 13 .!< S (I.) 0 .p 0 J.! J.! 12 til .p ): (I.) .!< ~ ~ ro 11 ro
>->-
't1 PI ~ 10 M til P ..t:l ..t:l (!) (!) .c 't1 .p ~ ID roa
til (N) 't1 't1 33 M M til ro til til PI Pi 32 (!) (!) .c .c..
...
.p .p 31 ..t:l ..t:l (";) (";) til ctl J.! J.! 30 .!< .!< (!) (!) 't1 't1 29 ·rl ... (!) ()} M M (!) ()} t;J) !lO 28 ~ s:::: H Ht
27 26 25 24 23 22 21 20 Bij1age5
INGELEIDE KRACHT ALS FUNCTIE V AN DE FREQUJENTIE
....
/ ...':
/ ... /"
... ... ... ... ... ... ... 100 200 300'"
/
"
/
,
/
\/
\ \"-"-
",
"-stroomsterkte ...-...
-... ...,
... 400 500 stroomsterkte "-,
"-"
...'-"-
,
"-0.5 amp."'
...
-
-600 (Hz) 1.0 amp."-
...'"
... HZ) f'requentie100 200 300
two
500 600 (Hz)Bij1age 7
~
0
+'
ttl
(N) INGELEIDE KRACHT ALS FUNCTIE VAN DE FREQUENTIE
+' 'r-! 0 62 ~ CI> ~ 61 ttl I> r-i 60 CI> 0 p., til r-i 59 ttl ~ stroomsterkte 2 +' 0 amp. til 0 -r-I 'd 58 ~ ~ ..!>4 S ro 0
I '\
+' 0 ~ ~ 57 ttl +'I
'\
~ ro ..!>4I
'\
~ 56 ~ ttl \ ttl I>I
I> \ 'd 55I
\ p., ~ r-i ttl ::s ..c:I
\..c:
CI> CI> 5L~I
\ ,D 'd +' ~I
\ CI> ttl 53 \s
ttl\
'd 'd r-i r-i 52 \ ttl ttl \ ttl ttl p., p., \ CI> Ql ,D ,D 51\
.. ..
\ +' +'..c:
..c: 50 \ 0 0 ttl ttl ~ ~ \ ..!>4 ..!>4 49 Ql Ql \ 'd 'd \ 'r-! .r-! (!) Ql 48 \ r-i r-i?1
Ql \ b.Q ~ ~ 47 \ H Ht
46 \ \ \ \ 45 \ \. 1+4 \. \ lj·3 _ \ \ h2 f- \ \ 1+1 \\
ho \ '\. \. \._L
100 200 300 1.100 500 600 (Hz)..-.
f'requentie...
~15
m S-; 2 ~ (j) <0 .,.; (j) r l ~ 1 l::l H 0 r-l m ~ ro (N) .,-j S-; ~50
ro ~ f..l m :.: ~ l::l 40 C\l po p., r l ;j ..cl (j) P +'30
(\) f-i 'd r-I cd cd 20 Pi (J) p " +' .r: f.) ('J 10 H ..!<:: Q) '1j -,-j (J) ... 1 (}) 0 Qo ~ H Bij1age 8INGELEIDE KRACHT ALS FUNCTIE VAN DE
STHOOHSTEHKTE BIJ EEN Ii'REQUENTIE VAN 200 Hzk1eine excitator
0.2 0.4
.
0.6 0.8 1.0 1.2 1,,4 amp •...
stroomsterktegrot .j-xci t",d,;or
_ _ -1-- _.1. _ _ _ _ ---1..
0.2 0.4 0 ..