©Wisbaak Vormen om je heen 1
Begrippen bij “Vormen om je heen”
Naam:
. . .Klas:
. . .Datum:
. . .Opdracht 1
Verbind alle plaatjes met een woord:Opdracht 2
Welke vormen zie je in onderstaande figuur? Schrijf zoveel mogelijk wiskundige vormen op.Driehoek Vierkant Balk Cilinder Cirkel Bol ... ... ...
2 Vormen om je heen ©Wisbaak
Opdracht 3
a. Kleur in de foto’s wat in het echt een cirkel is.b. Kleur de lijnen die evenwijdig zijn met de dikke lijn op de foto.
Opdracht 4
a. Goed of fout? Zet een kruis bij de goede zinnen.b. Schrijf 3 goede wiskunde zinnen over de vormen in het gebouw:
c. Schrijf ook 3 goede zinnen over de vormen in dit gebouw:
dikke lijn
“Het dakraam is rechthoekig.” “De ramen zijn rond.”
“Het balkon is een halve cirkel.” “De palen zijn stompig.”
... ... ... ... ... ...
©Wisbaak Vormen om je heen 3
Opdracht 5
Stel je gaat naar Egypte met iemand die blind is. Jullie staan voor twee piramide’s.Beschrijf de vorm van een piramide.
Opdracht 6
Een schilderij van Kandinsky. Schrijf onder het schilderij welke vormen erin zitten. Teken een pijl naar de vorm.... ... ...
4 Vormen om je heen ©Wisbaak