• No results found

Monitoring en evaluatie van de Melkvee Academie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Monitoring en evaluatie van de Melkvee Academie"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

R U N D V E E

a

c

h

te

rg

ro

n

d

V-focus april 2010

20

R U N D V E E

a

c

h

te

rg

ro

n

d

V-focus april 2010

21

dige en een professionele procesbegeleider.

Deelnemers nemen de cijfers van hun eigen bedrijf als uitgangspunt om na te gaan wat het thema voor henzelf kan betekenen. Een netwerk bestaat uit melkveehouders die aan de slag willen gaan met een door henzelf aangedragen specifiek onderwerp. Een netwerkbegeleider helpt gedu­ rende twee bijeenkomsten bij de start en profes­ sionalisering van het netwerk waarna het zelf­ standig verder gaat, eventueel met inschakeling van een externe deskundige. Bij een zomer­ avondbijeenkomst ligt het accent op ‘leren innoveren’ en maken boeren kennis met de zogeheten ‘innovatiespiraal’. Op locatie bij een innovatieve melkveehouder wordt doorgepraat over welke stappen je moet doorlopen als je met iets nieuws aan de slag wilt.

Dit beknopte overzicht van activiteiten laat een aantal dingen zien. Allereerst dat de melkvee­ houder in alle activiteiten centraal staat. Bij elke activiteit wordt expliciet gepoogd om de deel­ nemende melkveehouders bij het geheel te betrekken om zo goed mogelijk duidelijk te krijgen wat de vernieuwing voor hem of haar kan betekenen. In de regel gaat het hierbij om vernieuwingen die door sommige boeren al worden toegepast en het motto bij dergelijke bijeenkomsten is ‘boeren leren van boeren’. Bij sommige activiteiten (bijv. werkplaatsen) worden voor specifieke kwesties ook onder­

zoekers als deskundige ingeschakeld onder het motto ‘boeren leren van onderzoekers’. Maar het omgekeerde geldt ook. Door de boeren steeds centraal te stellen krijgen onderzoekers meer zicht op de belemmeringen en kansen vanuit de praktijk en is het motto dus ‘onderzoekers leren van boeren’, onder andere via de Melkveeconnect website.

Stakeholders

Hoewel boeren centraal staan laat dit overzicht ook duidelijk zien dat diverse stakeholders bij de activiteiten worden betrokken, bijvoorbeeld ketenpartijen bij de Melkveecafés en Boer on Tours. Er is een directe wisselwerking met het onderzoek en de Melkvee Academie levert ook bijdragen aan het agrarisch onderwijs om de boeren van morgen vertrouwd te maken met de noodzaak van innovatie. Studenten leveren ook bijdragen aan de activiteiten waar dat in het onderwijsprogramma past.

De maatschappij maar ook de sector zelf vragen om een duurzame melkveehouderij. Om die te kunnen ontwikkelen zal een combinatie nodig zijn van vernieuwingen uit het onderzoek en uitproberen in de praktijk. Door op veel fronten tegelijk activiteiten te ontplooien probeert de Melkvee Academie dit proces te bevorderen en vormt aldus een belangrijke schakel op weg naar de duurzame melkveehouderij van morgen. Boelie Elzen

Wageningen UR Livestock Research

Monitoring en evaluatie

van de Melkvee Academie

De Melkvee Academie bestaat sinds 2005. Het aantal deelnemers is inmiddels gegroeid tot ruim 1.800.

De Academie organiseert diverse activiteiten die het ondernemerschap bij melkveehouders moeten

bevorderen. Daarbij wordt samengewerkt met het bedrijfsleven, het onderzoek en het onderwijs.

Wageningen UR Livestock Research voert momenteel een monitorings- en evaluatieprogramma uit

om inzicht te krijgen in het effect van de activiteiten van de Academie.

ZoMERAVoND-

bijEENkoMSt

Bij een zomeravondbijeenkomst ligt het accent op leren innoveren. Op het bedrijf van een innovatie-ve melkinnovatie-veehouder wordt door-gepraat over de stappen die je moet doorlopen als je met iets nieuws aan de slag wilt. Foto: Wageningen UR Livestock Research

D

e activiteiten van de Melkvee

Academie worden aangestuurd vanuit een stuurgroep met verte­ genwoordigers van het ministe­ rie van LNV, het Productschap Zuivel, LTO en Wageningen UR Livestock Research en uitgevoerd door een landelijk project­ team. De lokale activiteiten worden georganiseerd door 25 kennismakelaars die zelf melkveehouder zijn. Dat maakt het lastig om goed inzicht te krijgen in de effecten van diverse activiteiten. Daarom wordt een zogenaamd ‘monitoring en evaluatie’ (M&E) programma uitgevoerd door een drietal medewerkers van Wageningen UR Livestock Research. Zij zijn aanwezig bij een groot aantal activiteiten en koppelen hun bevin­ dingen terug naar diverse relevante partijen binnen de Melkvee Academie, zoals de kennis­ makelaars, het projectteam en de stuurgroep. De centrale gedachte achter deze M&E is dat de Melkvee Academie zoveel mogelijk probeert te leren over hoe de eigen aanpak doorwerkt.

Naar strategisch niveau

De Melkvee Academie voert een breed scala aan activiteiten uit, deels op landelijk niveau, deels op plaatselijk of regionaal niveau. Uitgangspunt hierbij is de constatering dat veel boeren wel allerlei informatie verzamelen over mogelijk­ heden tot vernieuwing, maar dat nog weinig vertalen in concrete veranderingen op hun bedrijf of in hun bedrijfsvoering. De inzet van de activiteiten is dan ook om het denken van de melkveehouders naar een strategisch niveau te tillen en ze uit te dagen consequenties te trekken voor hun eigen situatie. Daarbij wordt drie soor­ ten activiteiten aangeboden: groepsactiviteiten,

individuele activiteiten en virtuele activiteiten. De belangrijkste individuele activiteit is de melk­ veementor waarbij een boer één of meer malen kan sparren met een expert­boer over zijn of haar eigen situatie. De virtuele activiteit betreft de Melkveeconnectwebsite waar een veelheid aan informatie, ervaringen en meningen wordt uitgewisseld.

Groepsactiviteiten

Voorbeelden van groepsactiviteiten zijn de Melk­ veecafé’s en de Boer on Tour, die vooral gericht zijn op bewustwording. Veel van deze activiteiten worden georganiseerd door de lokale kennis­ makelaar, samen met een partner uit de keten (zoals een veevoederleverancier of bank) om het belang van samenwerking te benadrukken. Bij een Melkveecafé worden actuele kwesties besproken en ingeleid door een expert­boer die hier ervaring mee heeft. Er ligt nadruk op inter­ actie met de zaal om vooral boven tafel te krijgen wat de betekenis voor de melkveehouders zelf is en hoe zij met de betreffende problematiek om kunnen gaan. Bij een Boer on Tour worden met een bus twee of drie melkveehouderijen bezocht die een bepaalde innovatie hebben toegepast. Ook hier is op lokatie en tijdens de busrit weer veel interactie om de relevantie voor de deel­ nemers zo helder mogelijk te krijgen.

Verdieping

Behalve deze bewustwordingsactiviteiten worden ook meer verdiepende activiteiten georganiseerd zoals netwerken, werkplaatsen of innovatieve zomeravondbijeenkomsten. Bij werkplaatsen wordt een programma aangeboden over specifieke onderwerpen met input van een externe deskun­

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ook die gebrek aan 'n oorwoe model en strategie vir die beplanning van onderwys- hervormings, asook 'n meganisme om vordering te monitor en terugvoering te gee,

Toch zou het niet verbazen, wanneer zou blijken, dat zij allereerst eenbestaans(ver)vulling zochten, welke de huishouding hun niet kon bieden. Hoe het zij, het hedendaagse

Het spreekt voor zich, dat dit primaat van de coöperatie ten opzichte van de leden slechts vruchtbaar is, indien dit wordt opgevat als een meewerken en meedenken van de

Daarbij zijn er ook kansen voor agro-productie- parken of anderzijds geïntegreerde systemen gelegen nabij de stad, die gedurende het hele jaar verse producten produceren (van

Voor het bedrijf dat mengvoeder aankoopt (bedr.org. Ille en IV) is zowel uitge- gaan van droging en opslag op eigen bedrijf als bij derden conform de uitgangspunten

Bij de sarnenstelling van deze gegevens is bedacht dat in rijke landen een groot gedeelte van de primaire produktie wordt gebruikt in de veeteelt-sector, zodat

Indien het simulatiemodel nog eens wordt gebruikt voor de berekening van het warmteverbruik in een gemiddeld jaar inclusief het gevelverlies, maar dan met een lekverlies wat van

Toch blijkt uit de dagelijkse grondwaterstandswaarnemingen, dat op de gedraineerde percelen bij hoge uitzondering de kritische grens voor de grondwaterstand (30 cm beneden