• No results found

Brief aan minster OCW: Wetenschap op bestelling

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Brief aan minster OCW: Wetenschap op bestelling"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Amsterdam, 4 maart 2008 Dr. Ronald H.A. Plasterk

minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Postbus 16375

2500 BJ Den Haag

Ons kenmerk DIR\WGO\631 Doorkiesnr. (020) 5510 862

E-mail Alice.de.Gier@bureau.knaw.nl Onderwerp Wetenschap op bestelling Bezoekadres: Het Trippenhuis Kloveniersburgwal 29 Postadres: Postbus 19121 1000 GC Amsterdam T (020) 5510700 F (020) 6204941

Geachte heer Plasterk,

De KNAW heeft met grote belangstelling kennisgenomen van de kabinetsreactie (december 2007) op het advies “Wetenschap op bestelling: Over de omgang tussen wetenschappelijk onderzoekers en hun

opdrachtgevers” (september 2005). De KNAW is verheugd met het voornemen van het kabinet om in

bestuurlijke overleggen de naleving van de gedragscode voor verantwoord wetenschappelijk handelen zoals die van de VSNU (2005) en de onafhankelijkheid van wetenschappelijk onderzoek in het alge-meen aan de orde te stellen. Ook verheugt het ons dat het kabinet met de KNAW van mening is dat een gedragscode zoals die van de VSNU in alle publieke onderzoekinstellingen dient te worden nageleefd. De KNAW is het echter niet met het kabinet eens dat opdrachtonderzoek weinig tot geen problemen met zich meebrengt voor de integriteit van de onderzoekers. Uit metastudies over (niet zelden medisch) onderzoek blijkt dat druk vanuit de opdrachtgever of financier, bijvoorbeeld bij de statistische verwer-king van gegevens, de interpretatie daarvan of bij de weergave van conclusies, wel degelijk met enige regelmaat plaatsvindt. Zelfs indien het hier slechts een zeer klein percentage van het onderzoek zou betreffen, acht de KNAW dit schadelijk niet alleen voor de desbetreffende projecten, maar óók voor het gezag van en de publieke beeldvorming over de wetenschap.

Onderzoekers moeten tegen dergelijke beïnvloeding gewapend zijn. Dat kan zowel door het hanteren van duidelijke regels zoals de “Verklaring van wetenschappelijke onafhankelijkheid” die de KNAW heeft voorgesteld als door duidelijke stimuli vanuit de leiding van de onderzoekinstellingen. Het opstellen van een gedragscode is één ding, maar actief stimuleren dat deze overal op de werkvloer wordt nageleefd is een tweede. Onderzoekers geven er regelmatig blijk van niet op de hoogte te zijn van het bestaan van de VSNU-gedragscode, laat staan er bewust naar te handelen.

Gedragscodes gaan pas echt leven als ze zijn geïnternaliseerd door de onderzoekers en de leidinggevenden in de onderzoeksinstellingen. Besturen en directies van onderzoekinstellingen hebben dan ook de belangrijke taak om het hanteren van de VSNU-gedragscode te bevorderen. Bij het ontwikkelen van beleid voor het invoeren en internaliseren van de gedragscode voor

onderzoekers kan de KNAW, in samenwerking met de VSNU, desgewenst een rol spelen.

(2)

Transparantie

De KNAW voelt zich als hoedster van de wetenschap medeverantwoordelijk voor het vertrouwen dat het publiek stelt in de wetenschap en draagt gaarne bij aan het handhaven van een positief beeld van wetenschappers en hun handelen bij het brede publiek. Daarom wil de KNAW een verantwoord optreden van onderzoekers en onderzoekinstellingen graag bevorderen.

Het kabinet heeft het voornemen om de universiteiten en publieke onderzoekinstellingen periodiek te beoordelen op de naleving van hun gedragscode. De KNAW is van mening dat ook laatstgenoemden de VSNU-gedragscode (die nu uitsluitend geldt voor de universiteiten) zouden moeten volgen. Een probleem is dat wanneer de wetenschappelijke onafhankelijkheid onvoldoende in acht genomen wordt, de VSNU-gedragscode niet alleen geen sancties kent, maar ook niet voorziet in een of andere vorm van registratie1. Mede daardoor wordt niet zichtbaar of de onderzoekinstellingen hun onderzoek

in opdracht op betrouwbare wijze verrichten. Het publiek krijgt geen inzicht in welke mate integer wetenschappelijk handelen plaatsvindt.

Daarom herhaalt de KNAW hier haar pleidooi voor het vermelden van eventuele belangen-verstrengeling van de onderzoeker bij openbaarmaking in woord of geschrift

De overheid als opdrachtgever

Artikel V.4 van de VSNU gedragscode luidt: “Publicatie van wetenschappelijke onderzoeksresultaten

is gewaarborgd. In de afspraken met een externe financier wordt altijd vastgelegd dat de wetenschaps-beoefenaar de vrijheid heeft de bevindingen binnen een nadere aangeduide redelijke termijn te publiceren.”

In de praktijk van onderzoek in opdracht van overheden wordt het openbaar maken van onderzoeks-resultaten nog wel eens getraineerd of zelfs verboden. Daarvoor is, waar het wetenschappelijk onder-zoek in het politieke domein komt, in een enkel geval - mits gemotiveerd - wel begrip op te brengen. Echter, ook politieke gevoeligheden hebben eindige termijnen. Voor het publiceren van de onderzoeks-resultaten uit voor de overheid verricht onderzoek zou dezelfde termijn in acht moeten worden geno-men als die voor bedrijfsleven geldt: drie tot maximaal 12 maanden. Ook de wijze van openbaar-making mag niet eenzijdig worden opgelegd, zoals nu nog niet ongebruikelijk is bij opdrachtonderzoek voor overheden, maar dient in overleg met de onderzoeker te worden vastgesteld. De Akademie pleit dan ook voor het afschaffen van eenzijdige contracten tussen onderzoeker en overheid zoals geregeld in de ARVODI, waar de beslissing rond openbaarmaking van de onderzoeksresultaten geheel bij de overheidsopdrachtgever wordt gelegd. Ook de intussen aangepaste ‘nieuwe’ ARVODI richtlijnen lijden nog aan dit euvel. De KNAW stelt voor om bij de ontwikkeling van concrete ‘voorbeeld-richtlijnen’ bij opdrachtonderzoek voor de overheid een zo groot mogelijke eenvoud te betrachten. Opdrachtgevers dienen bij het uitzetten van opdracht(contract)onderzoek de VSNU-gedragscode te erkennen. Dat betekent dat óók voor de overheid als opdrachtgever geldt dat uitstel van publicatie van onderzoeksresultaten slechts in uitzonderlijke gevallen – en dan gemotiveerd – mag plaatsvinden.

Politieke arena

Onderzoekers worden door overheden vaak benaderd voor beleidsevaluerend onderzoek. Dit onder-zoek naar de effecten van beleidsmaatregelen of -plannen brengt het wetenschappelijk onderonder-zoek in de politieke arena. Hoogleraren treden bovendien vaak op als consultant of als leden van adviescommis-sies van overheden. Deze activiteiten worden meestal niet vastgelegd in contracten of nauwkeurig omschreven opdrachten, maar brengen een vergelijkbare problematiek als contractonderzoek met zich mee. Hiervoor bestaat in de UK een specifieke departementale gedragscode rond handel en wandel van dergelijke adviescommissies. Desgewenst kan de KNAW u ook hierover adviseren.

Het kabinet stelt voor een register van nevenwerkzaamheden van parttime hoogleraren te laten bij-houden door de KNAW. Wij willen u er op wijzen dat de VSNU-gedragscode expliciet de registratie van nevenfuncties van alle onderzoekers noemt. Conform artikel IV.7 van deze gedragscode dienen de universiteiten een dergelijk register bij te houden: Iedere universiteit vermeldt in zijn jaarverslag hoe is

omgegaan met het rapporteren van nevenfuncties van zijn werknemers. Iedere universiteit registreert de voor de wetenschapsuitoefening relevante nevenfuncties van zijn werknemers. Dit register is bij voorkeur openbaar (onderstreping KNAW).

1 Wel kunnen onderzoekers (sinds 1993) bij het vermoeden van handelen in strijd met de wetenschappelijke integriteit dit melden bij het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI).

(3)

De KNAW onderschrijft dat universiteiten en onderzoekers zélf verantwoordelijk zijn voor het up-to-date houden van de gegevens. Openbaarmaking van deze registers zal voldoende inzicht bieden in de belangen of banden die wetenschappelijke adviseurs hebben. In deze lijst passen ook de ‘bijzonder hoogleraren’ die, vaak naast een hoofdbetrekking buiten de universiteit, een leerstoel bekleden die vanuit externe (publieke of private) bronnen wordt gefinancierd. De hoofdwerkgever en omvang van de aanstelling aan de universiteit dienen in het register te worden opgenomen.

De KNAW pleit voor de openbaarmaking van de registers “nevenwerkzaamheden onderzoekers” (inclusief de lijst ‘bijzondere hoogleraren’), bij voorkeur op een eenvoudig te vinden openbaar deel van de websites van de onderzoekinstellingen.

De KNAW ziet het niet als haar taak deze registers tot één landelijke lijst te combineren. Indien zulks wenselijk wordt geacht, ligt het meer voor de hand deze lijst op de VSNU-site te plaatsen. Wel is de KNAW steeds bereid de universiteiten en/of de VSNU hierover te adviseren.

Uitgangspunt van de KNAW blijft steeds dat de integriteit (en daarmee kwaliteit) van wetenschappelijk onderzoek gewaarborgd blijft. Inbreuk hierop dient voorkomen te worden.

Namens het bestuur,

prof.dr. R. Kaptein

algemeen secretaris

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Veel meer spellen om gratis te downloaden en het benodigde materiaal en

In de tweede plaats heeft de Commissie in deze Richtsnoeren een algemene aanname geformuleerd, die er van uit gaat dat afspraken tussen ondernemingen met een gezamenlijk

Het lijkt erop dat, zelfs als in de vacaturetekst wordt opgenomen dat bij gelijke geschiktheid zal worden gekozen voor een vrouwelijke kandidaat, de nietig

Since many small municipalities in South Africa (i) lack the knowledge of fmancial markets, (ii) only need to bormw relatively small amounts of capital, (iii) since the

Below are some suggested steps for the Australian political and church realms that would demonstrate Reconciliation with Repentance and contribute towards ending the

Distribution of individuals requiring medical assistance by the National Sea Rescue Institute of South Africa during the 5-year study period... as it coincides with the summer

The signals for these sensors are converted into full body kinematics using inertial navigation systems, sensor fusion schemes and a biomechanical model.. Inertial

Door het reizen hebben veel Duitsers exotische gerechten leren kennen.