6&+$0,1(ljlj
(HUVWHMDDUV
Ze zijn er weer, de eerstejaars studenten. In veel steden ver-andert tegen het eind van de zomer plotsklaps het straat-beeld. Zo ook in Wageningen. Groepjes jonge mensen fi et-sen door de binnenstad of vallen onverwacht je kroeg bin-nen waar je in een hoekje je krant zit te lezen. Ik probeer de mentor te herkennen, maar dat valt niet altijd mee: onder de eerstejaars zijn ook instromers, die al het een en ander achter de rug hebben.
Ieder jaar weer, eind augustus, begin september. Zoals met vlaggetjesdag in het voorjaar de komst wordt gevierd van de Hollandse nieuwe, die binnen de kortste keren overal in het land de viskraampjes overspoelt, zoals in het najaar de Beaujolais primeur plotseling massaal in de schappen van de supermarkten verschijnt. Het is alsof je een forse schep verse steenkool op het openhaardvuur gooit. De kolen voe-den het vuur en worvoe-den er tegelijk langzaam door opgeno-men. Om uiteindelijk als sintels een voor een door het roos-ter te vallen. Niet dat ik afstudeerders met opgebrande sin-tels wil vergelijken...
Wat zal de nieuwe studie brengen? Ongetwijfeld veel. Als master zul je over een aantal jaren de collegebanken weer verlaten. Vermoedelijk zul je op je studententijd terugkijken als ‘de mooiste tijd van je leven’. Maar ook zul je ervan balen wanneer een hertentamen net na de vakantie wordt inge-roosterd, als het collegegeld weer eens wordt verhoogd, je onverwacht op zoek moet naar een nieuwe kamer. En ja, liefdesverdriet, dat zeker ook. Er zullen ochtenden zijn dat je jezelf afvraagt waarom je de avond ervoor toch weer zoveel gedronken hebt. Welkom in Wageningen, nieuwe eerste-jaars! -RRS6FKDPLQ«H