• No results found

De uitvoering van bedrijfseconomisch onderzoek in de landbouw in ontwikkelingslanden

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De uitvoering van bedrijfseconomisch onderzoek in de landbouw in ontwikkelingslanden"

Copied!
29
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

PROEFSTATION VOOR DE AKKER- EN WEIDEBOUW WAGENINGEN

DE UITVOERING VAN BEDRIJFSECONOMISCH ONDERZOEK IN DE LANDBOUW IN ONTWIKKELINGSLANDEN

G.G. Verkerk

(2)
(3)

- 3

INHOUDSOPGAVE

Biz.

Woord vooraf 5 Betekenis van bedrijfseconomisch onderzoek 6

Verschil met Nederland 8 Voorbereidende werkzaamheden 9

1. Literatuuronderzoek 9 2. Algemene globale verkenning 9

3> Gebied op de kaart in kleinere eenheden indelen 9

4. Verkenning van markten 10 5. Keuze van dorp of dorpen voor nader onderzoek 10

6. Contact opnemen met lokale autoriteit 10

7. Vertrouwen winnen 10 8. Oriëntering omtrent de plaatselijke oppervlaktematen en gewichten 11

9. Vooronderzoek vereiste aantal bedrijven 11

10. Bedrijfskeuze 11

Uitvoering van de individuele bedrijfsanalyse 12

(4)

Landbouw in een ontwikkelingsgebied In de meeste ontwikkelingsgebieden worden eieren verhandeld

Graan in zakken van geitenhuiden. Hier kan men de plaatselijke Dr. Sen, directeur-generaal van de FAO, bij de opening van ee maatstaven voor gewichten leren kennen. proefboerderij ter ondersteuning van streekverbeteringswerkzaam

heden in Marokko

*v

«^%v*

Marktverkenning leert snel welke produkten in een gebied ge-teeld worden

(5)

V/OORD VOORAF

Op verzoek van de organisatoren van de zomerleergang B-cursus 1966* gewijd aan "Nederland en de internationale samenwerking op landbouwgebied': werd door de heer G.G. Verkerk een les verzorgd over "De betekenis van be-drijfseconomisch onderzoek in de landbouw in ontwikkelingslanden en de uit-voering ervan".

Deze uitnodiging vloeide voort uit de vele ervaringen, welke de heer Verkerk tijdens een aantal jaren in dienst van de FAO in verschillende ont-wikkelingslanden, met name in Marokko, op dit terrein heeft verkregen.

. Deze ervaringen hebben nogmaals bevestigd dat het slagen van ontwikke-lingshulp zeer sterk afhankelijk is van de mate waarin deze wordt afgestemd op de ter plaatse geldende technische, economische en sociale verhoudingen. Daar deze in het algemeen sterk afwijken van die in de meer ontwikkelde lan-den dient een benadering van de bedrijfseconomische problemen geheel anders te zijn dan die, welke voor Nederlandse omstandigheden doelmatig is geble-ken..

Hoewel deze zienswijze tegenwoordig algemeen als juist wordt erkend, blijkt de beschikbare informatie over de praktische uitwerking van deze be-naderingswijze nog schaars te zijn. In de verwachting dat ook in de toekomst nog dikwijls een beroep op Nederlandse landbouwdeskundigen zal worden ge-daan.hun medewerking aan ontwikkelingshulp te verlenen zal de door de heer Verkerk samengestelde handleiding voor een deskundige opzet en begeleiding van ontwikkelingsprojecten ongetwijfeld een waardevolle bijdrage kunnen leveren tot het slagen hiervan..

. In verband hiermede zijn wij de organisatoren van de B-cursus erkente-lijk voor hun toestemming de. tekst van de voordracht van de heer Verkerk als PAW-rapport een ruimere bekendheid te geven.

Hoofd Afdeling Onderzoek Bedrijfsvraagstukken

(6)

BETEKENIS VAN BEDRIJFSECONOMISCH ONDERZOEK

In de vele ontwikkelingslanden zijn de produktie-omstandigheden niet gelijk. Het volgende is grotendeels gebaseerd op persoonlijke ervaringen opgedaan als Farm Management Expert van de FAO in Marokko en bij markton-derzoek verricht ten behoeve van het Produktschap voor Pluimvee en Eieren in Senegal, Nigeria, Ghana, Ivoorkust en Boven Volta.

De produktie-omstandigheden, welke in sterke mate bepalend behoren te zijn voor de aard van de ontwikkelingsprojecten, zijn ook binnen de ver-schillende landen uiteenlopend. Dit geldt zowel voor natuurlijke factoren zoals grondsoort, watervoorziening en klimaat, als voor sociale en econo-mische factoren met de daarmede gepaard gaande infrastructuur en de rege-ringspolitieke omstandigheden.

Als doel voor alle projecten zou men kunnen stellen: blijvende verbe-tering van de sociale situatie van de gezinnen. Blijvende verhoging van het reële inkomen is hiervan een zeer belangrijk element. De landbouwer, mét zijn bedrijfje vormt een centrale sleutel in de meeste ontwikkelings-projecten. Het grondig leren kennen van zijn sociale en bedrijfseconomische omstandigheden blijkt voor veel ontwikkelingsprojecten doorslaggevend voor slagen of mislukken te zijn.

Verreweg de meeste ontwikkelingsprojecten moet men in iets ruimer ver-band zien. Invoering van betere veerassen kan niet zo maar plaatsvinden. Is het werkelijk gunstiger andere dieren in te voeren in plaats van het zich werpen op verbetering van aanwezige dieren? Wie het vee. wil verbeteren moet praktisch altijd eerst beginnen met de voederproduktie op een hoger plan te brengen. Gaat men met kredieten werken, dan zal men inzicht moeten hebben in economische waarden, vermogenspositie en het inkomen.

Invoering of verbetering van akkerbouwgewassen roept vragen op ten aanzien van o.a. afzetmarkten en weiderechten.

Wie onderwijs gaat geven, zal moeten weten hoe de sociale en produktie-structuur is en hij zal tevens een inzicht moeten hebben in de mogelijkheden tot wijziging en vooruitgang.

Het ontginnen en in cultuur brengen van nieuwe gebieden vraagt niet al-leen planning voor het nieuwe land, men zal in eerste instantie moeten on-derzoeken hoe de sociale en produktiestructuur thans is van de mensen die men in het nieuwe gebied zal plaatsen. Het is niet juist zonder meer zieken-huizen te vestigen. Dit moet gepaard gaan met verbetering van de produktie-structuur .

(7)

- 7

Kennis van situatie en mogelijkheden is daartoe vereist..Om de moge-lijkheden te beoordelen, is in de eerste plaats onderzoek ten aanzien van de bestaande situatie vereist. Door deze.gedaehtengang krijgt men projec-ten en uitvoering van projecprojec-ten die gebaseerd „zijn op de werkelijke omstan-digheden en behoeften, waardoor men aansluiting en navolging heeft bij de praktijk.

(8)

VERSCHIL MET NEDERLAND

In ons land werken we thans bij het bedrijfseconomisch onderzoek en deels ook bij de bedrijfseconomische voorlichting met de volgende methoden:

1. Bedrijfsanalyse

a. individueel, analysebegroting (analyse van huidige situatie) b. groep, factoranalyse

2. Bedrijfsbegroting a. saldibegroting b. program-planning c. lineaire programmering

Bij het werk in ontwikkelingslanden waar we weinig van weten en waar het aantal alternatieve mogelijkheden steeds gering is, is in het bijzonder de analysebegroting van zeer veel betekenis te achten. Hiermede zijn zelfs in buitengewoon moeilijke omstandigheden (o.a. analfabetisme, ingewikkelde bedrijfsstructuur, volledige onbekendheid van basisgegevens en de streek) zeer goede resultaten te bereiken. Uiteraard moet men deze methode op aan-gepaste wijze hanteren. Een grote fout zou het zijn Westerse methoden en technieken zonder meer in deze gebieden toe te gaan passen. Daarom zal in het bijzonder op de praktische toepassing van de analysebegroting in ont-wikkelingslanden worden ingegaan.

Alvorens te vertrekken naar het ontwikkelingsland doet men goed zich ervan te vergewissen dat eigen gezinsomstandigheden het werken niet of niet te veel belemmeren. Veldwerk, met het daaraan verbonden reizen is bijna altijd belangrijker dan literatuurstudie. Verschillende instanties die deskundigen uitzenden, geven voor het vertrek inlichtingen ten aanzien van het toekomstige werkgebied. Van groot belang is het te trachten een gesprek te hebben met iemand die in het betrokken land heeft gewerkt en sinds niet te lange tijd terug is.

De toe te passen werkmethoden moeten wetenschappelijk bezien juist zijn, maar soms zijn het kleinigheden van praktische aard die projecten doen slagen of mislukken. Neemt men uit Nederland een simpele 2 meter-meet-band en een eenvoudig klein weegapparaat (tot 10 kg) mee, dan kan men daar later veel gemak van hebben.

(9)

9

-VOORBEREIDENDE-WERKZAAMHEDEN

Ofschoon ieder project verschillend is, hebben de meeste projecten ge-meenschappelijke trekken en speelt het element van streekverbetering hier-bij een rol. Natuurlijk maakt het verschil of de opdracht luidt: uit te

zoeken wat voor een soort project er nodig is, of het maken van een werk-plan voor een project, dan wel concrete uitvoering van een project.

In elk van deze drie gevallen kan de analysebegroting van groot nut zijn, zij het dat men soms meer en in andere gevallen minder gedetailleerd te werk zal dienen te gaan en het gewenste aantal analysen verschillend kan zijn.

Bij de voorbereiding van de toepassing van het systeem van de analyse-begroting kunnen v/e naar tijdsrangorde in grote lijnen de volgende werk-zaamheden onderscheiden: ; •'- ..•..:.

1 . Literatuuronderzoek

Zijn er publikaties die betrekking hebben op het gebied? Gewoonlijk zijn we daar spoedig mee klaar. In de voormalig Engelse gebieden kan men in het algemeen gesproken gemakkelijker publikaties bemachtigen dan in de voormalige Franse gebieden. Niettemin, indien men op doortocht in Afrika Dakar moet passeren, kan het nuttig zijn een bezoek te brengen aan het Institute d'Afrique Noire", een onderdeel van de .universiteit van Dakar, alwaar men rijkelijk gedocumenteerd is.

2. Algemene globale streekverkenning

Een vervoermiddel en een assistent die als tolk fungeert, zijn hierbij onmisbaar.

3* Gebied op de kaart in kleinere eenheden indelen

Projectgebieden mogen niet te groot van omvang zijn. Als maatstaf voor de te trekken grenzen kunnen gewoonlijk het beste natuurlijke scheidingen worden genomen, met name grenzen van stroomgebieden. Dikwijls vallen deze grenzen min of meer samen met de grenzen van volksstammen. Soms vragen eco-nomische factoren een correctie b.v. indien dicht bij het stroomgebied een stadje is gelegen. De oppervlakte van de af te bakenen gebieden is sterk afhankelijk van het doel van het project enerzijds, en anderzijds van de hetero-geniteit ten aanzien van grondsoort, watervoorziening en klimaat. Ter ge-dachtebepaling kan dit b.v. zijn voor een globale planning in een vrij heterogeen gebied, 250 000 ha. Maar wil men dan binnen zo'n ontwikkelings-gebied van 250 000 ha een sterk gedetailleerde planning maken en bij wijze

(10)

10

van aanvangsdemonstratie deze uitvoeren, dan zal het verstandig zijn, in-dien het sterk aan erosie onderhevige streken betreft, zoals dikwijls het geval is, ter gedachtebepaling te denken aan oppervlakten van 500 tot 2000 ha. Bij grotere oppervlakten heeft men spoedig het risico dat het tekort aan kader en beschikbare arbeidskrachten zich te sterk doet gelden.

4. Verkenning van markten

Overal ter wereld is handel. Op de markten krijgt men gemakkelijk een globale oriëntering omtrent de verhandelde Produkten, het produktiegebied van deze Produkten en de prijzen. (Attentie, daar men een seizoensmomentopname verkrijgt).

5. Keuze van dorp of dorpen voor nader onderzoek

In het huidige stadium dient men een keuze te maken. Eigen verkenning en overleg met autochtone autoriteiten,hoofden van de streek, spelen hierbij een grote rol. De keuze dient zodanig te zijn, dat een representatief of ty-perend beeld wordt verkregen. Dikwijls is het gunstig indien dit mogelijk is, een dorp (of dorpen) te kiezen dat zich ervoor leent om naderhand als

ontwikkelingscentrum te fungeren. Belangrijke criteria kunnen hierbij zijn: aanwezigheid van goede "local leaders",

het reeds aanwezig zijn van ontwikkelingsactiviteiten, ligging aan verkeersweg.

6. Contact opnemen met locale autoriteit

Alleen begint men niets. De man wiens ruggesteun men zoekt, moet bij voorkeur gezagdrager zijn, hetzij als zodanig benoemd door de regering of volgens locale wetten als zodanig erkend.

7. Vertrouwen winnen

Eigenlijk is dit geen afzonderlijke fase. Dit dient het werk te beheer-sen van het begin tot het einde. Zich aankondigen als vertegenwoordiger van een internationale organisatie of een privé-instelling kan soms beter zijn dan te stellen dat men namens de' landsregering komt werken. In het

laatste geval denkt de plaatselijke bevolking dikwijls aan belastingverho-ging. Wees open en doe gewoon. Van een Europeaan verwacht men dat hij

Europese kleding draagt. Het wordt meestal niet gewaardeerd dat een Europeaan zich volgens de gewoonten van het land kleedt.

(11)

- 11

8. Oriëntering omtrent de plaatselijke oppervlaktematen en gewichten Soms zijn er houten inhoudsmaten waarmee men de gewichten van ver-schillende gewassen dient vast te stellen. Wat de oppervlaktematen betreft, heeft men nogal eens maatstaven die corresponderen met een bepaalde hoe-veelheid zaaizaad welke op een bepaalde oppervlakte grond nodig is. Enige malen een are grond afbakenen, wegen van zaad, laten zaaien en wegen van het restant geeft de maatstaf.

Een belangrijke vraag, welke nu naar voren komt, is de kwestie van het in het begrotingsanalysesysteem werken met het decimale europese maatstelsel en/of met de inlandse maten. Verwacht men een opleiding van plaatselijke voor-lichters, welke dus ook met het gedetailleerde cijfermateriaal zullen gaan werken, dan is gebruik van de inlandse maten het beste. Gaat het meer om

onderzoek en minder om voorlichting en moet men samenwerken in een team waarin alleen Europese,technisch gespecialiseerde deskundigen zijn, dan •valt er veel voor te zeggen het Europese decimale stelsel te gebruiken.

In dit laatste geval geeft het opstellen van omrekeningsschalen een grote we rkbe s p ar ing.

9« Afoor onderzoek vereist aantal bedrijven

Wie voor het eerst door een streek rijdt en vanuit de jeep rondziet, heeft geen enkel idee van de bedrijfsstructuur, oppervlakte, aantal dieren enz. Het globaal analyseren van een of enkele bedrijven geeft al een nader idee van de situatie. Om een beeld te verkrijgen waar men goede gedetail-leerde planningen voor de streek op kan baseren, dient men te denken aan het analyseren van een aantal bedrijven van ongeveer 20 stuks. Is de be-drijfsstructuur eenvoudig en homogeen dan zal het eventueel iets minder mogen zijn. Zijn het ingewikkelde bedrijfsvormen en is de situatie vrij heterogeen, dan zal ruim 20 aanbeveling verdienen.

10. Bedrijfskeuze

Deze dient volgens het toeval plaats te vinden. Hierbij kan men in overleg met het dorpshoofd (gezagdrager) uitgaan van een eventueel be-staande en anders te maken lijst. Een deelsom van het gewenste aantal op het totale aantal levert het cijfer waarmede, de lijst aftellende, de adres-sen aangewezen worden. De dan opgestelde lijst van te analyseren bedrij-ven wordt met het dorpshoofd gecontroleerd op uitvoerbaarheid. Zonodig wor-den enkele adressen vervangen door een op de lijst dichtstnabijzijjid bedrijf dat ongeveer dezelfde bedrijfsstructuur en oppervlakte heeft.

(12)

- 12

UITVOERING VAN DE INDIVIDUELE BEDRIJFSANALYSE

Waar het om gaat is het in gedetailleerde vorm opstellen van de be-drijfsstructuur met de kosten, de opbrengsten en het inkomen per veesoort, boomsoort en gewas en het totale inkomen op een zodanige wijze dat tevens inzicht wordt verkregen in de mogelijkheden ter verbetering. Men zou dit

bedrijfseconomisch onderzoek een enquête kunnen noemen. Invulling geschiedt op van te voren klaargemaakte tabellen waarop ruimte voor uitwerking open-gelaten is. Deze tabellen zijn per bedrijf op stencils geplaatst en deze stencilbladen zijn aaneen gehecht zodat ieder te onderzoeken bedrijf een gemakkelijk hanteerbaar dossier heeft dat tijdens de invulling ook reeds grotendeels uitgewerkt wordt.

Per gebied en object kan men desgewenst een deel van de tabellen ver-anderen of laten vervallen. De op de volgende bladzijden weergegeven ta-bellen zijn onder leiding van auteur dezes met succes gebruikt door in-landse assistenten in streken met een moeilijke bevolking en ingewikkelde bedrijfsstructuur. Ruim 150 stuks werden er met succes gemaakt.

Wat de taal betreft, komt voor de tabellen gewoonlijk in aanmerking het Spaans, Portugees, Frans of Engels, afhankelijk van het land. Naast de tabellen behoort er voor de assitenten een stencil met toelichtende tekst te zijn.

Het is van groot belang de tabellen zo eenvoudig en duidelijk te maken dat ze in zekere zin na een voorafgaand gesprek ook zonder toelichting zijn in te vullen. Ofschoon de landbouwers in de ontwikkelingslanden dikwijls bereid zijn zeer lang te praten, dient men toch te trachten met het inter-vieuw in twee uur klaar te zijn. Het gezond verstand dient een grote rol te spelen: vertrouwen winnen en bepaalde gegevens ter controle opsporen vanuit verschillende richtingen.

Aan de hand van de tabellen zal in het navolgende de methode van het micro-economisch bedrijfsonderzoek worden besproken.

(13)

13

-Tabel la. A L O E M E E K ORIËNTERENDE INFORMATIES

Informaties genoteerd door: District: Datum: , Dorp:

Naam of nummer van de landbouwer : Aantal gezinnen dat van d i t b e d r i j f l e e f t : . . ,

Totaal a a n t a l personen behorende t o t deze gezinnen: Overwegend voorkomende grondsoort :

Koogte-ligginf? Gelijk, golvend, s t e r k e h e l l i n g e n . . I r r i g a t i e ? J a . Neen. Voortdurend mogelijk

Na een inleidend gesprek wordt begonnen met een vraag omtrent het aan-t a l gezinnen daaan-t van d i aan-t b e d r i j f l e e f aan-t en h e aan-t a a n aan-t a l personen daaan-t aan-t o aan-t d i aan-t gezin behoort. Dit werkt vertrouwen i n de hand en geeft een afbakening van h e t b e d r i j f dat soms een geassocieerde exploitatievorm i s .

Tabel l b . INKOMEN

Inkomen u i t d i t b e d r i j f a l s beloning voor gezinsarbeid en k a p i t a a l Andere netto-inkomsten

TotaalL

tabel 7 nr. 20 .tabel 12a en b

De cijfers van het inkomen (tabel 1b) worden het laatst ingevuld., maar ze staan vooraan, om ze met het oog op nadere bewerkingsdoeleinden van deze dossiers op de eerste pagina te hebben.

Tabel lc. AAKTAL DIEREN

Diersoort 1 Vrouwelijke volwassen dieren op dit moment 2 Totaal aan begin van het laatste jaar

3

Totaal aan eind van het laatste jaar

1+

Gemiddeld aantal

5

Ä Hier en in de volgende tabellen, aantal regels of kolommen naar behoefte uitbreiden Het vaststellen van een gemiddelde veestapel is soms niet gemakkelijk. Als hulpmiddel begint men met het vaststellen van het aantal vrouwelijke volwassen dieren dat er momenteel is.

(14)

14 u oi • al C G U) S o .a • P • H SU > O G ni a> ni • Xi v~i a> G • a m -ril su G- n) •O TS 0 G ' <D m o « S1 P H w fi la E H W Ci H 1H ni -p w •p os G <U rH <D O -M <U a m c g <D •P X « rH > SU <u a . D, o su es ni <D V i n i S <D (D bO NI Ö <D m ai ni 0) x i <w o o W <U ni bÛ 'f-^ - P O - P • a c ni - P to 'M o : - p bO Ü C 3 •a a) bO 0) u ( H <u S » G a) > G •H N fi tu G G •p •d o su a. c •rH •Ö <D O bO C <D ë O ja a, o SU m m ni CM i-H , Q m E H <D ID O SU (D P H O EH <H eu CD t-H

(15)

- 15

In veel gevallen i s de boer onbekend met de t o t a l e bedrijfsoppervlakte.

Maar h i j weet wel welke percelen t o t z i j n bedrijf behoren. Bij de e e r s t e

analyses die- men i n het dorp maakt kan het goed -zijn. i n het veld enige

gegevens t e c o n t r o l e r e n . Men dient zeer a t t e n t t e z i j n op nagewassen.

Deze komen veelvuldig voor.

Tabel 2b. VERKAVELING * Aantal percelen

In bouwland In braak land

In bouwland zonder fruitbomen. In bouwland met f r u i t b o m e n . . . . F r u i t t e e l t zonder b o u w l a n d . . . . Afstand t o t woning

Gemiddelde a f s t a n d van a l l e percelen Grootste afstand

Gemiddelde afstand van de bouwlandpercelen, zonder f r u i t . Gemiddelde afstand van de bouwlandpercelen, met f r u i t . . . . Gemiddelde afstand van de f r u i t p e r c e l e n , zonder bouwland. Oppervlakte

Bouwlandpercelen zonder f r u i t , gemiddelde oppervlakte. Bouwlandpercelen zonder f r u i t , k l e i n s t e o p p e r v l a k t e . . . Bouwlandpercelen zonder f r u i t , g r o o t s t e o p p e r v l a k t e . . . Gemiddelde oppervlakte van a l l e percelen

Aantal fruitbomen per p e r c e e l

Aantal per perceel f r u i t met bouwland, gemiddeld Aantal per perceel f r u i t zonder bouwland, gemiddeld.

Behoeft n i e t op het b e d r i j f ingevuld t e worden.

Deze t a b e l , afgeleid u i t t a b e l 2a, geeft een d u i d e l i j k beeld van de

i n het veld dikwijls onoverzichtelijke s i t u a t i e .

(16)

16

-Tabel 3. VERDELING VAN DE BOUWLANDGEWASSEN

Namen hoofdgewassen •1 Braakland Totaal Oppervlakte 2 % 3 l'ÖÖ ' i Namen nagewassen 4 Oppervlakte 5 . % 6 100

Tabel 4a.' TOTALE JAARPROD'ÜKTÏË, 'PRÖDÜKTI'Ë VAN" ÜË GEWASSEN PER EENHEID EN PRODUKTIE PER

DIERSOORT (BOUWLAND EN FRUITTEELT)

Naam van de Produkten 1 Bouwland. ... Fruit Totale jaar.produktie . . . in gewichtseenheid . Slechte, oogst 2 . Normale oogst 3 Goede oogst 4

.Opbrengst in gewichtseenheid ... per gewas per oppervlakte-eenheid ... resp.

in gewichtseenheid ... per h o o m - -•:' volwassen . Slechte oogst 5 Normale oogst 6 Goede oogst 7

Men heeft gewoonlijk een veel beter idee van de totale oogst van een gewas dan van de oogst per oppervlakte-eenheid. Het vaststellen van op-brengsten voor oogsten, die men aanmerkt als rësp. slecht, normaal en goed, geeft een meer betrouwbaar resultaat dan het zich op de.hoogte stellen van alleen de actuele oogst of normale oogst. Beginnen met de opbrengst van een slechte oogst geeft waarschijnlijk méér betrouwbare cijfers dan een begin met normale of goede oogst.

(17)

17

-Indien men in het oogstseizoen aanwezig is, mogen enige proefdorsingen en wegingen in het dorp niet achterwege blijven. Onder eigen controle dienen daartoe met een meterband vakjes van b.v. 2 x 2 m afgebakend te worden.

Tabel 4b. PRODUKTIE VEEHOUDERIJ

x Hoeveelheid melk in (maatstaf) per (diersoort) per jaar

Hoeveelheid melk in (maatstaf) per (diersoort) per jaar . Hoeveelheid melk in (maatstaf) per (diersoort) per jaar .

Aantal geboren kalveren per koe per drie jaar; Aantal geboren geitjes per geit per één jaar; Aantal geboren lammeren per schaap per één jaar; Aantal geboren biggen per zeug per één jaar; Aantal eieren gelegd per kip per jaar;

Gewichtshoeveelheid wol per schaap per jaar;

x

De door het jonge dier weggemolken hoeveelheid niet inbegrepen.

Bij opbrengstschattingen blijkt menigmaal dat de landbouwer met gerin-ge produktie de neiging heeft te hogerin-ge cijfers te verstrekken en dat de land-bouwer met hoge produktie menigmaal de neiging heeft te lage cijfers te . verstrekken.

(18)

u ni n) eu -p m • p cfl m •H •d o Si CU <u > M o o > 60 o o u o 53

8

K CU M p

I

.H C O <U s* ni (H CU • H 10 C O ü C CU 6 0 • H M ' M •H a M H 'S <U G • H fi N rK CU 6 0

i î

es ai "feS. Gew. / aant . Ander e be -stemmin g f4 O o tn t i cu • H •ö t i 0 Pi u 0) TS CU O > cu > T3 ra ra N •rl ra ra tSJ CU ft o a M CU > i s . Gew. / aant . ; •«.'• CD ^ . eu TA.

i

eu es •68. - p a ra efl \

i

eu C3 Aankope n aanta l diere n Total e produkti e gew./aant . tabe l k a CU 4-> •ö o tn CU Gewichts -maatstaf , resp . aan -talle n

1

ra 0 0 . . C— : 1-1 ITS 1-1 r-l rH C M r - l rH r-l : ; _ O 1-1

°^

00 c "-vo ^ i ;* K \ W rH

(19)

19

Voor veel gebieden is opvoering van percentage te verkopen Produkten een belangrijke weg tot verbetering van de economische situatie. Afhankelijk van de omstandigheden kan het soms beter zijn ook voor de veehouderijpro-duktie van normale proveehouderijpro-dukties uit te gaan in plaats van die van het laatste jaar.

Tabel 6. VERKOOP (EN AANKOOP) VAN PRODUKTEN Produkt 1 Gemiddelde prijs van laatste twee jaar Verkoop 2 Aankoop 3 Tijd van het jaar van maand tot maand k Soort koper

5

Naam van verkoops-plaats

6

Afstand af te leg-gen door landbou-wer met het produkt

7

Middel van vervoer

8

Aantal transpor-ten per jaar

9

Tabel 6 geeft enig inzicht in de prijzen en de afzetmogelijkheden van de produkten en het verloop van de inkomende geldstroom gedurende het jaar. Dit laatste is van belang voor beoordeling van kredietverlening en uitvoe-ring van openbare werken.

(20)

20

Tabel 7. NETTO-RESULTAAT VAN HET BEDRIJP (Inkomen vcor gezinsarbeid, bedrijfskapitaal, in totaal en per gewas, resp. fruitsoort en diersoort)

Opbrengsten Naam van het

gewas, fruit, dier 1 Totaal Oppervl.resp. aant. volw. bomen-raant. dieren Tabel 2a tabel lc 2 Eigen con-sumptie Tabel 5 nr. 15 en 17 x tabel 6 nr. 2

3

Verkopen (- aankoop vee) Tabel 5 nr. 5 x tabel 6 nr. 2 - ta-, bel 5 nr. 4 x tabel 6 nr. 3 4 Verschil in vee-inven-taris Tabel le x tabel 6 nr. 2 5 Totale opbr. in geld Nr. 3 + nr. 4 + nr. 5 6 Kosten Zaaizaad Gewicht 7 Totaal Prijs Nr. 7 x tabel 6 nr. 2 of nr.3

8

Geld

9

Betaald arbeids-loon Dagen 10 Geld Tabel 8b nr. 5 11 Veevoeder Aankoop Soort 12 Gewicht 13 Geld Ik Uit ei-gen be-drijf In geld Tabel 5 nr. 9 + nr.ll x tabel 6 nr. 2 15 Totaal in geld Nr. Hr + nr.15 16 Andere variabele kosten Soort 17 Geld 18 Totale variabele kosten in geld Nr. 9 + nr. 11 + nr. 16 + nr. 18 19 Resultaat Totaal saldo in geld

Nr. 6-nr. 19 20

Totaal

Saldo per eenheid

Nr. 20: nr. 2

21

Opbrengst per eenheid

Nr. 6: nr. 2

22

Variabele kosten per eenheid Nr. 19: nr. 2

(21)

21

Tabel "J, welke blijkens aanduidingen in de hoofden van de'kolommen grotendeels wordt afgeleid uit de voorafgaande tabellen, is te beschouwen als het begrote bedrijfseconomische resultaat van de huidige situatie in totaliteit en per produktierichting.

Tabel 8a. AANBOD VAN ARBEID EN WERKGELEGENHEID Alle gezinsleden 1 Totaal Leeftijd ml. 2... vr. 3 Dagen noodzake-lijke arbeid op het bedrijf h Aantal dagen zonder arbeid (vanaf....jaar) 5 . •Perioden zonder werk op het be-drijf

6

8b. ANDERE ARBEIDSKRACHTEN OP DIT BEDRIJP Soorten arbeidskracht (ml., vr.) 1 Totaal Leeftijd 2 Aantal dagen per jaar ge-werkt op dit bedrijf 3 Betaling in geld of na-tura 4 Schatting van het totale loon

5

De veel gehoorde mening dat men zich bij het bedrijfseconomische werk in ontwikkelingslanden weinig met de arbeidsfactor zou dienen bezig te houden omdat er toch grote werkloosheid is, is een onjuiste opvatting. Het produktief maken van deze arbeidskrachten is een van de belangrijkste grondslagen van het ontwikkelingswerk. Kennis van de werkgelegenheid op het eigen bedrijf gedurende het jaar (arbeidsfilm) is daartoe noodzakelijk.

(22)

22

-Tabel 9. WERKTUIGEN Soort 1 Totaal Aantal 2 Betaalde aanschaf-fingsprijs in geld per eenheid 3 Totaal aantal jaren bruik-•; baar 4

Tabel 10. TREKKRACHT: Beknopt omschrijven

Tabel 11. RECHTSVORM VAN DE GROND

Opmerking: Indeling van de tabel hangt sterk van het gebied af. De belangrijke hoofd-groeperingen kunnen zijn:

a. Eigendomsvormen van de grond b. Gebruiksvormen van de grond

Voorts kunnen belangrijke punten zijn: a. Bij Verpachting:woonplaats van de eigenaar

b. Systeem van weiderechten, gesplitst naar beboste grond, weidegrond en bouwland c. Systeem van irrigatierechten

d. Aard van grootgrondbezit; privé-persoon, kerkelijke instantie of staat e. Het verschijnsel van bedrijfsexploitatie in associatie met anderen

(23)

-

23

Tabel 12a en 12b. ONTVANGSTEN VAN DE BEDRIJFSEXPLOITANT EN ZIJN GEZIN, NIET AFKOMSTIG UIT HET BEDRIJF (Omvat alle ontvangsten van het laatste jaar. Ze zijn niet begrepen in de voorafgaande tabellen)

Tabel 12a. AARD VAN DE ONTVANGSTEN EN EVENTUEEL HIERVOOR VERRICHT WERK BUITEN HET BEDRIJF DOOR HET BEDRIJFSHOOFD EN GEZINSLEDEN

Aard van ont-vangsten

1

Totaal

Aard van het werk

2

Plaats

3

Aantal dagen en tijd van het jaar (let op tabel 8a) H Netto-ontvang-sten

5

Tabel 12b. VERHUUR VAN TREKKRACHT OF WERKTUIGEN AAN ANDEREN Omschrijving 1 Totaal Aantal en soort dieren 2

Aard van werk

3 Aantal dagen H- Netto-ontvang-sten

5

(24)

24

-Tabel 12: In. veel ontwikkelingslanden spelen de bijverdiensten een grotere rol dan onderzoekers en voorlichters aanvankelijk veronderstellen.

Tabel 13. ERVARINGEN VAN DE LANDBOUWER

Hij heeft ervaring met de volgende produktietakken welke hij niet op zijn bedrijf heeft.

Tabel ik. MOGELIJKHEDEN TOT BEDRIJFSVERBETERING VOLGENS DE MENING VAN LANDBOUWER ZELF

Met de notities in tabel 14 zal in de planning terdege rekening dienen te worden gehouden.

Tabel 15. SCHULDEN VAN DE LANDBOUWER Aard van de schuld

1

Totaal

Niet afgelost bedrag

2

Schuldeiser

3

Jaarlijkse rente in %

(25)

25

In verschillende Islamitische gebieden heerst een bepaald renteverbod. In deze gevallen is het wellicht beter de laatste kolom niet op te nemen,

dan wel de tekst anders te formuleren. Uiteraard dient men ten aanzien van vragen betreffende schuldpositie grote voorzichtigheid te betrachten. Om deze reden is dit punt dan ook achteraan geplaatst. Menigmaal willen armen zich als rijker voordoen dan ze zijn en willen rijken zich ais armer voordoen dan de werkelijkheid is.

Tabel l6. OPMERKINGEN

Onder opmerkingen kunnen diverse zaken worden vermeld, o.a. of de boer geschikt lijkt om een demonstratieveldje- met goed zaaizaad te exploiteren. Voorts indicaties omtrent het aantal jaren met goede en slechte oogsten

(26)

26

SLOTBESCHOUWING

Wie een drietal-bedrijven heeft onderzocht in een nieuw aan te pakken gebied doet er goed aan te controleren of er geen systematische of .andere fouten gemaakt zijn. Een belangrijk hulpmiddel hierbij is het thans ver-kregen inkomen dat berekend is door. analyse van de produktie, óók te bena-deren door analyse van-de consumptie en analyse van de'geldhuishouding. Verstandig is het, dergelijk onderzoek niet voor een ander dorp of gebied

aan te vangen alvorens de uitwerking en verslaggeving op schrift is. gesteld. Een cijfermatige verslaggeving zoals wij in ons land de standaardover-zichten van het Landbouw-Econornisch Instituut kennen, is de eerste bewer-king. Daarna volgt een descriptief verslag voorzien van enkele tabellen en grafieken. Gewoonlijk wordt dit aangevuld met enkele algemene gegevens over de streek betreffende aantal gezinnen, aantal bedrijven, oppervlakte van het gebied, onderwijs etc.

Het geheel kan daardoor het karakter krijgen van een

socio-agro-economisch onderzoek. Indien men in teamverband werkt, worden de voorstellen tot verbetering van de streek opgesteld in gezamenlijk overleg. Belangrijk is het, dergelijke voorstellen ook naar voren te laten komen uit een bij-eenkomst van een klein aantal vertrouwensfiguren uit het dorp. Technische specialisten kunnen uit bovenbeschreven onderzoek cijfers verkrijgen die van groot belang zijn voor de ontwikkeling van hun werk. In veel landen

zijn globale, gebrekkige statistieken aanwezig welke menigmaal behept zijn met systematische fouten. Confrontatie van dit cijfermateriaal met deze detailstudies kan aanwijzing geven tot correctie van de statistieken waar-door de bruikbaarheid ervan wordt verhoogd.

Het verkregen materiaal is thans een belangrijke basis voor de plan-ning en geeft o.a. ook waardevolle aanwijzingen ten aanzien van prioritei-ten en tot het berekenen van het rendement van in projecprioritei-ten te investeren geld. Begeleiding van het project en voorlichting worden erdoor mogelijk gemaakt. Dergelijke projecten hebben een reële basis en sluiten aan bij de behoeften en capaciteiten van de bevolking.

S 7195 550 ex. Verk/TB 22-6-1966

(27)

VOORBEELD VAN DE OPBOUW VAN HET INKOMEN UIT DE LANDBOUW

IN VIER NAAST ELKAAR GELEGEN DORPEN IN EEN ONTWIKKELINGSGEBIED

Per dorp, opbouw van het inkomen uit de landbouw

Aandeel van inkomen

100

/o

90

80

70

60

\-50

40

30

20

10

-/eehouderij

•Fruitteelt

Akkerbouw

£EE;

(28)

VOORBEELD VAN EEN CONCRETE VASTSTELLING VAN ARBEIDSAANBOD

TEN BEHOEVE VAN DE PLANNING VAN OPENBARE WERKEN IN EEN

ONTWIKKELINGSGEBIED

Arbeidsaanbod per maand (mandagen)

voor werk in het streekplan te Chrittate

Mande

per nr

1500

K 0 0

1300

1200

1100

1000

900

800

700

600

500

400

300

200

100

ige ïac

n

nd

-J

F

i l i n

M

A

N 1

J

J

A

: • : ' • : • '''*'*.

S

'.•'.•'.•

0

h

X

;i;

Mac

::x:: : • : ' • : • : :::::::

x£:

! • " • ! • !

1

x£:

: • : • : •

D

nd

(29)

27

LITERATUUR

1. Le Développement Economique Rural du Rif Occidental. Rapport Final de la Mission DERRO (Version Technique détaillée, Ir. G. Veldman, Drs. H. de Meel, G.G. Verkerk et autres). Fonds Spécial des Nations Unies F.A.O., Ministère de l'Agriculture. O.N.M.R., Maroc Juillet 1964. 2. La Vie Economique No. 2298 Avril 1966. Administration, 5 Ed. A. ben

Yacine (ex-Ney), Casablanca.

3- Rapport Préliminaire sur la Zone d'Attaque Sahéla-Sra. Partie I (+ édition des cartes). Maroc Juillet 1962 (Rapport de l'équipe DERRO de la F.A.O.).

4. Rapport sur la Zone d'Attaque Sahéla-Sra Partie II (+ édition des car-tes) Maroc Novembre I962 (Rapport de l'équipe DERRO de la F.A.O.). 5. Rapport sur la Zone d'Attaque Sahéla-Sra Partie III (Complement de

partie I) Maroc 1963. Rapport de l'équipe DERRO de la F.A.O.). 6. DERRO Périmètre pilote de l'oued Meliah, Maroc 1963.

7. DERRO Périmètre pilote de l'oued Sidi Abdallah, Maroc Février 1964. 8. DERRO Périmètre pilote de l'oued Timethgas, Maroc Mars 1964.

9. Le projet pour le Développement Economique Rural de la Région du Rif Occidental.

Ir. G. Veldman. Réunion sur le développement régional dans la zone Méditerranéenne Nîmes, Mai 1964.

10. La vie de famille dans le Rif Occidental et spécialement dans le douar d'El Mizab. G.G. Verkerk. Février I962.

11. Résultats des études socio-économiques par sondage des exploitations agricoles dans la commune Rurale de Zrizer, Maroc, G.G. Verkerk. 12. Résultats des études socio-économiques à Isdad, Maroc, G.G. Verkerk

(Bevat o.a. vaststelling van het economisch resultaat van de cultuur en verkoop van verdovende middelen (canabicus indica)).

13« Resultats des études socio-économiquesà Ouled Quartit - Taghzout, Maroc, G.G. Verkerk.

14. Methods of farm management investigations, W.Y. Yang, F.A.O. Rome, 1965.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

With the human immunodeficiency virus spreading faster among women than among men and with men as the main decision makers in the family, men's needs, knowledge, attitudes and

Artikel 197A(2)(a) bepaal dat die nuwe werkgewer in die plek van die ou werkgewer geplaas word ten opsigte van alle dienskontrakte wat bestaan het onmiddelik voor die ou werkgewer

Er wordt opgemerkt dat het fijn is dat het project ontmoetingscentra erkend is door het erkenningtraject van Vilans/Trimbos/ZINL en dus opgenomen wordt in de bibliotheek, maar dat

 De meeste vissers geven aan weinig te denken bij het zien van de hoeveelheid discards die ze aan boord halen; het hoort bij de visserijpraktijk, zoals bijvoorbeeld visser 6

van 100 cm en hebben een hoogte van 5 cm. De monsters worden doorgaans verticaal genomen met behulp van een boor waar de monsterring is ingesloten. Nadat de grond tot de gewenste

De bedrijven waar de zoon in 1974 niet meer meewerkte Op een groot aantal bedrijven (40%) waar in 1972 een zoon is gaan meewerken was deze in 1974 niet meer werkzaam, hoewel de

De op de ledenvergadering in maart 1995 gepresenteerde nieuwe statuten zijn na enkele wijzigingen door de ledenvergadering goedgekeurd. Bij de notaris wordt er de laatste hand