A. Van Lancker
Column
Extra-'top'over werkgelegenheid in Luxemburg
Een Europees werkgelegenheidspact met stevige engagementen
gevraagd
De Top van Amsterdam is ongetwijfeld geen onverdeeld succes geworden. Wel zijn er enkele lichtpuntjes die doen hopen dat de eenzijdige EMU-fixatie van Maastricht wat tegengewicht krijgt vanuit sociale hoek. Het zijn daarbij vooral de inschrijving van een nieuw werkgele genheidshoofdstuk en de Verklaring van Am sterdam over groei en werkgelegenheid die ver wachtingen scheppen op een koerswijziging. Met het nieuwe werkgelegenheidshoofdstuk ontstaat eindelijk de kans op een Europese werkgelegenheidsstrategie. De coördinatie van het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten die reeds voorzien was in de Essen-procedure wordt immers niet alleen in het Verdrag veran kerd maar wordt ook versterkt. De Europese Unie kan eindelijk bewijzen dat ze commu nautaire meerwaarde kan leveren inzake werk gelegenheid.
Maar net op die Europese meerwaarde blijft een serieuze schaduw over Amsterdam han gen. Want werkgelegenheid mag nu wel een ge meenschappelijke Europese zaak geworden zijn, toch ontbreken vele van de noodzakelijke Europese instrumenten. Ook na de Verdrags- herziening blijven beslissingen over Europese financiering van werkgelegenheid, fiscale maatregelen en sociale zekerheid het voorwerp van unanieme Raadsbeslissingen, waarbij Par lement en sociale partners slechts aan de zijlijn kunnen toekijken. Wil de toekomstige Euro pese werkgelegenheidsstrategie geen hoogmis worden voor meer deregulering en flexibiliteit, dan zijn nochtans op deze terreinen Europese maatregelen noodzakelijk.
Dat was het duidelijke signaal van de Euro pese Conferentie voor Volledige Werkgelegen heid, die enkele weken voor deTop van Amster dam werd georganiseerd op basis van de Euro pese oproep die Europarlementsleden uit de
progressieve partijen lanceerden. In de Verkla ring van Brussel vragen wij dat afgestapt zou worden van de overtuiging dat concurrentie het enige beginsel is voor de Europese interne markt. Er wordt gepleit voor een nieuw sociaal contract voor de Europese Unie, gebaseerd op rechtvaardige herverdeling van werk, op duur zame investeringen en ecologische reconver sie, op sociale economie en een duidelijke rol voor openbare diensten en sociale voorzienin gen. Wij verwerpen ook de stelling als zou werkgelegenheidscreatie slechts kunnen mits afbouw van sociale bescherming. Volledige werkgelegenheid moet integendeel gepaard gaan met een beleid van inkomstenherverde ling en een goed stelsel van sociale zekerheid. Het betekent een resolute keuze voor Europese ecofiscaliteit, belastingen op verbruik en kapi- taalinkomstenbelastingen, om het verlies aan inkomsten voor de sociale-zekerheidsstelsels in de lidstaten te compenseren, wanneer werk nemers- of werkgeversbijdragen verlaagd wor den. Het betekent ook een niet mis te verstaan pleidooi voor Europese sociale convergentie.
Een dergelijke agenda voor Europa werd in Amsterdam nog veel te ambitieus bevonden.
De Top van Amsterdam mag dan weliswaar de deur op een kier gezet hebben voor tijdelijke en financieel beperkte stimuleringsmaatrege len voor werkgelegenheid, een moderne vorm van Europees Keynesianisme is zeker niet uit de bus gekomen. Toch zou het erg onverstandig zijn nu te huilen met diegenen die het werkge legenheidshoofdstuk en de resolutie over groei en werkgelegenheid als een onbenullig gadget naar de prullenmand verwijzen. De verdrags rechtelijke verankering van werk als Europese prioriteit kan een belangrijk hefboomeffect hebben. En de regeringen van de lidstaten be seffen maar al te goed dat hun engagement om
Column
werkgelegenheid stevig op kop van de politieke agenda te houden, niet vrijblijvend kan zijn.
Toch is er inhoudelijk nog heel wat werk aan de winkel om de Europese neuzen in de zelfde richting te doen wijzen als het om werk gelegenheid gaat. De enige consensus die zich momenteel reeds aftekent, is de vermindering van de indirecte loonkost voor laaggeschoold werk. Maar er is veel minder consensus over compenserende alternatieve financiering van de sociale zekerheid.
Een ander magisch begrip dat in het Euro pese discours opduikt onder impuls van Tony Blair's 'New Labour' is 'employability'. Sommi gen vrezen dat dit het startschot zou kunnen zijn voor verplichte hamburgerjobs zonder veel bekommernis om arbeidsvoorwaarden, lo nen en sociale bescherming. Terwijl het ander zijds ook kan begrepen worden als een plei dooi voor een actief arbeidsmarktbeleid, waar bij meer geoenvesteerd wordt in opleiding van mensen en waarbij belastingen en sociale-ze- kerheidsstelsels arbeidsvriendelijker ingezet worden. Het wordt dan ook een erg belangrijke uitdaging om dit concept een positieve invul ling te geven, onder meer via job- en oplei- dingsgarantieplannen.
Ongetwijfeld moeten ook plannen op tafel komen over hoe nieuwe werkgelegenheid via buurtdiensten, milieuprojecten, stadsrenovatie en andere initiatieven in de sociale economie kan ondersteund worden.
Hoe moeilijk de discussie politiek ook ligt, geen enkel werkgelegenheidspact zal ambiti eus genoeg kunnen zijn indien niet ook afspra ken gemaakt worden voor arbeidsherverdeling. In een eerste fase zullen die Europese afspra ken zich wellicht beperken tot het uitwisselen van goede praktijken uit de lidstaten. Maar in een tweede fase moeten ook de Europese socia le partners ingeschakeld worden met het oog op het afsluiten van een Europees kaderak- koord over werktijdverkorting en herverdeling van het werk.
Brood op de plank dus. En geen tijd te verlie zen. Toch komt de extra-Top van Luxemburg wellicht te snel om alle hooggespannen ver wachtingen te kunnen inlossen. Maar hij moet wel de krachtlijnen vastleggen van een Euro pees werkgelegenheidspact, waarin de Unie, de lidstaten, de sociale partners en lokale en re gionale overheden hun engagementen en ver antwoordelijkheden vastleggen in het Euro pese banenbeleid.