• No results found

CSE 2017 5 Havo wiskunde B tijdvak II

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "CSE 2017 5 Havo wiskunde B tijdvak II"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Examen HAVO

2017

tijdvak 2 woensdag 21 juni 13.30 – 16.30 uur

wiskunde B

(2)

Afstand tussen twee raaklijnen

De functie f is gegeven door 1 3

2

( ) 4

f xxx. De grafiek van f snijdt de x-as achtereenvolgens in M, de oorsprong O(0, 0) en N. Zie figuur 1.

figuur 1 figuur 2

3p 1 Bereken exact de afstand tussen M en N.

De lijnen k en l zijn evenwijdige raaklijnen aan de grafiek van f. Lijn k raakt de grafiek van f in het punt A(-2, 4). Zie figuur 2.

De afstand van O tot k is de helft van de afstand tussen k en l.

7p 2 Bereken algebraïsch de afstand tussen k en l. Geef je eindantwoord in twee

decimalen nauwkeurig.

Over een cirkel gespannen

De cirkel c met middelpunt M(0, 5) is gegeven door x2(y5)2 25. De punten C(-4, 8) en D(4, 8) liggen op

de cirkel. De lijn k is de raaklijn aan c in figuur 1 punt C en de lijn l is de raaklijn aan c in

punt D. Punt A is het snijpunt van k met de x-as en punt B is het snijpunt van l met de x-as.

Zie figuur 1.

De coördinaten van punt B zijn (10, 0).

(3)

Tussen A en B wordt denkbeeldig een figuur 2 touwtje gespannen dat over de cirkel heen

gaat. Het touwtje is zo gespannen dat het tussen C en D precies over de cirkel ligt. Het touwtje is recht tussen A en C en tussen

D en B. Zie figuur 2.

5p 4 Bereken in één decimaal nauwkeurig de

lengte van het touwtje.

Zonnepanelen

De prijs van elektrische energie – gewoonlijk elektriciteit tabel genoemd – stijgt niet elk jaar met hetzelfde percentage.

In de tabel staan de groeipercentages ten opzichte van het voorafgaande jaar voor de periode van 1997 tot en met 2006.

Uit de gegevens in de tabel volgt dat de prijs van elektriciteit in 10 jaar tijd ongeveer is verdubbeld.

3p 5 Toon dit aan.

Een verdubbeling in 10 jaar kan ook bereikt worden door de prijs van elektriciteit jaarlijks met een vast percentage te laten stijgen.

4p 6 Bereken op algebraïsche wijze dit percentage. Rond je

eindantwoord af op één decimaal.

Met zonnepanelen kan worden bespaard op de elektriciteitskosten.

Hoeveel er met zonnepanelen kan worden bespaard, hangt in deze opgave alleen af van de prijsstijging van elektriciteit en van de elektriciteitsopbrengst van de zonnepanelen.

Zonder rekening te houden met de kosten van aankoop en installatie kan de totale besparing vanaf het moment van installatie worden berekend met behulp van de volgende formule: 19,9 1 1 t V P B     

(4)

In januari 2006 worden zonnepanelen geplaatst.

De kosten voor de aankoop en installatie hiervan zijn € 13 000,-. De zonnepanelen leveren 2250 kWh per jaar.

We nemen aan dat de elektriciteitsprijs jaarlijks steeds met 7% stijgt. Na een aantal jaren zal de totale besparing groter zijn dan de aanschafprijs van de zonnepanelen.

3p 7 Bereken na welk geheel aantal jaren dit voor het eerst het geval is.

Een school heeft een grote figuur hoeveelheid zonnepanelen op

het dak staan. In het jaar 2011 was de elektriciteitsopbrengst van deze zonnepanelen in totaal 45 000 kWh, waarvan 520 kWh in de maand december.

In het toenamediagram in de figuur zijn de gegevens van het eerste halfjaar van 2012

verwerkt.

Uiteindelijk bleek dat in het jaar 2012 5000 kWh minder

elektriciteit werd geproduceerd dan in 2011.

3p 8 Bereken hoeveel elektriciteit er in het tweede halfjaar van 2012 is geproduceerd. Geef

je eindantwoord in honderden kWh nauwkeurig.

De toppen van de grafiek van een gebroken functie

De functie f is gegeven door: figuur

2 2 18 ( ) 3 x f x x  

De punten A en B zijn de toppen van de grafiek van f. Zie de figuur.

5p 9 Bereken exact de coördinaten van

(5)

Sinus en wortel

Op het domein

0, 2

is de functie f gegeven door f x( ) 1 2sin(  x)

4p 10 Bereken exact de nulpunten van f.

figuur

Verder is gegeven de functie g door

( ) 1 16 8 g x    x . Zie de figuur.

De punten P en Q zijn de toppen van de grafiek van f.

4p 11 Bewijs dat P en Q op de grafiek van

g liggen.

5p 12 Bereken exact de helling van de

grafiek van g in het snijpunt van de grafiek van g met de x-as.

Tegels stapelen

Door gelijke rechthoekige tegels ‘netjes’ op elkaar foto te stapelen kan een toren gebouwd worden die naar

één kant overhelt. Zie de foto.

Het uitsteken van de gestapelde tegels vanaf de onderste tegel wordt de overhang genoemd. De overhang is maximaal als de stapel tegels nog net in evenwicht is, dus net niet omvalt.

De maximale overhang M bij een stapel van n tegels ontstaat als volgt:

 laat tegel 1 (de bovenste tegel) een halve tegellengte uitsteken ten opzichte van tegel 2 (de eronder liggende tegel);

 laat tegel 2 een kwart uitsteken ten opzichte van tegel 3;  laat tegel 3 een zesde uitsteken ten opzichte van tegel 4;  enzovoort.

Algemeen geldt dan: tegel t steekt 1

2t -deel van een tegellengte uit ten opzichte van tegel t1. Zie de figuur.

Bij een bepaald aantal tegels is de maximale overhang meer dan één

(6)

In de rest van deze opgave nemen we tegels van 30 cm lang en 15 cm breed met een dikte van 3 cm. Deze tegels stapelen we weer ‘netjes’ op elkaar, zoals op de foto en in de figuur.

Bij deze tegels kan de maximale overhang M benaderd worden met de formule: 2 15 5 34,54 log( 1) 8,658 2( 1) 4( 1) M n n n         (1)

Hierin is M de maximale overhang in cm en is n het totaal aantal tegels in de stapel, met n2.

Wanneer er voldoende tegels beschikbaar zijn, kan in theorie de maximale overhang zo groot worden gemaakt als gewenst.

Met de genoemde 3 cm dikke tegels wordt een overhang van 1 meter gemaakt.

4p 14 Bereken hoeveel cm hoog de stapel tegels in dit geval minstens moet worden volgens

formule (1).

Voor grote waarden van n kan M benaderd worden met de formule:

34,54 log( 1) 8,658

M   n  (2)

Hierin is M weer de maximale overhang in cm en is n weer het totaal aantal tegels in de stapel.

4p 15 Bereken voor welke waarde van n de benadering van M met formule (2) voor het

eerst minder dan 0,1 centimeter afwijkt van de benadering met formule (1).

Pluto

De dwergplaneet Pluto beweegt om de zon. De afstand van Pluto tot de zon is niet altijd even groot.

De plaats waar Pluto zich het dichtst figuur 1 bij de zon bevindt wordt het perihelium

genoemd, de plaats waar Pluto zich het verst van de zon af bevindt het aphelium. De baan van Pluto wordt in een

assenstelsel weergegeven met de zon in de oorsprong en het perihelium en het aphelium op de x-as.

In figuur 1 is een mogelijke positie van Pluto (P) weergegeven.

Bij de bovenste helft van deze baan in het assenstelsel hoort (bij benadering) de volgende formule: 2 15 16 1500 ( 10) y   x (1)

Hierbij zijn x en y in astronomische eenheden AE (1 AE150 miljoen km).

Uit formule (1) volgt dat de afstand van Pluto tot de zon in het perihelium 30 AE is en in het aphelium 50 AE.

(7)

Een ander model voor de afstand van Pluto tot de zon luidt: 37,5 1 0,25 cos( ) r     (2) Hierin is r de afstand van Pluto tot de zon in AE en is  de hoek tussen het lijnstuk zon-Pluto en het lijnstuk zon-perihelium. Zie de figuur hiernaast.

4p 17 Beredeneer op algebraïsche wijze met

behulp van formule (2) dat de minimale afstand van Pluto tot de zon gelijk is aan 30 AE en de maximale afstand 50 AE.

Rakende cirkels

De cirkel c met middelpunt R is gegeven door (x4)2(y5)2 49 en de cirkel d met middelpunt S is gegeven door (x14)2(y8)2 16.

Een derde cirkel e, met middelpunt T op de x-as, raakt aan beide cirkels. Verder liggen c en d buiten e. Zie de figuur.

figuur

De x-coördinaat van T noemen we p, dus OTp.

Er geldt: de afstand van R tot T is gelijk aan p28p41

(8)

Wiskunde B

2017-I

Uitwerkingen.

(N=1,8)

Cirkel en lijn

1 maximumscore 3  1 3 1 2 2x 4x 2x x( 8) 0 1  xM  2 2, x 0 en xN 2 2 1  de afstand tussen M en N is 4 2 1 2 maximumscore 7  1 2 2 '( ) 1 4 f xx  1  a f '( 2) 2  en b    4 2 2 8 k: y 2x8 2  de loodlijn op k door O: 1 2 y   x 1  1 2 2x  8 x geeft 1 5 3 x  en 3 5 1 y  2  1 2 3 2 5 5 ( , ) 2 ( 3 ) (1 ) 7,16 d k l     1

Over een cirkel gespannen

3 maximumscore 4  richtingscoëfficiënt MD is 8 5 3 4 0  4 1  1 3 1 a  en 1 1 3 3 8 1 4 13 b    l: 1 1 3 3 1 13 y   x 2  1 1 3 3 1 x 13 0    geeft xD 10 1 4 maximumscore 5AC DB (4 10) 2(8 0) 2 10 1  de hellingshoek van MD is 1 3 4 tan ( ) 37 1CMD 2 (90 37 ) 106 1  lengte boog CD106 3602  5 9,27 1  lengte touwtje: 29,3 1

Zonnepanelen

5 maximumscore 3

 de groeifactor per 10 jaar: 1,02 1,01 1,07 ... 1,08 1,06 2,019      2

 dat is dus een verdubbeling 1

6 maximumscore 4g10 2 1  1 10 2 1,072 g   2

 een groei met 7,2% per jaar 1

7 maximumscore 3

 19,9 2250

7 (1,07 1) 13000

t

  1

(9)

8 maximumscore 3

 toenames in de eerste helft 2012: 250 825 2600 550 1850 -975 1  opbrengst eerste helft 2012: 770 1595 4195 4745 6595 5620 1  opbrengst tweede helft 2012: 40 000 23 500 16 500  kWh 1

De toppen van de grafiek van een gebroken functie

9 maximumscore 5  2 3 6 ( ) f x x x   en dan is 2 3 2 6 '( ) f x x   1  f x'( ) 0 geeft x2 9 2x  3 x 3 1  A(-3, -4) en B(3, 4)

Sinus en wortel

10 maximumscore 4f x( ) 0 geeft 1 2 sin(x) 1  1 5 6 2 6 2 x k x k              2  1 5 6 2 6 2 x  kx   k , dus 1 6 ( , 0) en 5 6 ( , 0) 1 11 maximumscore 4

y sin( )x is maximaal als 1 2 x   en minimaal als 1 2 1 x   , dus 1 2 ( , 1) P  en 1 2 (1 , 3) Q 2  1 2 ( ) 1 8 8 1

g       : P ligt op de grafiek van g. 1

 1

2

(1 ) 1 24 8 3

g      : Q ligt op de grafiek van g. 1

12 maximumscore 5g x( ) 0 geeft 16x 8 1 1  dit geeft 9 16 x  1  '( ) 1 16 8 2 16 8 16 8 g x x x      2  9 16 '( ) 8 g  1

Tegels stapelen

13 maximumscore 3

 bij vier tegels is de maximale overhang 1 1 1 11

2  4 6 12 1  bij vijf tegels is de maximale overhang 11 1 1

(10)

15 maximumscore 4  (1) (2) 2 15 5 0,1 2( 1) 4( 1) M M n n       2

 beschrijven hoe de vergelijking opgelost kan worden: x 76,2 1  voor n77 gebeurt het voor ‘t eerst 1

Pluto

16 maximumscore 5  15 2 16 1500 (x10) 0 1  hieruit volgt (x10)2 1600 2x10 40  x10 40 1  xP  30 en xA 50 1 17 maximumscore 4

 r is minimaal als cos( ) 1  . En dan is r 1 0,2537,5 30 2  r is maximaal als cos( )  1. En dan is r 1 0,2537,5 50 2

Rakende cirkels

18 maximumscore 5  R(-4, 5) en T(p, 0) 1  RT (4p)252 16 8 p p 225 p28p41 2 19 maximumscore 5RT  7 ST 4 2  p28p41 7  p228p260 4 1  beschrijven hoe deze vergelijking opgelost kan worden met de GR 1  x p 8 en de straal van e dus 6

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Configuratie-item tegel biedt een overzicht voor de geselecteerde factuurmaand van alle assets, gecategoriseerd op de hoogste of de laagste kosten per asset.. Met deze tegel kan

Voor montage kunnen hieraan geen rechten ontleend worden.. Tegel

Omdat er voor dit spel meer dan twee e-tegels nodig zijn om het leuk te maken en om meer kinderen mee te kunnen laten doen, wordt dit spel niet verder

Tegel 300x300 mm halfsteensverband Nieuw. Parkeervak, beluchtingstegel

Door hieraan een toepassing voor de opgewekte energie te verbinden kan het object of systeem de mensen die er gebruik van maken bewust maken van deze innovatieve en duurzame

ECN heeft haar installatie-tool uitgebreid met een kostenanalyse van drijvende windparken: installatie van offshore wind- parken blijkt een grote kostenpost, maar door het

Ideas developed regarding PBL show that PBL as a teaching and learning process provides space and opportunities for the development of a variety of skills, including

Van de combinatie zeer lage afvoeren met geen of beperkte windopzet zijn in de periode 1996-2006 geen voorbeelden gevonden die in Spui tot verzilting leiden, maar dit wil zeker