• No results found

Resultaten onderzoek ICI 2018

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Resultaten onderzoek ICI 2018"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Onderwijsorganisatie Noord

Nederland Locatie 2

Resultaten onderzoek

Indoor Comfort Index

©

(2)

De Indoor Comfort Index

©

Ondanks de toegenomen virtualisering van ons werk en de daarmee samenhangende nieuwe werkvormen is het kantoor voor veel mensen nog

steeds de belangrijkste plek waar het werk wordt gedaan. Daarmee is het kantoor ook een plek waar veel tijd wordt doorgebracht. Maar hoe is

de situatie feitelijk? En hoe beleven medewerkers het comfort in de kantoorgebouwen? De Indoor Comfort Index

©

, afgekort ICI, geeft inzicht.

Het doel van het onderzoek is om inzichtelijk te maken hoe medewerkers het binnenklimaat op een bepaald moment beleven. Verschillen en

overeenkomsten tussen reële en gepercipieerde situaties worden ook inzichtelijk gemaakt. Met de resultaten krijgt de organisatie een

gedetailleerd beeld van het binnenklimaat.

Het lectoraat Facility Management van de Hanzehogeschool Groningen is eigendom van de verzamelde data. Deze data wordt anoniem

verwerkt en bewaard. De opdrachtgever wordt middels deze standaard rapportage geïnformeerd over het waargenomen reële binnenklimaat en

hoe dit door de gebruikers van de werkplekken wordt beleefd. Overigens kent de betrouwbaarheid van dit onderzoek beperkingen: één meting is

te beperkt om uitspraken te doen over de algemene prestatie van het gebouw op het gebied van het binnenklimaat..

Deze rapportage geeft eerst inzicht in de fysieke factoren die het binnenklimaat bepalen, vervolgens wordt inzicht gegeven in de beleving van de

medewerker. Tot slot worden de ICI scores van de fysieke en beleefde kwaliteit van het binnenklimaat gepresenteerd. De drie bijlages bevatten

gedetailleerde informatie over het beleefde binnenklimaat. Een uitgebreide toelichting op het belang van een gezond binnenklimaat, de binnen

dit onderzoek toegepaste methodiek, theoretische achtergronden en relevante normen zijn opgenomen in een aparte toelichting.

Henk W. Brink MSc, docentonderzoeker SIFM

Groningen, juni 2018

(3)

Fysieke factoren waarop de Indoor Comfort Index

©

is gebaseerd

De eerste fysieke factor is temperatuur. Hieronder wordt verstaan de hoogte van de temperatuur en de mate waarin de temperatuur in een gebouw persoonlijk te beïnvloeden is (NEN 8021, 2014). De ICI analyseert de gemiddeld gemeten temperatuur, de frequentieklasse (klasse A,B of C) waarin de gemeten temperatuur valt, de verticale opbouw van de temperatuur in de ruimte en de kwaliteitsklasse (klasse A,B of C) waarin de gemeten verticale temperatuursopbouw valt.

De tweede fysieke factor is lucht. Aspecten die hierbij een rol spelen zijn de wijze waarop verse lucht wordt toegevoerd en de mate van verversing van de lucht binnen het gebouw (NEN 8021, 2014). De ICI analyseert de gemiddeld gemeten concentratie koolstofdioxide, de frequentieklasse waarbinnen deze concentratie valt, de gemiddelde relatieve vochtigheid en de kwaliteitsklasse (klasse A,B of C) waarbinnen de relatieve vochtigheid valt.

De derde fysieke factor is geluid. Hieronder wordt het geluid verstaan dat waarneembaar is door de medewerker op de werkplek. Geluiden kunnen afkomstig zijn van geluidsbronnen in de omgeving, zowel van buiten als van binnen het gebouw (NEN 8021, 2014). De ICI analyseert de gemiddelde geluidsdruk en de kwaliteitsklasse (zeer laag, laag, matig, redelijk, hoog) waarbinnen de gemeten geluidsdruk valt.

De vierde fysieke factor is licht. Aspecten die hierbij een rol spelen zijn de beleving van licht in het gebouw en de hoeveelheid kunst- en/of daglicht in relatie tot het noodzakelijke licht om de gewenste bedrijfsprocessen te kunnen uitvoeren (NEN 8021, 2014). De ICI analyseert de gemiddelde verlichtingssterkte, de kwaliteitsklasse (klasse A,B of C) waarbinnen de gemeten verlichtingssterkte valt en de mate waarin individuele beïnvloeding van de verlichtingssterkte mogelijk is.

(4)

Toelichting op de Indoor Comfort Index

©

scores voor de fysieke factoren

Overige factoren die het comfort van medewerkers bepalen, namelijk individuele regelbaarheid en privacy worden door de ICI niet op fysieke aspecten geanalyseerd. Wel komen deze aspecten aan de orde bij het belevingsonderzoek. De fysieke meetwaarden met betrekking tot het binnenklimaat worden op de volgende pagina weergegeven. De speedometer geeft aan in welke kwaliteitsklasse de factor valt. Meer informatie over alle relevante kwaliteitsklassen is opgenomen in de aparte toelichting. Hieronder volgt een toelichting op het gebruik van kleuren in de speedometer in relatie tot de kwaliteitsklassen en de ICI score.

Binnen het onderzoek worden soms waarden gemeten die niet in een genormeerde kwaliteitsklasse vallen. Deze metingen worden wel opgenomen in de frequentietabellen maar bij de klasse wordt aangegeven “geen”. Hiermee wordt aangegeven dat de waarde niet in de laagste kwaliteitsklasse valt.

De ICI score is berekend op basis van de meetwaarden in relatie tot kwaliteitsklassen. De meetwaarden die niet in de laagste kwaliteitsklasse vallen, krijgen geen ICI score.

(5)

(6)

(7)

De eerste belevingsfactor is de temperatuur in de ruimte. De volgende aspecten komen onder andere aan de orde: de algemene thermische behaaglijkheid, temperatuurwisselingen, aanwezigheid van een koud en/of warm lichaamsdeel, koudestraling, warmtestraling en temperatuurwisselingen.

De tweede belevingsfactor is de lucht in de ruimte. De volgende aspecten komen onder andere aan de orde: de luchtvochtigheid, de aanwezigheid van frisse lucht, tocht, stank en benauwdheid.

De derde belevingsfactor is het geluid in de ruimte. De volgende aspecten komen onder andere aan de orde: concentratie, afleiding, de nagalm in de ruimte, hinderlijk geluid, geluidsoverlast en de akoestiek.

De vierde belevingsfactor is het licht op de werkplek. De volgende aspecten komen onder andere aan de orde: de verlichtingssterkte, de aanwezigheid van daglicht, de lichtinvalshoek/afschermhoek van de armaturen, mogelijke reflecties en/of schitteringen, de kwaliteit van het kunstlicht, de lichtkleur en de samenstelling van het lichtspectrum.

De vijfde belevingsfactor is uitzicht vanaf de werkplek. De volgende aspecten komen onder andere aan de orde: de skyline, aanwezigheid van natuurlijke elementen, zicht op beweging, infrastructuur en bebouwing vanaf de werkplek.

De zesde en laatste belevingsfactor is privacy van de werkplek. De volgende aspecten komen onder andere aan de orde: verstoringen, afstand tot andere medewerkers, interactie met andere medewerkers, beïnvloeding van toegang, concentratie, afluisteren en inkijk.

(8)

Toelichting op de Indoor Comfort Index

©

scores voor de belevingsfactoren

De belevingsfactoren met betrekking tot het binnenklimaat worden bevraagd aan de hand van zowel positief als negatief geformuleerde stellingen. De stellingen waarop de verschillende scores zijn gebaseerd zijn toegevoegd als bijlage 1. Bijlage 2 bevat de gemiddelde cijfers die de medewerkers hebben gegeven voor de verschillende factoren met betrekking tot het binnenklimaat.

(9)

(10)

Algemene resultaten Indoor Comfort Index

©

De invloed van het binnenklimaat op de gepercipieerde productiviteit

De medewerkers zijn gevraagd om aan te geven welke invloed het binnenklimaat heeft op zijn of haar productiviteit. De tabel hiernaast geeft weer welke factoren met name (kleuren rood en/of oranje) volgens de medewerkers van invloed zijn op de gepercipieerde productiviteit. Meer informatie over de toegepaste methodiek (lineaire regressieanalyse) is opgenomen in een aparte toelichting.

Gemiddelde ICI score voor de fysieke aspecten van het binnenklimaat

Als de waarde groen wordt weergegeven, dan valt de meetwaarde binnen de beste klasse(n). Als de waarde licht oranje of donder oranje wordt weergegeven, valt de meetwaarde in de middelste klasse(n). Als de waarde rood wordt weergegeven, valt de meetwaarde in de laagste klasse(n).

Gemiddelde ICI score voor de belevingsaspecten van het binnenklimaat

Wordt de waarde in het lichtgroen of donkergroen weergegeven dan scoort de beleving positief (de waarde ligt tussen de 3,4 en 5,0). Wordt de waarde in het grijs weergegeven dan scoort de beleving neutraal (de waarde ligt tussen de 2,6 en 3,4). Wordt de waarde in het oranje of rood weergegeven dan scoort de beleving negatief (de waarde ligt tussen de 1,0 en 2,6).

(11)

(12)

Bijlage 1 Scores algemene, positieve en negatieve stellingen Indoor Comfort Index

©

De Indoor Comfort Index© bevat algemene stellingen die gaan over hoe de medewerker in het algemeen zijn werk en omgeving ervaart. Onderwerpen die aan bod komen zijn samenwerken, communicatie, ruimtegebruik en productiviteit. In onderstaande grafiek wordt inzichtelijk gemaakt hoe de medewerker deze aspecten beleeft aan de hand van twaalf stellingen. De stelling die het meest positief scoort staat bovenaan, de stelling die het slechtst scoort staat onderaan. Hierbij geeft de kleur rood aan dat de medewerker het zeer oneens is met de stelling, de kleur oranje geeft aan dat de medewerker het oneens is met de stelling. De kleur grijs geeft aan dat de medeweker het noch oneens noch eens is met de stelling. De kleur lichtgroen geeft aan dat de medewerker het eens is met de stelling. De kleur donkergroen geeft aan dat de medewerker het volledig eens is met de stelling. De letter n geeft aan hoeveel medewerkers hebben deelgenomen aan het onderzoek. De getallen in de gekleurde balken geven de percentages aan van het aantal medewerkers die de bijbehorende score hebben gegeven.

(13)

(14)

(15)

(16)

Bijlage 3 Overzicht onderzochte ruimtes

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De centrale probleemstelling van het onderzoek is: wat kan gezegd worden over de aanvraag en uitvoering, inclusief kwaliteit, van forensisch onderzoek naar dierenmishandeling

De centrale probleemstelling van het onder- zoek is: wat kan gezegd worden over de aanvraag en uitvoering, inclusief kwaliteit, van forensisch onderzoek naar dierenmishandeling en

Het is de vraag of het gemak van de berekening in het begin uiteindelijk zwaarder moet wegen dan de doelmatigheid na lange(re) tijd. Wiskundig zouden andere profielvormen zeker

Toch zijn er ook duidelijk meer kritische volgers van Natuurmonumenten te herkennen in de respondenten, zoals vooral blijkt uit de relatief sterke antropocentrische waarden bij

The aim of this study was thus to genotype previously identified polymorphisms that have been proven by CIMBA (Consortium of Investigators of Modifiers of

In a), species x represents an imminent external threat to the KNP. In b), the species could not be prevented from entering the KNP; no further TPCs are therefore raised due to

+ Personal visits by the researcher to various schools and institutions in Korea, South Africa, Australia and Canada helped him to discover shortcomings in

This analysis will reveal if the class of Khoekhoe-sourced ideophones could be regarded as possibly responsible for introducing certain originally exotic features to