• No results found

Zeldzame rassen in het cultuurlandschap

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Zeldzame rassen in het cultuurlandschap"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

sers’: zij vreten bast, twijgen en knoppen van kruiden, struiken en bomen. Geiten worden ingezet om dichtgroeiende terrei-nen weer open te maken en daarmee weer meer geschikt te maken voor de andere grazers. In de winter gaan paarden dit graasgedrag van ‘browsen’ ook vertonen. De gewenste toestand van de vegetatie is met begrazing te bereiken met twee stu-ringsparameters: de lengte van de graaspe-riode en de dierdichtheid.

Als de keus voor begrazing en het type gra-zer gemaakt is, komt de derde vraag: voor welke diersoort kies ik? En als laatste komt de vraag: welk ras ga ik inzetten? De keuze van het ras hangt ook af van wat er in de winter gebeurt met de dieren. Worden ze opgestald of bijgevoerd? Zo ja, dan kunnen vrijwel alle Nederlandse rassen ingezet

wor-den. Kiest men voor jaarrond begrazing zonder bijvoeding, dan is het van groot belang dat de dieren met een grote voor-raad lichaamsvet de winter ingaan. Met misschien als uitzondering het Brandrode rund, is deze eigenschap niet meer bij de oorspronkelijke Nederlandse runderrassen aanwezig. Daarom wordt voor jaarrond begrazing toch vaak gekozen voor buiten-landse rassen als de Galloway en de Schotse Hooglander. Als dieren van deze rassen in de herfst worden geslacht, vindt de gemid-delde Nederlander het vlees veel te vet. Historische geografie

Harm Piek verdedigt sterk het standpunt dat dieren van zeldzame rassen moeten worden ingezet in de streek waar ze histo-risch gezien thuishoren. Als er Drentse heideschapen in Zuid-Limburg grazen, worden risico’s wel gespreid, maar bij voorkeur ziet Harm dit schapenras op de Drentse en Overijsselse heidevelden. Dan

20 ZeldzaamHuisdier

Tekst: Kor Oldenbroek

Zeldzame rassen in het

cultuurlandschap

Natuurmonumenten zet runderen, scha-pen, geiten en paarden in om het oude cul-tuurlandschap in stand te houden. Waar mogelijk worden er zeldzame Nederlandse rassen ingezet, omdat daarmee de waarden van het cultuurlandschap beter tot hun recht komen. Een waardevol cultuurland-schap in stand houden kan met begrazing of met maaien of plaggen. Dat is een keuze. Van ruige vegetatie tot ‘browsen’ Als er gekozen wordt voor begrazing, is de vraag wat er bereikt moet worden met begrazing. Het rund is een grazer bij uitstek: het houdt het gras kort en laat ook ruigere vegetaties staan, zodat er meer biodiversi-teit ontstaat. Bij jaarrond begrazing worden door het rund de ruige vegetaties in de win-ter vaak alsnog opgegeten. Ook het paard is een echte graseter, die het gras nog 2 cm verder inkort dan het rund.

Schapen eten vooral jonge grasspruiten en jonge scheuten van struikheide en relatief weinig van oude ruige vegetaties. Deze echte grazers kunnen celwanden van planten verteren om daarmee in hun ener-giebehoefte te voorzien onder extensieve omstandigheden. De geiten zijn de

‘brow-In 2012 nam Harm Piek afscheid als bestuurslid van de SZH. Harm werkt nu als vrijwilliger bij zijn vroegere werkgever Natuurmonu-menten. Hij heeft veel kennis over de inrichting en het onderhoud van oude cultuurlandschappen met grazers. Hij stimuleert daarbij het gebruik van de zeldzame Nederlandse rassen als dit bijdraagt aan het in stand houden van de historische en ecologische waarden. Genoeg redenen voor een interview met Harm Piek.

Harm Piek

Rosemarijn Piek

Rode geuzen in een uiterwaard

(2)

ZeldzaamHuisdier 21

kunnen de zeldzame rassen een extra waarde geven aan de identiteit van de streek en een bijdrage leveren aan de streekproducten die steeds meer geprodu-ceerd worden. De Zeeuwse mossel past niet op een lijst van Twentse streekpro-ducten! Brandrode koeien verwacht je in de uiterwaarden van Maas en IJssel, Veluwse heideschapen in Gelderland en Groninger paarden in het noordoosten van ons land. Bij veel mensen ontbreekt de kennis over de historische geografie van rassen, al voegt Harm daar meteen aan toe dat er nog veel onderzoek door landbouwhistorici gedaan zou kunnen worden.

Nederland is vanouds een land met heel veel handelscontacten en is altijd een doorvoerland geweest. In de achttiende eeuw kwamen Duitse, Deense en Poolse runderen naar Nederland om ‘vetgemest’ en geslacht te worden. Het vlees ging naar onze grote steden en naar Engeland. Een deel van deze zeer gevarieerde groep werd niet geslacht en vormde de basis voor onze Nederlandse runderrassen, waar-voor in de negentiende eeuw de stamboe-ken opgericht werden. Een goede beschrij-ving van de mobiliteit van dieren naar en van onze directe buurlanden ontbreekt. Waar ligt de oorsprong van bijvoorbeeld de Heidekoe en het Glaner rund? Ook ont-breekt veel kennis over hoe de

verschil-lende diersoorten en rassen gehouden werden. Harm kwam eind jaren zestig nog een jongen tegen op een dijk op Zuid-Beveland die een kudde runderen hoedde. Was dat een oude gewoonte? Vroeger lie-pen in de schaapskudden altijd een paar geiten mee. Wat was daar de reden van? Er liggen nog veel onbeantwoorde vragen. Goede voorbeelden

Natuurmonumenten heeft van een groot aantal zeldzame rassen dieren in eigendom of laat dieren van anderen grazen op hun terreinen. Zo bestaan de twee schaapskud-den op het Dwingelderveld uit Drentse heideschapen. Zouden de herders daar gebruikmaken van een Hollandse Herder, dan was het plaatje volledig authentiek. In de Middelwaard bij Ravenstein lopen

ZeldzaamHuisdier 21

Brandrode runderen. In het Dal van de Rui-ten Aa lopen Lakenvelder runderen en Gro-ninger paarden. Op de Middelplaat langs de Schelde lopen Nederlandse trekpaarden. Op het landgoed De Klenke in Oosterhes-selen worden Nederlandse landgeiten inge-zet om verboste heideveldjes open te maken. Op de Wolfhezer Heide zijn in het verleden Fries-Hollandse runderen ingezet. Met bijvoedering in de winter konden de dieren van dit ras zich uitstekend handha-ven. In een paar rietlanden in de Nieuw-koopse Plassen zijn Nederlandse landgei-ten ingezet om de appelbes weg te vrelandgei-ten. Daar slaagden ze aardig in, alleen bleek het in de winter veel te nat voor de geiten. Er kan nog veel meer

In Nederland zijn nog veel natuurterreinen waar dieren van zeldzame rassen ingezet zouden kunnen worden om de vegetatie te onderhouden en om het cultuurlandschap nog beter tot zijn recht te laten komen. De SZH gaat daar de komende jaren samen met Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en de Landschappen verder aan werken. De kennis en ervaring van Harm Piek zal de SZH daarbij volop benutten. 

Blaarkoppen in het natte hart van Holland

Harm Piek

Harm Piek

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Naar aanleiding van het EU haaien actieplan is er behoefte aan het verwerven van meer kennis over haaien en roggen die in de Noordzee voorkomen en door Nederlandse vissers

In tabel 15 zijn de resultaten voor de ileale vertering weergegeven. Om te corrigeren voor de voerresten is hierin het gehalte aan titanium geanalyseerd en is hiermee het

The literature review and empirical study has revealed a number of challenges within the chemical manufacturing industry and supply chain management which require targeted research

While the relatively flat PGE patterns with a Pd negative anomaly and low Pd/Ir ratios (<1), low Ni/Cu and Pd/Ir and relatively enriched Pd/Pt ratios in the nickel sulphide

Figure 1: Light micrograph of Eremothecium coryli, showing (a) spindle-shaped ascospores (As) in an ascus (A) as well as (b) released ascospores (As) held together by thin

Key words: Kibaran Belt, South-eastern Rwanda, meta-sedimentary rocks, G4 granites, mineral chemistry, cassiterite, wolframite, coltan, fluid inclusions, hydrothermal

Door biogas op te waarderen naar aard- gaskwaliteit is het mogelijk om de trekker op een combinatie van diesel met opge- waardeerd biogas te laten rijden. Hier is echter nog

abiotische variabele -uitgaande van een continue verdeling- kunnen hiermee worden opgevuld. Zo kunnen later niet alleen de optima, maar ook de staarten van de responscurve en de