• No results found

De invloed van een groeiregulator uit de groep van phytokininen op de groei van potchrysanten : oktober 1968 - januari 1969

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De invloed van een groeiregulator uit de groep van phytokininen op de groei van potchrysanten : oktober 1968 - januari 1969"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Proefstation

CD

V

PBG

^ßldi^y

voor de Groenten- en Fruitteelt

onder glas

De invloed van een groeiregulaftor uit de groep van pytokininen op de groei van pot-chrysanten.

1969 D.Klapwijk

te Naaldwijk

(2)

PROEFSTATION VOOR BE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS TE NAALDWIJK»

De invloed van een groeiregulator uit de groep van phytokininen op de groei van potchrysanten.

Project : C 8 Plaats : A 3/22

oktober 1968 « januari 1969

De proefnemer :

(3)

I n d e l i n g Inleiding

Doel van de proef Proefopzet

Uitvoering

Verloop van de proef Verzamelde gegevens

A. Vergelijking bespuiten - gieten 1 . Getopte planten

2. Ongetopte planten

B. Invloed van herhaling van toepassing en concentratie

(4)

Samenvatting.-Inleiding

Naast het onderzoek, dat verricht wordt met de groei-regulatoren uit de auxine- en gibberellinegroep, wordt de laatste jaren ook veel aandacht "besteed aan een nieuwe groep, namelijk de phytokininen.

De physiologische aktiviteit van verbindingen uit deze groep is zeer veelzijdig.

De phytokininen hebben invloed op de celdeling en -strekking en op de differentiatie van delende weefsels. Verder wordèn

aminozuren aangetrokken naar plaatsen, waar een hoge concentratie van phytokininen heerst. Daardoor wordt de afbraak van weefsels voorkomen. Tevens wordt veelal de ademhaling geremd»

Deze activiteiten kunnen zich op allerlei gebied in planten manifesteren. Zo wordt in sommige soorten vruchtgroei,

bevorderd, ook parthenocarp. De dominantie van de eindknop over de zijknoppen kan worden verstoord. De kieming van zaad wordt soms bevorderd. Door toepassing kan ook bladmisvorming op­ treden.

Een moeil$kheid is dat deze stoffen slecht oplosbaar zijn en in de plant moeilijk getransporteerd worden. Waarschijnlijk is ook de opname via bespuiting op het blad niet best. Dit maakt het onderzoek naar de werking van deze stof moeilijk.

Doel van de proef

Het was de bedoeling door deze proef iets te weten te komen van het effect van één van de verbindingen uit de groep phytokinen op het uitlopen van zij-ogen bij de chrysant. Bij een goede

lichtvoorziening geeft het uitlopen niet veel problemen, maar in de winter zijn er moeilijkheden bij het uitlopen na het toppen. Dit is speciaal van belang bij potchrysanten. Om een goede verkoopkwaliteit te bereiken is een minimum aantal van drie s^hèütjes per plant noodzakelijk. Om meer inzicht te krijgen

in het effect van deze stof werd de helft dan de plaint en getopt en de andere helft niet. Om iets meer te weten over de opname door de plant werd het zowel bij de wortels gegoten als op de plant gespoten.

(5)

2

-Daarom werd ook —zowel in êên keer als in meerdere keren — eenzelfde hoeveelheid stof toegediend. Hoewel over de gewenste concentraties niet veel bekend was, werd zowel 200 als 50 d.p.m. toegepast. Bij begieting werd 25 ml per pot toegediend.

Proefopzet

De proef werd opgezet met een stof, die onder nummer S D 8359 door Shell ter beschikking was gesteld. De chemische naam is 6-(benzyl-amino)-9-(tetrahydropyran-2-yl)-9 H-purine. Het is een kristallijne stof.

Omdat het ene chrysantenras na topping veel gemakkelijker uitloopt dan het andere zijn twee rassen gekozen, waarvan het ene gemakkelijk uitloopt en het andere niet. Omdat het onderzoek oriënterend was, werd de proef wel met veel behandelingen, maar in enkelvoud opgezet.

Het behandelingsschema is als volgt :

No Aantal bespui­ tingen Concen­ tratie d.p.m. Spuitdata No Aantal bespui­ tingen Concen­ tratie d.p.m. j. wej^etööJL ug j: Xctii u behande­

ling Vu 6/l1 11/ii 15/ii

1 2 200 gieten getopt + +

2 1 200 gieten getopt +

3 4 50 gieten getopt + + + +

4 2 50 gieten getopt i + +

5 2 200 gieten niet getopt + +

6 1 200 gieten niet getopt +

7 4 50 gieten niet getopt + + + +

8 2

50

gieten niet getopt + +

9 2 200 spuiten getopt + +

10 1 200 spuiten getopt +

11 4 50 spuiten getopt + + + +

12 2 50 spuiten getopt + +

13 2 200 spuiten niet getopt + + 14 1 200 spuit en niet getopt +

15 4 50 spuiten niet getopt + + + +

16 2 50 spuiten niet getopt + +

17 - - — getopt - - -

(6)

-Alle besjiuitingen werden uitgevoerd onder toevoeging van 0,2$ Shell uitvloeier. De: stof werd vooraf opgelost in 50 ml 20$ alcohol, omdat het niet direct in water oplosbaar was.

Uitvoering

Deze proef werd opgezet met potchrysanten van de variëteiten Bravo en Princess Ann (P.A.)-geel. De planten stonden in 9 cm-plastic potjes op een tafel met een laagje zand» op cm-plastic doek» De "bewortelde stekken werden op 23 oktober opgepot (1 plant per pot) en belicht tot 1 november. Van elk ras stonden per behandeling vijf potten ter beschikking. Gedurende de teelt werden ze op de normale wijze verzorgd. De helft van de planten werd op 1 november getopt. Eind november werden de planten wat ruimer gezet. Er

moest zeer intensief worden gespoten tegen „wit" en luizen. Op 16 december was bij Bravo kleur in de knoppen te zien. P.A. was 14 dagen later, hetgeen overeenkomt met de langere reactietijd van dit ras.

Op 8 januari werden bij Bravo de opbrengstgegevens vastge­ steld. Voor P.A. gebeurde dat op 22 januari.

Verloop van de proef

Ongeveer 10 dagen na de eerste behandeling bleken de jonge blaadjes van de ongetopte planten van het ras Bravo roffelig te

zijn. De bladschijf was niet vlak. Er waren ook nogal wat planten slap, waarschijnlijk als gevolg van afsterving van wortels. Het betrof alleen ongetopte planten. Of er verband bestond met de behandelingen was niet duidelijk. Eind november trad in Bravo wat chlorose op, naar het leek, vooral bij hoge concentraties. Half december waren de eerste knoppen bij Bravo zichtbaar. De groepen die begoten waren hadden geen achterstand, maar de

(7)

be 4 be

-spuiting gaf bloeivertraging, vooral bij hoge concentraties

en herhaalde bespuiting. Bij P.A. lagen de verschillen in dezelfde richting, maar minder duidelijk. De stand van dit ras was "begin januari aanmerkelijk beter dan bij Bravo.

Verzamelde gegevens :

Bij beëindiging van de proef werden veel gegevens verzameld. Hiervan zijn ondervolgend enkele samenvattingen gegeven. Hierbij is vooral gelet op de vergelijking tussen gieten en spuiten met deze groeiregulator.

A. Vergelijking bespuiten - gieten 1. Getogte.glanten

Verzamelde gegevens

Bravo Princess Ann

Verzamelde gegevens

Onbe­

handeld Gieten Spui -ten handeld Gieten Onbe­

Spui­ ten Aantal scheuten/plant 3,2 3,5 4,4 4,8 4,3 3,9 Aantal scheuten/plant^>10 c sm 3,0 2,9 2,8 3,0 2,8 2,8 Aantal knoppen/scheut 1,0 1,0 1,1 1,3 1,1 1,6 Aantal bladeren/scheut 9,4 9,2 9,4 6,6 6,9 7,8 Lengte/scheut in cm 14,8 12,8 11,7 13,6 14,1 15,1 Gewicht/plant in grammen 18,2 15,9 19,1 23,0 21,2 22,1 Aantal bl.bloeiend/scheut 1,1 0,9 0,6 0,8 0,8 0,4 Gewicht /bloem in grammen 1,4 1,4 1,4 1,0 1,0 1,0

Voor de praktijk is het vooral belangrijk hoeveel

scheuten er na het toppen per plant worden gevormd. P.A. is een ras, dat veel scheuten maakt en hierbij geen ver­ betering onderging, door de behandeling.

Bravo maakt moeilijk zijscheuten en hier werd het aantal wel vergroot. Als dan voor beide rassen wordt bezien hoeveel er doorgroeien tot een lengte groter dan 10 cm, dan blijkt dit door de behandeling niet te zijn verbeterd. Het aantal knoppen dat zou kunnen bloeien bleef ook onge­ wijzigd of mogelijk bij P.A. spuiten iets vergroot.

(8)

Hetzelfde geldt voor een aantal "bladeren per scheut. Voor de lengte van de scheuten waren de gegevens voor Bravo en P.A. ongeveer tegengesteld» Ook van het gewicht per plant valt weinig te zeggen. Het aantal bloeiende bloemen nam af door de bespuitingen zoals ook uit eerdere waarnemingen reeds was gebleken. De grootte van de

bloemen die al bloeiden werd niet beïnvloed. 2. Ongetopte_planten

Verzamelde gegevens

Bravo Princess Ann

Verzamelde gegevens handeld Gieten Onbe­ Spui­ten handeld Gieten Onbe­ Spui­ten Aantal bloemanheuten/plant 4,0 5,8 5,8 5,0 2,6 5,8 Aantal knoppen/scheut 1,0 0,9 1,0 1,5 1,1 1,5 Aantal bladeren/plant 24,2 24,9 26,0 19,8 25,4 22,5 Lengte/plant in cm 50,4 50,5 51,6 54,2 55,4 55,2 Lengte/bloemscheut in cm 5,4 5,0 5,4 5,8 5,5 6,6 Gewicht/plant in grammen 21,4 15,8 18,9 27,0 26,3 24,9 Aantal eindknoppen/plant 1,0 1,0 0,8 1,0 1,0 0,6 Aantal bloemen bloeiend/plant 4,8 4,0 4,2 5,8 2,9 1,9 Gewicht/bloem in grammen i'5 1,2 1,0 1,4 2,0 1,2

Bloemscheuten zijn de korte scheutjes boven aan de stengel, die de bloeiende bloemen dragen. De gegevens voor beide rassen zijn niet eensluidend. Bovendien

zjjn er bij Bravo meer dan bij P.A. Het aantal bloei-bare knoppen aan deze scheuten werd weinig nadelig of niet beïnvloed. Het aantal bladeren aan de stengel nam door behandeling bij beide rassen wat toe. De lengte van de hoofdstengel werd niet gewijzigd, even­

min — waarschijnlijk — de lengte van de bloemstengeltjes. Het gewicht van de plant werd iets verminderd?door de

bespuiting waren enkele hoofdbloemknoppen beschadigd. De bloei kwam trager op gang. Het bloemgewieht gaf geen duidelijk beeld.

Het effect van de behandelingen was dus tamelijk gering. Geen van de behandelingen gaf duidelijke

(9)

6

-Het aantal scheuten bij getopte planten wordt misschien iets bevorderd, maar ze groeien.niet uit. Bij ongetopte planten kan beschadiging van de eindknop optreden. Er trad enige bloeivertraging op, samengaande met een enkel blad meer. Tussen beide rassen is wel verschil, maar de verschillen

tussen de behandelingen zijn te klein om na te gaan of er rasgevoeligheidsverschillen bestaan.

B. Invloed van herhaling van toepassing en concentratie

Omdat het doel was, om door behandeling extra scheuten te krijgen na het toppen, worden de gegevens alleen voor dit verschijnsel vermeld. De overige gegevens zijn niet per concen­ tratie en herhaling verwerkt, omdat de verschillen tussen

onbehandeld en behandeld te klein waren. Voor de getopte planten wordt het/aantal /totaal zijscheuten vermeld en en het aantal dat doorgroeide tot een lengte groter dan 10 cm. Aantallen per vijf planten.

Behandeling Zijscheuten per plant Behandeling Zijscheuten per plant Gieten

Bravo P.A.

>

0 cm Spuiten

Bravo P.A. Bravo P.A.

>

10 cm Gieten

Bravo P.A. Bravo P.A.

Spuiten

Bravo P.A. Bravo P.A. Bravo P.A. 2 x 200 ppm 16 22 14 13 2 x 200 ppm 26 21 13 12 1 x 200 ppm 16 22 14 14 1 x 200 ppm 16 19 14 14 4 x 500 ppm 18 26 16 15 4 x 50 ppm 29 20 14 14

2

x 50 ppm 19 15 13 14

2

x 50 ppm 17 17 14 15 Controle 16 24 15 15 Onbehandeld 16

24

15 15

Door gieting werd het totaal aantal scheuten niet sterk gewijzigd en er lijkt geen aanknopingspunt te zijn met het

aantal keren dat behandeld werd of met de concentratie. Bij de scheuten > 10 cm waren de aantallen eerder kleiner dan groter na de behandeling. Na bespuiting was het totaal aantal scheuten bij 2 x 200 ppm en 4 x 50 ppm groter. Misschien

werd dat door de bespuiting veroorzaakt. De verbetering werkte niet door in het aantal scheuten 10 cm. Bij P.A.

(10)

7

-Samenvatting

Van de toegepaste behandelingen werd niet veel effect ondervonden. Het aantal scheuten werd bij de getopte planten niet duidelijk vermeerderd. Door de behandelingen werd de bloei iets vertraagd. Mogelijk zijn de concentraties nog te laag genomen of dringt het middel te slecht in de plant door. Bladbeschadiging Iwam echter wel voor. Het is mogelijk dat de chrysant weinig gevoelig is voor deze stoffen, wel leek er enig verschil tussen beide rassen te bestaan.

Uit dit oriënterende proefje zijn dus weinig aanwijzingen verkregen, over de mogelijkheden van deze groeiregulator bij chrysanten. Het biedt ook weinig perspectief voor verder onderzoek.

De proefnemer,

D. Klapwijk.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

o Bij de vergelijking over jaren heen wordt het huidige jaar vergeleken met het vorige jaar: een donkere score duidt op een negatieve evolutie (= hogere score) van de indicator,

Hij maakt, op basis van vaktechnisch inzicht, het materieel gebruiksklaar en voert de voorkomende werkzaamheden uit zodat de gebouwen en voorzieningen goed zijn onderhouden

(elementen) in deze steekproef zijn opgenomen (hoog strand, embryonale duinen, laag duin, vochtige duinvallei, luwe laagtes, hoog duin, inclusief struweelzone).. Afbeelding 2.5:

 Bewijsstukken : voor eensluidend verklaarde kopie van diploma, brevet of attest toe te voegen.  Per bijkomende opleiding dient

Voor elk transplantatieprogramma, in het ziekenhuis aangeboden, zal een donorwervingsprogramma voor hetzelfde orgaan moeten ontwikkeld worden, dat minstens eenzelfde

De literatuur naar het leren van motorische vaardigheden geeft aan dat 100% feedback beter is voor de prestatie tijdens het oefenen dan minder dan 100% feedback, maar voor het

Voor zover er wel werd geadviseerd door de ouders, werden de ambachtelijke beroepen het meest aangeraden (31%)« Het landarbeidersberoep werd veel min- der vaak aangeraden (11%).

Uit een groot aantal verdere waarnemingen op praktijkpercelen bleek, dat bij nor- male zaai (van eind Februari tot eind Maart of begin April) de gemiddelde, dus eco- nomisch