• No results found

Visserij-intensiteit in en rondom het Prinses Amalia Wind Park

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Visserij-intensiteit in en rondom het Prinses Amalia Wind Park"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Visserij-intensiteit in en rondom het

Prinses Amalia Wind Park

Marcel Machiels Wageningen University &

(2)

Visserij-intensiteit in en rondom het

Prinses Amalia Wind Park

Auteur(s): Marcel Machiels

Publicatiedatum: 12 december 2017

Wageningen Marine Research IJmuiden, december 2017

Wageningen Marine Research rapport C091/17

(3)

© 2017 Wageningen Marine Research Wageningen UR

Wageningen Marine Research, onderdeel van Stichting Wageningen Research KvK nr. 09098104,

IMARES BTW nr. NL 8113.83.696.B16.

De Directie van Wageningen Marine Research is niet aansprakelijk voor gevolgschade, noch voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van Wageningen Marine Research opdrachtgever vrijwaart Wageningen Marine Research van

Marcel Machiels, 2017. Visserij-intensiteit in en rondom het Prinses Amalia Wind Park; Wageningen Marine Research Wageningen UR (University & Research centre), Wageningen Marine Research rapport C091/17, 23 blz.

Opdrachtgever: Rijkswaterstaat Zee en Delta T.a.v. Maarten de Jong Postbus 556

3000 AN Rotterdam

Dit rapport is gratis te downloaden van https://doi.org/10.18174/428217

Wageningen Marine Research verstrekt geen gedrukte exemplaren van rapporten.

(4)

Inhoud

Samenvatting 4 1 Inleiding 5 2 Methoden 6 3 Resultaten 7 4 Discussie 9 5 Bijlagen 10 6 Kwaliteitsborging 20 Referenties 21 Verantwoording 22

(5)

Samenvatting

Het intensiteit van de bodemberoerende Nederlandse visserij vanaf 2002 is gekwantificeerd door middel van kaarten met de gemiddelde bodemberoering t.o.v de gebiedsoppervlakte van vakken (500 bij 500 meter) in rond het Prinses Amalia Wind Park voor de kust bij IJmuiden.

(6)

1

Inleiding

Dit rapport is geschreven in opdracht van Rijkswaterstaat (RWS). Wageningen Marine Research is gevraagd om kaarten te leveren van de visserij-intensiteit van alle bodem beroerende (Nederlandse) visserijschepen in en rondom het Prinses Amalia Wind Park (PAWP) vanaf 2002. Het Prinses Amalia Wind Park (PAWP of Q7), ligt 23 km buiten de kust. De constructieperiode start in oktober 2006 en eindigt in november 2007. Het windpark is operationeel vanaf juni 2008.

RWS monitort bodemdieren door bodemschaafmonsters te nemen in en rond het gebied op verschillende tijdstippen voor en na de constructie periode [2002, 2013 2015 en 2017]. Voor de beoordeling van de resultaten van deze bemonstering is het van belang om de ruimtelijke dynamiek van de visserij-intensiteit in het gebied te kennen. WMR heeft kaarten gemaakt om inzichtelijk te maken welke gebieden, wanneer en met welke intensiteit bevist worden. Tevens is onderzocht wanneer in de nabijheid van de meetpunten gevist werd gedurende twee jaar voorafgaand aan het tijdstip van de metingen.

(7)

2

Methoden

Om tot beantwoording van deze vraag te komen, hebben wij de volgende activiteiten uitgevoerd: Voor de bodemberoerende tuigcategorieën [boomkor (incl puls, sumwing en garnaal), bordentrawl (otterboard en twin-trawl), sleepnet (handmatig en mechanisch) en zegen (Danish seine, Scottisch seine / flyshoot)] zijn de beschikbare logboek- en VMS gegevens geselecteerd voor de jaren 2002 tot en met (april) 2017.

De VMS-plicht geldt sinds 2005 voor schepen vanaf 15 meter en vanaf 2012 voor alle schepen groter dan 12 meter. Op regelmatige tijden wordt er een VMS signaal (ping) naar een satelliet gestuurd, waarbij de scheeps-ID, tijdstip, geografische positie, snelheid en richting van een vaartuig wordt opgeslagen. Op basis van scheeps-ID, tijd en positie kunnen deze VMS gegevens worden gekoppeld aan logboekregistraties. In logboeken wordt dagelijks bijgehouden wat een visser gedurende een reis gevangen heeft. Naast de vangsthoeveelheden per soort staat in het logboek ook het gebruikte tuigtype met de afmetingen en de maaswijdte, het motorvermogen van het schip en het ICES kwadrant waar gevist is. Door een koppeling tussen VMS- en logboekengegevens te maken is het mogelijk de visserijactiviteit voor een specifiek deel van de vloot in een bepaald gebied te

onderzoeken. Op basis van vaarsnelheid wordt beoordeeld of een schip aan het vissen is. Alleen VMS signalen (pings) tijdens het vissen worden meegenomen voor verdere analyse.

De gebruikte methode staat uitgebreid beschreven in Hintzen et al. (2013).

De VMS registraties op het detail van een "ping" (= uitgezonden signaal) zijn ruimtelijk gekoppeld aan het studiegebied (zie Figuur 1).

In deze studie is het studie gebied onderverdeeld in vakken van ongeveer 500 bij 500 meter. Om de bevissingsfrequentie te berekenen worden de VMS pings geprojecteerd op dit vakkenpatroon.

Naarmate de gekozen grootte van een vak kleiner word, neemt het aantal pings per vak af (het totale aantal pings blijft gelijk) totdat uiteindelijk een binair patroon ontstaat met vakken met 1 ping en veel vakken met 0 pings. In dit geval, met een interval tijd tussen opeenvolgende VMS pings van 2 uur, liggen de VMS punten ongeveer 40 vakken uit elkaar (de 40 tussenliggende vakken zouden zodoende 0 pings registratie krijgen). Om het bevissingspatroon bij deze hoge resolutie toch realistisch te schatten is gebruik gemaakt van een geostatistische interpolatiemethode. De geschatte

VMS-dichtheden per vak zijn vervolgens opgeschaald naar de totale bevissingsfrequentie, geschat op basis van aantallen geregistreerde pings. Het bevist/bodemberoerd oppervlak per VMS registratie is te bepalen op basis van tijdsduur, vissnelheid en vistuigbreedte.

Bevist Oppervlakte (km2)= visduur (hr) x (gem)breedte tuig (m/1000) x (gem)vissnelheid (km/hr)

De bevissingsfrequentie wordt vervolgens berekend door dit oppervlak te delen door de grootte van de vakken (=0.25 km2).

Om een indruk te krijgen van de visserijactiviteit rond de bodemschaafmonsterpunten zijn alle VMS registraties binnen een ruimtelijk - en temporeel –afgebakend- patroon verzameld en gepresenteerd in een tabel. De tijdsperiode is 2 jaar voor de bodemschaafmeting en ruimtelijk is een gebied met een straal van 2 kilometer rond elk monsterpunt genomen. In de tabel is het bodemschaafmeetpunt nummer (1:163) de -monsterdatum en de geografisch positie gepresenteerd in samenhang met het bevist oppervlak van het waargenomen visvaartuig (km2), de periode (dagen, 0:730) tussen

bodemschaaf monsterdatum en ping (registratie) en de afstand (km, 0:2) tussen de positie van het vaartuig en het meetpunt.

(8)

3

Resultaten

Een kaart van het studiegebied met het windpark en bodemschaafmonsterpunten (Figuur 1) De analyses vinden plaats op basis van alle VMS en logboek gegevens die zich binnen het gebied op deze kaart

Figuur 1. De ligging van het PAWP in de Noordzee voor de kust van IJmuiden (NH) en de locatie van de meetpunten bodemschaafmonsters (rood.

De visserij-intensiteit, uitgedrukt als visfrequentie per vak (Swept-area-ratio) van 0.25 km2 per jaar is in Bijlage 1 geplot per 2 of 3 jaar. De visfrequentie is ingedeeld in 8 klassen, van 0 (= niet bevist, wit) tot >5 (een vak van 0.25 km2 wordt meer dan 5 keer bevist per jaar: het bevist oppervlak van

dat vak is dan groter dan 1.25 km2 , donker rood) De waarden van de tussenliggende klassen staan in

de legenda van de figuren (rechtsboven). De grijze stippen laten, in verband met bescherming van persoonsgegevens, een beperkt aantal willekeurig geselecteerde van VMS posities zien (ongeveer 10% van het totaal)

(9)

De visserij-intensiteit, uitgedrukt als visfrequentie per vak (Swept-area-ratio) van 0.25 km2 per maand is in Bijlage 2 geplot per 5 jaar. Het maand gemiddelde is opgewerkt naar jaar (= x 12) zodat de klasse indeling vergelijkbaar is met die van de jaargemiddelden in bijlage 1. Donkerrood, de hoogste klasse, wil zeggen dat het vak in die maand gemiddeld in die maand een bevist oppervlak heeft dat groter is dan 0.1 km2.

De tijdserie van de visserijintensiteit rond de monsterpunten binnen en buiten het windpark is weergegeven in figuur 2.

Figuur 2. Visserijintensiteit rondom de meetpunten in en rond het PAWP vanaf 2002. Grijze lijn: binnen het WP en rood: tot 2 km buiten het WP .

Tot en met 2006 verschilt de visfrequentie per jaar binnen of buiten het windparkgebied nauwelijks. Beide gebiedsoppervlakken worden gemiddeld 4 keer per jaar bevist. Daarna neemt de visfrequentie binnen het windparkgebied snel af tot ongeveer 1 keer per jaar in 2008. Na een piek in 2010 (2.6 x per jaar) stabiliseert de frequentie op een niveau rond 0.5 keer per jaar.

Buiten het windpark neemt de visfrequentie na 2006 toe tot 6 keer per jaar of meer. Vanaf 2011 daalt de bevissingsfrequentie tot 2.5 keer per jaar in 2016.

(10)

4

Discussie

Het PAWP ligt buiten de 12 mijlszone waar vissen met grote schepen (motorvermogen >221 kW) is toegestaan maar kleinere Eurokotters zijn ook actief in de omgeving. Dit resulteert in een hoge visserijdruk in (voor 2006) en rondom het gebied. De vloot is het actiefst in de maanden maart tot en met juni.

De algemene dynamiek van de Nederlandse platvisvisserij is ook te zien in - en rond het windpark. De visserijdruk op platvis (schol en tong) is vanaf 2006 gehalveerd. Bovendien is de vlootsamenstelling vanaf 2011 significant veranderd. Een groot deel van het traditionele boomkor vistuig is in 2016 vervangen door pulskor met minder bodemberoering.

De bevissing “binnen” het windpark vindt na 2008 plaats aan de randen. Er zijn in het centrum geen VMS registraties meer waargenomen vanaf 2008.

(11)

5

Bijlagen

A:

(12)
(13)
(14)
(15)
(16)
(17)

Gemiddelde visserij-intensiteit (Bevist oppervlak per vak van 0.5x0.5 km, ingedeeld in klassen) in en rondom het PAWP van 2002 tot en met 2016.

(18)
(19)
(20)

Gemiddelde visserij-intensiteit (Bevist oppervlak per vak van 0.5x0.5 km, ingedeeld in klassen) in en rondom het PAWP per maand voor perioden van 5 jaar van 2002 tot en met 2016.

(21)

6

Kwaliteitsborging

Wageningen Marine Research beschikt over een ISO 9001:2008 gecertificeerd

kwaliteitsmanagementsysteem (certificaatnummer: 187378-2015-AQ-NLD-RvA). Dit certificaat is geldig tot 15 september 2018. De organisatie is gecertificeerd sinds 27 februari 2001. De certificering is uitgevoerd door DNV Certification B.V.

Het chemisch laboratorium te IJmuiden beschikt over een NEN-EN-ISO/IEC 17025:2005 accreditatie voor testlaboratoria met nummer L097. Deze accreditatie is geldig tot 1 april 2017 en is voor het eerst verleend op 27 maart 1997; deze accreditatie is verleend door de Raad voor Accreditatie. Het

chemisch laboratorium heeft hierdoor aangetoond in staat te zijn op technisch bekwame wijze valide resultaten te leveren en te werken volgens de ISO17025 norm. De scope (L097) met de

geaccrediteerde analysemethoden is te vinden op de website van de Raad voor Accreditatie (www.rva.nl).

(22)

Referenties

Hintzen, N.T.; Coers, A.; Hamon, K. (2013) A collaborative approach to mapping value of fisheries resources in the North Sea (Part 1: Methodology). IJmuiden : IMARES, (Report C001/13) - p. 24

(23)

Verantwoording

Rapport C091/17

Projectnummer: 4315100056

Dit rapport is met grote zorgvuldigheid tot stand gekomen. De wetenschappelijke kwaliteit is intern getoetst door een collega-onderzoeker en het verantwoordelijk lid van het managementteam van Wageningen Marine Research

Akkoord: Niels Hintzen

Onderzoeker Handtekening: Datum: 12 december 2017 Akkoord: Drs. J. Asjes MT lid integratie Handtekening: Datum: 12 december 2017

(24)

Wageningen Marine Research

T: +31 (0)317 48 09 00 E: marine-research@wur.nl www.wur.nl/marine-research Visitors address

• Ankerpark 27 1781 AG Den Helder • Korringaweg 5, 4401 NT Yerseke • Haringkade 1, 1976 CP IJmuiden

Wageningen Marine Research is the Netherlands research institute established to provide the scientific support that is essential for developing policies and innovation in respect of the marine environment, fishery activities, aquaculture and the maritime sector.

The Wageningen Marine Research vision:

‘To explore the potential of marine nature to improve the quality of life.’ The Wageningen Marine Research mission

• To conduct research with the aim of acquiring knowledge and offering advice on the sustainable management and use of marine and coastal areas.

• Wageningen Marine Research is an independent, leading scientific research institute.

Wageningen Marine Research is part of the international knowledge organisation Wageningen UR (University & Research centre). Within Wageningen UR, nine specialised research institutes of the Wageningen Research Foundation have joined forces with Wageningen University to help answer the most important questions in the domain of healthy food and living environment.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daar word ook gesê dat die toepassing van genadedood as oneties gesien word deur sommige groepe, omdat daar in die verlede al gereeld wonderwerk-kure gevind is vir

(2) A candidate referred to in subregulation (1) who has not passed the examination in General Nursing Science and Art I or Psychiatric Nursing Science and Art I or the

On remarque que cet auteur tente de souligner la récurrence des phénomènes charismatiques du livre des Actes dans la Congo Evangelistic Mission (CEM). Dans ce contexte,

Om deze maatschappelijke kosten binnen de perken te houden zou het niet meer dan logisch zijn dat de overheid bepaalde gebieden uitstuit voor nieuw windturbines.. Toch lijkt

In uw bovengenoemde brief, door het college van Gedeputeerde Staten van Zeeland ontvangen op 25 maart 1999 en aan mij ter afdoening doorgestuurd, verzoekt u vergunning in het kader

Kolenbrander, De gierkelderpositie in Nederland, 1956 (niet gepubliceerd).. Opmerkelijk is ook dat in Drente de eerste gierkelders ruim 20 jaar later zijn gebouwd dan op de

Als je de ballon niet goed dichtknijpt, ontsnapt de lucht naar buiten, waar de luchtdruk lager

4p 10 Bereken op algebraïsche wijze het jaar waarin volgens dit exponentiële model de totale hoeveelheid verbruikte olie de grens van 750 miljard vaten passeerde.. Er zijn in