• No results found

Werkloze hoofdkostwinners in Friesland en hun omgang met geld.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Werkloze hoofdkostwinners in Friesland en hun omgang met geld."

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

vindt een korte literatuurverkenning plaats, wordt de probleemstelling toegespiast en worden vijftien hypothesen geformuleerd, Vervolgens wordt de dataset besproken. Dan volgen de resultaten van de hypothesetaat- slng voor de hu~shoudens In Friesland met een kostwinner die werkloos is aan het eind van de jaren tacht~g. Tenslotte worden con- clusies getrokken en enkele aanbevelingen gedaan.

Literatuurverkenning en

probleemstelling

Werklozen noemen de financiele achterult- gang het meest als nadeel van de werkloos- heid(Becker en Vmk, 1986). Vrijwel altljdgaat werklooshe~d gepaard met een inkomensach- terultgang. Naarmate de werkloosheid voort- duurt IS er meestal sprake van een verdere verslechtermg van definanc~ele s~tuatiedoor- dat men na verloop van tljd In de b~jstand terecht komt (wat een verdere inkomenxla- ling betekent), f~nanciele reserves uitgeput raken en uitgestelde aankopen vaak niet lan- ger achterwege kunnen blijven. Langdurige werkloosheid betekent in veel gevallen jaren- lang rondkomen van een Inkomen op het ni- veau van het sociaal minimum.

In de afgelopen jaren is regelmat~g onderzoek verricht naar de financiele positievan minima en/of werklozen in Nederland. Hieruit komen een aantal strategieen en aanpassingen naar voren die veelvuldig worden gebruikt om van een minimum inkomen rond te kunnen ko- men. De belangr~jkste daarvan zip: bezuini- gen, aanspreken van financiele reserves (spaargeld), minder of niet meer sparen, le- nen en schulden maken, uitstellen van beta- lingen en aankopen en bijverdienen (Becker en Vink, 1986; Engbersen et al, 1986; Oude Engberink, 1987).

Bezuinlgd wordt op een groot aantal zaken. Vooral vakantie en uit (eten) gaan worden heel vaak genoemd (door meer dan 50% van de werklozen). Daarnaast wordt frequent be- zuinigd op kledmg en schoeisel, meubllalr, de auto, huishoudelijke apparatuur, boeken, kranten en tijdschriften. Huisvest~ngskosten worden zelden als bezuinigingspost ge- noemd, dit ligt echter voor de hand aangezien deze kosten (huur of hypotheeklasten) op korte fermijn niet zomaar verlaagd kunnen worden (Bgcker en Vink, 1986; Oude Engbe- rink, 1987).

In @en groot aantal gevallen worden finan- cjele reserves aangesproken p m de eindjes aan elkaar tekunnen knopen (Becker en Vink, 1,986; Beljon, 1,973). Om grote aanschaffen. vooral duurzame consumptiegoederen, en andere onverwacht grote uitgaven te kunnen

berink, 1987j. Behalvs dow het Iener? wan

geld ontstaan a& regelmatog

~ S a u M e n

dar gebruik word3 gemaakt van

el&

magefijk- heid am

c@

eftvetoling te ~ D ~ B R tevesl @dd eap

re

nemen van bank of fgrre an he4 uitstallsn

mlim ~nkomenssltuatie gemakkelijk Eelden tat grote financ~ele problemen. Re ruimte om zelfs kleme aflosstngen of betslingsachters- tanden weg te werken ontbreekt In het maan- delijkse budget. De bestsdingsru~mtedie res- teert, wordt zo klein dat nieuwe tekorten ontstaan Zo ontstaat een spiraal van ver- schuldiging d ~ e erg moeilijk te doorbreken IS. Hierbij speelt mee dat lenen van geld i n vrlj- we1 alle gevallen betekent dat er rente betaald moet worden waardoor de vrlje bestedings- ruimte noa kleiner wordt (Oude Enaberink.

e en and ere

mogelijkheid d ~ e benut wordt om

de eindjes aan elkaar te kunnen knopen of wat meerfinanciele ruimte te verkriiaen is het bijverdienen. Het lijkt er echter op dat dit niet frequent voorkomt. Hierbij moet echter opge- merkt worden dat het erg moeilijk is om op de omvang van dit fenomeen zicht te krijgen, aangezien het hier veelal om 'zwarte' ver- diensten gaat die niet opgegeven worden. Mevissen en Renooy (1986) stellen dat het werklozen veelal aan scholing, contacten en middelen ontbreekt om aan de informele eco- nomie deel te kunnen nemen. Hun conclusie isdan ookdat 'zwart'werken onder werklozen veel minder voorkomt dan onder werkenden. Naast de door Mevissen en Renooy ge- noemde oorzaken voor het minder voorkomen van zwart werken onder werklozen, speelt ook mee dat werklozen in sterke mate te ma- ken hebben met zowel formele (van de uitke- ringsinstanties) als informele sociale con-

trole. !

Het totaalbeeld dat ontstaat van de financiele situatie van huishoudens die van een mini- mum inkomen moeten leven of daar net iets boven zitten, is verre van rooskleurig. In 1985 blijkt 39% van de huishoudens met een werk- loosheidsuitkering als hoofdbron van inko- men, een huishoudinkomen te hebben dat be- neden het beleidsmatig minimum ligt. Verder geeft 53% van de huishoudens met als enige inkomensbron een werkloosheidsuitkering, te kennen de eindjes niet meer aan elkaar te kunnen knopen (Berghman e.a., 1988). De onderzoeksresultaten die i n het voor- aaande ae~resenteerd werden. ziin aeba-

(3)

-

-

,

I+

-

,- W aJ e dS

' iih

a ua6!ulnzaq uanalieuJaile ap uep loon ie pd 'sl sooppam Jauulnnlsoypjooq ap uenJeeM suapnoqslnq allo6aiea ap U I iwoy 'ualeiaq

a1 uan uen uadoy~an wo ua6u1ii1zaq .-e6qn asyl!la6ep iaq ua p ~e i~ ~a l~ 3e S6 ull ela q uaa uen uaqqaq iaH g L H 'puepapaN UI plapplw -a6 uep roon Jaaw ualelaq a1 ua~e6lln asq!1la6ep luo ua6ululzaq uen uadoy~an laq iluoy % I soolyJam Jauumnisoypjooq ap uenleenn suapnoqslnq ul

PLH JOOA plapplwa6 uep UI puepapaN

Jaalu uapuels~aiq3es6~1leiaq uawoy % I soolyJaM JauulMlsoypjooq ap uenJeeM suapnoqs~nq ul E LH 'puelJapaN UI plapplwa6 uep uawoyul yl~lai~a) unq uen a6eiua3~ad sle uawoyulpnoqslnq p61pouaq leelu!ulw ~a6oq uaa uaqqaq 's

~ soolyJaM uenJeeM suapnoqslnH Jauulmpoypjooq ap ZL

H

'ilallleuolleJ aq~s1wouo3 aweuaoi aylais uen -apnoqslnq ap uaa uen aye~ds suapnoqslnq aisaaw a p hq s~ 's ~ sooppam J au -u~~isoypjooq ap uenleenn suapnoqslnq Ilg

L LH ylqaddeq~ aol 6apano

-uaawa6 iaq waau s~

soolyJaM Jauulmlsoypjooq suapnoqs~nqsuoos~ad~aaw ap uenJeeM ul O LH JaayJan ale13os iaq uee alueulaap law ua6uequawes alp UaAe6lln d o p61ulnzaq plappllua6 uep Jaaw i p ~ o ~ JauulM -1soqpjooq azoppam uaa law suapnoqslnq ul 6~ -a6i1n SI -dlunsuo:,awez~nnp uenjeqxuee a p uauapa~ alala '

u u uallals Ja ) Jayen aw ~a (plapplwa6 uep -ueulj wo -u~mlsoypjooq azoppann uaa law

suapnoqslnH 8H

6ulylonaq aspuel laq uep uen aplapp!wa6 -JapaN ap uee ua~apao6 -a!idwnsuoo awezmnp yeen Japu!w uaHeq3s Jau -u!misoypjooq azolyJaM uaa law suapnoqs!nH :LH 'S! SO01 -yJaMa!pJauu!mnnpoyp)ooq uaa law suapnoqsy u! ua~e6l!n apuadol d o p6!u!nzaq leJoon ~ ~ J O M : g ~ '~ a~ e6 l!

n ais6eel apuadol ua6!u!nzaq a!~o6ale3-suawoyu! Jayen ap do ap u! uazolylam uer\ suapnoqs!nq IeJooA : g ~ 'pa06alJeed~ iaq uen 6u!~apu!upan ua ua6!u!nzaq uana!ieuJaile

ap uep suapnoqs!nq uaa law JautqMlsoypjooq azolyJaM

hq JOOA Japu!w ~ wo y uaual ja!ieuJaile iaH : p ~ .pao6al~eeds unq uen 6u![ep uaa law peqa6 uayew a 1 p!aqsoolyJaM uen 6 1 on a 6 sle uaqqaq Jauu!rnisoyp)ooq azolyJaM uaa law suapnoqs!nq ap uen IaapuaJaw iaH

:&H uen GU!AJ~M ualswoyu!sp!aqJe eJlxa

-Jan ap loon uep uafi!u!nzaq loon Jayen uaza!y Jau -u!~isoypjooq azolyJaM uaa law

suapnoqs!nH :ZH apo!Jad ap .p!aqsoolyJaM uen apua~npa6 p6!u

-!nzaq l)aaq jo 16!u!nzaq Jauu!~poyp)ooq azolyJaM suapnoqs!nq uen uaa law IaapuaJaw iaH :L H i?!fl~qa6 suana6a6 ap uapJoM ashleue azuo ul 'Ma!AJalU! q3S!U -o$alai ia q loon ~ 8 9 ua ailaapa6 ay!!lay!~q3s ia q loon uasuaw ~g cj lenwo 'pwaou -a6 p o~ dy aa ls 6a ~i ~o y '4aoJdyaais ay!!lapu!a -i!n a a 'p!aqsoolyJaM ap uen mn p ua iqgels -a6 'plhyaal Jeeu p ~a aq ie ~l sa 6 s! tao~dyaais aa x ay yo ~i a6 uaweu az !! ~ aualase do u ! !z sneamqsp!aqJe a sa yj ap uen puelsaq ia q i !n

'( L g uasaqiodhq p!ala64e uaploM ewaqas a!z) uauuny 6ue6uaiq3epa6 apueelsuanoq i!nueA . S! 6uelaq $0016 uen (p!aq~ayazsuawoyu!) p!aqJayazsueeis -aq suapnoqs!nq JOOA iep yoo 1~aa3!ldw! $!a .(,~o!neqaq 6u!3!p!ies, ua 6 eJ pa 6a l~ 00 ~~ ~6 ) a!ieni!s a6!p!nq ap uen u !!z p ~a p! !~ ~a nJ an la !u alp uay!aJaq a1 iJaaq0Jd sa!ienl!s a is ua ~a 6 apuapnoqs!nq uaa iep 6u!l,lals~apuo~an alaaJ ap i!n IJOOA i!aoln aisleel i! a '(886 1 'waqdo uen @A) ua ~a 6e a~ p6 ee ~i ~a n lez uaVy .ap!aq uen a!ieu!qwo3 uaa $0 uaJoquee uauuo~qdlnq aMna!u $a!iw $9 a!ieni!s ap uee uassed a i uee uaJaq0Jd $0 q3!z uapnoqqnq uaa p z a!ieni -!s ap uen yjhlayueq~y .ualapp!u ua uasuaw uassni 6u!uueds uawoua6aoi uaa la w pJaal -U OJ $U O~ ~~ q3!z l ap uapnoqs!nq iaH 'i s! n~ y -loop 6 u! ~a iq 3a [s ~a n aq3qwowo3a uen s!uaj -Jnaqa6 auJaixa ap ~ oo p lelaan ~P JO M uapnoq -smq uaa uen 6u1uueld aa uapJoM p~ aa 6e -a ~a 6 la lez ua1za6 q3slwouo3apnoqslnH UapJOM Uey PJaaS -1lea~a6 uayaoqaq uee ie M ua SI is ua ~a 6 ie M uassni do 6uluueds uaa Ja IpaaJi '6ue66n~ai -suawoyul !~ q iJapueJan ialu u ll w~ al alloy do (nean~usuanal lsLIaMa6) pJeepueissuana1 ap ie pw o ijaaq uapaisaq aiJapulw uapnoqslnq iaq iep iuayaiaq uawoyul ia q uen 6u l~ ap ulw -Jan uag uaneqpueq a i yhla6ou laanoz nean -1usuanal iylaJaq leewuaa uaa l~ q~ ee p IJaaq -o ~d uapnoqslnq uag uapnoqslnq ia q uen uapaq61pueisuo aq~s1tuouo3a ap ua ~a i~ pa ls -Jan iep i~ aa 3ll dw l 'I~JOM pJaal~0Jp03a6 plaqsooppann l aw Jauuuwisoypjooy uaa s ly '(8 Jeeylc ai '6u!~ayi! a6!ua sir JapJaA '3 -aq iep u -OyU! UE -yJaM US 986 1 Ul sia! ia u -!u!w ua ala!oueu -U O~ ale -a wn ap -e u a1 a: )laads 'L uawoyla -a6 Aoo~ uapuayJ uazoppa, ap do do -asdo la ] ia!u i!p it la ys ! uat $0 uadou WO 1 PJ O h

(4)

-

van van

de helft (48:4%) behooib tot de catsgaris

ie-

zinnen. 37.8% tot de categorie deet den en 14.6% tot de 64noradergetinnm. Zowel bij de alleenstaanden als bq &

&mno-

dergezinnen bedraagt i n meer dan 80%

won

degevallen Ret huishoud~nkomsn r n i n C r d m

f

1500 per maand. Bij de categorie wrkzms- kenden met partner isdit 56% Enerzijds hmft dit te maken met het felt dat h r t relevante minimurnbedrag in deze categ~ofie hoger is

dan voor alleenstaanden en eenoudrrgezin- nen. Anderzijds vloe~t dit voort u ~ t het feit dat in sommige van deze huishoudens er een partner is die bijdraagt a m het huishoudinko- men.

Het eigen netto inkomen van de hoofdkost- winner is lager in de categorie huishoudens waar andere leden bijdragen aan het huis- houdinkomen (zie Herberigs, 1989, p. 102 e.v.). Het netto huishoudinkomen en het netto huishoudinkornen (inclusief huursubsidie en kinderbijslag) minus de vaste lasten, hangen zeer sterk met elkaar samen (correlatiecoeffi- cient = 0.82).

Voor twee huishoudtypen is de relatie tussen de hoogtevan het netto huishoudinkomen en devariabelen leeftijd, geslacht en duur van de werkloosheid in een regressie-analyse gege- ven. Voor de categorie werkloze hoofdkost- winner met partner en eventuele kinderen blijkt de duur van de werkloosheid een duide- lijke samenhang met de hoogte van het eigen netto inkomen te vertonen: hoe langer werk- loos, hoe lager het huishoudinkomen. Dit geldt niet bij de categorie alleenstaanden. Kendall'sTau voor de gehele populatie tussen

I n de haofdalternatlewn Her merendeel van detzr

kort en langdurig werkloze hoofdkostwrnner zijn en huishoudmkornen IS -0 16.

Ook op deze dataset zljn de standaardrelatles tussen hu~shoud~nkomen en demografische hulshoudkenmerken aanwezlg (vgl Van

Tabel 2 Ultgaven waarop wordt bezulnlgd door het hulshouden van werkloze hoofdkostwlnners en sa- menhang met het hulshoudmkomen

hu~shoudens samenhang met samenhang met

% N hu~shoudlnkomen hulshoudgrwtte (tau C) (tau C ) - 0 07 - - -meer tqd aan de huishouding

besteden 56.0 248

-sterke toename van huishoud-

ewnomische ratlonallteit 83.8 254

Bezuinigen komt meer voor dan het om finan- clele redenen betaald werk verrichten van een van de leden van het huishouden. Rela- tief weinig komt het alternatief lenen voor. Het komt veel minder voor dan de alternatie- ven bezuinigen en daling van het spaarte- goed. De hypothesen 2 tot en met 4 worden bevestigd.

Aan de respondenten is gevraagd aan te ge- ven op welke posten ze bezuinigd hebben Tabel 1. Veranderlng In hoofdaltstnatia\ren van ds huishoudvoer~ng (m %)

slternat~ef -bezuin~gen

-vermlndertng van spaartegoed -geld lenen (excl hypotheken) -om financiele rdenen meer

(5)

$ , Sl SOOlyJaM JaUUlMlSOyp4OOq X ' , ap u en mm suapnoqslnq ap r ~q aol uapJoM . 2L 1 iq3oya6uee alp uayez Jano ua66alJa~0 uee6 % Jeeyla la w Jaaw ia q i wa au g laqei s ua 6l o~ .p611sanaq I~JOM 6 a sa yl od h~ uape~6sp!aql!~n lain Ilq g LZ Ja!q s! z~ aa xazoya6 6uqlonaq aspuelJapaN ap JOOA plapp1wa6 sle (886 1) wa yd o ueA uen alpnis ap $In ualellnsal ap ul!z Jalq y o0 Jaay -Jan alepos la q uee aweulaap ap la w ua6ueq -uawes alp uane6l1n do p61urnzaq plapp1wa6 uepJaaw SI soolyJaMJauulMlsoyp4ooq ap uen -JeeM suapnoqslnq UI )~ JO M g laqel su a6 lo ~ ~a pe J6 sp la yll J~ g llq g 11 s r z~ aa a n ua~apao6alldwnsuoo awezlnnp alaloueurj L U ap uauapaj uen 4eq3suee O (plap -p1wa6 uep Jaaw) Jayen uallals JauurMlsoy -p)ooq azolyJaM uaa la w suapnoyslnH p61) -sanaq p laqelsua6lon ~ ~ J O M 8 asaqlodhq yo 0 .p61isanaq anleqJap I~JOM L asayiod -AH 6ulylonaq aspuepapay\l ap

uen aplapplw uee ua~apao6a1ldwnsuo3 q uep -a6 la awez -.imp yeen Japulw uageqos ~a uu 1~ ls oy p4 oo q azolyJaM u aa ia u suapnoqslnH (uape~6splay -h i g 11q

0

EL = z ~ ) 6u ly lo ~a q espcrepapaN ap uen aplapplwa6 l aq uen alp uen 4 e iueo -141~61s ua yl l~ uazolyJaM 61~np6uel allepdod ap uen E laqel UI salluanbay a a ulrz ~ aB

oy ualp q lez la ~ aplapplwa6 .alqoa, ee s~ q3 l1 lu yh

-exuau . law

-

-99 U 5 $ uaqqeq -a6 a1 L - 081 6'91 ua~apao6a!idwnsuo~ aurez -mnp leluee uaa ue A jeqasuee a p leeu s! soolyjam ~auu!mpoyp~oo~l ap ueAleem suapnoqs!nt(

' E

laqel -eu a!ienl!s aq3s!wouo~a ap uen Gu!~a)aq~an ap ua!za9 '6!143el u am l ap uen u!6aq la q y n u !!z (886 1 ) w aq do ueA uen a!pnls ap l!n

suan uee yag uen a!p ueA do ay 1) w a '(886 -a6a6 a -uap!

is!!^

ap s! p!aq~eeqy!!laS~an ap a 6a ~u e~ 'ua~apao6a!ldwns u0 3 awezmnp leluee uaa uen jeqosuee ap Jeeu JaUU!MlSOyp4OOq azolyJaM uaa la w suap -noqs!nq ap uen lqo!z~ano uaa uaa6

E

la qe l oine ap uen ualsoysy!nJq -a6 ap do suapnoqs!nq alaulaly ua

uwuery layen ua61u!nz 'uayaoq do ua uaytlqospl!l -aq suapnoqs!nq al al 0~ 6 :6 !z a~ ue e a il oo ~6 -pnoqs!nq l eu Buequawes alueo1)!u6rs uaa SI uaa!~o6alaouane6l1n 4 !?n ap uen a m1 1!g wa 60 q ap u! usp uane6a!n apuadol epdo pQu -!nzaq Jayen a at w ~P JO M uae1~06e)w E8L B 981 L 99Z C 99Z P N a p u eA u yoo uep apopad -1nzaq s .u!!z SOC -aQ/\pna U&U!JO~

(6)

Tabel 5. Huishoudens van werkloze hoofdkost~ rs naar een aantal bezuinigingen die s m ' h a n g met de deelname aan het sociale verkeer

bezuinigingspost bezuinigd .

ish. bevolking

den die ver weg wonen 45.7 253 -

** 28.5

-kadootjes geven 62.5 253 ** 41.4

-caf6 bezoek* 41.9 253 0.10 0.25 36.3

-bioscoop/theater/concertbezoek* 38.7 253 0.23 8.23 26.7

-roken, drinken, snoepgoed 37.2 253 - 34.8

Een positieve waarde voor tau C geeft aan dat de hogere inkomenscategorieen m~nder op betreffende uitgave bezuintgen.

significant p

<

0.05

*

relatief groot aandeel niet-gebrutkers die h~erop niet bezumigd kunnen hebben, vooral In de categorie respondent met partner en eventuele k~nderen.

** signifcant b ~ j p

<

0.10

1

*** bron. Van Ophem (1 988). p 1 1 1.

Dit komt rneer voor in de grotere huishou- dens. Hypothese 10 wordt dan ook bevestigd. De scores op de elernenten van de index toe- namevan huishoudeconomische rational~teit - prijsbewuster geworden in aankoopgedrag; "zuiniger geworden zijn; meer gaan letten op

*de~oriis/kwaliteitsverhoudina van aoederen

te%i*di&sten; meer informatiegaan ierzarne- tleii-over de aankoop van goedere' en dien , &&+,-zijn volgens de verwachtingnhoog ( z i i

%@nt~ohern.

i

988). Veranderinaen OD de ele-

1 opgenomen. Bij huishoudens waarvan de hoofdkostwinner werkloos is, is in het meren- deel van de gevallen sprake van een sterke toename van de huishoudeconomische rati- onaliteit. Hypothese 11 wordt bevestigd. Budgetverruiming kan ook plaatsvinden door een toename van de huishoudelijke produktie (zie Goossens en De Vos, 1990). Tabel 6 geeft inzicht in vier elernenten hiervan namelijkde variabele meer tijd aan de huishouding beste- den. Deze is hoger dan het gemiddelde voor Nederland en ook hoger voor de laagste in- kornenscategorie (-1. Van Ophern, 1988). Dit geldt ookvoor het tweede element: meer tiin- gen zelf doen om geld uit te sparen, en in mindere mate voor het derde element: meer tijd kwijt met het zoeken naan koopjes. Het vierde element, meer klusjes gaan doen om geld bij te verdienen, komt vanwege rantsoe- neringseffecten minder vaak voor.

70.8 168 - -0 13

78.3 249 0 12 -0.1 1

73.3 247 0 10

(7)
(8)

Staatsui$gmr~j

Be&on, J.A.S.. 11173.

aeliikhedm bii w

76 (1 9731. pp.-405-412.

Berghrnen, J.. R. NIOaeh en A.

de

W%s. 1988.

.

Armoede en armode-ondorzosk in & E.G. In;

Tiidschrift voor Arbeidsmarkwaaasfuklton, 4 1988 (2). pp. 15-26.

-

Bonting B. an J. G. Fie~eIer, 1

%a.

Dee1 Ill &OlswN#

' "en Sneak In: C.H.A. brhaar, J.A. vsnQphetn

'''

en M.PM. de Gaede (red.). Ode%& m a r db .rT~%c~nomisetie ornstandQheden en hat a r k i d - 3+mairktgedrag van langdu~ig werklozen In Fries- "AW:l&nd:'#) teeuwarden; Frsyke Akaderny.

+@ent?daR-Bureau voor de Stati~tiak ICBSI. 1 908.

.&@tajisti.sch Zakboek 1988. ~taatsurt~evbrq, Den gedrag van werkloren in Frieslad. Leeuwar- den, Fry& Akademy. I

C.H.A. Verbar, a.a., 19S.

long-term u eumwdm

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

effect: door deel te nemen aan een opleiding, blijft de werkloze mogelijk langer werkloos dan wat het geval zou geweest zijn wanneer hij niet had deel- genomen (waarbij dan de

Om te benaderen hoe de werkprestaties van de recent werkloos ge- worden personen uit de leeftijdsgroep 50-52 zou- den zijn geëvolueerd tussen 2008 en 2009, mocht

De financiële prikkels tot werk hervatting blijken in België van- uit internationaal oogpunt, en zeker in vergelijking met de buurlanden, best mee te vallen, en dit zo- wel

– sinds 2002 toename van aantal oudere werkzoekenden – afroming en „parking‟: verdringing door andere groepen – beperkte incentives om werk te zoeken...

Algemene maatregelen gericht op alle jongeren (zoals het jongerenbanenplan van eertijds, dat RSZ-korting gaf bij aanwerving van werklozen jonger dan 26 jaar) leiden in de eerste

Minister heeft inzicht in financieel belang re-integratie-instrumenten voor ouderen, maar niet volledig Aangezien voor de minister van szw de oudere werklozen in het kader

verbeteren van de arbeidsmarktpositie van werklozen ouder dan 23 jaar zonder startkwalificatie. 1 Mensen zonder startkwalificatie zijn kwetsbaar op de arbeidsmarkt en dit geldt

Daarnaast hebben we onderzocht in hoeverre de betrokken regionale partijen ervoor zorgen dat werklozen van 23 jaar en ouder de benodigde startkwalificatie behalen door de inzet