Bladbespuitingsproef bij herfsttomaten, 1961

z

BLADBESPÏÏ IT IHGSPHQEf BL? SlSPSfTOMAfSH.

•

'

U1U

*

1

?

61

•

ÂSBâ*

Boel van de proef* Proefopzet.

Waarnemingen.

Verloop vaut de teelt. Resultaten.

Kurkwortel en knol. Conclusies.

*PEGEfSÎATIO» VOOR DI GROENTEÏ-EN FRÜITÏEELT ONDER OLAS TI MALM IJK»

Doel van de proef»

Het toetsen Tan de invloed van diverse bladbespuitingsmidaelen op de groei en opbrengst van herfsttomaten.

Proefopzet»

Be volgende behandelingen zijn opgenomeni 1• onbespoten.

2. bespuiting met water.

3. 0.5 $ gro green (20-30-10).

4. O.5 i* msngaest (20-30-10) samengesteld mit» 1 deel Il^figPO^ 0.4 deel KUOj

0.4 _{deel ureum»}

5» 0.25 %• ureum.

6. O.75 cß> Kalisalpeter.

Be concentraties zijn zodanig gekozen, dat het gehalte aan stikstof overal ongeveer gelijk is. ie bespuiting met water is opgenomen om een eventueel aanwezige invloed van het op het blad gebrachte water vast te kunnen stellen.

Be objecten zijn in 5 herhalingen aangelegd als een youden schema in de 3e kap van blokkas 27 (bijlage 1).

Waarnemingen.

1. Verschillen in groei en bl&dkleur»

3

J. Aantal en het gewicht van de vruchten. 4. Kwaliteltsafwijkingen.

9» Kurkwortelaantasting na afloop van de proef.

Verloop van ie teelt.

l£*±l-Op 6 juli zijn de planten gepoot. Per vak zijn twee rijen van 10 planten, beschikbaar. Het ras is Euroeros. Bij de planten is een druppelbevloeiïngssysteem aangebracht. Bij het gewas zijn de cultuur werkzaamheden zoals ziekten bestrijding« dieven» hladplukken enz. normaal uitgevoerd. Gemiddeld zijn ? trossen per plant aan­ gehouden. De laatste oogstdatma viel op 15 december. Ook de nog aam de plant aanwezige groene vruchten zijn toen geoogst.

Bladbeapuitirxg.

De eerste bespuiting is op 24 juli uitgevoerd en dit is daarna om de 10 dagen herhaald. De laatste maal viel dit op 1? oktober. Gewoonlijk is 's morgens om 8.50 uur met de bespuiting begonnen} men was dan om 12.00 uur gereed. In totaal is er 9 maal bespoten. Be verbruikte hoeveelheid vloeistof was in het begin ongeveer 6 1 per 100 planten? later werd dit 9 1.

Bemesting*

Sen voorraadbemesting is niet gegeven; wel is door de ciruppel-bewloeiïngsinatallatie met het water kalisalpeter toegediend, soms aangevuld met wat extra stikstof. Regelmatig is de grond onderzocht. De bemonstering vond dan meestal zowel onder de doppen als tussen de doppen plaats. In tabel 1 ia een overzicht gegeven van het ver­ loop van de voedingstoestaad. Zoals blijkt is het stikstof en het kaligehalte aan de lage kant geweest, vooral aan het einde van de

4

Plaats ea tijds* vaa beaonste-3S*i»2l|£« • Org* stof SaC0 2 J pl HaCl gl.r. H P K Mg Mn Fe Al vooraf 20/6 5 0.5 6.0 33 O.24 10 7 25 136 13 1.7 0.2 2/8 onder dop 0.13 5 15 2/8 tussen dop 0.1® 5 12 15/9 onder dop 5 0.5 7.9 10 0.07 2 5 13 100 10 1.2 0.7 13/9 tussen dop 5 0.5 7.3 51 0.20 6 6 13 160 10 1

.4

O.7 16/10 onder dop 13 0.09 4 5 14

11/12 onder dop 1? 0.10 4 5 9 ï K

il/12 tussen doj : 31 0.20 4 5 9

*

fabel 1» Analyseoijfers voor da gr «mimonsters di® tijdeas de proef zijn gestoken.

Uitval« Tijdens de teelt zijn slechts enkele planten weggevallen. Enkele planten zijn afgebroken. In tabel 2 is aangegeven in welke vakken Uitval is geweest.

' '

Behandelin« uitval oer vak totaal*! Ç

1 vak 91 - § plant

_{* !}

2 vak 97 - é plaat, vak 92-£ pl* 1 i

3 vak 84 » 1 plaat * 5

4 vak 89-'|pl.»vak 94~£pl. 1 5 vak 95-1 tros,vak 81-§pl. 1* ' 6 vak 71-1ipl»»vak 86-1pl.

% ;

Tabel 2« Aantal weggevallen planten.

De weggevallen planten zijn Met over de opbrengst omgerekend.

«esultaten.

Bladkleur en groei, tussen de verschillende behandelingen aijn geen verschillen in groei en bladkleur geconstateerd.

Bi adverbranding.

Alleen na de laatste bespuiting is er blaiverbranding opgetre­ den. Dit is niet alleen veroorzaakt door de kunstmestzouten, maar waarschijnlijk ook door een bestijdingsmiddel dat vrijwel gelijk­ tijdig is gebruikt* Er waren duidelijk twee soorten verbrandings-vlekken te onderscheiden* grote plekken, veelal laags de bladranden en kleine plekjes verspreid over het gehele blad. In tabel 3 is de aard van de verbrandingsplekken aangegeven voor de verschillende behandelingen.

beh./aard verbr» grote plekken kl. Blekken.

1 ja neen 2 3* neen 3 ja 4a 4 ja ja 5 ja ja 6 _tó. «erine.

fabel 3» Aard van de opgetreden verbrandingaversohijnselen.

In de tabel komt duidelijk naar voren dat de grote plekken moeilijk door de kunst» stbegpuiting veroorzaakt kunnen ssijn, daar deze ook in de niet bespoten vakken voorkwamen. Se kleine plekjes komen uitsluitend daar voor, waar set kunst© stzouten is bespoten»

Ook is een oijfer gegeven voor de mate van de aantasting. Het is een totaal van beide aantastingen. Be twee rijen planten in het vak sijn apart beoordeeld en aangeduid als Oostzijde en West­ zijde. Als geen verbranding werd geoonstateerd is het cijfer O toe­ gekend I naarmate de verbranding erger was, werd een hoger cijfer gegevenI met een maximum van 10.

In tabel 4 is een overzicht gegeven, terwijl in bijlage 2 het vol­ ledige cijfermateriaal is opgenomen.

6

behandeling oostzijde westzijde totaal

1 8 ₉ 1? 2 5 10 15 5 16 20

%

4 16 26 42 5 26 32 58 6 12 15 2? totaal m 112 _m

fabel 4» Bladverbranding die ia de proef is opgetreden.

De bladverbranding blijkt het sterkst te zijn geveest aan de westzijde van het vak. Sese zijde wordt ook het laagst door de zoa besehenen. Tussen de bespuitingeaiddelen zijn ook belangrijke ver-sohillea« Be sterkste verbranding is bij de ureumbespuiting geconsta» teerd. Ia mindere »ate geven ook de gro-green en laengaest bespuiting verbranding. Bij de kalisalpeterbespwiting is het oijfer slechts weiaig hoger dan bij de contrôle.

Opbrengst» Het aantal vruehten per plant en het gewioht daarvan is opgenomen in tabel 5* i>e volledige gegevens zijn in bijlage 5 weergegeven.

behandeling aantal vr. gewioht in k«r.

1 49 2.8 2 46 2.6 5 47 2.8 4 47 2.6 5 46 2.6 6 46 2.7 «e»iddeld ₄₇ 2.7

De verschillen tussen de behandelingen zijn gering en liggen in hoofdzaak ten nadele van de bespuitingen.

Mogelijk hebben de behandelingen invloed gehad op de vroegheid. Om dit te toetsen is aaa de hoeveelheid tomaten die in een bepaalde periode geoogst is een vroegheidscijfer toegekend.

Tan de hoeveelheid en het toegekende cijfer is per vak het produkt berekend. De soa van deze produkten gedeeld door het totaal gewicht geeft een onderling vergelijkbare indruk van de vroeghsid.

In tabel 6 is een overzicht gegeven. Bijlage 4 bevat de gegevens volledig.

Zoals blijkt» zijn er tussen de behandelingen geen verschillen van betekenis aanwezig.

fbehandeling f vroegheid I i ! 1 | 22.0 I 2 I 22. 1

1

3 ! 22.3 4 22.1 5 22.0

I

6 22.5 '• gem ' 22.1

fabel 6.Vroegheid van de opbrengst.

Kwaliteit* In de onderstaande tabel is het percentage afwijkende vruchten per behandeling weergegeven.

beh. /afwijking waterziek wankleurig kantig inwendig neusrot gescheurd.

1 1.01 14.4 18.S 0.55 O.41

2 0.81 14.O 16.7 O.5O 0.81

3 0.63 15.6 20 * 0 O.46 O.34

4 0*51 14*0 16.3 0.34 0.61

5 0.?0 14.9 17.4 0.20 0*33

6 O.71 14.9 19.O O.52 O.67

Zoals blijkt zijn de verschillen tussen de behandelingen

gering, statisch ai ja deae onbetrouwbaar. De volledige gegevens si ja opgenomen in bijlage 5.

Kurkwortel en knol.

tan het einde van de teelt aijn de wortels beoordeeld op aan* tasting Tan kurkwortel en knol. laarmate de aantasting zwaarder is, ligt het cijfer hoger. Het oijfer Ô wijst op geen aantasting en

bij het oijfer 10 is het wortelstelsel volledig aangetast. De cijfers d«.

aija per vak gesommeerd. Bijlage 6 bevat volledige gegevens. fabel 8 geeft een oversight van de gemiddelde aantasting per plant bij de verschillende behandelingen.

oehandelin« knol kurkwortel

t 0.24 3.89 2 0.38 5-93 3 0.16 3.54 4 0.36 3*95 5 0.52 3.76 6 0.59 4.09

Tabel 8. Knol en kurkwortel aantasting.

De knol aantasting is gering geweest. Het lagere gemiddelde bij de behandelingen 1 en 5 is te verklaren door de geringe aantasting van

deae behandelingen in de 5» herhaling. Bij de eerste 4 vakken kwam

hier vrij veel knol voor. Be kurkwortel aantasting is vrij regel­ matig over de behandelingen verdeeld.

Conclusies.

De toegepaste bespuitlngsmiddelen hebben op de opbrengst , de vroegheid en de kwaliteit van de tomaten geen duidelijke invloed gehad*

Soor het bespuiten is bij de toegepaste concentraties slechts #6nmaal verbranding opgetreden} juist na ie laatste bespuiting,

Be proefnemert

C. Sonneveld.

Haal cl wijk» 20-2*'65

je- \ J J-1 £ 5 _l 3 _l 6 \ H l 1 o io ₆ L _{1 5"} 4 ; ly 1 s _{s l} 3 s1 vi [ 5 r <x, \ o a A "i*" ^-<*-|o ^0\ 1

^

)~ •

iJliu. vT"«AA. \rW-*Jc 2~ V^v\. O ^V^A^X-^vv

i

J

i

f

>>

v -Jo fe vv%> I j bl. I

3

<*

5 t°fc 4 frfc.

2.

/

?

I I i I iE 0 - n^v\.

0>

-0 vO I I I j-i

5"

I

3

Z

J ±2_ ^U5 - VWM_^vsa>^ V.O O

V

AJ iS O 3 i S V vi

it

V

J V V 5 Lo U

V

£

3

3

±

iL 5

3

r

£

7 H*-o £

5"

£

5"

5*

JLt u) 5>

?

L L JLL

^8

i^ju. uA>\; i*^Vc t<A^ VCItll . 5-Jt V^aJt.. 0 1 I J

3

ii. VAJ ^ V -V i£L

<?

Ua4 O 1s \L U1

|S>

-U 53 Va3 lo tt> i. t

ii.

» H.

r

V. T. > r> C - -I

O? ₀ Ft _r V-> M - s-•1 -I —•> Ir c~- ° ^ «a^- o g-- r- o -*c -c -r* -r k _r _O <r-O -T-->r >» c° «•^ -C 0^ i N*> Q) V s* ^ o v- o> io -NO ^ ^ ^ C>J — ^ ^ ^ <*o ^ Aw <*-- I*v~< f^—• «'s» <*0 •NJ ^ — ^- r ,° <•, — *n ^ <^j ^ t f P

-4-! •V \ _{» I} I Jo - 10 Ó \ -I 1 M h-•^vaAa I .xr*-X \^N. rw MJJLasv i# - lo jx*vv A Jt- x* JUL ^ 5 v \A*°^1 W J-'^ ^**""*"

X- rtxAXvc. *Aot_ t/\»Jk/<3uXXw.

t_ _{O i~}

_{U-^: ^1}

tr>

b

L

_X4"

?

r 6

1 i-

_{! ^}

/

t— 4

0

L

O

yi O r

/

_{1 t>}

L' 1

Z.

_J

r~

_{1 1}

_{1 o}

_{J > ±} O / . i

_IZ.

_é

- .... 1 ^

. 4 J_ _

io I ^ O I x.0 » 2>^ I I 13 ^ *j(> I tl - \o -UWA U »*JLc -oftJy>JU*-' : V 2. i l lb ^ * » * is; Uo> Up no 7/ '.SLJLXX^aa V-- \A^-vt«Avuv L 3 ₁ S" * Ï 1 \ 2- i \ 1 S 2_ u ? IV,! 'û '1 \ i t l 3 / 1 9 ^ I i n ^7 l i y 'W 11 I 1 ^ l î- i I ^ S lts IV,! 1 ^/ l i l % z ^ _{Ç h J ? 0 z p} pp V. ^£V— Wdu^L^fcw/ L 6 r hc 1 fco l S o _{' ? /} UI 2 115" i s r Z ^ y

';^

|

S / _{' Y ^} / / ?

_'

6

;

i^o 1 9 y ISÇ (92 lij 1 bj _{' i * V/} (o 61 LOpi 9 i 1 l O l - j U/V *J^ . y o o

b i

1

7W Uy (,90 G f 2 . LA: u*{ ƒ o$" J bo H a n* 'Ji P»J JVy X HÉéL

..V

W "V V\AX w V*-'-^VVCCA,' . VUA*W«JV,

l

L

i

₁

S"

Urb A«i

Vi' *

J

₁

s

\ 6

z.

i

A

•o

< L

I 1

L

S"

z j,

«>J A.^

L 1

₃

_i

Zz

O

O

2.

1

ó

'

t

a w-

O

z

i

>- _X

?

is>

s

V X i l o

ly J

7

lo

/^/

r" aM u3uV y *- -0 ^VL*.

i < vo -1 r

V UAVA L « • aX^, . 0 1 i) '/ I Z XVXAM. A*" ? li ;

*

.V ^Jcu^,. V i

>

r

^

?

6 2Z S o é> 5

)

6

0 1 11

1

0

1

i /

6

*o V I t> II is

3/

/</£

>-V^ 4 F cL^yy» V^>. \ * <S .VI. o s S - j o l < I 2f0' y.Sé l O Y }.jo - <JS4> s 1.5/ Z/J - ^.f6

•\aï. ' ^ut ' - y.$"£>

*«rô>/V\. t «v<w\.>. rJL -X>c^ V. . /. jj - ƒ. i

6

Kr^\\ . \.*J>T CUk* *^o. '•>-»-««. I lUL Vv>t^\. r<VX / r Jic y y u>

\X ^a. v><\ VA/*<\ JP * Axa,

1 vXjijL ÜUV#V>.(V. ^ ' " f ,—Vftt V i V\ r ,Vv\ ( V. . Vw U i|^' ^-i ^ i ^ ^ o l^Ri o Ls^> o o lo^9)0 / à

^

^

_

.

i^ Lcjr* ii ^ i5 *v^° Hj 70 I q* 13. bo^i I jC cj£> pî IL ^ / j 1 1 M h 6 z ?2 ç> 9JT o • $ Cj ^9 o 7iP7y / 102. W7 5" O (Jo ./5 7V ; i loi !y2. _{V ^ V f ^ *} 9 IO c>y ilp J&M. 5'5/ © 72 5 J_ 1 <|17 8S f95 7* n°

/

1° I o 93 o 8/ o ff £ 18 |i,S; Vi' V *7* S"£ i^J 4© (>/ i ^ n l o S u U .»Sw* r Uj *Ok.» W^-h trt JS lt> 2>W 5*2 3 ?-/5 Z otN\ JrtTWA \ 2. 3> l 5 t»t '

\

1 i s i 4 *> 11 3o

*/

60 Vi h 95 t o y y 2 £2. loo ?* W 7 e 7? Q5~\$Q 75" s? •/»• lo<f 91 l o l ; » <?° 7° 7Z Pé «' , iS>9 3^3 3 r v i<y s q.L V-0 y 13/ 6 2</l flL «7 5"<y 5" Npi iS>9 3^3 3 r v i<y s q.L V-0 y 13/ 6