• No results found

Beproeving Kongskilde graanblazer type D - 52 DKM

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Beproeving Kongskilde graanblazer type D - 52 DKM"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BULLETIN No. 170

BEPROEVING

KONGSKILDE GRAANBLAZER

TYPE D-52 DKM

Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie

(2)

• DE KONGSKILDE GRAANBLAZER

Fabrikant: Kongskilde Maskinfabrik A.S., Sorö, Denemarken Vertegenwoordiger: Kongskilde Maskinfabrik A.S. Benelux-Branch, Breda Prijs op 1 januari 1961, met elektromotor en toevoerapparaat: f 1725,—

In 1960 is door het Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie en het In-stituut voor Bewaring en Verwerking van Landbouwprodukten een Kongskilde graanblazer type D-52 DKM beproefd. De beproeving vond plaats in de gebouwen van het I.L.R. te Wageningen.

BESCHRIJVING V A N DE BLAZER

De Kongskilde graanblazers zijn leverbaar met verschillende capaciteiten en met of zonder aangebouwde motor. Beproefd is het type D-52 DKM, het grootste uit de serie.

De Kongskilde graanblazer bestaat uit een op een raam van hoekijzer gemonteerde ventilator, een elektromotor en een toevoerapparaat.

De ventilator is een centrifugaalventilator. Het ventilatorhuis is vervaardigd uit plaatstaal. De waaier is op de as van de elektromotor aangebracht. Hij heeft twaalf schoepen die tussen twee staalplaten zijn bevestigd. De schoepen staan iets scheppend. De lucht treedt van opzij in het ventilatorhuis binnen. De zuigopening is afgeschermd door een raamwerk met gaas. De lucht verlaat het ventilatorhuis aan de onderzijde door een vierkant kanaal. In dit kanaal bevindt zich een klep waarmee de luchttoevoer kan worden afgesloten.

Het toevoerapparaat bestaat uit een kleine trechter en een buis waarin een worm draait. Boven de toevoeropening kan een grote storttrechter worden geplaatst. Het graan wordt gestort in de trechter en door middel van de worm in de transportbuis gebracht. Ter plaatse waar het graan in de leiding komt, bevindt zich een vernauwing met daarachter een venturi. Door de vernauwing wordt de snelheid van de lucht-stroom vergroot. De buis waarin de worm draait is bij de invoeropening uitgerust met een zeef. Hierdoor kan de lucht die in de buis wordt geblazen worden afgevoerd. De worm wordt via een V-snaar door de elektromotor aangedreven. De trechter, die op de vulopening kan worden geplaatst, staat aan de ene zijde op twee pootjes. Deze zijn in hoogte verstelbaar. De andere zijde rust op de installatie. Onder in de trechter is een schuif aangebracht waarmee de toevoer van het graan kan worden geregeld.

De transportleiding, die ter plaatse vandevulinrichtingnog vierkant is, gaat hierna over in een ronde buis. De pijpen en de bochten van de transportleiding zijn vervaar-digd van gegalvaniseerde plaat. Ze schuiven ca. 13 cm in elkaar. Om luchtlekken zo-veel mogelijk tegen te gaan worden om de gedeelten waar de pijpen in elkaar worden geschoven rubberringen gelegd.

Aan het einde van de transportleiding kan een cycloon worden aangebracht. Hierin wordt de lucht gescheiden van het graan. De lucht met het graan wordt tangentiaal in de cycloon ingevoerd. De lucht met stof e.d. ontsnapt hoofdzakelijk aan de boven-zijde, terwijl het graan er onder uitkomt. De cycloon is voorzien van haken om hem op te kunnen hangen.

(3)

TECHNISCHE GEGEVENS

Afmetingen installatie zonder storttrechter :

Lengte 1400 mm Breedte 730 mm Hoogte 800 mm Gewicht 145 kg Ventilatorhuis : Diameter 650 mm Breedte 125 mm Afmetingen toevoerkanaal 125 x 125 mm „ vernauwing 125 X 70 mm venturi 125 x 85 mm Waaier : Diameter 520 mm Aantal schoepen 12 Toevoerapparaat: Wormhuis: Diameter 160 mm

Lengte 600 mm Worm: Diameter 150 mm Toerental 600 omw./niin Spoed 45 mm Storttrechter: Lengte 955 mm Breedte 685 mm Hoogte 600 mm Inhoud 1901 Gewicht 48 kg Cycloon : Diameter 600 mm Hoogte 710 mm Gewicht 34 kg Buizen : Lengte 2000 mm Diameter 157 mm Straal van bochten 1000 mm Aandrijving: Elektromotor

Merk Thrige Odense Type NA 43 Nummer 1350 260 Voltage 380 V A Toerental . 2900 omw./tnin Vermogen 7,5 pk WIJZE V A N BEPROEVEN

Bij de beproeving zijn de mogelijkheden van de Kongskilde graanblazer voor het ventileren en het transport van graan nagegaan. Voor het onderzoek van de eerstge-noemde mogelijkheid zijn de luchtcapaciteiten, de bijbehorende drukken en het door de elektromotor opgenomen vermogen bepaald. Tevens zijn de temperatuurverhoging van de lucht en de drukverliezen in de buizen gemeten.

De mogelijkheden van de Kongskilde voor het transport van graan zijn nagegaan met tarwe en gerst. Hierbij zijn de capaciteiten en de bijbehorende luchtsnelheden bij verschillende pijplengtes bepaald en de weerstandsverliezen in de leidingen gemeten. Bij deze metingen zijn monsters genomen voor het onderzoek op korrelbeschadiging.

(4)

RESULTATEN V A N DE BEPROEVING

A. HET VENTILEREN VAN GRAAN

Luchtcapaciteit en druk

In fig. 1 is een overzicht gegeven van de meetopstelling tijdens het bepalen van de luchthoeveelheid-drukkarakteristiek. De verschillende drukken (de statische, de dyna-mische en de totale druk) werden met een pitotbuis en een micromanometer gemeten.

:z

M.P1 M.P2

ventilator M.P3

FIG. 1. Overzicht van de meetopstelling voor het bepalen van de luchthoeveelheid-drukkarakteristiek. Bij MP 1 werd de luchthoeveelheid gemeten met de hierbij behorende statische druk. De sta-tische druk werd ook bij MP 2 gemeten. De drukken zijn teruggerekend tot in het punt MP 3. In tabel 1 zijn de resultaten van de metingen en de daaruit berekende cijfers ver-meld. Deze zijn in grafiek 1 in overzichtelijke vorm samengevat.

TABEL 1. Luchtcapaciteit, druk en rendement Stat. druk mm wk 50 100 150 200 250 300 350 400 450 500 550 Dyn. druk mm wk 111,5 103,0 93,5 85,5 75,2 64,8 53,3 41,5 29,2 16,4 4,6 Tot. druk mm wk 161,5 203,0 243,5 285,5 325,5 364,8 403,3 441,5 479,2 516,4 554,6 Lucht-snelheid m/sec. 42,3 40,6 38,7 37,0 34,7 32,2 29,2 25,8 26,6 16,2 8,6 Lucht-verplaatsing m3/uur 2930 2820 2690 2560 2410 2240 2030 1790 1500 1300 600 Toerental waaier omw/min 2900 2905 2908 2910 2912 2915 2920 2925 2930 2935 2940 Opgenomen vermogen installatie k W 5,5 5,4 5,4 5,3 5,3 5,3 5,2 4,9 pk 7,5 7,4 7,4 7,3 7,3 7,2 7,0 6,7 4,6 i 6,2 4,1 1 5,6 3,5 4,8 Rende-ment 0/ /O 23,5 28,7 33,0 37,3 40,0 42,3 43,5 44,0 43,0 38,5 25,6

De verschillende drukken zijn alle teruggerekend tot het punt MP 3 (zie fig. 1) door de verliezen in rekening te brengen. Omrekening tot in het ventilatorhuis was niet mogelijk, daar de verliezen die in de vernauwing voor de venturi optraden niet bekend zijn. Doordat deze verliezen niet in rekening zijn gebracht, is het rendement laag. Het rendement van de ventilator alléén zal hoger liggen. Met het opgenomen vermogen wordt het aantal kW's of pk's bedoeld dat door de installatie uit het net werd opgenomen. Hierbij is geen rekening gehouden met het rendement van de motor. Het vermogen aan de as van de motor lag dus lager, want in de motor zelf traden ook verliezen op.

(5)

Temperatuurverhoging

Door de wrijving en de drukverhoging in het ventilatorhuis trad een temperatuur-verhoging op. Om deze te controleren werden de temperatuur van de aangezogen lucht en de temperatuur van de lucht in de buis op ongeveer 3 m achter de ventilator bepaald. Er werd een temperatuurverhoging van 5,3 °C gemeten.

Drukverlies in de buizen

Als de lucht door de buizen wordt geblazen, treedt er drukverlies op door de wrij-ving van de lucht langs de wand van de buis. Dit verlies is bepaald door het druk-verschil tussen de punten MP 1 en MP 2 (zie fig. 1) bij druk-verschillende luchtsnelheden te meten.

De wrijvingscoëfficiënt bleek 0,017 te bedragen. Dit betekent dat er in de buizen over een afstand van 10 m bij een luchtsnelheid van 22 m/sec een drukverlies van ca. 27 mm wk optrad. Nadat de buizen enige tijd voor het transport van graan waren gebruikt, bedroeg de wrijvingscoëfficiënt nog 0,013.

B. HET TRANSPORT VAN GRAAN Capaciteit

In figuur 2 is de opstelüng weergegeven die werd toegepast om de transportcapaci-teit van de Kongskilde graanblazer te meten. Op de blazer was een horizontale leiding aangesloten waarvan de lengte bij de proeven werd gevarieerd (7^-15-22^-30-37^-45-52J-84 m). Daarachter volgden een verticaal stuk van 5 m, een horizontaal stuk van 1 m en de cycloon.

Cycloon

M.P2

n m

ventilotor M.P3 bo seule

FIG. 2. Overzicht van de meetopstelling voor het bepalen van de capaciteit bij het transport van graan. De lengte van het horizontale stuk leiding werd van 7J tot 84 m gevarieerd. De proeven werden gedaan met tarwe en gerst. Er werd bepaald hoeveel graan ma-ximaal bij verschillende lengtes van de leiding in een bepaalde tijd werd verplaatst. Hierbij werden tevens de luchtsnelheden met een pitotbuis gemeten.

De resultaten van de metingen zijn in grafiek 2 weergegeven. Hieruit is tabel 2 samengesteld.

(6)

ëSttnE

o ^ CM C e 6 0 O e CD > -o M •3 o c ( N >Tï ^ 0 ^ S-H <D N J2 o xi £> 'S o G cd u b0 0> ca ~o o. ca o £ 00 e J ^ CO U7

• / , ui ai)B)|B)sui luaujspuäj >|d ui US6OUJJSA uaujouaßdo tau )in IfMOIUJ UI ')B}S d Ü

. ^ Cs^ m

s.

1 > ! 2 ^ ' ^ ^ O O t ^ O o o ( O 8 O m

s

o o

s

o o o M o g O l J È Ç c m O t

s

« "o. « > " O '5 « > « 2 X 0 < 0 2 .* CA M c o

a

5> • o c C3 > 'S ' o ca o. ca o o o. C/3 c ca U< t N CU t u < oc: 0 uu ui »)5u«i)J0dsueJ) ais)0)

(7)

TABEL 2. Capaciteit bij het transport van graan Totale lengte van leiding

m

Maximale hoeveelheid graan die werd getransporteerd tarwe kg/uur gerst kg/uur 10 20 30 40 50 60 90 7500 6850 6100 5350 4800 4400 2700 7500 6750 6000 5350 4800 4400 2800 Uit de luchtsnelheidsmetingen bleek dat voor het transport van tarwe een snelheid van 21 m/sec nodig was. Was de luchtsnelheid lager, dan werd het graan onvoldoende meegenomen, zodat de leidingen verstopt raakten. Voor gerst was de minimum lucht-snelheid ca. 20 m/sec. De bij de in tabel 2 opgegeven maximum hoeveelheden beho-rende luchtsnelheden waren bij tarwe gemiddeld 22 m/sec en bij gerst gemiddeld 21 m/sec.

Korrelbeschadiging

Voor het onderzoek op korrelbeschadiging werd de in figuur 2 afgebeelde opstel-ling gebruikt. De proeven werden uitgevoerd met tarwe en gerst, met twee verschil-lende pijplengtes (lengte van het horizontale gedeelte 1\ m en 45 m) en met twee ver-schillende capaciteiten. Er werden monsters genomen uit de partij vóór het transport en nadat deze vijfmaal, tienmaal, vijftienmaal en twintigmaal was getransporteerd. De monsters werden door het Rijksproefstation voor Zaadcontrole op kiemkracht en beschadiging onderzocht.

TABEL 3. Gegevens en resultaten van het onderzoek op beschadiging bij tarwe

De afstand tussen MP 1 en MP 2 bedroeg bij een totale buislengte van 13£ m 3,1 m en bij een lengte van 51 m, 10 m.

Transportcapaciteit kg/u Stat. druk in MP 1 mm wk Stat. druk in MP 2 mm wk Luchtsnelheid m/sec Opgenomen vermogen pk Aantal malen dat het graan getransporteerd werd 0 5 10 15 20 Totale pijplengte 13£ m 7700 290 274 21,5 5,3 Gebroken zaden 0/ /O 0,2 0,2 0,2 0,4 0,4 Kiem-kracht % 97 95 98 98 98 2890 263 248 24,0 . 6,4 Gebroken zaden % spoor 0,2 0,6 0,7 0,4 Kiem-kracht % 97 98 97 96 97 Totale pijplengte 51 m 4940 370 316 21,5 5,7 Gebroken zaden % 0,2 spoor '0,2 0,2 0,1 Kiem-kracht % 95 99 98 98 99 3190 354 301 24,0 6,3 Gebroken zaden % 0,2 0,4 0,7 0,5 0,4 Kiem-kracht % 99 98 97 98 97

(8)

o . o O co < c </i l -60 ., )

s

60 c '5b •o c ca > <u M c Vi '3 .O . O EU ai E S o TD C •S c£2 « « Q 0 C3 > 3 60 C D

s

l/"> 60 C "B, •^ o.

'S

o H E rH&J m _u D. 'S, u 's o H o o o o o Tj-o ^o Ti-e n O O 0 0 IH 3 3 is -t-» 'S '3 cd a. al o o e H VO * 0 0 0 v-t CN O C l M -S

e

a S g 3 t-i • o

S

w (N O ( S C<"1 t N vo 0 0 t N M Z E E CN a S a 3 T3

3

55 <o m" CN O (S O S" u-i oC o E" 2 'S S CO S O 3 J (n vo CD vo CN vo es »n ^ c-c 60 o

e

> C u E o c 60 O Jlpl»J3lLU3I}I u a p ^ z u 3 î [ O j q a Q U 3 p « Z 3J3[BB>J S [ 3 a p U 9 } O J Q llpBJ3[UI3T}J t i g p i z z u a ^ o j q a Q u a p B Z 3J3|BU£J UapBZ 3p[12BU S[33pUQ;OJQ j q D B J î f u i a T ' ^ u a p B z U 3 î [ O j q a f ) u a p B z 3}3(EEM u a p E Z 3JÏJBBU s p a p u 3 } O J Q l i p t u ^ m a i ^ i u a p B z u a i j o j q a ^ ) u a p ^ z aijpzu^j; u a p i z z 3 ^ - E B U S [ 3 3 p U 3 ï O J Q Cl ai Où •8 ss cet t j •a o c » c3 c« Eu "3 M <: s o o r - i/-> s o Tf OO OO 0 0 OO CO »n s o o o r r

-o" -o" -o" o* -o"

r- vi oo so os m m \D 0\ Os c© r-w ~ a ^ r-* '-T o" wf r i Tt-" t N \ 0 0 \ M O Os OO 0 0 ON ON TJ- i n i n <n t-^

o" o o" o" o"

SO «n SO^ i - ^ <N ^ • * w n V vT

rtNO^>rt

vT so" oo" r--" ON"

oo ^- oo oo r~-0 r~-0 ON r~-0 r~-0 OO r~-0 r~-0

rt^O^i^h

o" o o" o" o"

°°« *"!. ^ ^ ^ e n »^T <rT o o ON" ^i ^t- °\ °°L *\ - ^ Tf w-T oo" m (N f S ( S (N (Tl 0 0 ON ON o s o 0 0 OO 0 0 ON 0 0 i D M r - ^ o O * O " O " o "

c^-°\

^ ^ ^

°^,

r f f ^ T f r n T f >n Tt r - - ^ t fN

oo" oo" o" o" <N"

^ H ^ (N) <N (N

O «n O Wi O ^H — (N

(9)

In tabel 3 en 4 zijn de resultaten van deze proeven en enkele andere gegevens ver-meld. Hieruit blijkt, dat het transport met de Kongskilde blazer bij tarwe geen enkele nadelige invloed had. Bij gerst nam het aantal naakte en grotendeels naakte zaden toe naarmate het graan vaker werd getransporteerd. De stijging was bij lage capaci-teit groter dan bij hoge capacicapaci-teit doordat de snelheid in de buis in het eerste geval ook groter was. De kiemkrachtcijfers van gerst toonden geen nadelige invloed aan.

C. OPMERKINGEN

De constructie en de afwerking van de blazer maakten een goede indruk. De draaiende delen waren deugdelijk afgeschermd. De pijpen waren licht en stevig van con-structie. Ze pasten goed zodat het opstellen van de installatie geen moeilijkheden opleverde.

• BEOORDELING

De Kongskilde graanblazers zijn leverbaar in verschillende capaciteiten. Hier-van is het grootste type, de Kongskilde D-52 DKM, beproefd. Deze graanblazer kan worden gebruikt voor het ventileren en voor het transport van graan.

Bij het ventileren is het rendement vrij laag. Dit komt o.a. door de vernauwing die voor het transport van graan in de buis is aangebracht. Door de drukverhoging en de wrijving wordt de lucht ongeveer 5 °C warmer, hetgeen het drogen van het graan bevordert. Het drukverlies in de pijpen is redelijk.

Het transport van graan met de Kongskilde graanblazer verloopt goed zolang de luchtsnelheid niet onder een bepaald minimum komt. De capaciteit van de blazer is groot. Bij tarwe treedt geen korrelbeschadiging op. Bij gerst neemt het percentage naakte korrels toe, maar de kiemkracht wordt niet ongunstig beïnvloed.

De constructie en de afwerking van de Kongskilde graanblazer zijn goed. Het opstellen van de installatie is gemakkelijk.

Wageningen, januari 1961 INSTITUUT VOOR LANDBOUWTECHNIEK

EN RATIONALISATIE

INSTITUUT VOOR BEWARING EN

VERWERKING VAN LANDBOUWPRODUKTEN

Overneming alleen toegestaan als de Beoordeling volledig en ongewijzigd wordt vermeld.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Publiceren van dit lijvige manuscript werd mogelijk gemaakt door een subsidie aan de auteur van het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk. Onderzoek (België) en tevens door een

Kumxholo wombongo othi: 'Kuyasetyezelwana'; kwiphepha 40, nalapha umbhali uvelisa udano olungazenzisiyo kuba izinto ebelindele ukuba zenzeke azenzeki.. Amathuba emisebenzi

Werd de behandeling met dit middel voorafgegaan door 24 uur weken in water, dan werkte deze stof niet op de mate van ontkieming in het donker (7).. De werking

Tape stripping data suggested that, since this fatty acid containing cream illustrated an overall low concentration flurbiprofen present in the skin, it will be most effective if

In vergelijking met andere landen is in Ne- derland is de drempel om hulp te zoeken voor psychische of emotionele problemen relatief laag: 7,7 procent van de volwas- sen

Het niet meer uitleesbaar zijn van de transponder in het oormerk van systeem D kwam op alle vier de locaties voor, variërend van één tot vijf defecte transponders per locatie..

Dit onderzoek heeft opgeleverd dat Oriëntals heel goed een warmwaterbehandeling bij 41°C kunnen verdragen mits de bollen gedurende 4 dagen bij 20°C worden bewaard voor en na de

Wanneer wordt uitgegaan van de patiënten voor wie Zorginstituut Nederland een therapeutische meerwaarde heeft vastgesteld komen de kosten in 2020 uit op ongeveer €29,7 miljoen