Opgaven examen Algebra MULO-A 1929 Algemeen
(Tijd 1 uur)
Opgave 1
Herleid: 2 2 2 2 2 3 8 3 2 :9 22 18 3622 6 4 3 4 9 9 a b a b a ab b a ab b a ab b a ab b Opgave 2
Herleid: 3 3 : 5 1 5 2 500 200 21 6 10 60 24 Opgave 3
Van een breuk zijn teller en noemer samen 14. Vermeerdert men teller en noemer elk met 3 en deelt men dan de oorspronkelijke breuk door de verkregen breuk, dan is 't quotiënt 5
6.