• No results found

Alg. & abdominale heelkunde - Liesbreuken en dijbreuken

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Alg. & abdominale heelkunde - Liesbreuken en dijbreuken"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Liesbreuken en Dijbreuken

Patiënteninformatie

(2)

Inhoudstafel

1. Heelkundige behandeling van lies- en dijbreuken ... 3

1.1. Wat is een liesbreuk en een dijbreuk ... 3

1.2. Wanneer is een operatie nodig? ... 4

2. Het verloop van de behandeling ... 5

2.1. Voorbereiding op de ingreep ... 5

2.2. De dag van de ingreep ... 6

2.3. De ingreep ... 7

2.4. Na de ingreep ... 9

2.5. Na vertrek uit het ziekenhuis ... 10

2.6. Mogelijke verwikkelingen ... 11

2.7. Wanneer moet je je chirurg contacteren? ... 13

3. Vragen ... 14

3.1. Kosten ... 14

3.2. Informed consent (geïnformeerde toestemming) ... 14

4. Contactgegevens ... 15

Deze publicatie is een uitgave van de dienst abdominale heelkunde, in samenwerking met de dienst communicatie van het Regionaal ziekenhuis Heilig Hart Leuven.

Versienummer: 1.2

Datum van afwerking: maart 2017, update 2020 Auteur: dr. Karel Mulier

Alle rechten voorbehouden

Niets uit deze uitgave mag worden gekopieerd en/-of verspreid zonder schriftelijke toestemming van de eigenaar, aan te vragen via communicatie@hhleuven.be

Aarzel niet er ons op te wijzen indien er belangrijke tekortkomingen zijn in deze informatiebrochure of indien er onduidelijke paragrafen zijn.

(3)

1. Heelkundige behandeling van lies- en dijbreuken

1.1. Wat is een liesbreuk en een dijbreuk?

Een lies/dijbreuk is een doorzakking van het buikvlies doorheen de buikwand ter hoogte van de lies. De uitstulping van het buikvlies vormt een zak (= breukzak) waarin ingewanden kunnen indalen.

Een liesbreuk kan aangeboren zijn of ontstaan door langdurige en

herhaalde overbelasting van de liesstreek. Voorbeschikkend zijn zware beroepen door tillen van zware lasten, veel persen door moeilijke stoelgang of veel hoesten door chronische longaandoeningen. Rokers hebben een groter risico op het ontwikkelen van een liesbreuk.

Een dijbreuk is ook een doorzakking van

het buikvlies door een zwakke plaats tussen de spieren maar deze plaats is iets lager in de lies gelegen. Het principe is hetzelfde. Een dijbreuk komt veel minder voor en wordt vooral gezien bij vrouwen.

Een lies/dijbreuk verdwijnt nooit spontaan en wordt meestal geleidelijk groter. De meeste

breuken veroorzaken ongemak of pijn bij inspanning of persen. Meestal kan de inhoud worden teruggeduwd. Soms kan deze vastklemmen in de breukpoort. Het risico hierop is hoger bij een dijbreuk dan bij een liesbreuk. Een ingeklemde breuk gaat meestal gepaard met veel pijn en de zwelling kan niet meer weggedrukt worden. Een dringend nazicht door een arts is dan nodig en vaak is een

(4)

1.2. Wanneer is een operatie nodig?

Je arts stelt de diagnose van een liesbreuk of dijbreuk aan de hand van zijn of haar bevindingen bij het lichamelijk onderzoek. Aanvullend onderzoek is meestal niet nodig. Je arts kan in de meeste gevallen de breuk goed vaststellen als je recht staat. Ook de andere zijde zal steeds nagekeken worden. Na het onderzoek, zal je arts met je bespreken hoe de breuk behandeld kan worden. Meestal wordt een operatie geadviseerd aan één of aan beide zijden. Als de breuk weinig of geen last geeft, kan men ook een afwachtende houding aannemen.

Bij elke patiënt zal de arts de risico’s en mogelijke complicaties van een operatie (zie hieronder) afwegen tegen het risico op inklemming bij een afwachtende houding.

Een breukband wordt nog maar zelden voorgeschreven maar het kan nuttig zijn om in afwachting van de operatie een ondersteunende liesbreukslip te kopen bij een bandagist.

Er worden twee mogelijke technieken uitgelegd. Bij beide operaties wordt een kunststof netje (mesh, prothese) gebruikt om de liesregio te verstevigen. Dit kunststofmateriaal is veilig en wordt door het lichaam goed geaccepteerd. Het netje kan geplaatst worden via een klassieke ‘open’ insnede in de lies (Lichtenstein techniek) of via een kijkoperatie (laparoscopie). Je arts zal met je bespreken welke techniek in jouw geval het beste lijkt. Dit hangt onder meer af van het type en de grootte van de breuk en van eventuele littekens van voorgaande ingrepen. Ook het type verdoving speelt een rol bij de beslissing. In sommige gevallen kan je arts beslissen om nog een andere techniek te gebruiken.

(5)

2. Het

verloop van de behandeling

2.1. Voorbereiding op de ingreep

Meestal is er bij een liesbreukoperatie sprake van een dag-opname. Het kan echter gebeuren dat je aan het einde van de dag nog niet fit genoeg bent om naar huis te gaan. In dat geval blijf je een nachtje in het ziekenhuis. Ook als je een belangrijke medische voorgeschiedenis hebt en/of als je weinig of geen opvang thuis kan vinden, geniet een korte ziekenhuisopname de voorkeur.

Deel je persoonlijke medicatie mee aan je arts. Vergeet niet te vermelden of je anticoagulantia (geneesmiddelen die de bloedstolling vertragen), aspirine of ontstekingsremmende medicatie neemt. Dergelijke medicatie verhoogt het risico op bloedingen tijdens en na de ingreep. Geef zeker aan of je allergisch bent voor bepaalde stoffen (zoals jodium, aspirine, antibiotica, latex,...).

In functie van je leeftijd en medische voorgeschiedenis dienen de nodige preoperatieve onderzoeken te gebeuren. Zo nodig moet je voor de ingreep je huisarts contacteren of een afspraak maken op de preoperatieve anesthesieraadpleging.

Het is belangrijk om je voor de operatie heel grondig te wassen. De navel en liesstreek zijn dikwijls een broeinest van vele huidbacteriën en die kunnen oorzaak zijn van een wondinfectie na de operatie. We raden aan om een douche te nemen en de navel, de liesstreek en de genitalia grondig te reinigen met antiseptische zeep (bvb. iso-Betadine® Uniwash).

Ontharen moet zo kort mogelijk voor de operatie gebeuren in het ziekenhuis. Daarom vragen we je om een week voorafgaand aan de operatie het operatiegebied niet meer zelf te ontharen met een tondeuse, scheermesje of ontharingscrème.

Aangezien het risico op complicaties verhoogd is bij rokers, zal je arts je vragen te stoppen met roken.

(6)

2.2. De dag van de ingreep

Op het moment van de operatie moet je minstens 6u nuchter zijn. In specifieke gevallen is een licht ontbijt (zonder melkproducten) toegestaan de ochtend van de operatie voor 8 uur. Indien dit bij jou van toepassing is, zal je chirurg dit vooraf met je bespreken. Belangrijke medicatie moet je wel nog innemen met een slokje water. Je arts zal dit op voorhand met je bespreken. Vermeld dit ook aan de verpleegkundige wanneer je opgenomen wordt.

Meld je aan bij het onthaal (gebouw O). Daar worden de administratieve formaliteiten vervuld. De verpleegkundige die je opvangt, zal samen met jou enkele voorbereidingen treffen: je moet je uitkleden, je krijgt een operatiehemdje aan en een identificatiebandje rond de pols en de te opereren streek wordt geschoren. Indien je een kunstgebit, bril, contactlenzen of sieraden draagt, dient je deze te verwijderen.

Vlak voor de ingreep zal je gevraagd worden de blaas volledig te ledigen. Wanneer het jouw beurt is, word je naar de operatiezaal gebracht. De chirurg zal je nog zien voor de ingreep en zal de operatiezijde markeren met een stift.

(7)

2.3. De ingreep

De open liesbreukoperatie (Lichtenstein operatie)

Deze ingreep gebeurt via een insnede in de lies. De uitstulping van het buikvlies (breukzak) wordt teruggeduwd of weggenomen. De zwakke plek in de buikwand wordt hersteld met een kunststofnetje (prothese) tussen de buikwandspieren.

Deze ingreep hoeft niet altijd uitgevoerd te worden onder algemene verdoving. Het kan ook met een regionale verdoving in de rug of zelfs met een lokale verdoving in de lies.

Buikspieren Iliohypogastrische zenuw Twee lagen peesbladen of fasciae Genitofemorale zenuw Bloedvaten van de zaadstreng Lies ligament Kunststofnetje Zaadstreng

(8)

De kijkoperatie (TEP = Totaal Extra Peritoneaal of TAPP = TransAbdominaal PrePeritoneaal)

Bij een kijkoperatie brengt je arts via een aantal gaatjes de instrumenten en een camera naar binnen. Je arts kan via de camera zijn/haar handelingen volgen op een televisiescherm. Bij deze methode wordt de prothese geplaatst in de ruimte tussen de spieren van de buikwand en het buikvlies.

De kijkoperatie vraagt altijd een algemene verdoving. Het herstel gaat meestal iets sneller en is over het algemeen minder pijnlijk. De ingreep is ook voordelig bij een breuk aan twee kanten.

(9)

2.4. Na de ingreep

Na de operatie word je naar de ontwaakruimte gebracht. Hier verblijf je tot je weer goed wakker bent en de verdoving is uitgewerkt. Gespecialiseerde verpleegkundigen bewaken je ademhaling, hartslag en bloeddruk. Na het verblijf in de ontwaakzaal word je naar de kamer gebracht.

Na de operatie kan het operatiegebied pijnlijk zijn. Aarzel niet iets te vragen tegen de pijn. De reactie op de operatie is voor iedereen anders en is dus ook niet van tevoren te voorspellen. Geef ook aan wanneer je geen pijn hebt.

Je arts komt na de ingreep langs en controleert of je vlot uit bed kan, of je kan drinken, geplast hebt en of de pijn onder controle is. Ook controleert hij/zij de wondjes van de ingreep. Je arts beslist samen met jou of je klaar bent om naar huis te gaan.

Alle formulieren voor de verzekering of voor werkonbekwaamheid kan je nu door je arts laten invullen. Zorg ervoor dat je de formulieren reeds zo veel mogelijk zelf hebt ingevuld (onder andere je persoonsgegevens).

Je krijgt ook het nodige verbandmateriaal en pijnstilling (of de voorschriften hiervoor) mee. Om persen te vermijden, onderhoud je best een vlotte stoelgang. Indien nodig kan je hiervoor een stoelgangsverzachter innemen. Bij ontslag worden 2 zakjes Movicol® meegegeven.

Bij ontslag ontvang je een medisch verslag. Dit wordt ook electronisch naar je huisarts verzonden. Je gaat immers voor een wondcontrole bij hem/haar langs na 10 dagen. Het kan ook dat je wordt uitgenodigd voor een postoperatieve raadpleging bij je chirurg. De afspraak hiervoor krijg je mee bij ontslag uit het ziekenhuis.

Je zorgt best voor vervoer aangezien je zelf niet mag rijden. Neem een rechte houding aan en laat je begeleider de bagage dragen.

(10)

2.5. Na vertrek uit het ziekenhuis

Je mag dezelfde avond thuis rustig rondlopen en een lichte maaltijd gebruiken. Je mag ook een pijnstiller nemen zoals door je arts werd voorgeschreven (bvb. paracetamol 1 gram tot 4x/dag). Het is raadzaam om deze pijnstillers alvast vóór de ingreep in huis te hebben. Je kan slapen in een gewoon bed en je mag een trap opgaan.

Je huisarts is op de hoogte van je ingreep. Je belt hem/haar het best de dag na de ingreep om te melden hoe het met je gaat. Maak bij je huisarts alvast een afspraak voor de wondcontrole. De wonde is gesloten met een verband waarmee je onder de douche kan. Zolang het goed kleeft, mag je het dicht laten. Als het loskomt, kan je de wonde ontsmetten en terug een nieuw doucheverband aanbrengen.

De eerste twee weken doe je het best rustig aan. Een beetje beweging is goed voor de bloedcirculatie en de spijsvertering (bvb. rustig wandelen, boodschappen doen), maar we vragen je om in de eerste twee weken nog geen zware lasten te heffen of te sporten (fietsen, zwemmen,…). Ook betrekkingen kan je het best vermijden in die periode. Autorijden mag wel vanaf enkele dagen na de ingreep. Indien je de neiging hebt tot constipatie, mag je een laxeermiddel nemen.

Je krijgt een bewijs van werkonbekwaamheid mee voor de duur van twee tot vier weken afhankelijk van de aard van je werk.

Op de 10de dag na de operatie ga je op controle bij je huisarts. Deze kijkt de wonde na en oordeelt of er iets bijzonders is. De wondverbandjes kunnen dan definitief verwijderd worden. Er moeten géén hechtingen verwijderd worden omdat alle wondjes gehecht worden met een draad die spontaan vergaat.

Met intensieve sporten of tillen van zware gewichten (> 10 kg) wacht je best 4 tot 6 weken na de operatie. Zwemmen en baden is toegelaten zodra de huid volledig genezen is.

(11)

2.6. Mogelijke verwikkelingen

Een liesbreukoperatie is een veilige operatie en ernstige complicaties zijn zeldzaam. Er bestaat echter geen ingreep zonder mogelijke verwikkelingen. Je algemene toestand is mede bepalend voor het postoperatief verloop en voor de risico’s verbonden aan de ingreep. Het risico op complicaties is verhoogd bij mensen met overgewicht. Ook roken en suikerziekte kunnen de kans op wondproblemen gevoelig vergroten. Aarzel niet er met je arts over te spreken. Vermeld vorige ziekten en ondergane behandelingen.

De belangrijkste complicaties op korte termijn.

Bloeduitstorting

Soms ontstaat er een bloeduitstorting met blauwe verkleuring van je lies en scrotum. Dit is pijnloos en trekt vanzelf terug weg. Ondersteunend ondergoed kan helpen om dit tegen te gaan.

Vochtopstapeling (seroom)

Na herstel van een grote breuk kan er gedurende enkele weken tot maanden een zwelling voelbaar blijven door een vochtcollectie. Ook dit is pijnloos en het zal meestal langzaam vanzelf verdwijnen.

Soms kan een man een zwaartegevoel of ongemak voelen in een teelbal maar dit verdwijnt meestal na enkele weken.

Problemen bij het plassen

Mensen die vooraf problemen hadden bij het plassen, bijvoorbeeld door prostaatvergroting, kunnen soms na de ingreep zo moeilijk plassen dat ze daarvoor tijdelijk een blaassonde kunnen nodig hebben.

(12)

Wondinfectie

Ontsteking of infectie van de wondjes met roodheid, pijn en zwelling is mogelijk. Soms gaan de wondranden open en moet de wonde verder thuis verzorgd worden door een thuisverpleegkundige.

Bacteriën die zich nestelen op een kunststofnet zijn heel moeilijk te bestrijden. Soms kan het zelfs nodig zijn om het besmette net terug te verwijderen. Dit is gelukkig slechts zeer zeldzaam het geval.

Er zijn ook ernstige complicaties mogelijk die gelukkig ook heel erg zeldzaam zijn: een zware nabloeding in de buikwand waarvoor een heroperatie noodzakelijk kan zijn, een accidenteel letsel van de darm of van de blaas.

Verder zijn er ook bij deze operatie de klassieke risico’s op complicaties zoals trombose, longontsteking, urineweginfectie, hartproblemen, …

De belangrijkste complicaties op lange termijn.

De belangrijkste complicaties op langere termijn (enkele maanden/jaren) zijn chronische liespijn en een nieuwe liesbreuk. De kans op infectie en ontsteking van het kunststofnet, wat zich uit met koorts en pijn, is zeer klein.

Chronische liespijn

Er zijn patiënten die lange tijd pijn blijven voelen in de operatiezone. Slechts bij een kleine minderheid (ongeveer 3%) blijft deze pijn bestaan met een belangrijke impact op het dagelijks leven. Deze pijn is moeilijk te behandelen en vraagt de aanpak van verschillende artsen, waaronder ook de artsen van de pijnkliniek. Met een kijkoperatie is de kans op deze ernstige chronische pijn wellicht iets lager.

(13)

Recidief liesbreuk

Door het plaatsen van een netje is een recidief (= het terugkomen van de liesbreuk) aan dezelfde kant van het liesbreukherstel erg zeldzaam geworden. Het percentage is ongeveer 3-5% in de tien jaar volgend op de operatie. Als je een liesbreukherstel aan één kant ondergaat, heb je ongeveer 10 -20 % kans om aan de andere kant een liesbreuk te ontwikkelen in de daaropvolgende jaren. Deze opsomming van mogelijke complicaties is onvolledig en vermeldt enkel de meest frequente verwikkelingen.

2.7. Wanneer moet je je chirurg contacteren?

Je neemt het best contact op met je chirurg wanneer je bijvoorbeeld één van de volgende situaties vaststelt:

 koorts vanaf 38 graden, koude rillingen of klam zweet;

 sterke zwelling of pijn in het scrotum of de liesregio;

 toenemende zwelling van de buik of toenemende pijn;

 aanhoudende misselijkheid of aanhoudend braken;

 aanhoudende hoest of ademhalingsmoeilijkheden;

(14)

3. Vragen

De informatie in dit document heeft een algemeen karakter en is bestemd om de patiënt in de mate van het mogelijke in te lichten. Dit document kan echter niet alle aspecten van de chirurgische ingreep bespreken. Indien je nog andere vragen hebt, stel deze dan gerust aan je arts of chirurg tijdens de consultatie of op de afdeling waar je opgenomen bent.

3.1. Kosten

Inlichtingen over de kosten van de ingreep, van de onderzoeken, van de raadplegingen en van de ziekenhuisopname kunnen verkregen worden bij de financiële dienst van het ziekenhuis. Je kan je daar ook informeren over het deel van de kosten dat je zelf moet betalen en niet gedekt wordt door het ziekenfonds.

Alle artsen van de dienst algemene en abdominale heelkunde zijn geconventioneerd en werken volgens de RIZIV tarieven. Supplementen worden enkel op een eenpersoonskamer aangerekend en bedragen 150%. Het RIZIV nomenclatuurnummer van een herstel aan één zijde is 241872 (dagopname) – 241883 (hospitalisatie), voor een herstel aan beide zijden is het 241894 (dagopname) – 241905 (hospitalisatie).

3.2. Informed consent (geïnformeerde toestemming)

Voor de aanvang van een medische behandeling is het noodzakelijk dat je als patiënt je toestemming geeft. Je dient dan op voorhand door je arts voldoende geïnformeerd te zijn over onder meer het verloop en eventuele risico’s die verbonden zijn aan de behandeling.

Je arts zal je na het gesprek over de behandeling vragen om een document te ondertekenen waarin je erkent in te stemmen met de behandeling na voldoende te zijn ingelicht. Je geeft hiermee te kennen deze informatie begrepen te hebben. Dit document wordt het “informed consent” genoemd.

(15)

4. Contactgegevens

Abdominaal chirurgen Dr. Karel Mulier 016/209.885 Dr. Paul Haers 016/209.915 Dr. Vicky Drubbel 016/209.230 Dr. Sabri Sagaama 016/209.078

Secretariaat Algemene Heelkunde

Patricia Vanlangendonck 016/209.571 patricia.vanlangendonck@hhleuven.be

Verpleegafdeling

Chirurgisch daghospitaal (5A) 016/209.254 Algemene Heelkunde, short stay (3A) 016/209.257 Algemene Heelkunde, long stay (6A) 016/209.311

Spoedgevallendienst 016/209.280 Facturatiedienst 016/209.312 facturatie@hhleuven.be Algemeen nummer 016/209.211 Afsprakendienst 016/209.209 Opnamedienst 016/209.243 016/209.253

(16)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Third, after the increase of DMC1 foci immediately after irradiation, a slow diminution is observed with recovery time for most stages; however, most did not reach control levels

Fosfomycin trometamol in a single dose versus seven days nitrofurantoin in the treatment of acute uncomplicated urinary tract infections in women. Falagas ME, Vouloumanou EK,

§ Bezit actuele kennis van nieuwe vaktermen die betrekking hebben op moderne bouwmaterialen voor dak en gevel § Bezit basiskennis van de economische en sociale duurzaamheid

Voorlopig aangehouden Nederlandse Rassen 4908 Herkomst : Bloei : Vruchtbaarheid : Vrucht Kerngehalte Drooggewicht Grootte Opening Verwijdering Uiterlijk.. Kleur van de kern

Binnen de context van de Academische Opleidingsschool Amsterdam kan geconcludeerd worden dat in de ogen van de onderzoeksdocenten hun betrokkenheid bij het doen van

Deze resultaten betekenen dat als jongeren chronisch eenzaam worden de wens naar herstel van sociale relaties afneemt, er minder voldoening wordt gehaald uit situaties van

Tijdens de toediening van iloprost controleert de verpleegkundige regelmatig uw bloeddruk, pols en wordt u gevraagd hoe u zich voelt.. Mocht u vervelende bijwerkingen ervaren,

In [van Hee (1978a)J we consider these strategies also for the discounted total return case and we prove there that these strategies are optimal for the linear system with