• No results found

Watergeefsystemen bij trosanjer 'Barbara' in steenwol

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Watergeefsystemen bij trosanjer 'Barbara' in steenwol"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Proefstation voor de Bloemisterij in Nederland Linnaeuslaan 2a, 1431 JV AALSMEER ' « • . o r . • : • • • « V f ""-•* •.•*•/ WATERGEEFSYSTEMEN BIJ TROSANJER 'BARBARA' IN STEENWOL Intern Verslag no. 7 Project no. 404-1 april 1986 N. Straver K. Uitermark M. Warmenhoven P. Braamhorst

Interne verslagen zijn te bestellen door overmaking van f. 5,00 op giro-rekening 174855 ten name van Proefstation voor de Bloemisterij.

(2)

INHOUD : 1. Inleiding 3 2. Proefopzet 3 3. Samenstelling voedingsoplossing 4 4.1. Watergift - waterverbruik 4 4.2. Analyses voedingsoplossing 5 4.3. Gewasanalyses 6 4.4. Ontwikkeling gewas en bloemtakproduktie 6

5. Conclusies 6 6. Samenvatting 7

(3)

1. MLEIDING

Bij de teelt in steenwol zijn meerdere watergeefsystemen toe te passen. Een volgende verdeling is te maken:

I het open drainagesysteem; het teveel aan water loopt door drainagegaten in het plasticfolie om de steenwol weg

II het gesloten systeem met centraal opvangen van het drainagewater met de bedoeling van hergebruik-recirculatie

Bij het gesloten systeem zijn nog twee toedieningsvarianten mogelijk: A. toedienen van water van onderaf met behulp van goten waarin steenwol

ligt

B. toedienen van water bovenop steenwol

Het toedienen bovenop heeft in het algemeen de voorkeur omdat de doorstroming van het substraat beter is zodat ophoping van zouten in het substraat minder zal zijn.

Recirculatie van drainagewater en meststoffen is aantrekkelijk om het water-en meststoffwater-enverbruik te kunnwater-en beperkwater-en vanwege de kostwater-en water-en vanwege de ongewenste verspreiding van meststoffen in het milieu.

In de toekomst zal door middel van wetgeving de ongewenste verspreiding kunnen worden gereguleerd, zodat bij een dergelijke teeltmethode maatregelen moeten worden genomen. Een mogelijke maatregel zal dan recirculatie zijn.

Om de mogelijkheden van recirculatie van water en meststoffen te onderzoeken in vergelijking met het open drainagesysteem is deze proef bij trosanjers opgezet.

2. PROEFOPZET

In de proef zijn de volgende behandelingen opgenomen:

A. gesloten systeem met recirculatie van de voedingsoplossing. De voedings-oplossing is alleen aan het begin van het bed in de goot met steenwolmat ingebracht en stroomt door hoogteverloop van de goot naar het andere einde van het bed en wordt daar opgevangen.

B. gesloten systeem. Als A maar hierbij is de voedingsoplossing over de gehele lengte van het bed - de steenwol - gegeven met behulp van

druppelaars. Ook hier stroomt de overtollige voedingsoplossing door hoogteverloop van de goten naar het einde van het bed en wordt daar

opgevangen.

C. open drainagesysteem, waarbij de voedingsoplossing over de gehele lengte van het bed/de steenwol bovenop wordt gegeven met behulp van druppelaars. De overtollige voedingsoplossing loopt door de gaten die in het plastic om de steenwol zijn gemaakt weg.

Voor ieder systeem zijn twee bedden gebruikt, met per bed twee goten. Bij de systemen A en B hebben de goten een afschot van 0,5%. Systeem C is op een

vlakke ondergrond aangelegd. De gebruikte steenwolmatten zijn 20 cm. breed en 10 cm hoog bij een totale lengte van 9,5 m. Per m2 bedoppervlakte is 0,38 m3 -38 1 substraat gebruikt.

Voor systeem C zijn de steenwolmatten geheel ingepakt in plasticfolie. Bij de systemen A en B zijn de goten met de steenwolmatten afgedekt met stroken

plasticfolie om verdamping en algen- en mosgroei tegen te gaan.

Voor het planten is de steenwol natgemaakt met voedingsoplossing met een totale zoutconcentratie van 1,5 mS/cm/25°C. Bij de systemen A en B is de praktische uitvoerbaarheid hiervan matig omdat het water weg kan lopen. Bij systeem C is dit door de dichte verpakking veel beter te doen. De in

turf/perlite mengsel gestekte planten zijn op steenwol gezet, dus zonder in de steenwol een plantgat te maken.

Het aantal planten is 32 per m2 bedoppervlakte. Er komen dan per steenwolmat van 20 cm breedte 2 rijen planten.

Per 2 planten is een druppelaar geplaatst.

(4)

Geplant is op 24 september 1984 om in april/mei 1985 een le snee te oogsten. Bij systeem C zijn één week na het planten drainagegaten in het plasticfolie gemaakt op bodemhoogte.

De totale proefperiode is geweest van week 40 in 1984 tot week 25 in 1985.

3. SAMENSTELLING VOEDINGSOPLOSSING

In deze proef is de dan gebruikelijke voedingsoplossing voor anjer in sub-straat gebruikt met de volgende samenstelling:

illimol/1 icromol/1 N03 -12.0 Fe 25 H2P04~ 1.5 Mn 7,5 SO. 4 1,125 B 20 NH4 + 0,5 Zn — K+ 5,75 Cu — Ca"^ 3,75 Mo 0,5 Mg+ 1,0

Zink en koper zijn niet gegeven omdat er in het gietwater voldoende van aan-wezig is.

In kilogrammen per 1000 1 100 x geconcentreerd is bovenstaande samenstelling als volgt: Opl. A kalksalpeter 67,9 kg ammoniumnitraat 4,0 kg ijzerchelaat D.T.P.A. 9% Fe 932 g Opl. B kalisalpeter 40,4 kg monokalifosfaat 20,4 kg kalisulfaat 2,2 kg bitterzout 24,6 kg mangaansulfaat 130 g borax 190 g natriummolybdaat 12 g

De totaalzoutconcentratie (E.C.) van deze oplossing, lOOx verdund, is 1,6 mS/cm/25°C.

De gebruikte totaalzoutconcentratie is 2,0 - 2,5 mS/cm/25°C geweest, maar is aan de hand van analyses van de voedingsoplossing in het substraat soms lager gehouden.

4.1. WATERGIFT EN WATERVERBRUIK

De watergeefduur en -frequentie zijn, aangepast aan gewasgrootte en seizoen, ingesteld geweest. Bij de systemen A en B van minimaal 2x per week tot

maximaal 6x per dag, 10 minuten lang per keer. Bij systeem C van minimaal lx per dag tot maximaal 10 maal per dag, 3 minuten lang per keer. Voor een overzicht van de watergeeffrequenties zie bijlage 1.

De waterafgifte is bij alle systemen 0,2 1 per m2 bedoppervlakte per minuut geweest.

Een gesloten systeem met recirculatie van de teruggestroomde voedingsoplossing biedt de mogelijkheid om het waterverbruik van het gewas van dag tot dag vast

te stellen. De verliezen door verdamping van het substraat en de daarop

groeiende algen en mossen worden gemakshalve verwaarloosd. Deze verdamping zal ook niet groot zijn geweest omdat over het substraat en de goten plasticfolie is gelegd. Het berekende waterverbruik over de gehele proefperiode is bij de systemen A en B 381,1 1 per m2 bedoppervlakte geweest. De berekening van het

(5)

einde van de le snee.

Om de mate van drainage/uitspoeling vast te stellen is bij systeem C op vier plaatsen een meter steenwolmat in een bak gelegd. Het hierin opgevangen water is per week gemeten. Het berekende waterverbruik over de gehele proefperiode is bij systeem C 490,3 1 per m2 bedoppervlakte geweest, inclusief drainage van 53,5 1 of 10,9%. Het netto watervberbruik per m2 bedoppervlakte is dus 436,8 1 geweest. Na aftrek van de drainagehoeveelheid blijft er bij systeem C nog een extra verbruik over van 55,7 1 per m2 bedoppervlakte ten opzichte van de systemen A en B. Voor het grotere waterverbruik bij systeem C zijn een aantal redenen te geven: er is een betere gewasontwikkeling geweest en er is een invloed van een randbed met grotere verdamping door meer licht en directe stookinvloed door de verwarmingspijpen langs de zijkant.

In bijlage 3 wordt een overzicht gegeven van het waterverbruik per week met

een daggemiddelde per week, hoeveelheid drainage en cumulatief totaal verbruik tot en met week 25, het einde van de Ie snee.

4.2. ANALYSES VOEDINGSOPLOSSING

Over de gehele proefperiode zijn per 2 weken de EC, pH en hoofdelementen plus per 4 weken de spoorelementen in voedingsoplossingen uit het substraat geanalyseerd.

In de bijlagen 4, 5 en 6 worden van alle analyses overzichten gegeven. De gemiddelde waarden per watergeefsysteem worden weergegeven in tabel 1. Tabel 1. Gemiddelde analyses van de voedingsoplossingen bij de verschillende

watergeefsystemen EC mS/cm/25°C pH Cl mmol/1 HCO " NO -P K+ M

8"TT

Ca4* Fe umol/1 Mn B Zn Cu Systeem A 2,7 6,0 1,0 0,9 17,0 0,9 9,3 1,8 7,5 39,5 7,6 40,0 20,0 18,0 B 2,9 6,3 1,0 0,9 17,9 0,6 9,3 2,0 7,8 40,5 4,2 36,0 21,0 17,6 C 2,7 5,8 0,6 1,0 17,4 1,3 7,2 2,2 0,7 59,4 7,2 29,0 5,8 11,4

Globaal gezien zijn de verschillen in analyses tussen de watergeefsystemen niet groot. Bij systeem B is de totale zoutconcentratie (E.C.) iets hoger dan bij A terwijl te verwachten zou zijn dat door onderlangs het substraat water-geven juist de mogelijkheid zou bestaan van verzouting van het substraat naar boven toe. Maar door de gekozen gietduur van 10 minuten is gebleken dat het water, indien van boven af gegeven, nauwelijks door het substraat en over de goot stroomt, zodat juist bij systeem B verzouting kan ontstaan.

Verder is opvallend dat chloride-gehalten in de gesloten systemen A en B hoger zijn dan in het open systeem C. Het chloride kan zich in een gesloten systeem ophopen. Dit geldt ook voor zink en koper. Hoewel niet gegeven in de voedings-oplossing zijn er toch aanzienlijke hoeveelheden uit het gietwater opgehoopt. Schade van de hoge chloride-, zink- en kopergehalten zijn aan het gewas niet vastgesteld, mogelijk wel een opbrengstafname.

(6)

195 190 211 699 664 700 1,93 1,95 1,95 2,75 2,70 2,79 5,46 5,46 7,41 0,87 1,18 0,55 0,13 0,13 0,13 12,4 12,4 12,2 4.3. GEWASANALYSES

Aan het einde van de kunstmatige belichting in week 2, 3 en 4 van januari 1985 om de bloemknopaanleg te bevorderen zijn gewasmonsters genomen en geanaly-seerd. De resultaten hiervan zijn weergegeven in tabel 2.

Tabel 2. Gewasanalyses bij de verschillende watergeefsystemen

N-tot. P K Ca Mg Fe Mn B Zn Cu ds (24u/70°

Systeem mmol/kg droge stof % A 2971 286 1850

B 3009 301 1881 C 2983 245 1758

De gehalten aan N.tot. en Mg zijn tamelijk hoog en van K en Mg zeer hoog.

4.4. ONTWIKKELING GEWAS EN BLQEMTAKPRODÖKTIE

De ontwikkeling van het gewas is van het begin af zondanig geweest dat de zijscheuten hoog aan de bloemtakken zaten. Bij het oogsten moet dan de keuze worden gemaakt van zijscheuten op het gewas laten en korte bloemtakken snijden of lange bloemtakken met (alle) zijscheuten snijden. Voor het laatste is bij deze proef gekozen, zodat het grootste deel van het gewas is weggesneden. In tabel 3 wordt de bloemtakproduktie en -kwaliteit van de eerste snee in

mei-juni 1985 gegeven. Het aantal bloemtakken is gegeven per m2 bedoppervlakte = 32 planten.

Tabel 3. Aantal bloemtakken en -kwaliteit per watergeefsysteem per m3 bedopper-vlakte Systeem

A

B

C

Ie kwaliteit 104,3 94,4 110,2 2e 12,9 12,6 18,8 3e 10,9 10,3 13,8 totaal 128,2 117,4 142,8 % 89,7 82,2 100

Vanaf het begin is de groei bij systeem C het best geweest en dit heeft zich voortgezet in de bloemtakproduktie.

Mogelijke redenen waarom de groei en produktie bij systeen C beter zijn geweest:

a. de steenwol in plasticfolie beter nat te maken was aan het begin en b. omdat de totaalzoutconcentratie (E.C.) aan het begin lager was dan bij de systemen A en B.

De hergroei van het gewas is vervolgens bij de systemen A en B zeer slecht en bij systeem C matig verlopen. Pas in oktober-november was de ontwikkeling van het gewas weer voldoende. De oorzaak van de slechte hergroei zal geweten moeten worden aan het drastisch wegsnijden van zoveel gewas bij de Ie snee.

Besloten werd de proef te stoppen.

5. CONCLUSIES

Bij de Ie snee gaven de gesloten systemen A en B met recirculatie respectie-velijk 10,3 en 17,8% lagere produktie dan het open systeem C.

Bij de gesloten systemen met recirculatie is een ophoping opgetreden van Cl, Zn en Cu die mogelijk ook een oorzaak zijn van de lagere opbrengst, naast de al

eerder genoemde verschillen in vochtigheid van het substraat en de verschillen in totaal zoutconcentratie aan het begin van de proef.

Het drastisch wegsnijden van het gewas bij de Ie snee heeft een slechte

hergroei veroorzaakt. Zo'n grote afname van het verdampend gewasoppervlak heeft gevolgen voor de wortels van het gewas. Hierbij zou het watergeven moeten

(7)

worden verminderd om de minder actieve wortels gunstiger omstandigheden te geven. Minder watergeven is in deze proef te laat of onvoldoende gedaan. De kennis en ervaring hiervoor ontbreekt. Onderzoek op dit gebied is zeer gewenst. Vooral bij anjer, waarbij zoveel gewas wordt weggehaald, vooral bij de Ie snee, is de kennis van aanpassen van watergeven nog totaal onvoldoende.

6. SAMENVATTING

Bij de teelt in steenwol zijn meerdere watergeefsystemen toe te passen: open systeem met vrije drainage en gesloten systeem met recirculatie van

drainagewater + meststoffen.

Om de mogelijkheden ^an deze systemen te onderzoeken is een vergelijking ervan bij trosanjer 'Barbara' opgezet.

Het waterverbruik bij de gesloten systemen en waterverbruik + drainage bij het open systeem is over de gehele proefperiode waargenomen. Uit periodieke analyses van de voedingsoplossingen zijn de verschillen ervan tussen de systemen naar voren gekomen.

De gewasontwikkeling en de bloemtakproduktie bij het open systeem C zijn beter geweest dan bij de gesloten systemen A en B.

De hergroei van het gewas na de Ie snee is slecht verlopen, zodat de proef is gestopt.

(8)

BIJLAGE 1. Overzicht van de watergeeffrequentie en -duur per week per systeem tot het einde van de Ie snee

Week no. 1984 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 Systeem A

2 x per week 10 min.

•y II II II II 1985 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 2 " 2 " 2 " 2 " 2 " 2 " 2 " 2 " 2 " 2 " 2 " 2 " 2 " 2 " 2 " 2 " 1 X 1 " 1 " 1 " 2 x 2 " 2 " 3 x 3 " 4 " 4 " 4 " 6 " 6 " 6 " 6 " 6 " 6 " 6 " 6 " H H H H H M H H H M i i H H H H H p e r H i i H i i H H i i ti H H H it H H H i i tt H H i i M H H H H H H H H H H H H H H H H H i i H H H H H H H H H H H H dag 10 min H H H H ti H H H H H H H H H H it H i i M H H H H H H i i H H M H M H M H H H H i i B 2 x 2 " 2 " 2 " 2 " 2 " 2 " 2 " 2 " 2 " 2 " 2 " 2 " 2 " 2 " 2 " 2 " 2 " 1 X 1 " 1 " 1 " 2 x 2 " 2 " 3 x 3 " 4 " 4 " 4 " 6 " 6 " 6 " 6 " 6 " 6 " 6 " 6 " per H H H H H H M H H H H H H H H H H per M H H i i i i H H H M i i H H H i i H H H i t H week H H H i i H i t H H H H H i i i t H H H H dag H H H H H H H i i H H H H M i i H i i i i i t H 10 m i n . M H H i i H H H H H H H H H i i M H i t 10 m i n . H H H H H H H H H H H H H H M i i i i t i H C 2 2 2 2 2 2 2 3 3 4 5 6 1 7 8 7 8 10 5 7 X M M M M H M t i i t H M t i H H H t i H H X I I I I I I I I I I I I X I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I per i i H H H H t i H H M H H H M H i i H M p e r i i H H H H H H H H H M H H H H i i H H t i dag 3 i i H H H H H H i t H H H M H i i M i i H dag 3 t i i i H H i t i i H t i i i •t i t i t H H t i H t i t t t t mi t i H H i t H H t t i t i t H H H t i t i t t i t t i m i t H M H H H M i i i t H H H H i i H H H H i t

(9)

BIJLAGE 2. Waterverbruik bij watergeefsysteem A en B in liters per m2 bedopper-vlakte Week no. 1984 - 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 1985 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 daggen./week 0,57 0,24 0,42 0,02 0,56 0,16 0 0,48 0,30 0 0,54 0 0,55 0,42 0,17 0 0,40 0,57 0,53 0,65 0,57 1,03 0,93 1,39 1,58 1,61 1,80 2,01 3,55 3,31 3,09 3,55 3,38 3,84 4,21 3,21 3,31 2,45 totaal/week 3,97 1,68 2,91 0,11 3,92 1,12 0 3,33 2,13 0 3,78 0 3,87 2,93 1,20 0 2,80 4,00 3,73 4,53 4,00 7,20 6,51 9,73 11,09 11,28 12,59 14,05 24,83 23,20 21,60 24,82 23,68 26,88 29,49 22,48 23,20 17,17 cumulatief totaal 5 8 8 12 13 13 17 19 19 22 22 26 29 30 30 33 37 41 46 50 57 63 73 14 95 108 122 147 170 192 216 240 267 296 319 342 359 ,65 56 ,67 59 71 ,71 ,04 17 ,17 95 ,95 ,82 ,75 ,95 ,95 ,75 ,75 ,48 ,01 ,01 ,21 ,72 ,45 ,54 ,82

M

,46 ,29 ,49 ,09 ,91 ,59 ,47 ,96 ,44 ,64 ,81

Bij het totaal van 359,81 moet nog 21,33 1 opgeteld worden van het water van de geconcentreerde voedingsoplossingen, loog en zuur wat ook gebruikt is maar niet per week is vast te stellen.

(10)

BIJLAGE 3. Waterverbruik en drainage bij watergeefsysteem C per m2 bedopper-vlakte

Week no. netto dag-gem./week

netto

totaal/week

netto cumu— drainage/week latief totaal 1984 1985 -40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 0,60 0,60 0,60 0,60 0,60 0,60 0,60 0,60 0,60 0,60 0,60 0,60 0,60 0,60 0,60 0,60 0,60 0,60 1,21 0,84 0,71 0,79 0,95 1,15 1,56 2,13 1,72 2,18 3,16 3,67 3,54 4,00 4,49 3,31 4,72 5,39 2,48 3,61 4,2 4,2 4.2 4,2 4,2 4,2 4,2 4,2 4,2 4,2 4,2 4,2 4,2 4,2 4,2 4,2 4,2 4,2 8,50 5,91 5,00 5,52 6,62 8,07 10,19 14,88 12,03 15,28 22,11 25,66 24,78 27,97 31,41 23,14 33,07 37,70 17,38 25,27 8,40 12,60 16,80 21,00 25,20 29,40 33,60 37,80 42,00 46,20 50,40 54,60 58,80 63,00 67,20 71,40 75,60 84,10 90,01 95,01 200,53 107,15 115,22 126,13 141,01 153,04 168,32 190,43 216,09 240,87 268,84 300,25 323,39 356,46 394,16 411,54 436,81 geen waarneming 0 0 0 0 0 1,2 0,55 0,66 0,34 0,25 0,21 0 0,27 7,36 2,29 4,15 1,0 2,49 1,12 3,54 5,34 0,87 11,18 2,01 8,67 0 0 0 0 0 14,1 9,3 13,2 13,2 3,8 2,6 0 1,8 61,2 15,0 18,8 3,9 10,0 4,0 11,3 23,1 2,6 29,7 11,6 34,3 53,50 10

(11)

s 0) • u co 03

sa

>-} M 3 U <r #t m i—* M vO en M vO CN M oo 0 0 * o e N I m m M CTi O M en m oo «H 00 f - H «* M I-*. <• •<î oo i—i en A ^O < t i - H A 00 t—i vO A 00 <r o r^ ^ H »o M - i < ƒ • <T A - H CN r^ A u-l -tf 00 # 1 -tf CN vO M O VO 0 0 • t vO CN 00 #\ O ~d-CN A 00 CN 00 • t oo CM r - H #* r^ CN O « t o en M m r—t C^ A en

£

Pu

t

(0

g

+

ifi U"ï CN en o v O en en CN O B o u O •H e u-> «1 en Ov en O A O vO CN oo vO *—I i n en en CN vO m oo LT) 00 oo en v O CN v O CN 00 oo o -u-| U~l CTv vo oo vO oo 00 1 ^ VO vO en -a-vO en vO CM o fi M <D .* £ en •<3-1 -a-oo a\ t—i m -* r^ -a-o \ ^3-i — ( m i—i i m oo O i i—i en m cri . - H en m CM en CN o M o o M O m * m en M en CN M CN vO en CN o • - i e n m v o c j \ r ^ c N c n c r i i T « < y i o o i « ^ v o v O ' - i c N ^ H i—l i-H • — i i — I •—l •—I CN CN • — l i — I • — I — ! > — I • — l i — I CO • — I C N

r ^ v o c T i c T i o o c n o v o o v c s i e n o o i o o c N i n c n - a -m v o r > . o o o o o o i - i — i - H i - i - H o o c y i O a v - a - ^ a - r ^ cd h •u en .o. 3 CO 4J 0) .fi c •H fi <U 00 fi • H CO CO O r H P. O CO OO c • H "O <U O > <U T3 fi (T) > CO CD CO >-. • H fi < Pu 1 en o z 1 T - l u ni a u u i H *-v^ r-i O S 0 u o m CN •^^ e CJ ^^ 00 B oo o 00 en o .—i u-i vO O CN 00 O en o o 1—1 -3-vO o CN en o oo en CN 1—1 -* vO CN CN •—I CN -* CN O CTi tO en CN •—I O -3-i—I T-{ <T\ l O < * • CN CN O m r^ .—t .—i vO s * CN t—l en en oo o ^ H vO u-i oo CM i—l t—l u-i en i—i i—i 00 m •-H en 1—1 u-l o r»» cri o 00 m r-CN .—I O o o 1—1 o -* m en CN 1—1 T—t o vO CN 1—1 m m 00 CM CN O 0\ en O m m m CM oo o o m o i—i r-» m m CM i—i m o o o \ vO O -3-m vO CM m o o oo m o r^ u-i en CN 1—1 m o m r^ m O oo -* r-~ >* en o CN ^ H vO 1—1 m vO o CN CN o vO o> U I 1—1 oo u-i 1—1 en u-l CN 11

(12)

3 G « <u Pu

Î

ta M

e

cu CO co 00 41 -Cfl cd u 4J CO .o. 3 co 4J dl 43 C • H C cu 60 C i H CO co o i H a o CO ÖO e •H T3 CU O > cu T3 e CO > co cu co > N i H co 13 < PM 1 l O ss i rH U a a o w co

w

rJ H « C N o w

e

co M s f O A m m M m vO •\ r-~ m M oo CM O N 00 st as oo co o m co v O O N st m v O CM -a-o e o u o •H e 0 0 co CO m 00 CM vO CN vO M CM CO vO CO r-» •» v O CO 00 m co •* 00 st ON -d-ON M 1—« CN m oo

o

CM o oo ON 00 m t ^ Ä m ~H 00 A s t CO CN A ON m ON M m CO CN m st CN vO m vO CN CM CO 00 CO st CM vO CO st co I r-t co oo CN O N o m CM m, CM CM 00 st 00 m st sj-oo O N i—1 v O I-» 00 m O CN o o oo CM o co co st CN VO VO CN co i~~ co oo •—i •—i — I . i v O O O C O C M O O O O O i s t - i s t r ^ s T s J - C M r H r - l i — i r H i — l i - I C M r - l — I C N C M C M C O C M . - I C O C M C M r ~ - c N C N - - i c o ~ d - o o o o s r o i n i n O ' - i i n r ^ r - ~ o m i n v o o o o o o o o N i ^ o o o o o c o c o o s t o o o o o o m m o N o o o o r ^ o o v o r ^ i n v o i n c N s t c N c N O O O O O ' - H ' H O O O O O O O O ' - i O O i n v o o o o o o c o o - H C M o m o i n i n o o o o m c N o o o o s i - c o r - ~ o o m s t r - ~ r ~ ~ v o c o < t o o o N C N ' H r-l r - l i - l i - l r - l r - l i - l r - I r H C M C M C M C O C M C N rH i H o e •H i - H l - . O C M C M - H O N O O N O C N C N s t C N O N r - ^ O O C N O N rH . . « « > > > > . . > « « « « « . . j - j O " < l O ' O r - i O ' - i O i t I O O O O - I C N o o o N O N O N r - i O ' - H c o c o v o v o r ^ o - H ' — i m o o o v O v O v O i n v O v O v O V O v O v O v O v O v O v O v O i n v O i n CJ ON r H •—1 CN CO CM vO CM ON CN s t CN CO CM i-~ CM ON CN s t CO ON CO m co CM CO o m vO CO s t CO o c M eu CU S co s t 1 s t 00 O* i - H m s t r-~ s t as <* —i co m m oo O N ON co m O N i—I r H C N co CM m CM 12

(13)

3 ON CO ON co •vf O M oo ON •t r-* ro M 00 . — i i — i M N£> CM m « r^ m a tN 0 0 CO CO co 00 CO co ON ON O 00 ON CO ON vO vO «

£

•^ iH O

e

o n o •H

e

co CO -tf A 00 -3-CM oo * e*. oo r — 1 CO «1 r-» <r CO r~-A ON CM CO CM * O ON CM CO I/O U0 CO -a-CM o C M CM 00 CO m oo m "0 m ON C M o co oo co co uo r-. <y\ o oo vu ON

t

e <U CU 4-1 03 C0 cd CO •1-1 CO - O •S CO 4-1 eu e 0) oo e • H CO CO o iH ft O co oc e •H XI CU O > t ) e cd > co cu co >> iH cd ö

<

ff « PH O IS co O N C M C O I - ~ < J - 0 0 0 ' - I V O ^ - C M I ' ^ C M C M O N N O C N c o ^ v J - u o v o r ^ r ^ o o o o i ^ - v o c N i c M C M c o s r u - i r ^ - - l O O N C o ^ r ^ N O O N O o o C T N N O c o c o s t O N O N i n r - i ^ o ^ i - H i - H i - H i - H C N — I - H C M C O C O C O C O - S - ' H •—( CM • — I C M O N O N C M r ^ C O C M O N U O N O C O O O ' — i r~- oo u - i - ^ - j - v o u o u o v o m m i o m o o o o o r ^ u o u o - * o o N O N m c o c o c M > - H C M O N ^ H v o m m r ^ o o r ~ . r ^ I - H O O - * l - H - H r - 4 0 . - H - H I - H I r - H O i H O B o o c M o o u o m c M o m i o — l O o o c o c o m o m c M • H « « « « « . « > . i H - H r - ^ v o c M ^ H O O c o o c o c o c M m c o c o — t o r m e s ,-( _ | i-4 r-| i-H i-H i-H i-H i-H i—I CM CM CN CN - * CO i-H •H o o o r ^ r - ~ o o v o r - » r ^ N O v O v D r > - u - i c o - v j - c M C M O - 4 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 O O 0 0 - H u o r ^ N O ~ a - v o v o O N C N c o u o c o c o - * i - H c o r ^ O N i - H 3 N O N O v o u - i i n u o i O N O v o v o v o i o u o m m - ^ " - < t N O CN "s" CJ C/3

e

UO UO ^O ON ON O CM CM CM CO CM co oo co co ON co m oo

o

CN vO W -J >-> M • o

e

^5 CU CU S co <r l ~* 00 ON r—t m <r r*. ~d-ON <r r-H m •-H 1 m 00 ON 1-4 O N i-H co m H CO CM CM CN 13

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bekend is, dat in de oostelijke staten van Noord-Amerika Michigan, New-York en Maine, waar een derde van de Amerikaanse bonenoogst wordt aangetroffen, veelal stikstof in de voor

Halfheester met bijna tot aan de grond afstervende, ± houtige stengels; éénjarige stengels slap, tot 4 m lang en op de grond liggend; oudere planten dichte massa's vormend van ± 1

Bedrijf 1 heeft geen rotatie, bedrijf 2 heeft 40 procent van het bedrijf in rotatie tussen gras en maïs (2 jaar maïs, twee jaar gras).. Bedrijf 3 heeft 100 procent van het bedrijf

Voor deze analyse wordt per sorteerinstallatie de variatie tussen metingen en binnen metingen (deelmetingen gebaseerd op 4 grepen) bepaald voor het

Het ras Meikoningin vertoonde het laagste gemiddelde kropgewicht namelijk 265 gram en de rassen type 57» type 47, Magiola en May Princess behaalden gemiddelde kropgewichten die

In ons land viel de keuze op de Hupselse Beek en via het toenmalige Laboratorium voor Hydraulica en Afvoerhydro-.. logie op Duivendaal raakte Wageningen bij het

• alle percelen buiten de door de provincies vastgestelde Nieuwe EHS en Bestaande EHS, die in beheer zijn bij terreinbeherende organisaties of particulieren; het volledige juridische

Tien andere lidstaten en een meerderheid van het Europees Par- lement hebben de Europese Commissie opgeroepen om de richtlijnen niet aan te passen.. Tegelijk is bekend dat