Oefenexamen Staatsexamen VWO
2018
Nederl
Maatschappijleer
Tijdvak 1 Dinsdag 8 mei 13.30 – 14.30 uur College-examen schriftelijk OpgavenboekjeVoor dit examen zijn maximaal 36 punten te behalen;
het examen bestaat uit 36 gesloten vragen.
Het examen duurt een uur.
Voor elke vraag is aangegeven hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden.
Geef het antwoord van gesloten meerkeuzevragen in duidelijke hoofdletters.
RECHTSSTAAT
Tekst 1 Brenninkmeijer: “Grondwet zo dood als een pier”
Rechtsstatelijke vraagstukken raken volgens Brenninkmeijer* zowel wetgeving,
1
uitvoering als rechtspraak. Doet zich in een van de drie pijlers van de Trias Politica
2
een schending voor, dan kunnen de andere pijlers in beginsel tijdig zo’n schending
3
repareren. Brenninkmeijer noemt echter tal van voorbeelden waaruit blijkt dat dit
4
systeem lang niet altijd werkt: “Door de uitvoerende macht worden bijvoorbeeld
5
regelmatig rechtsstatelijke waarden geschonden. In de meeste gevallen wordt dit
6
tijdig gerepareerd door de rechter, of de Nationale Ombudsman, maar niet altijd.
7
Neem de gaswinning in Groningen. De politiek heeft hier vanaf het begin met haar
8
neus bovenop gestaan en toch bleek het mogelijk dat er uiteindelijk een zeer
9
gevaarlijke situatie ontstond, die nog lang zal voortduren. Er was zelfs een
10
Onderzoeksraad voor nodig om vast te stellen dat er fouten zijn gemaakt.”
11
(…)
12
Brenninkmeijer waarschuwt voor het zogenoemde primaat van de politiek: “In
13
Nederland gaat – zo zeggen politici – de politiek voor, terwijl het begrip
14
democratische rechtsstaat toch echt uit twee woorden bestaat. Er moet een
15
dynamisch evenwicht tussen de twee zijn. Natuurlijk is de democratie belangrijk,
16
maar ook de grenzen van de rechtsstaat moeten altijd in acht worden genomen.”
17
Als voorbeeld van het primaat van de politiek noemt Brenninkmeijer ‘politieke
18
opportuniteit’. “Veel wetgeving vindt zijn oorsprong direct in regeerakkoorden. Via
19
positieve uitruil weet een van de regeringspartijen zich te verzekeren van een
20
meerderheid in de Tweede Kamer. Politieke opportuniteit heeft dan bepaald of een
21
wetsvoorstel een meerderheid van 50% plus één stem behaalde.”
22
Brenninkmeijer heeft zich altijd al kritisch opgesteld over de conditie van onze
23
democratische rechtsstaat, maar voelde zich lange tijd roepende in de woestijn. Nu
24
hij lid is van de Europese Rekenkamer merkt hij met hoeveel verbazing ook andere
25
Europese landen naar de Nederlandse politiek kijken. Zo sprak Brenninkmeijer laatst
26
een Duitse rechter die niet kon begrijpen hoe de rechter in Nederland met het
27
vreemdelingenrecht omgaat. “Zo kijkt Europa dus naar ons”, zegt Brenninkmeijer,
28
“Maar je moest eens weten hoeveel moeite het me kost om in Nederland over het
29
voetlicht te brengen dat sommige zaken helemaal niet goed gaan.”
30
www.mr-online, 21 april 2015
*Alex Brenninkmeijer is voormalig Nationaal Ombudsman
1p 1 De titel van tekst 1 luidt: “Grondwet zo dood als een pier”.
Welke bewering is juist over de Nederlandse grondwet? De grondwet is: A een wet die in het wetboek van strafrecht is opgenomen.
B een wet die uitsluitend van kracht is in de relatie tussen burgers onderling. C een wet die de basisregels van een samenleving vastlegt.
1p 2 Wat is het verband tussen de rechtsstaat en de grondwet? A De grondwet wordt gevormd door de rechtsstaat.
B De grondwet is de belangrijkste pijler van de rechtsstaat. C De grondwet is belangrijker dan de rechtsstaat.
D De grondwet vormt de grondrechten; samen staan ze in de rechtsstaat.
1p 3 Een van de uitgangspunten van de rechtsstaat is de Trias Politica. Welke macht krijgt volgens Brenninkmeijer in tekst 1 te veel ruimte? A De rechterlijke macht.
B De wetgevende macht. C De massamedia. D De uitvoerende macht.
1p 4 Op grond van welk beginsel heeft de rechterlijke macht de bevoegdheid om het schenden van rechtsstatelijke waarden te repareren?
A De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. B De jurisprudentie.
C Het gelijkheidsbeginsel. D Het legaliteitsbeginsel. E De onschuldpresumptie.
1p 5 Bij het vak maatschappijleer komen onder andere maatschappelijke problemen aan
bod. Waarom laat deze discussie over de grondwet, zoals in tekst 1 naar voren komt, een maatschappelijk probleem zien?
I. Omdat het probleem niet opgelost kan worden.
II. Omdat er over de oplossing van het probleem verschillend gedacht wordt. III. Omdat veel mensen in de samenleving hier mee te maken hebben.
IV. Omdat het probleem alleen gezamenlijk kan worden opgelost. A I en II zijn juist; III en IV zijn onjuist.
B I, II en III zijn juist; IV is onjuist. C I is onjuist; II, III en IV zijn juist. D Alle beweringen zijn onjuist. E Alle beweringen zijn juist.
1p 6 Brenninkmeijer spreekt in tekst 1 over het “primaat van de politiek”. Waarom is het logisch dat de politiek (het parlement) het primaat heeft? A Omdat politici meer verstand van wetten hebben dan rechters.
B Omdat deze politici gekozen zijn en dus de meerderheid van het volk vertegenwoordigen.
C Omdat de regering altijd het laatste woord heeft. D Omdat dat al sinds 1848 zo geweest is.
Tekst 2 Het recht op privacy kun je ook verliezen Inleiding
1
Een Zoetermeerder zette deze week de foto van een verdachte van mishandeling op
2
internet, toen de man allang was aangehouden. Dat gaat politiechef Henk van Essen
3
van de politie-eenheid Den Haag te ver. Maar het tonen van beelden van verdachten
4
door burgers kan helpen bij de opsporing. En kan bij zeer ernstige strafbare feiten en
5
in alle zorgvuldigheid een gezonde vorm van burgerparticipatie zijn. Dat schrijft de
6
Haagse politiebaas vandaag in een opiniestuk in AD Haagsche Courant.
7
Vastleggen
8
Voor veel mensen is het een droom om op televisie te komen. Veel mensen zouden
9
een moord begaan voor hun five minutes of fame. Bij wijze van spreken dan, want
10
wíe een moord begaat, wil natuurlijk allesbehalve op de televisie.
11
Toch komt het geregeld voor dat camera's de activiteiten van criminelen vastleggen.
12
Meestal komen die beelden samen met een aangifte bij ons terecht. In sommige
13
gevallen besluit de gedupeerde om de beelden ook zelf openbaar te maken. In de
14
hoop dat mensen de dader herkennen en hun informatie doorgeven. Aan het
15
slachtoffer of onmiddellijk aan de politie. Met de aanhouding en de vervolging van de
16
dader als het uiteindelijke doel.
17 18
Miljoenenpubliek
19
Filmpjes waarop verdachten te zien zijn, worden door de gedupeerden dan meestal
20
op internet gezet. Het is immers voor de meesten een koud kunstje om beelden te
21
uploaden. En internet is weliswaar geen televisie, maar het bereik is minstens even
22
groot. Via websites als Geenstijl en YouTube en sociale media als Twitter en
23
Facebook kunnen de beelden in een mum van tijd een miljoenenpubliek bereiken.
24
Het College Bescherming Persoonsgegevens gaf in 2011 het signaal af, dat, naar
25
het oordeel van dit college, burgers en ondernemers filmpjes van verdachten niet
26
langer mogen publiceren. Het zou hun privacy aantasten. Volgens het college mogen
27
alleen politie en justitie criminelen opsporen en is dat dus 'geen taak van
28
pompstationhouders, winkeliers en andere particulieren'.
29
Geen absoluut recht
30
Dat zal zo zijn, maar wat mij betreft is het recht op privacy geen absoluut recht. Je
31
hoeft het in Nederland niet te verdienen, maar je kunt het wel degelijk verliezen.
32
Bijvoorbeeld wanneer je ernstig strafbare feiten pleegt en fors letsel toebrengt aan
33
anderen. Dan loop je het risico dat het belang van het slachtoffer groter is dan je
34
eigen belang. Dat je recht op privacy ondergeschikt is aan het belang van een
35
slachtoffer of de samenleving in het algemeen.
36
Natuurlijk moeten zulke filmpjes van verdachten op internet niet leiden tot
37
eigenrichting. Maar volgens mij is dat ook helemaal niet het doel. De filmpjes moeten
38
leiden tot herkenning, opsporing, aanhouding en vervolging van de verdachten. Die
39
opsporing en aanhouding zijn taken van de politie, de vervolging ligt bij ……X……
40
Maar het tonen en bekijken van beelden van verdachten aan de hand van
41
camerabeelden op internet, in etalages of op televisie kan bij zeer ernstige strafbare
42
feiten, zoals inbreuken op de persoonlijke levenssfeer, ook gezien worden als een
43
gezonde vorm van burgerparticipatie.
44
1p 7 Onder welk type grondrechten valt het recht op privacy? A Onder de klassieke grondrechten.
B Onder de sociale grondrechten. C Onder de moderne rechten.
D Onder de zelfbeschikkingsrechten.
In een rechtsstaat is er sprake van spanning tussen de verschillende
verantwoordelijkheden van de overheid ten aanzien van criminaliteitsbestrijding. Deze verantwoordelijkheden kunnen met elkaar botsen. Dit noemen we het dilemma van de rechtsstaat.
1p 8 In welke zin valt het dilemma van de rechtsstaat het duidelijkst te herkennen?
A “Natuurlijk moeten zulke filmpjes van verdachten op internet niet leiden tot eigenrichting”.
B “Toch komt het geregeld voor dat camera’s de activiteiten van criminelen vastleggen”.
C “Dat je recht op privacy ondergeschikt is aan het belang van een slachtoffer of de samenleving in het algemeen”.
D “wat mij betreft is het recht op privacy geen absoluut recht”.
1p 9 Waarom is eigenrichting in strijd met de beginselen van de rechtsstaat? A Omdat alleen de overheid mag straffen.
B Omdat het niet democratisch is.
C Omdat alleen de rechter richting mag geven aan de samenleving. D Omdat het tegen het legaliteitsbeginsel in gaat.
1p 10 Welk begrip moet er in tekst 2 in regel 40 bij X worden ingevuld? A De rechtbank.
B De advocaat. C De jury.
D Het Openbaar Ministerie.
Tekst 3 Het handhavingstekort en het veiligheidsgevoel Door: Folkert Jensma, jurist
Een nieuw jaar met vast ook een nieuwe minister van Justitie – van welke partij en in
1
welke coalitie is uiteraard nog onbekend. Maar dat mag de pret niet drukken. Die
2
persoon heeft zeker zin in 2017; was het niet Vonhoff die zei dat het ministerschap
3
twee topdagen kent? Namelijk de dag dat je eraan begint en de dag je er weer mee
4
mag ophouden?
5
Daartussenin ligt dan de Europese migratiekwestie, de terreurdreiging, een stroef
6
lopend departement met dito nationale politie, de georganiseerde
7
grensoverschrijdende criminaliteit met bijbehorende corruptie (Brabant!), de
8
haperende uitzetting van afgewezen asielzoekers, de vooral rituele drugsbestrijding,
9
gezagsverlies in etnische wijken en niet te vergeten de digitalisering van de
10
criminaliteit.
11
Die veranderingen kunnen door een vergrijzend opsporingsapparaat niet worden
12
bijgehouden, is de wijsheid van dit moment. Politie, rechtspraak en OM hebben na
13
de crisis een wervings- en investeringsachterstand. Ze zijn niet divers genoeg, zowel
14
qua samenstelling als deskundigheid. De onderzoeksconclusie over het OM, dat de
15
latere moordenaar van Els Borst niet op tijd wist op te sluiten, echoot nog na. Het
16
ontbrak daar aan „leiding, gezamenlijkheid en eenheid”. Er moet dus héél veel beter,
17
in 2017.
18
Vergeet ik iets? Veiligheid natuurlijk, of beter veiligheidsgevoel. De paradoxale
19
toestand waarin de criminaliteit daalt terwijl de burger zich desondanks niet veiliger
20
voelt. In het permanente onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau naar
21
‘burgerperspectieven’ komt veiligheid na zorg, migratie en inkomen als vierde bron
22
van onrust. Zoals iedere minister van Financiën degelijk en zuinig moet zijn, is iedere
23
minister van Justitie dus qualitate qua verplicht ‘streng’ en ‘hard’ te zijn, als in
24
‘aanpakken’.
25
NRC Handelsblad, 30 december 2016
1p 11 De titel van tekst 3 luidt: Het handhavingstekort en het veiligheidsgevoel. Welke overheidsinstantie(s) houd(en) zich bezig met handhaving?
A De advocatuur.
B De politie en het Openbaar Ministerie. C Het parlement.
D De rechters. E Het strafhof.
1p 12 Welke instantie heeft geen opsporingstaak? A De politie.
B Het Openbaar Ministerie. C De rechters.
1p 13 Waarom is het een probleem voor de rechtsstaat als de politie niet “divers genoeg is, zowel qua samenstelling als deskundigheid”?
A Omdat de kans groter is dat sommige mensen het gezag van de politie niet meer zullen erkennen.
B Omdat dit kan leiden tot meer aangiften.
C Omdat dit de gelijkwaardigheid in een land versterkt. D Omdat criminelen dan hun gang kunnen gaan.
1p 14 In tekst 3 staat:” De paradoxale toestand waarin de criminaliteit daalt terwijl de
burger zich desondanks niet veiliger voelt”.
Hoe kun je verklaren dat mensen zich ondanks dalende criminaliteitscijfers niet veiliger voelen?
A In de massamedia wordt veel aandacht besteed aan criminaliteit; hierdoor lijkt de criminaliteit een veel groter maatschappelijk probleem te zijn.
B Burgers zijn niet in staat hun onveiligheidsgevoelens goed te verwoorden, waardoor er een groeiend onbehagen kan ontstaan.
C Vanwege het gebrek aan diversiteit binnen het politiecorps vertrouwen de burgers de politie niet.
D Vanwege herhaalde incidenten vertrouwen de burgers de minister van Veiligheid en Justitie niet.
1p 15 Maatschappelijke vraagstukken kunnen vanuit vier verschillende benaderings- wijzen geanalyseerd worden. Welke invalshoek kun je het beste gebruiken om het vraagstuk van het veiligheidsgevoel uit tekst 3 te analyseren?
A De politiek-juridische invalshoek. B De sociaaleconomische invalshoek. C De sociaal-culturele invalshoek. D De vergelijkende invalshoek.
1p 16 Is tekst 3 een objectieve bron als je wilt onderzoeken of de gemiddelde burger in Nederland zich anno 2016 veilig voelt?
A Ja, want de schrijver verwijst naar een bron, namelijk het SCP, en die levert betrouwbare informatie.
B Ja, want de auteur is een jurist en die is vanwege zijn beroepscode verplicht de waarheid te vertellen.
C Nee, de auteur geeft vooral zijn eigen mening en onderbouwt deze mening nauwelijks.
D Nee, door de hevige concurrentie met de sociale media zijn de dagbladen niet meer betrouwbaar.
Tekst 4 Onafhankelijke rechtspraak
In een rechtsstaat komen rechters op een onafhankelijke en onpartijdige manier tot
1
hun oordeel. Er bestaan verschillende regelingen die daarvoor zorgen:
2
Rechters moeten niet kunnen worden ontslagen omdat de regering het niet
3
eens is met een bepaalde uitspraak. In de grondwet staat daarom dat rechters
4
in Nederland voor het leven worden benoemd. Dat betekent dat zij niet
5
zomaar kunnen worden ontslagen. Alleen de hoogste rechterlijke macht in
6
Nederland, de Hoge Raad, kan rechters in bijzondere gevallen ontslaan.
7
Een rechter moet recht spreken op basis van wetten, verdragen en
8
jurisprudentie (en niet op basis van persoonlijke overtuigingen). In functie
9
dragen rechters vaak een toga, een kledingstuk dat de nadruk legt op het
10
ambt – in dit geval het beroep van rechter – en niet op de persoon. Want het
11
doet er niet toe of de rechter een man of een vrouw is en welke godsdienstige
12
of politieke opvattingen hij of zij heeft.
13
Rechters mogen niet zomaar allerlei bijbanen of nevenfuncties hebben. Daar
14
zijn strikte richtlijnen voor. Bepaalde functies kunnen namelijk de
15
onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter in gevaar brengen of het
16
vertrouwen in de rechtspraak schaden. Rechters zijn ook verplicht om hun
17
nevenfuncties openbaar te maken.
18
www.Prodemos.nl, feb 2017
1p 17 De titel van tekst 4 luidt: “Onafhankelijke rechtspraak”.
Voor welk basisprincipe van onze rechtsstaat is een onafhankelijke rechtspraak een noodzakelijke voorwaarde?
A Voor het legaliteitsprincipe. B Voor het opportuniteitsprincipe. C Voor het beginsel van ne bis in idem. D Voor het principe van de trias politica.
1p 18 In tekst 4 staat dat rechters niet zomaar kunnen worden ontslagen. Waarom is dit belangrijke uitgangspunt ingevoerd?
A Omdat de rechters anders moeten vrezen voor hun inkomen. B Om de onafhankelijkheid van de rechters te garanderen.
C Omdat het een langdurige procedure betreft als rechters steeds weer moeten worden benoemd.
D Om te voorkomen dat er op lange termijn een groot tekort komt aan ervaren rechters.
1p 19 De Hoge Raad is de hoogste rechtsinstantie die we hebben in Nederland. Voor welke rechtbank je in eerste instantie komt als je verdacht wordt van een strafbaar feit, is afhankelijk van de ernst van dat strafbare feit.
Wanneer kom je voor welk delict bij welke rechtsinstantie?
Delicten Rechtsinstantie I Zeer ernstige misdrijven. A Politierechter
II Lichte misdrijven, overtredingen. B Meervoudige Kamer III Misdrijven, waarvoor maximaal 1 jaar
gevangenisstraf kan worden opgelegd.
C Gerechtshof D Kantonrechter Wat zijn de juiste combinaties?
A I A; II B; III D B I B; II C; III D C I C; II A; III B D I C; II B; III A E I D; II A; III B F I B; II D; III A
VERZORGINGSSTAAT
Tekst 5 Kwart werkenden komt straks niet rond tijdens pensioen Zeker een kwart van de mensen die nu werken, kan na de pensionering niet
1
rondkomen. Lagere pensioenen en hogere kosten brengen hen in de problemen,
2
waarschuwt het Nibud.
3
Veel werkenden van nu gaan een financieel zorgelijke oude dag tegemoet: zeker een
4
kwart van hen heeft na pensionering waarschijnlijk een te laag inkomen om rond te
5
komen. Dat zeggen het Nibud en accountantskantoor PwC in een gezamenlijk
6
rapport. Met name huurders en huiseigenaren met aflossingsvrije hypotheken lopen
7
risico op financiële problemen na hun pensioen. 'Garanties uit het verleden maken
8
dat er voor Nederlanders weinig noodzaak was om zich te verdiepen in de financiële
9
situatie na pensionering', stelt het rapport. 'De toekomst ziet er echter anders uit. De
10
overheid en de werkgevers trekken zich meer terug en er komt dus meer
11
verantwoordelijkheid bij het individu terecht.'
12 13
'Maatwerk' moet de nieuwe filosofie voor het pensioenstelsel worden: persoonlijke
14
omstandigheden variëren tegenwoordig enorm, en pensioenplanning moet daarom
15
meer op het individu kunnen worden toegespitst. Het Nibud roept burgers op om hun
16
verantwoordelijkheid daarvoor nemen, en werkgevers en overheid om degelijke
17
financiële planning beter te bevorderen. Het beste middel dat werkgevers daartoe
18
kunnen inzetten, is volgens Bastiaan Starink (van accountantskantoor PwC), maak
19
gratis een financieel adviseur beschikbaar. 'Dat biedt inzicht, overzicht,
20
handelingsperspectief. Jongeren hebben misschien best zin om met een planner te
21
praten, maar niet om er vijfhonderd of duizend euro voor te betalen. De werknemers
22
worden er blij van, de werkgever krijgt rendement in de vorm van waardering voor
De overheid moet op haar beurt burgers helpen inzicht te krijgen in hun verwachte
25
uitgaven en inkomsten na pensioenleeftijd, advies op maat geven, maar bovenal
26
flexibele pensioenen toestaan. 'De wetgever zou het mogelijk moeten maken om met
27
de hoogte van de pensioenuitkering meer te variëren', aldus Starink. 'Dit zou de
28
pensioensituatie van velen positief beïnvloeden.'
29
Maar bovenal moeten Nederlanders meer proactief hun eigen financiële planning op
30
orde brengen. Vakbond CNV stelt in een reactie tegenover persbureau ANP dat
31
pensioenen ook voor ZZP'ers verplicht moeten worden, en dat bedrijven jongeren die
32
goed functioneren eerder in dienst zouden moeten nemen.
33
De Volkskrant, 1 juli 2016
* Het Nibud (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting) is een onafhankelijke stichting die informeert en adviseert over de financiën van huishoudens.
1p 20 Maatschappelijke vraagstukken kunnen vanuit verschillende benaderingswijzen (invalshoeken) geanalyseerd worden.
Welke invalshoek herken je in de laatste alinea van tekst 5? A De politiek-juridische invalshoek.
B De sociaaleconomische invalshoek. C De sociaal-culturele invalshoek. D De vergelijkende invalshoek.
1p 21 In tekst 5 wordt gesteld dat de verzorgingsstaat afkalft.
In welk opzicht staat de verzorgingsstaat onder druk volgens Starink? A De burgers zullen steeds langer moeten doorwerken.
B Te veel mensen hebben hun financiële planning niet goed op orde. C De toekomstige oudere zal meer zorgkosten zelf moeten gaan betalen. D Te veel mensen zullen, nadat ze gestopt zijn met werken, een te laag
inkomen hebben.
1p 22 In tekst 5 wordt gesteld dat gratis financieel advies als arbeidsvoorwaarde zal worden gewaardeerd door de werknemer.
Waarom is dit geen aspect van de verzorgingsstaat?
A In de verzorgingsstaat gaat het alleen om de arbeidsomstandigheden. B Omdat de overheid niet direct betrokken is bij dit gratis financieel advies. C Omdat het hier gaat om de relatie tussen werkgevers en werknemers. D Omdat dit niets met sociale zekerheid te maken heeft.
Tekst 6 Experiment in vier gemeenten: meer vrijheid voor uitkeringsgerechtigden
Utrecht, Wageningen, Groningen en Tilburg beginnen 1 januari met de
1
voorbereidingen voor hun experimenten om bijstandsgerechtigden hun uitkering te
2
verstrekken met meer vrijheden en minder dwang, of juist intensievere begeleiding.
3
Na meer dan een jaar overleg met staatssecretaris Jetta Klijnsma (Sociale Zaken,
4
PvdA) hebben de gemeenten hiertoe vrijdag van het rijk toestemming gekregen. Al
5
mogen de bijstandsgerechtigden in het experiment niet bijverdienen zoals de
6
gemeenten hadden gevraagd tot het wettelijk minimumloon; maar tot een maximum
7
van 199 euro per maand.
8
Basisinkomen
9
Een basisinkomen is een vast bedrag per maand dat de overheid zonder
10
voorwaarden aan alle volwassen burgers verstrekt. Het is een basisbedrag waarvan
11
iemand zonder luxe moet kunnen rondkomen. Hij mag daarnaast zoveel verdienen
12
als hij wil. Volgens deze algemene definitie is dit bijstandsexperiment dus ver
13
verwijderd van het basisinkomen. Er zijn restricties aan hoeveel geld de deelnemers
14
mogen bijverdienen. Bovendien gaat dit alleen om beperkte groepen
15
bijstandsgerechtigden. Bij een algeheel basisinkomen krijgen ook werkenden dit
16
bedrag verstrekt.
17
Dit grote twistpunt, over het bijverdienen op de uitkering, is dus beslecht met een
18
compromis. Van de staatssecretaris mogen de bijstandsgerechtigden in het twee jaar
19
durende experiment de helft van hun inkomsten houden, tot een maximum van 199
20
euro per maand. De VVD heeft zich altijd sterk gekant tegen de optie om meer te
21
mogen bijverdienen bovenop een uitkering; dat rook volgens deze partij te zeer naar
22
het door de liberalen verfoeide principe van het basisinkomen.
23
'Dit is een prima resultaat waarmee de gemeentes en de universiteiten in hun steden
24
aan de slag kunnen', aldus Klijnsma. 'Als er uit deze onderzoeken uitkomsten komen
25
waaruit blijkt dat met andere manieren van bijstandsverstrekking meer resultaten zijn
26
te behalen, zullen we de wet aanpassen.'
27
De Volkskrant, 30 september 2016
1p 23 Mensen met een bijstandsuitkering worden uitkeringsgerechtigden genoemd. Waarom hebben mensen in Nederland in principe recht op een uitkering? A Dat is omdat zij zonder uitkering verhongeren.
B Dat is om mogelijk crimineel gedrag van mensen zonder inkomen tegen te gaan.
C Dit is een sociaal grondrecht dat iedere burger heeft.
1p 24 Waarom is de VVD vanuit het liberale gedachtengoed tegen de optie om meer betaald werk te mogen verrichten bovenop een uitkering?
A De VVD vindt dat de overheid zich niet met uitkeringen moet bemoeien. B De VVD pleit voor sociale gerechtigheid.
C De VVD is van mening dat het maatschappelijk middenveld hier een rol in moet spelen.
D De VVD vindt dat mensen in de eerste plaats zelf verantwoordelijk zijn om voor een inkomen te zorgen.
1p 25 Hoe wordt de bijstand gefinancierd?
A Door burgers die daar premie voor betalen. B Door financiële vrijwillige giften van burgers. C Door de belastinginkomsten.
D Door werkgevers die premie moeten betalen als ze een werknemer ontslaan.
1p 26 In tekst 6 wordt gesteld dat de solidariteit waar het sociale zekerheidsstelsel op is gebaseerd onder druk kan komen te staan.
Wat wordt daarmee bedoeld?
A Dat burgers zich achtergesteld voelen.
B Dat de werkenden in toenemende mate moeite hebben met het feit dat hun belastinggeld gaat naar niet werkenden.
C Dat bijstandsgerechtigden die niet mogen bijverdienen zich niet meer solidair voelen met hen die dat wel mogen.
D Dat bijstandsgerechtigden zich niet meer solidair voelen met mensen zonder uitkering.
1p 27 Tekst 6 geeft voorbeelden van de bureaucratie van de sociale zekerheid. Wat wordt in dit geval bedoeld met de bureaucratie?
A Het uitkeren van het juiste bedrag aan de uitkeringsgerechtigde. B De betaalbaarheid van het sociale zekerheidsstelsel.
C Alle regelingen en het ambtenarenapparaat dat die regelingen moet uitvoeren.
D De ingewikkelde regels van het sociale zekerheidsstelsel.
1p 28 De verzorgingsstaat vervult verschillende functies.
Welke functie van de verzorgingsstaat komt in tekst 6 het sterkste naar voren? A Dat men verzekerd is van bestaanszekerheid bij werkloosheid.
B De functie van medische verzorging.
C De verheffende functie die mensen een kans biedt zich te ontplooien. D De verbindende functie omdat het systeem is gebaseerd op solidariteit.
1p 29 In de eerste alinea van tekst 6 wordt gepleit voor minder dwang voor
bijstandsgerechtigden.
Welke plicht hebben arbeidsgeschikte bijstandsgerechtigden in principe altijd? A Ze moeten mantelzorg verrichten.
B Ze dienen een opleiding te volgen. C Ze moeten solliciteren.
D Ze moeten onbetaalde prestaties leveren als tegenprestatie voor hun uitkering.
1p 30 Waarom past beperkt bijverdienen met behoud van de bijstandsuitkering goed bij de uitgangspunten van de PvdA?
A De PvdA is voor een gemengde economie.
B Omdat het maatschappelijke middenveld op deze wijze meer betrokken wordt bij het terugdringen van de armoede.
C Vanwege het feit dat de bijstandsuitkering te hoog is. D De gelijke kansen in de samenleving nemen zo toe.
Tekst 7 Cao-lonen profiteren van opbloeiende economie
Met dank aan de opbloeiende economie gaan de cao-lonen sneller omhoog dan veel
1
mensen zich kunnen herinneren. Vooral in het onderwijs en bij de overheid is de
2
stijging fors.
3
De stijging van de cao-lonen is in bijna zeven jaar niet zo hoog geweest als in het
4
derde kwartaal van dit jaar. Ten opzichte van vorig jaar zijn de lonen gemiddeld met
5
2,1 procent gestegen. Het verschil met de inflatie is in dertig jaar niet zo groot
6
geweest, zo heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag
7
bekendgemaakt.
8
De loonontwikkeling duidt erop dat het al langere tijd beter gaat met de economie.
9
'De werkloosheid loopt sinds anderhalf jaar langzaam terug, het aantal vacatures
10
neemt weer langzaam toe. Daarmee zet het herstel op de arbeidsmarkt door', zegt
11
arbeidseconoom Bas van der Klaauw van de Vrije Universiteit van Amsterdam.
12
'Werknemers hebben dan weer iets te eisen, nadat de afgelopen jaren de
13
werkgevers vooral aan zet zijn geweest.'
14
Opvallend zijn de uitschieters in het onderwijs en bij de overheid, met loonstijgingen
15
van 3,1 tot 4,5 procent. Ambtenaren en leerkrachten maken daarmee een inhaalslag
16
nadat ze na het uitbreken van de crisis in 2008 vrijwel meteen op de nullijn waren
17
gezet.
18
Toch gaat de vlag daar niet uit. Leerkrachten en ambtenaren betalen de
19
loonsverhoging voor ongeveer de helft zelf, zegt Douwe van der Zweep van de
20
Algemene Onderwijsbond (AOb). 'We bouwen minder op voor ons pensioen. Als je
21
dat verschil eraf haalt stijgen onze lonen net zo veel als in andere sectoren. Daarmee
22
hebben we de achterstand doordat we er jarenlang niets bij hebben gekregen nog
23
lang niet ingehaald. Dat scheelt zeker 10 procent.'
24
De Volkskrant, 6 oktober 2016
1p 31 De overheid speelt meerdere rollen in de economie.
Welke rol van de overheid herken je in tekst 7?
A Het stimuleren van de emancipatie van werknemers. B De overheid als werkgever.
C Het zorgen voor een evenwichtige betalingsbalans. D Het zorgen voor goede arbeidsomstandigheden.
1p 32 In tekst 7 wordt gesteld dat de werknemers weer wat te eisen hebben. Welk belang van de werknemers is hier van toepassing?
A Baanbehoud. B Medezeggenschap.
C Verzekering tegen arbeidsongeschiktheid. D Betere arbeidsvoorwaarden.
Tekst 8 De baas verdient nu nóg meer dan de werknemer
Het gat tussen het loon van de baas en de werknemers is afgelopen jaar flink
1
gestegen. Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
2
onder de duizend grootste bedrijven van Nederland. In 2015 was het bruto jaarsalaris
3
van de vijf topverdieners per bedrijf 6,1 keer zo hoog als het salaris van de
4
gemiddelde werknemers bij deze bedrijven. In 2010 bedroeg deze ‘loonkloof’ nog
5
5,5. Dat betekent een groei van 11 procent.
6
Het gemiddeld bruto jaarloon – inclusief bonussen – van de topverdieners bij de
7
duizend grootste bedrijven steeg de afgelopen vijf jaar met 22 procent tot gemiddeld
8
252 duizend euro. Het gemiddelde cao-loon steeg in dezelfde periode 6 procent.
9
De loonkloof is en was het grootst in financiële dienstverlening. De top verdient hier
10
aan bruto jaarloon gemiddeld 13,4 keer zoveel als de gemiddelde werknemers bij
11
hetzelfde bedrijf. Dat is meer dan in 2014 (11,7), maar lager dan in 2010 (15,7).
12
In het onderwijs, de zorg en het openbaar bestuur is de loonkloof het kleinst. Dit komt
13
vooral door de Wet normering topinkomens, die grenzen stelt aan de hoogte van
14
beloningen. Verder blijkt dat vorig jaar 179.000 werknemers minstens een ton per
15
jaar verdienden. Dat komt neer op 2,3 procent van het personeel.
16
De vandaag gepresenteerde cijfers zijn koren op de molen van PvdA-minister Jeroen
17
Dijsselbloem van Financiën. Die liet zich deze maand kritisch uit over de groeiende
18
loonkloof in Nederland.
19
NRC Handelsblad, 30 september 2016
1p 33 Maatschappelijke vraagstukken kunnen vanuit vier benaderingswijzen (invalshoeken) geanalyseerd worden.
In welke regels van tekst 8 is de politiek-juridische invalshoek te herkennen? A Regels 3-5.
B Regels 9-10. C Regels 13-15. D Regels 17-18.
1p 34 Tekst 8 heeft als voornaamste onderwerp:
A de toegenomen sociale ongelijkheid. B de afnemende maatschappelijke positie. C de geringe sociale mobiliteit.
Afbeelding 1
https://winwinwerkt.wordpress.com
1p 35 Afbeelding 1 gaat over re-integratie op de arbeidsmarkt. Wat wil de tekenaar duidelijk maken met deze afbeelding? A Jongeren hebben eigenlijk geen zin om te werken.
B Jongeren hebben moeite te voldoen aan de gestelde eisen van werkgevers. C Ouderen voldoen veel vaker aan de gestelde eisen van werkgevers.
D Zowel B en C zijn juist.
1p 36 Wie hebben er over het algemeen een zwakke positie op de arbeidsmarkt?
A Niet-westerse allochtonen. B Laag opgeleiden.
C Hoogopgeleide vrouwen.
D Gehandicapten/mensen met een arbeidsbeperking. E Burgers van boven de 50 jaar.
F Alleen A, B, D en E zijn juist. G Alleen A, B en D zijn juist.