• No results found

Beitelslijpmachine

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Beitelslijpmachine"

Copied!
23
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Beitelslijpmachine

Citation for published version (APA):

Oerlemans, J. J. M. (1961). Beitelslijpmachine. (TH Eindhoven. Afd. Werktuigbouwkunde, Laboratorium voor mechanische technologie en werkplaatstechniek : WT rapporten; Vol. WT0023). Technische Hogeschool Eindhoven.

Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1961

Document Version:

Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record

Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.

• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.

• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.

Link to publication

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:

www.tue.nl/taverne

Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us at:

openaccess@tue.nl

providing details and we will investigate your claim.

(2)

III: W

I

j: u W ." rL w

I

~

is

~ ac o D-o II '"" ac o D. ~ ac ac I.U

I

I.U ",-J .",..,_.,:'V -~ L - - . . , . . . . . . . -~~ .:~""'''-''''-''"7''''" _!-~-..,. .. --~~...,.." ... ~--. ____ " ___ fr..- _____ -..-·~-~,-... _ _ .. ~....-~ - .. -~-.. ~ '"<. """!f-~ ... " . . . " ~-" • • _ .... 't" ~-~-. , ~ i

..

~

.. 'TECHNIS.CHE HOGESCHOOL EINDHOVEN

LABORATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGIE EN WERKPLAATSTECHNIEK

-SAMENVATTINGVAN EEN RAPPORT UIT DESECTIE. GereedsGhapsontWikkeling. TITEL. Bel.telslijpmachine.

AARD VAN HET ONDERZOEK,

, I

U.D.Co,

Verantwoording van de hoofdlijnen van de constructl.e van een beitelslijpmachiDe.

SAMENVATTING.

ilDhottd : 1. el.sea ,

.

~ ~

-

"

~. ra~~us slijpea

2.1. radius ale door.aijd~ngvan eea ciliader

2.2. radius' ale doorSnijd.i:ng vo eeA 'kegel'

3.

spaanvlak slijpen

4.

uitvoering

4.1.slijpeehijf'

,4.2. slijpapU

4.:;.

electromotor

4.i4. sleden, nauwkeu'igheden,.

4.5.

'li.nkse en recilt •• beitels

4.6 .• maximale hoeken.

WT - SR 0023 ~' I,

"

0\ ~ ____ ~ __________ ~~ ____ ~ ____ ~ ________ ~ ______________ ~ ______________ ~ __________ _

B

PROGNOSE VOOR ,VERDER ONDERZOEK'~

HOOGLERAAR. Prof'. II'. C. de Beer

SECTIELEI~ER. 11'. L.A.M. van Bergen

Auteur: ~ .J.M. Oerlemans LITERATUURI ONDERZOEK' NO. 0023 DAT. RAPPORT. 4-9 .... 61 DAT. 'AANVANG. V.H. ONDERZOEK AANT. 8LADZIJDEN I BIJLAGEN.

1 2

" P,UBLICATIE INI

(3)

Ill: W

I

:::::I ~ ...J g Z W Ill: W

I

:::::I li i= u w on ~ w

J

:::::I ~ % U « a: o D.. P II .... a: o D.. D.. « a: a: w ::IE ~ Z W o

8

TECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVEN

lABORATORIUM VOOR MECHAHISCHE TECHNOlOGIE EN WERKPlAATSTECH!'41 EK

WT- R

0023

Bll. 1

RAPPORT UIT DE SECTIEI Gereedschapsontwikkating., DATUM. 4-9- '61

Verantwoording van de hoofdlijnen van de construotie

TITEll "ATt ~Aft baii:l!!lsli.i"nWlAl'!ni'l'lA. ONDERZOEK 10101

I AUTEURS. J.J .M. Oerlemans BlJlAGEN.

U.D.C.I

1. EISEN.

Met de te antwerpen slijpmachine moet men in staat ~ijD de Talgende

hoeken te alijpen : spaanhoek

·

·

'.

• .vr:i.j loophoek hulpvrijloophoek hellingshoek snijkantshoek hulpsnijkantshoek : 0 0 0 - 100 tot + 15 0 , oplopend met 1

°

tot + 10 , oplopend met 10

gelijk aan d3 vrijloophoek

- 5:

tot +

5 ,

oplopend met 1°

00 tot + 4,o,oplopend met 1°

o

tot +

4,°,

oplopend met

1°.

De beitelhoeken moeten Toldoen aan het gestelde in NEN 899 en 900.

Op bijlage 1 zijn deze hoeken nog aens getekend. De geeiste

nauwkeu-rigb.eid bedraagt

*

1/40• De ll8Ximale scba.ohtdiameter is 40 x 40 ma.

De radius r Tsrieert van 0,1 tot

0,3

Mm. De toelaatbare afwijking

van de radius is

t

20

%.

2. RADIUS SLIJPEN.

Bij de eisen is Diet opgegeven of de radius van de beitelpunt moet'

liggen in een vlak evenwijdig aan het grondvlak. in het spaanvlak of

in een ander vlak.

Bovendien kan de radius dan nog ontstaan als dooranijding Tan een

eirltel-kegel of van een cirkelcilinder.

Omdat het door de aectie verspaning Diet belangrijk wordt geacht in

welk vlak de radius ligt, ia bij de constru~tie die methode gebruikt

die het meeat eenvoudig te verwezenlijken is.

2.1. DE RADIUS ALS DOORSNIJDING VAN BEN CILINDER.

De cilinder moet vloeiend aansluiten aan de twee vrijloopvlakken. De as van de cilinder loopt dan evenwijdig aan de snijlijn van

de twee vrijloopvl~en. De cirkel, waarvan de radius een deel

is, ligt dan in een Tlak loodrecht op deze lijn, dUB Diet in het

spaanvlak en ook Diet in een vlak evenwijdig aan het grondvlak. ' De projectie van deze cirkel in het spaanvlak, wijkt echter

nauwelijks af van een cirkel. Om zo de radius te slijpen moet de

snijlijn van de twee vrijloopvlakken, en dus ook de draaiingsas,

evenwijdig lopen aan het vlak van de slijpsehijf. Om dit te

be-reiken moet de beitel om twee assen gedraaid kunnen worden. Het

gebruikte assenateleel is dat van bijlage

5.

1. Om de aa van de schacht van de beitel (x-as)

(deze hoekverdraaiing is rolhoek genoemd).

2. Om een as evenwijdig &an het grondvlak en loodrecht op de

as uit punt 1 (Y-as)

(4)

II( w

~

~ ..J ~ Z W II( w

I

:::l ifi i= v w '" II(~ w

I

:::l Z

t-o

-< II( o IL P II l-II( o IL IL -< II( II( W

~

Z w o 8

TECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVEN

LABORATORIUM VOOR MEotANISCHE TECHNOLOGIE EN WERKPLAATSTECHNIEK

WT - R

0023

BLI. 2

RAPPORT OIT DE SECTIEI Gereedschapsontw::i.kke~ing. DATUM, 4-9- '61

Verantwoording van de hoofdlijnen van de constructie

TITELI van een beitelslijpmachine. ONDERZOEK NOI

AUTEURSI J.J .M. 0erl.mana. BIJLA-GEN I

U.D.C.I

Daze hoeken kunnen ala volgt berekend worden (zie bijlage 2).

RQ

=

PQ= SQ :: h tan V ex ::: 90 -0 X H + h tan V tan Y ::: ~::: (l 11 sin -2 y ::: arctan tanV -. • ex slon -2 tan V . « Sl.n -2 K

Deze hoek T ligt in het symmetrievlak door de beitelpunt en

lood-recht op het grondvlak. De gevraagde hoeken zijn projecties van deze

hoek reap. op het X-Z vlak en het Y-Z vlak (biJ~age

4).

UV

tan Te =

iii

tan y = cos (ttan 'Y

Op dezelfde manier :

tan R = sin ~ tan 'Y

s Hierin is (j

=

«- K - ~

=

~

-

K (b'JI.a.~e 2.) KIPHOEK (T )

=

arctan s ROLHOEK (R )

=

arctan s tan V • sin

t

(90 0 -

K:a -

K) sin

t

(900 -

Ka

+ K)

Deze hoeken kunnen grafisch worden bepaald met behulp van een

nomo-gram (bijlage 3).

Het nomogram heert twee draaibare wijzers. De bovenkanten van de dikke lijn op elk van deze wijzers worden resp. ingesteld op de waarde van de enijkantsnoek en de hulpsnijkantshoek (op de bijlage

1.

K :::

45

0 en

~

=

30°).

Op de twee wijzera worden de.lijnen

behoren-de bij behoren-de Tereiate vrijloophoeken gekozen. Ret snijpunt van behoren-deze

twee lijnen geeft de gevraagde boeken. In het voorbeeld is, met

o a,o 0

V

=

VB

=

?,

de kiphoek ~ en de ~olhoek 1 • Dit stemt goed overeen

met de berekende waarden.

Er moet echter op gewezen worden dat,als er een referentievlru~

aan-gebracht wordt bij de punt, de vrij1oophoek Diet constant is op het

vr~j~oopvlak. De doorsnijding geeft een ellips en de ra~jn

hier-aan de vrij1oophoek. De vrij1oophoek varieert due van de gegeven

(5)

ol w

I

:J Z

...

o

""

tt: o 0.. o II

...

tt: o 0.. 0..

""

tt: tt: W ~ ~ :J Z W o 8

TECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVEN

LABORATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGIE EN WERKPLAATSTECHNIEK

WT - R

0023

BLl. 3

RAPPORT UIT DE SECTIE: Gereedschapsontwikkeli.ng. DATUM I 4-9- '61

Verantwoording van de hoofd~ijnen van de construct!e

TITELI Tan een beite~s~i~h)mach1ne. ONDERZOEK NO:

AUTEURS: J.J .M. Oerlemans BIJLAGENI

U.D.C.I

2.2. DE RADIUS ALB DOQRSNIJDING VAN EEN KEGEL.

De kegel moet raken aan de twee vrijloopvlakken. Hieruit volgt dat

de top van de kege~ op de snijlijn van de twee vrijloopvlakken moet

liggen. De as van de kegel kan dUB nog gekozen worden. Als regel is

bier gekozen dat de as van de kegel ~oodrecht op het grondvlak van

de beitel staat. Rierdoor ligt de cirkel, waarvan de radius ean

deel is, ~ een vlak evenwijdig aan het grondvlak. Ala het echter

gewenst is dat de radius in een ander vlak ~gt, is in de later

te besprekan slijpmachine.de mogelijkheid hiertoe aanwezig.

Naarmate de gewensts radius kleiner is, ligt de top van de kegel

dichter bij de neuspunt en is de afetand M.T kleiner. Zie hiervoor

bijlage

4.

In deze figuur

1e T de

kiphoek en

R

de rolhoek.

e s

De afstand

MT

kan ala volgt berekend worden.

tan T

=

tan V

sin ~

tan V

=

---~~---." 2 sin t-(9Qo -

Ka

+ K)

De hoek MTP is gelijk aan de hoeky t want MT loopt evenwijd1g aan

Pv.

MT = PM tan y Ook geldt :

PM.

due = tan V r r sin

.a

2 r

=

De aistand MT Tarieert due van 0.6 Em ale r

=

0,1 am en

v

=

10~

tot oneindig ale V

=

0°.

Om de kegel te slijpen moet de beitel zo gespannen worden dat sen

vrijloopTlak verticaal staat en bij mbst draaien om sen as loodrecht

op hat grondvlak .. v8.r. de b~!:\te\.

:;. SPAANVLAK SLIJPEN.

Het spaanvlak moet evenwijdig &an de s~ijpschijf gebraeht worden. net

gebruikte coordinateastelsel is weer dat van bijlage

5.

De· X-as ligt

lange de as van de slijpecA1jf. De beitel wordt zo opgespannen dat het grondvlak vanue beitel in het Z-X vlak komt te liggen en de as van de sohaoht in de X-riohting. Om het epaanvlak te kunnen slijpen zijn de volgende bewegingen nodig.

(6)

TECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVEN

LABORATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOLOGIE EN WERKPLAATSTECHNIEK

WT - R

0023

Bll. 4

RAPPORT UIT DE SECTIE. Gereedschapsontwi.kkeling. DATUM. 4-9--61

TITEll

AUTEURS.

U.O.C.I

Verantwoording Tan de hootdlijnen van de constructie

van sen beitelslijpmachine.

J.J.M. 0erlemans.

ONDERZOEK NO.

BlJlAGEN.

1. De beitel wordt om de Y-as gedraaid tot de hootdsnijkant in het

X-Y vlak ligt. Dit is dus een, hoekverdraaiing tar grootte van de

snijkantshoek.

2. Door draaiing om, de Z-as .. ordt de hoofdsnijkant evenwijdig aan de

Y-as gebracht. Dit komt neer op een hoekverdraaiingover (90 - H).

3.

Een r~tatie om de Y-as over de spaanhoek.

Bierbij is de duitse normalisatie gebruikt, want, ale gevolg van de boven omschreven methode, ligt de geslepen spaanhoek in een vlak

lood-recht op de hoofdsnijkant. De afwijking t.o.v. de nenorm is cos li, dus

maximaal 0,4

%.

Ale de snijkantehoek groot is, kan het spaanvlak ook als volgt geslepen worden.

1. De beitel wordt om de I-as gedraaid tot de hoofdsnijkant in het

Z-y vlak ligt. Dit is e~n hoekvardraaiing over (90 - K).

2. Door draaiing om de X-as wordt de hoofdsnijkant evenwijdig aan de

Z-as gehraeht. Dit komt neer op een hoekverdraaiing over

H.

3.

Een rotatie om de Z-as over een hoek (90 + S).

\

Het voordeel van de tweede methode is, dat bij een gegeven geometrie de

grootte van het spaanv~ak veel kleiner is danbij de aerst. methode.

Dit heeft echter

au

118.de.1 dat er e .... nwijdig aan de hoofdsnijkant

ge-al •

.,n

wordt. Daaroa wordt daze .ethode verder bu1ten beschouw1ng

ge-lat.~. 'alboe.al de mogelijkheid aanwezig blijft.

4.

UITVOERING.

4.1. KEUZE SLIJPSCHIJF.

Retie wenselijk hier een koasehijf toe te passen. De benodigde

enijenelheid is engeveer 20 - 30 m/sec. De'gekozen bu1tendiameter

is 150 Mm. Het beste is een breedte van het slijpende oppervlak

van de komschijf van

3

em. Het aantal omwentelingen per minuut

dat nodig is om op een gemiddelde diameter van 120 mm sen snelheid

van 25 m/sec te krijgent~olgt uit :

1000 x

60

=

25 n = 25 x 60 x 1000 . 'It x 125

=

3820 oaw/Min.

De benodigdeschijf kan zowel door Norton ale door Diamant Boart op bestelling geleverd worden. De keuze van de concentratie kan aan de fabrik&nt overgelaten worden.

4.2. KEUZE SLIJPSPIL.

Besloten is om een slijpspil in zijn gaheal te kopan. Hiervoor

(7)

.

~

TECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVEN WT - R 0023

LABORATORIUM VOOR MEOtAHISCHE TECHNOLOGIE

EN WERKPLAATSTECHNIEK BLI. 5

RAPPORT UIT DE SECTIEI Gereedschapsontwikkeling. DATUM. 4-9- '61

4

Verantwoording van de hoofdlijnen van de constructie

TITELI Tan een beitelslijpmachine. ONDERZOEK NO •.

AUTEURSI J.J.M.·Oerlemans. BIJLAGENI

U,D.C~I ,.

Volgens een schrifte11jke opgave van de firma Schaap is deze spil gesohikt voor oontinue draBien met een toerental van 4500 omw.im:in.

De riemschijf van 70 mm kan hierbij gebruikt worden.

-4.3. ELECTROMOTOR.

Om de vere~8te snelheid te krijgen is een motor nodig met een

no-minaal toerental van 3000 omw/muh 'Riervoor komt 1.~ aanmerking :

EMF type 226 B. Het vermogen is 0,75 pk en het vollast toerental

2820 omw/min. De benodigde riemschijf heett een diameter van :

'It D x It ;;: 'It·D s,.. x nsl r r D x 2820 :: 70 x ;;820 r \

.

D ;;: 95 Mm. r 4.4. SLEDEN.

'Uit de pl1nten 2.1 ; 2.2 en:; blijkt dat de volgende beweging~n

nodig zijn, Het geb~uikte assenstelsel is weer dat van bijlage 5.

ROT A TIE DOE L

1. rota tie vali de beitel om de de :i.nstelling van de rolhoek.

X-as.

2. rotatJ.;e om de Y-as. de instelling van de ka..phoek. .

3.

rotatie om de Z-as. het slijpen van de radius volgens

" een cil:lnder; deze beweging moet

onafhankelijk zijn van 1 en 2.

·4.- rotatie om de Y-as. het in het Z-~ vlak brengen van het

vrijloopvlak. Deze beweging moet

onafhankel1jk zijn van

5;

daarom

kan beweging 2 niet gebruikt worden.

5.

rotatie om een as loodreoht het slijpen van een radius vOlgens

op het met 4.meegedraaide een kegelt hiervoor kan. ~. gebruikt

grondvlak. worden.

6. rotatl.e om. de Y-as. de instelling van de snijkantshoek;

\ hiervoor kan 2 gebruikt worden.

7. rotatie om de Z-as. de instelling van de hoek (90 - H) ;

hiervoor kan

3

gebruikt worden •

. 8. rotatie om de Y-as. deinstelling van de spaanhoek;

(8)

IX III

I

:::I ~ .J g Z III IX III

I

::I Z III j: U III . " IX-III

I

::I Z t-O

'"

ar: Q 0.. P 1\ t-ar: 0 0.. 0..

'"

ar: IX III ::E ::E ::I Z III Q 0 U ~- ~­

lJ-

lABORATORIUM VOOR MECHANISCHE TECHNOlOGIE

EN WERKPlAATSTECHNIEK

RAPPORT UIT DE SECTIE, Gereedsehapaontwi.k.ke1ing.

Verantwoording van de hoofd~jnen van de constructie

TITEll van een beite1slijpmachine.

WT - R

0023

Bll. 6

DATUM, 4-9- '61

ONDERZOEK NO,

AUTEURS, J .. J .M. Oer1emans. BlJlAGENI

U.O.c.,

.

Op bijlage

6

ia aangegeven hoe deze bewegingsmogelijkheden

verwezen-lijkt zijn. Het nut van de bewegingen

9.

10 en 11 zal nu besproken

worden.

Beweging no. 10 is voor de inste1linv. van de grootte van de radius.

Eerst mOet de as van bewegiDg no. 3 in het vlak. van de slijpschijt~ ..

bracht worden. Biervoor is een hulpatuk nodig. De micrometerschroef

die de beweging 10 commandeert, kan dan op nul gesteld worden. Nu

moeten onderscheiden worden :

1. Radius ala deel van een doorsnijding van een cilinder. Slede 10

wordt teruggehaald en de beitel ingeapannen. Tijdens het slijpen

.wordt slede 10 weer naar voren gedraaid tot de ju1ste radius is

bereikt,

2. Radiue ale deel van de doorenijding van een kegel. Hier gebeurt

hetzelfde ala onder punt 1 is vermeld. maar am de radius in het

grondvlak te kennen moet de op de micrometer afgelezen waarde ' nog met cos V vermenigvuldigdworden. Vergeet men dit dan wordt

een fout van maximaal

1+

% gemaakt.

Om bij het radius slijpen niet al te veel materiaa1 weg te balen,

moet op de twee volgende punten gelet worden~:

1. de beitelpunt moet iets voorbij de as van beweging 3 ingespannen

worden;

2. de beitelpunt moet ongeveer in het draaipunt staan van de aleden I

2 en

4.

Het gevolg van een afwijking van punt 1 is op bijlage

7

te zien. Op

deze bijlage ~s het draaip~nt verachoven,i.p.v. ,de beitelpunt, aaar

dat is verder niet esaentieel. Het gearceerde deel wordt extra W~G'

geslepen. Een afwijking in de richting van de Y-as kan worden

bijge-steld met slede 9.

Ala aan punt 2 Diet is voldaan, dan wordt afhankelijk van de stand

van de sleden 2 en

4

mear of minder van de ,vrijloopvlakken afgealepen

(zie bijlage

8).

Een afwijking in de richting van de Z-as heeft een grotere invloed

dan een afwijking in de richting van de X-as. (b'JIa.qe e.)

~enslotte moet nog opgemerkt worden, dat het i.v.m. het bovenstaande

wen~elijk is dat het middelpunt van de bweging van de sleden 2 en

4-opde draaiingsas 3 ligt, maar dat, als hier niet aan voldaan is,

dit·· al.leen meer werk tot gevolg heeft.

Over het algemeen blijkt dat de beitelpunt ongeveer in het bovenvlak van de schacht ligt. Daarom worden alle beitels opgespannen met

hulpstukken (zie bijlage 9).

I.v.m. al1e bovengenoemde ei8en kan bij\de fabricage van de machine het beste de volgende methode gebruikt worden. Eeret worden de

ge-leidingen van de aleden

3

en

4

in een opspann1ng gedraaid.

Het middelpunt moet op de as 3 1iggen. De straal is niet zo

(9)

.

TECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVEN

lABORATORIUM VO.OR MEOtAHISCHE TECHNOLOGIE EN WERKPlAATSTECHNIEK

WT - R

9

023

Bll. 7

RAPPORT UIT DE SECTIE, Gereedechapsontwikkeling. DATUM a 4-9- '61

Verantwoording.van de hoofdlijnen van de constructie

TITELI van een beitelslijpmaehine. ONDERZOEK NOa

AUTEURS, J.J .M. Oerlemana BIJL AG EN ,

U.D.C.I

1..

opspanvlak van slede 1 wordt dan afgetekend. Uitgaande van dit

opspanvlak wordt het gat voor de hoofdspil uitgekotterd. Beweging 11 dient om oscillerend te kunnen slijpen.

Met behulp Van twee veren trilt de slede 11 in zijn eigen frequentie, De machine wordt door het volgendeechema vervangen.

De totale massa wordt dan alsvolgt berekend.

deel 1 : 1,2 x 1 x

0,9

== 1 t 1

,,;;

deel 2

.

.

0,5 x 1.1 x 1,9 x2t.5 ~ .. 2,.5

~

deel 3 !

3,2

x 1,1 x

3,2

=

12,3,

o.J

~

2 ~ 16 4m

3

totale inhoud

==========

, 3

Met een vulfaetor van 0,7 wordt de totale ma~sa dan

M

=

60 x 8,x 0.7 == 90 kg •

• Wil men dat de eigen-freque.ntie ongeveer 3 Hz is, dan wordt <Ie

veerstijfheid i

c == W

o 2

m = 32000 kgmassa/aec2 == 3200 kgf/m.

Als verend element zijn tweebladveren met een lengte van 34 em,

allebei bestaande uittwee bladen met een rechthoekige doorsnede

, van ,2 x 20 mm, toegepast. Stelt men d~ maximale uitwijking op

t':15 _.~ dan wordt de maximale buigspanning 150 kgt/cm2 •

' '

4.5. RET SLIJPEN VAN RECHTSE EN LINKSE BEITELS.

De Fortuna-slijpspil heeft maar "n draairichting, n.l.

links

om

:(kijkend :1n de/ J"1.ch ting van de X . . . , s ) . ' · ,

4.,.1.

Rechtse beitels.

Het slijpen van de vrijloopvlakken kan gebeuren. zoals in het

voorgaande is beschreven 8n wel op de rechterkant van de

- steen. Er wordt dan van de hoofdsnijkant at geslepen.

Voor het slijpen Van het spaanvlak wordt de beitel eenkwart slag gedraai:d', zodat tegen de punt van de beitel kijkend,

de hoofdanijkant links ziti~~Ook het spaanvlak wordt dan van

de hoofdsnijkant at g e s l e p i n . ' ,

4.,.2.

Linkse beitels.

De vrijloopvlakken "orden hetzeli'de geslepen als bij ·.d,e

rechtse beitel. Debeitel moet echter, in verb and met de

(10)

rZ· w

I

:l ~ is . ( a:: o a. p II r-a:: o a. ~. IX IX W

~

% w o 8

-TECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVEN

LABORATORIUM VOOR MEotAHISCHE TECHNOLOGIE EN WERKPLAATSTECHNIEK

WT - R

0023

BLI. 8

RAPPORT UIT DE SECTIEI Gereedscha1'sontwikkeling. DATUM I 4-9- '61

Verantwoording van de hoofdlijnen van de constructie

TITELI van een beitelslijpmaohine. ONDERZOEK NOI _.

~

AUTEURS, J.J .N. Oerlemans BIJLAGEN I

U.O.C.,

worden. Voor het slijpen van het spaanvlak wordt de beitel

900 gedraaid. zodat tegen de punt van de beitel kijkend de

hoofdsnijkant links zit. Dan kan 01' dezelfde manier ala bij

de rechtse bei.tel geslepen worden. Er W'ordt naar de

hoofd-snijkant toe geslepen. BIJ LDiKSE BEITELS MOET DUS ALTIJD

:BERST RET SPAAlfVLAK GESLEPEN WORDEN •.

4.6. MAXIMALE ROEKEN.

Nu zal per bewegingsmogelijkheid de maxim ale verplaatsing nagegaan

worden. De aannamen van de pos'itieve draairichtingen i.s 01' bijlage 6

aangegeven.

1. Beweging van slede 1.

De rolhoek wordt mex:jmaal 15°. De schaalverdeling moet dus lopen

van. + 15'0 tot - .'150.(. Een nonius is nodig. om 0,1 graden in te

kunnen stallen.

-2. Beweging van slede

9.

Omdat er verachlllende soortel'lbeitel\S zijn, moet dese slede 20 mm. u1t zi~n iiddd.enstand.g~bracht gebl"acht kumlen worden. Een schaalverdeling is Diet nodig.

3.

B~weging van slede 2.

b . ' 0

De kiphoek varieert van 0 tot + 15 ; de snijkantshoekvan

00 tot + 45°.Er is dus een schaalverdeling nodig van 00 tot 45°.

.., ",,;, ' . - . . "". .. ...

~ hi-er .ts-een lloniws nod.ig.oill 0,1 graden 1.n te

-stelleno-t

4. Beweging van slede

3;-.'1.

V~~r h~t slijpen van het spaanvlak is een hoekverdraaiing nodig

van 00 tot (900 - H), dus van 00 tot 95°. B1j het slij1'en van de

vrijloopvlakken zijn aanslage~ nodig voor de instelling van

de-snijkantshoek en de hulpde-snijkantshoek. Bij bet kegelslij1'en kan dit direct. Bij het cilinderslijpen ligt de instelling in een vlak loodreoht op de lijn PT (z1e bijlage 2), terwijl de

snij-kantshoek en

de

hulpsnijkantshoek in een vlak eVenwijdig aan het

grondvlak llggen. De projecties van de ingestelde hoeken zijn resp. desnijkantshoek en de hulpsnijkantshoek. Nu volgt de be-rekening van de instelhoek voor de snijkantshoek (zie bijlage

10 .". 11).

De hoek (900 - K) l1.gt in een vlakevenwijdig , .. an het grondvlak_

ell bestaat uit twee delen n.l. (goo -~) en

<, _

K);

(11)

a: w

I

:;)

3

..J ~ % W a: w

I

:;) ffi i= u W ."

«

w j :;) % I-::t: U .c a: c 0.. P II I-a: 0 II.. II.. .c a: a: " w ::IE ~ % W C .0 U

TECHNISCHE HOGESCHOOL EINDHOVEN

LABORATORIUM VOOR MEOtANISCHE TECHNOLOGIE EN WERKPLAATSTECHNIEK

WT - R

0023

BLI. 9

RAPPORT UIT DE SECTJE: Gereedschapsontwikkeling. DATUM: 4-9- '61

Verantwoording van de hoofdlij~en van de eonstructie

TITELI . van een beitelslijpmachine. ONDERZOEK NO r

AUTEURSI U.D.C.,

.

-J.J.M. Oerlemane. A B e . AE tan (900 _ ~) -=

AP

tan "'1

=

AP AE 0 « ) tan (90° •.

~

, tan

f3

1 t::

AB

tan (90 -

'2

= -cos

tr

tan' (~ - K) cos, dUB : ~1 + ~2 -= arctan of : = arctan tan (900 - ~) cos y + arctan - ~} + tan (~ - K) BIJLAGEN I en tan (~ - K) cos y f31 + f32 tan (900 _ 4.) tan (I&. ..; K) ~ 2 2 . cos y - ---~----cosT

Het bedienen van' een machine met behulp van meerdere nomogrammen . is Diet gemakkelijk. Daarom is het m.i. beter een hulpapparaat te

maken (zie bijlage 12). Dit apparaat bestaat uit twee draaitafels.

waarop een schijf is aangebracht. Op deze schijf is een

graden-verdeling aangebra~ht met twee wijzers voar de instelling van de

snijkantshoek en de hulpsnijkantsboek. Op de'bovenplaat kunnen

dan de in te stellen hoeken afgelezen worden.

I.v.m.olinkse en rechtse beitels varieert de instelhoek dus van

- 100', tot + 100o~ , .

-

5.

Beweging van slede

5.

De vrijioophoek is maximaal +10°. De spaanhoek ligt tussen .010°

en + 15°. De schaalverdeling moet dus gaan van - 150 tot + 15 . '

,

.

6. Beweging van slede 10.

Het bereik,van een m1.~,td,meter;'C:'Hro"f 1~1.0~?to ~w.

7. Beweging van slede 11.

Om toch op twee kanten van de komschijf te kunnen slijpen.'is hier

een bewegingsmogelijkheidvan :... 100mm tot + 100 rum nodig. "zonder

(12)

--~---~---~---~~~4~S~6~----~O~-,~~-o$~~~ c d 0

~

rapport no. 0023

d.d. 4-9-'61.

GRONDVLAK

'~

GRONDVLAK/ 91JLAGE 1

(13)

p

p

rapport no. 0023

d.d. 4=.9-'61.

X-y VLAK

A S VAN BEITEL SC,HAGHT,

X-y VLAk

( EVE NW \J 0 LG A AN· G RON DVlA K )

I

h

I

BIJLAGE 2

(14)

-15° 90~---1-+~+-~-r~~r.+~~~1 85 80 65 BIJLAGE 3 I 100 f5° rapport no. 0023 d.d.

4-9 ...

'61.

HULPSNIJKAN(rSHOEK

L--r

. ! J

(15)

Z-AS IJ -A S' 5

v

p rapport

no.

0023 d.d. 4-9~' 61. BIJLAGE 4

(16)

'" ""l'l'''''''.'' uu. vvc.:;

d.d •. 4"9-'61.

Z-AS Z-AS·

X-AS IJ-AS. X-AS IJ ~AS

(17)

Z-AS X-AS

---

-

...

~--1

v

lJ-AS

-9

10

-...-+ ... ...

®

11

BIJLAGE6 rapport no; 0023' d.d.

4-9-'61.

(18)

STEEN

B

BIJLAGE

7

rapport no. 0023

d.d •. 4-9-'61.

N lET WEGGESLEPEN

GEVOLG VAN AFWIJKING A TEVEEL WEGGESLEPEN

,

(19)

GR.VL.

HET ·GEARCEERDE WORDT TEVEE L WEGGESLEPEN

rapport no. 0023

d.d.

4-9-'61.

---~--~---

X-AS

AFWIJKING Z-AS

(20)

OPLEGYLAK AANDRUKKRACHT

..

AANDRUKKRACHT RECHTS - HULPSTUK BIJLAGE 9 '.' OPLEGYLAK rapport no. 0023 d.d. 4-9-161. . L,.lNKS HULPSTUK

(21)

I .

rapport no. 0023

. d.d. 4-9-'61.

SNIJLIJN MET VLAK 1.. OP PT.

PU

=

PROJEGTlE

AS VAN 8EITELSCHAGHT

8IJlAGE 10

VLAK VAN TEKENING QS VLAK EVENWUDIG AAN" GRONDVLAK

. I

.,',,', ,

(22)

/

/

/ / / / / \ / / , "." ~ / o / . ..,/" /'" . / "

.

/ / / BIJLAGE11 / / " / " d.d. 4--9-'61. ----~---­ .----~--7-/ . / / "

/

. / VLAK.l PT HoorDSNIJKANT

VLAK I/AAN GRONOVLAK

(23)

~-... ... ... ... ... ... INSTELHOEK ',,-: ... ROLHOEK

...

,...

rapport no.0023 d.d. 4-9-'61 •

INS TEL!:i O£

~

- . - - -- --,

-

-"

-'

---~

--BIJ LAGE 12 , i

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Er werd aangetoond dat de Argusvlin- der in het warmere microklimaat van de Kempen meer zou moeten investeren in een derde generatie, terwijl in de koe- lere Polders nakomelingen

• Presentatie door bureau BBN over het uitgevoerde onderzoek van de 4 scenario’s voor een nieuw gemeentehuis op de locatie Elkshove. • Memo met advies van het college

Het is een ondernemer verboden een voorwerp dat op grond van het bepaalde bij of krachtens deze wet niet behoeft te worden gewaarborgd, in de handel te brengen als platina, gouden

D ien ­ tengevolge zal de to elaatb are ingangsspanning van het ongew enste sign aal geleidelijk toenemen (kromme B ).. Toelaatbare onderlinge storing van FM-zenders 67 tieve

Omdat elk land andere middelen en gebruiken heeft, is vertalen van dit onder- zoek naar Europa niet eenvoudig, zegt Blacquière: ‘Maar het laat wel goed zien dat oude, vuile

Goof Rijndorp van Bras Fijnaart, sinds februari 2021 aangesloten bij idverde: ‘Er zijn in vijf jaar tijd circa zestig O2-velden aangelegd.. Veertien per jaar is niet slecht, maar

Op basis van de antwoorden kunnen we niet alleen de vraag beantwoorden welke eigenschappen goede lokaal bestuurders in het algemeen bezitten, maar ook de vraag welke

Ook is het belangrijk om als docent kennis te nemen van deze nieuwe manier van communiceren, om meer begrip te krijgen voor deze dagelijks gebruikte iconische taal, zodat je